Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 27/09/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Martine Fournier tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de detectie van discriminatie van allochtonen op het werk
- 2252 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Güler Turan tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de Diversiteitsbarometer van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding
- 2269 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Matthias Diependaele tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over tewerkstelling van oudere werknemers
- 2265 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Voorzitter, minister, collegas, uit cijfers van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) blijkt dat het aantal mensen met een migratieachtergrond zonder werk het laatste jaar met 10,4 procent is gestegen, terwijl de werkloosheid bij autochtonen slechts, in vergelijking met voorgaand cijfer althans, met 4,8 procent is toegenomen.
Begin september publiceerde het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (CGKR) de Diversiteitsbarometer Werk. In opdracht van het centrum werden drie studies uitgevoerd door twee gerenommeerde onderzoeksploegen, waaronder het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA).
Een van de onderzoeken gebeurde op basis van in sommige kringen nochtans gecontesteerde geaggregeerde gedragstesten. Daaruit bleek onder meer dat personen van vreemde origine gediscrimineerd worden bij de uitnodiging op een sollicitatiegesprek. Ook na een eerste gesprek speelt origine en/of huidskleur een rol: 10 procent van het humanresourcespersoneel (HR) zegt dat origine invloed heeft op de uiteindelijke beslissing, bij 5 procent speelt ook huidskleur mee. 45 procent geeft aan dat specifieke religieuze uiterlijkheden een rol spelen bij de eindbeslissing tot eventuele aanwerving. Doordat 8 procent van het HR-personeel aangeeft dat kandidaten die behoren tot een etnische minderheid, zich meer moeten bewijzen tijdens een sollicitatieprocedure, wordt op basis van dit onderzoek duidelijk dat discriminatie zich ook voordoet in latere fasen van het aanwervingsproces.
Het wegwerken van discriminatie op de werkvloer vereist een geïntegreerde aanpak, waarbij door alle actoren, beleidsniveaus, werkgevers, werkgeversorganisaties, vakbonden en arbeidsbemiddelaars wordt gestreefd naar een verdere professionalisering en het proactief wegwerken van heersende vooroordelen en stereotypes.
In de vergadering van de commissie Werk van 7 juni 2012 heb ik de problematiek van de detectie van werknemers opnieuw aangekaart. Ik verwees daarbij naar de federale werkgroep die een methode aan het uitwerken was om conform de bepalingen van de Privacycommissie gegevens over personen van allochtone afkomst tot en met de tweede generatie te kunnen ontsluiten. Deze methode zou enorm kunnen bijdragen aan de detectie van discriminatie op de werkvloer en zou resultaatsversterkend kunnen werken bij onder andere controles van interimkantoren en de Inspectie Werk en Sociale Economie. U gaf toen toelichting bij de gebruikte methode en verwees naar de noodzaak van een samenwerkingsakkoord tussen de gewesten en het federale overheid. Een afsprakenkader moest worden vastgelegd en er dienden afspraken over de kostprijs van de raadpleging te worden gemaakt. Het voorstel zou moeten komen vanuit de federale overheid. Een en ander zou op de interministeriële conferentie van 20 juni ter sprake komen.
Minister, kunt u mij vertellen wat over bovengenoemde werkgroep en haar methodologie werd besproken op de interministeriële conferentie van 20 juni? Werden er concrete afspraken gemaakt om een samenwerkingsakkoord tot stand te brengen en zo ja, wat zijn de modaliteiten van dit akkoord?
Binnen welke termijn en in welk kader ziet u een concrete toepassing mogelijk van de bovenvermelde methodologie in het kader van een actieve detectie van discriminatie op de werkvloer?
De voorzitter : Mevrouw Turan heeft het woord.
Mevrouw Güler Turan : Minister, collegas, ik dank mevrouw Fournier voor haar vraag. Die is veel duidelijker, ik heb immers niet alles in detail opgenomen omdat u de barometer ondertussen ook al zult hebben gelezen. U kent de bedenkingen die ik telkens maak bij de tewerkstelling. Wij kunnen als mensen die de theorie ontwikkelen en de zaken ook in theorie moeten opvolgen, veel oplossingen proberen te bieden, maar op het veld is het heel erg gesteld. Ik heb u daarover de afgelopen jaren telkens weer ondervraagd. U gaf soms afdoende antwoord, maar soms kwam u af met antwoorden waarmee ik niet zo erg gediend was.
