Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 02/10/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Irina De Knop tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het doorbreken van het taboe rond homoseksualiteit in het voetbal
- 2284 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : We gaan van een belangrijk probleem in het onderwijs naar een belangrijk probleem dat zou het niet mogen zijn, een taboe dan toch in het voetbal. Een persartikel heeft mijn aandacht gevestigd op deze problematiek. Het gaat over een voorval in Duitsland, waarbij Angela Merkel een uitdrukkelijke oproep heeft gedaan aan profvoetballers om uit de kast te komen, als ik het zo mag verwoorden.
Homoseksualiteit in de sport in het algemeen en in het voetbal in het bijzonder blijft een probleem. Als minister van Gelijke Kansen weet u dat uiteraard. Internationaal gezien heeft het profvoetbal nauwelijks of geen homoseksueel rolmodel. Ook bij ons blijft het op dat vlak erg stil, terwijl iedereen weet dat er mensen zijn met een andere geaardheid, zoals dat overal is in de maatschappij.
De afgelopen jaren werden al enkele stappen gezet om het laatste taboe te laten sneuvelen. Naar aanleiding van de Eurogames in Antwerpen vond een congres rond homofobie in de sport plaats dat uitmondde in een charter voor holebivriendelijk beleid in sportclubs, dat door een aantal clubs werd ondertekend. Tevens voerde de toenmalige Holebifederatie een affichecampagne met als slogan Denkt u nu aan sport?.
Minister, opmerkelijk is dat u in de media veeleer smalend uithaalde naar deze initiatieven, die nochtans werden gesteund door uw partijgenoten, door mensen die in het verleden verantwoordelijk waren. U zei: Het moet meer zijn dan zomaar een charter dat zegt: we zijn ertegen. Dat werkt niet. Dat heb ik kunnen lezen in De Morgen van 18 september 2012.
Een voorbeeld: Club Brugge-speler Carl Hoefkens prijkte op de cover van het holebi-magazine en gaf daarmee aan dat het perfect mogelijk moet zijn om gay te zijn, ook in de sport, ook in het voetbal. Dit voorbeeld toont aan dat het dringend tijd wordt initiatieven te nemen die homofobie in het voetbal tegengaan, zodat prof- en andere voetballers openlijk zouden kunnen praten over hun geaardheid en zodat er geen vijandige reacties komen in de voetbalstadions op voetballers die hun geaardheid tonen.
Minister, u stelde dat charters niet echt afdoende zijn. Is dat een impliciete onvoldoende voor initiatieven van uw voorgangers? Bent u van oordeel dat de campagne van de Holebifederatie onvoldoende impact heeft gehad? Hebt u zelf al actie ondernomen om homofobie in het voetbal tegen te gaan? Met welk concreet beleid wilt u het homotaboe in de sport, meer specifiek in het voetbal, doorbreken?
Minister, wilt u heteroseksuele voetballers erop wijzen dat ze naar het voorbeeld van Carl Hoefkens duidelijke statements mogen en kunnen maken over deze zaak? Hoe staat u tegenover een themaprogramma, bijvoorbeeld op de openbare televisie, over homofobie in het voetbal, zoals dat afgelopen zomer gebeurde op de Nederlandse tv? Wilt u minister Lieten vragen om de openbare omroep daarover voorstellen te laten formuleren?
De voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Dit is een goede vraag om uitleg van mevrouw De Knop. Het is een mooie samenvatting van bepaalde zaken die de afgelopen maanden het nieuws hebben gehaald. Onze partij vindt ook dat er acties mogen worden ondernomen en campagnes opgezet om het negatieve beeld dat hierover bestaat, te doorbreken. Er zijn al positieve stappen gezet, ook door u, minister. Tijdens de vorige legislatuur was ik als schepen in Oostende bevoegd voor gelijke kansen. We vonden het heel belangrijk dat jeugd- en sportclubs nauw werden betrokken en dat het ook bespreekbaar werd gemaakt. Ook de trainers hebben daarin een grote rol.
Er mogen stappen worden gezet om dit taboe te doorbreken. Een link met de modewereld is ook mogelijk, want er zijn veel voetballers die defileren. Misschien kan daar een of andere overeenkomst worden gesloten tot initiatieven om dit op zn minst bespreekbaar te maken, en dat er ook niet met de vinger wordt gewezen zodat mensen achteraf geen stempel opgedrukt krijgen.
We pleiten dus ook voor een campagne over dit thema. In de mediawereld zijn er al positieve stappen gezet, zeker bij de VRT. In de commissie Media wordt dit nu en dan opgerakeld. In Thuis wordt dit thema steeds meer bespreekbaar gemaakt. Er is ook nog werk aan de winkel, maar er wordt volop gewerkt aan een Vlaamse versie van het programma Uit de kast. In het najaar komt dat op vtm. Ik hoop dat, net zoals de afleveringen in Nederland, waar men met een camera bij een sportclub binnengaat, dat in Vlaanderen ook mogelijk wordt, dat het kan worden besproken, dat het niet anders is dan anders.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Ik weet niet of ik me smalend heb uitgelaten, mevrouw De Knop. Ik blijf ervan overtuigd dat alleen het introduceren van een charter niet helpt. Het initiatief van Katleen Van Brempt en van Bert Anciaux heeft dat ook aangetoond. Het is nuttig om dat te doen, maar het zal de verhoudingen niet wezenlijk wijzigen. Het moet een onderdeel zijn van een veel bredere aanpak. Dat charter is nodig. We zullen dat ongetwijfeld opnieuw doen, maar het moet een onderdeel zijn van een veel bredere aanpak. Dat is in se wat ik heb gezegd, en Katleen Van Brempt en Bert Anciaux zullen het daarover met mij eens zijn.