Ik meen dat we nu toch werk moeten maken van een geactualiseerd Actieplan Bestrijding Arbeidsgerelateerde Discriminatie (ABAD). We hebben het er al over gehad dat in tijden van crisis de laaggeschoolden en de mensen die niet van Vlaamse origine zijn ik vermijd het woord dat we niet meer mogen gebruiken , als eersten uit de boot vallen. Bovendien worden ze ook nog eens gediscrimineerd. Spijtig genoeg moet ik in mijn vraag opnemen dat het weinig verrassend is dat uit de barometer blijkt dat er discriminatie is op basis van leeftijd, origine en handicap.
Op alle vragen die ik u kan stellen, zou u wellicht een antwoord kunnen geven. Ik vind het daarom veel belangrijker om uw evaluatie van de Diversiteitsbarometer te kennen en om van u te vernemen welke acties we kunnen ondernemen. In het verleden hebt u al dikwijls gezegd dat het weinig zin heeft om met nieuwe acties af te komen, dat we ervoor moeten zorgen dat de genomen maatregelen een effect kunnen hebben. Ik wil u daar wel in volgen, maar ik vrees dat we in het verleden te weinig acties hebben ondernomen die tot een resultaat kunnen leiden en dat het nu echt de hoogste tijd is om iets te doen, want voor we het weten zal ook deze legislatuur alweer voorbij zijn. We hebben de problematiek vooral besproken, maar we hebben geen oplossing geboden.
Een tweede kans komt er natuurlijk nu het CGKR een andere naam zal krijgen. Dat maakt dat er eindelijk uitvoering worden gegeven aan artikel 9 van het decreet evenredige arbeidsdeelname en diversiteit (EAD) dat voorziet in een orgaan dat, naast een informatie- en adviesfunctie, ook bijstand kan verlenen aan slachtoffers van discriminatie en de afwikkeling van hun klachten. Dat is ook heel belangrijk. Kunt u dit beamen en hebt u zicht op de termijn voor de oprichting van dit orgaan, om daar inderdaad ook effectief tegenin te kunnen gaan?
Minister, de vragen die worden gesteld door mevrouw Fournier, de cijfers die zij heeft gegeven, het rapport dat hier voorligt, alles wat wij de afgelopen drie jaar hebben besproken: wanneer zal ik eens gelukkig worden en zullen de mensen uit het middenveld het gevoel hebben dat er vooruitgang is? Minister, u kijkt teleurgesteld, maar zelf ben ik dat ook vaak. Ik word geconfronteerd met heel veel vragen. We moeten de mensen die dat gevoel hebben, daarvan afhelpen, maar dan moeten we er ook zelf in geloven. In alle eerlijkheid: door alle signalen die ik krijg, geloof ik er zelf bijna niet meer in. Ik kijk hoopvol uit naar uw antwoord.
De voorzitter : De heer Diependaele heeft het woord.
De heer Matthias Diependaele : Mijn vraag is specifiek gericht op de resultaten van de campagne De juiste stoel. Ik sluit mij aan bij de vorige sprekers, bij hun vragen althans, niet bij al hun opmerkingen, zeker niet bij die van mevrouw Turan.
Minister, vorig jaar presenteerde u de campagne De juiste stoel in première in deze commissie. Ik denk dat er toen iets fout liep met het internet. Dat is de wet van Murphy. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
De bedoeling van De juiste stoel is om, zoals de titel aangeeft, de juiste persoon op de juiste plaats te krijgen. Het gaat om een bewustmaking van zowel de werkgevers als de werknemers. De campagne is een onderdeel van de initiatieven rond Samen op de bres voor 50+. Daartoe werd ook de Toolbox 50+ opgezet met nuttige verwijzingen in verband met de tewerkstelling van ouderen.
Minister, in welke mate bereikte de campagne de werknemers? In welke mate bereikte de campagne de werkgevers? In welke mate werd de Toolbox 50+ geconsulteerd? Hoe ziet u deze campagne verder evolueren en welke toetsing zal hierover gebeuren?
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Ik deel natuurlijk de bekommernis van mevrouw Turan, maar ik denk dat we altijd het hoofd koel moeten proberen te houden. Wij, politici, moeten het juiste kader creëren en voor stimulansen zorgen. Spijtig genoeg hebben de minister en de regering geen knop onder hun bureau om meteen ieders mentaliteit en gedrag te veranderen. Ik denk dat het een werk van lange adem is. Met maatregelen en stimulansen moeten we vooral aan een mentaliteitswijziging werken.
Mevrouw Turan, u vraagt een snelle oprichting van het nieuwe orgaan. We hebben al heel wat organen. Vanuit het middenveld krijgen we ook al vaak de reactie dat er heel wat adviesorganen, overlegcommissies en inspraakmomenten zijn die niet altijd de slagkracht van de overheid bevorderen. Ik denk dat het CGKR ook oor heeft voor de gemeenschappen en gewesten en voor hen kan optreden. Minister, hoe ziet u dat? Moet er nu echt opnieuw een afzonderlijk orgaan worden opgericht voor een problematiek die ook door het nieuwe Interfederaal Centrum voor Gelijke Kansen en bestrijding van Discriminatie en Racisme kan worden behandeld?
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier : Op 3 oktober 2011 heb ik via een schriftelijke vraag ook de cijfers opgevraagd naar het aantal gebruikers van de site www.dejuistestoel.be. Daaruit bleek dat er de eerste vier maanden 9640 bezoekers waren, bijna 10.000 dus. In de elf daaropvolgende maanden waren dat er maar 15.000 meer. Dat is toch een redelijk sterke daling. Minister, hebt u een reden voor die daling?
Minister, op de site kunnen meerdere modules worden aangeklikt. Hebt u er zicht op welke modules het meest worden aangeklikt?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mevrouw Turan, ik ben blij met het betoog van de heer Van den Heuvel. In de commissie hebben we veel over deze problematiek gesproken. U hebt de indruk dat we niets doen, maar dat is verkeerd. Ik ben het ermee eens dat er niet meteen resultaat is. Maar dat kan ook nooit. Als dat wel kan, mag u mij de maatregel geven die onmiddellijk resultaat geeft, dan pas ik die meteen toe tenminste als hij aanvaardbaar is. We moeten eerlijk blijven. Ik vond wat u zei niet gepast. Ik denk dat we goed samenwerken in deze commissie. Ik sta open voor alle suggesties. Als u denkt dat de situatie met één knip kan worden gewijzigd, dan had de heer Vandenbroucke dat vijf jaar geleden waarschijnlijk al gedaan.
De resultaten van de Diversiteitsbarometer geven de Belgische situatie weer en geven mij nog altijd het signaal om verdere inspanningen te leveren. U weet dat ik op het vlak van het arbeidsbeleid zeer sterk samenwerk met de sociale partners wat niet altijd van iedereen kan worden gezegd. In overleg met die sociale partners zijn we volop bezig met de bijsturing van ons huidig instrumentarium. Mevrouw Turan, dat was toch uw vraag, denk ik?
We willen verder gaan met de versterking van het maatwerk, meer resultaatsgerichtheid in de ondersteuningsacties naar ondernemingen, nog betere coördinatie en afstemming tussen de verschillende netwerken, de verdieping van de diversiteitsplannen, met een integratie in een algemeen humanresourcesbeleid. Met die combinatie van individueel maatwerk, een nieuwe filosofie bij de sector van de consulenten en de VDAB en het algemeen kader dat meer gericht is op competenties en talenten, hebben we volgens mij een goede zaak. In elke nieuwe sectorconvenant staan uitdrukkelijk werkplekleren en werkbaarheid, ook ten aanzien van die doelgroepen.
Mijnheer Diependaele en mevrouw Fournier, u kent dejuistestoel.be. Wat we niet hebben gemonitord, is het onderscheid tussen werknemersgebruiker en werkgeversgebruiker. We kunnen dat ook niet omdat iedereen op alle modules kan. Ik kan alleen zeggen wie waar heeft gekeken. Dat was eigenlijk uw vraag. Er zijn 4594 volledig ingevulde testjes waarvan 1100 in de werkgeversmodule en 3494 in de werknemersmodule. Je kunt veronderstellen dat de werkgevers de werkgeversmodule hebben ingevuld en de werknemers de werknemersmodule, maar dat is niet zeker. Zo geven we u wel een indicatie.