Ik geloof dat de campagne niet heette Denkt u nu aan sport?, maar Denkt u nu aan seks?, doch dat is maar een klein detail van mijn opmerking. Er is toen wel wat gebeurd, maar dat hebt u ook opgesomd. Dat was een goede campagne, maar een tijdelijke campagne kan geen absolute mentaliteitsverandering tot stand brengen. Daarom heb ik de Koninklijke Belgische Voetbalbond, de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond en de Voetbalfederatie Vlaanderen voor de vakantie apart gezien. Ik heb met hen gesproken en ik moest hen niet overtuigen. Ik was blij met een onmiddellijk akkoord om samen met Gelijke Kansen Vlaanderen een duurzame campagne uit te werken voor de voetbalsport. Daarbij zullen we ons laten inspireren door wat er in het buitenland al is gebeurd.
In Vlaanderen proberen we een toonaangevende campagne uit te werken die over meerdere jaren loopt. We willen dat doen op een duurzame manier in de sport die het meeste mensen bereikt uit alle lagen van de bevolking. Het is heel belangrijk dat het gebeurt in een van de meest homofobe sporten.
Het intrigeert me de vergelijking te maken met de rugbysport, die veel virieler, mannelijker en lichamelijker is. Daar is de homovriendelijkheid veel groter op het terrein en tussen de spelers dan bij het voetbal. Dat is een beetje merkwaardig. Sommigen zeggen dat het te maken heeft met de supporters, omdat ze vaker hoger opgeleid zijn. Zo wordt het in een ander kader geplaatst, maar het kan zeker meespelen.
Als we een wijziging willen teweegbrengen in de samenleving, is het belangrijk dat we mensen vooral dingen laten inzien. We moeten hen laten inzien dat verkeerd op een bal trappen, niet betekent dat je een mietje bent, of een janet. Het begint met die kleine dingen op het voetbalveld. Dat zal ook in de trainersopleiding aan bod moeten komen, ook in de manier waarop spelers onderling met elkaar communiceren, en ook bij de sportjournalisten. We moeten ook voetballers als rolmodel gebruiken. Dat is wat we in de komende weken en maanden gezamenlijk gaan uitwerken.
Ik wou een principeakkoord om die campagne samen uit te werken. Het leek me heel belangrijk dat we niet naar hen gingen met een uitgewerkte campagne, maar dat ze dat samen met ons kunnen doen zodat ze ten volle mede-eigenaar zijn. De bonden waren bereid om dat te doen. Normaal gezien is dat gepland voor morgen. Ik hoop dat de treinstaking geen stokken in de wielen steekt. Morgen komen de Koninklijke Belgische Voetbalbond, de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond, de Voetbalfederatie Vlaanderen, de Pro League en de Nationale Voetballiga samen.
We gaan er ook de mediawereld bij betrekken. De komende weken en maanden gaan we verschillende keren samenzitten en een campagne uitwerken die we volgend jaar kunnen lanceren. Dat is mijn bedoeling. Ik ben blij dat dat hier wordt gesteund. Het feit dat we dit hebben aangekondigd, zorgt voor een dynamiek. We merken dat tv- en radioprogrammas daar nu mee bezig zijn en dat in hun programmatie opnemen. Een blad als INCH heeft daartoe een belangrijke voorzet gegeven om in de terminologie te blijven en nu is het aan de politiek om de bal te spelen.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Minister, u zei dat er morgen wordt samengekomen. Is dat met u?
Minister Pascal Smet : Mijn medewerker zal dat in eerste instantie doen. Ik zal er op een bepaald moment ook bij komen. Ik heb ze allemaal zelf gezien. Nu is er een brainstorm en daar ben ik zelf niet bij. In een latere fase zal dat nog wel gebeuren.
Mevrouw Irina De Knop : Het is dus geen publiek gebeuren.
Ik vind het idee goed om een duurzame campagne op touw te zetten samen met de voetbalbond, want je kunt het niet van bovenaf opleggen. Dat moet van onderuit komen. Ik wil gewoon benadrukken dat campagnes en charters dat wel mee kunnen ondersteunen. U zei dat een campagne in ieder geval iets kortstondigs is. Maar als dat is ingebed in iets breders, kan dat wel goed werken.
Minister Pascal Smet : Exact.
Mevrouw Irina De Knop : Het is heel goed dat u daar aandacht voor hebt en daar werk van wilt maken. Dat mag niet zomaar een schaamlapje zijn omdat het eens in de pers heeft gestaan. Het is een grappig woord in deze context. Het moet doorleefd zijn. Dat moeten we niet alleen in de sport doen, maar in alle domeinen van de samenleving. Ik hoop dat u daar aandacht voor hebt en dat zelf programmeert, los van wat er hier of daar in de pers verschijnt, en dat u er werk van maakt als minister van Gelijke Kansen om die discriminatie, die mogelijke discriminatie of die mogelijke verkeerde beeldvorming weg te werken.
We kijken uit naar het resultaat van die bevindingen. Ik hoop dat u dat hier in de commissie eens kunt terugkoppelen zonder dat we daar opnieuw iets in de media over moeten horen. Ik veronderstel dat uw brainstorm zal leiden tot een document of tot een besluitvorming en dat u van daaruit verder kunt informeren over wat er te gebeuren staat.
De voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Ik dank de minister voor het antwoord en de vraagsteller voor de vraag.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.