Mevrouw Fournier, u hebt gelijk, en het was waarschijnlijk ook de aanleiding van de vraag van de heer Diependaele. Op een bepaald moment zagen we dat het enorm terugliep. Ik denk dat dat normaal is. Er is een hype, er is communicatie over en alle sociale partners hebben dat in hun bladen aangekondigd. Dan valt het wat stil. Dan zijn we gestart met de train-de-trainersessie. Die loopt momenteel bij alle intermediairen. Dat lijkt mij echt een succes. Wie naar bedrijven gaat, neemt dejuistestoel.be als tool mee en gaat samen met de gebruikers door de tool, zodat men het daarna ook verder gaat gebruiken. Daardoor is, wat mij betreft, dejuistestoel.be duidelijk bekend aan het worden, zowel bij de werkgevers als bij de werknemers. De vakbonden en de VDAB zijn twee belangrijke spelers ten aanzien van de werknemers en werkzoekenden en de werkgeversorganisaties ten aanzien van de bedrijven.
Op 19 september hadden we 26.477 unieke gebruikers op dejuistestoel.be. De consultatie is gestaag bezig. De bundeling aan informatie enerzijds en instrumenten anderzijds biedt blijkbaar een antwoord aan de behoefte die er is. De reacties die we krijgen, zijn unaniem positief, zowel vanuit werkgevers- als werknemerskant. Het eerste grote element was de publiciteit ervoor. Nu is er de train-de-trainersessie. Ik ben zeker dat we die gerichte sensibilisering onverminderd moeten voortzetten. Dan krijg je een olievlekfilosofie, waar de grote groep van potentiële eindgebruikers kunnen worden gehaald.
Om ook eens Latijn te gebruiken: repetitio est mater studiorum. De kracht van de herhaling maakt het verschil. Als we willen dat de boodschap effectief gaat leven bij alle doelgroepen, zullen we onze inspanning moeten volhouden. Mevrouw Turan, mentaliteitswijzigingen vragen nu eenmaal tijd. We zullen er moeten op blijven hameren. Het stopt nu niet met de train-de-trainersessie. We gaan daarmee verder.
Mevrouw Turan, over uw vraag in verband met het CGKR heb ik contact opgenomen met minister Smet. Hij is daar bevoegd voor. Hij vroeg zich af waarom men die vraag aan mij heeft gesteld. Ik heb geantwoord dat ik daar niet aan kan doen. Ik heb het antwoord met hem afgestemd.
Mijnheer Van den Heuvel, er is geen apart orgaan. Ik heb begrepen dat het interfederaal centrum onder andere impliceert dat we na deze hervorming beschikken over een onafhankelijk orgaan dat, naast andere opdrachten, ook bijstand zal verlenen aan slachtoffers van discriminatie. De Vlaamse kamer van dit orgaan zal op een onafhankelijke wijze de Vlaamse bevoegdheden behartigen en rechtsbescherming bieden voor materies waarvoor Vlaanderen als gewest en gemeenschap bevoegd is. Ik wil u vragen dat u zich voor meer details wendt tot minister Smet.
Ik heb ook begrepen dat alle partijen bij het samenwerkingsakkoord zich hebben geëngageerd om tegen 30 juni 2013 alle noodzakelijke maatregelen te treffen voor de uitvoering van de hervorming. Tijdens het Overlegcomité van 23 juli 2012 werd nogmaals herhaald dat het nieuwe centrum operationeel zou moeten zijn tegen juli 2013.
Wat uw vraag over het ABAD betreft: ik heb een uitgewerkt actieplan voor suggesties en commentaar aan de Commissie Diversiteit bij de SERV voorgelegd. In juni heb ik zijn advies met commentaar en aanbevelingen ontvangen. Dat zijn we nu aan het verwerken. Dan kunnen we kijken wanneer we een formeel nieuw akkoord kunnen bevestigen. Ik heb niet gewacht tot het akkoord is getekend om al een aantal acties die we in het ABAD voorzien hebben en waar blijkbaar eensgezindheid over was, op te starten. Ik denk aan overleg met de intermediairen over hun bijdrage aan de implementatie van het plan, het ontwerp van trainingen en vormingen voor consulenten, de integratie van de verschillende toolboxen en een aantal andere zaken. Over die dingen waar weinig discussie over was, wacht ik niet tot de formele ondertekening. Begin 2013 zou de uitvoering op kruissnelheid moeten komen.
Mevrouw Fournier, voor u heb ik het minst goede antwoord, met name op uw vraag over de discriminatie van allochtonen. Ik heb het dossier op 20 juni bij het kabinet van federaal minister De Coninck aangekaart. Zij heeft het dossier overgemaakt aan de ambtelijke werkgroep die in de zomer nog bezig was met de statistische analyse. Ik heb ook een schrijven gericht aan het CGKR dat deel uitmaakt van de federale werkgroep rond de sociaal-economische monitoring op basis van afkomst. Het CGKR liet mij weten dat het nu, in het najaar van 2012, ambtelijk bezig is met de redactie van het monitoringrapport met beschouwingen, voorstellen, adviezen en aanbevelingen.
Voorbije maandag had mijn kabinet nog een kort overleg met het kabinet-De Coninck over dit dossier. We moeten nu wachten op de ambtelijke oplevering van de resultaten. Ik schat dat ik pas eind 2012 concreet zal kunnen aangeven hoe deze methodiek verder zal kunnen worden toegepast, na bespreking met de federale collegas.
Ik volg de zaken op zoals u dat doet. Ik zit echter niet in de drivers seat. Ik kan de snelheid niet bepalen.
De voorzitter : Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier: Ik zal mijn vraag dan opnieuw stellen eind dit jaar.
Bij de voorstelling van het rapport van het centrum heeft professor Patricia Zanoni erop gewezen dat er te weinig gekeken wordt naar de goede praktijken bij de kmos. Misschien is dat een goed idee en moeten we eens nagaan wat onze kmos ermee doen. Misschien kunnen we een code of best practices opstellen op basis van de goede voorbeelden.
Er bestaan lange wachtlijsten voor de cursussen Nederlands. Ik weet dat er niet veel middelen zijn om de opleidingen uit te breiden. Hoe evalueert u die wachtlijsten? Is er een monitoring gebeurd?
De voorzitter : Mevrouw Turan heeft het woord.
Mevrouw Güler Turan: Minister, in een ideale situatie zouden die maatregelen zoals maatwerk, meer begeleiding van werkgevers en werknemers, betere coördinatie, verdieping van een diversiteitsplan tot een beter resultaat leiden. Maar in de praktijk blijkt dat niet te lukken. Ik wou daarover mijn teleurstelling uiten. Dat is niet naar u persoonlijk gericht. Ik voel me machteloos. Ik heb het gevoel dat ik de afgelopen drie jaar altijd dezelfde vragen heb gesteld. Ik zie weinig resultaat op het veld.
Waar ik al lang op wachtte en waar ik u al over heb ondervraagd, is het advies van de SERV. De Commissie Diversiteit van de SERV boog zich over de aanpak van het actieplan. Dat is nu van de baan. U hebt hen een nieuwe opdracht gestuurd. Ik ben blij om te vernemen dat er in juni al een nieuw advies is binnengekomen. Ik heb het nog niet gelezen. Ik zal dat eens doen. U gaat dat tegen januari definitief implementeren, het zal er waarschijnlijk komen. Ik stel voor dat we dat in november of december hier uitvoerig bespreken en plannen. We wachten er immers al zo lang op. Ik hoop dat ze dat in het veld direct gaan voelen.
Dat gaat samen met dat orgaan dat voor mij geen aparte instelling moet zijn, maar een soort begeleiding doet, informatieverstrekking en afhandeling van dossiers van slachtoffers. Dat valt onder minister Smet. Ik zal toch niet nalaten om die vragen ook aan u te stellen omdat u het belangrijk vindt dat die slachtoffers beter worden opgevolgd. We zien nog wel hoe we die bespreking in de commissie organiseren.
De voorzitter : De heer Diependaele heeft het woord.
De heer Matthias Diependaele : Dank u voor het overzicht van de resultaten van De juiste stoel. Het is een van de vele initiatieven. Een mentaliteitswijziging is altijd moeilijk en gaat traag. Ik ben ervan overtuigd dat de werkgevers op den duur zoals Karel Van Eetvelt zelf aangeeft niet anders zullen kunnen dan oudere werknemers en allochtonen aanwerven. Ze zullen geen andere keuze meer hebben dan in die poolen te gaan rekruteren.
Mevrouw Turan, ik wil terugkomen op uw uitval. Zoals de heer Van den Heuvel zegt: mochten we een knop kunnen omdraaien om al die problemen op te lossen, dan zouden we dat toch direct doen. We doen allemaal niet alleen de minister ons best om hard te werken aan die mentaliteitswijzing. We zitten hier als meerderheid onder elkaar. Er zijn nog zulke problemen, zoals armoedebestrijding. Ter zake worden ook zeer veel initiatieven genomen. Jammer genoeg kunnen we dat ook niet in één klap de wereld uit helpen.
Ik weet dat u in Antwerpen schepen bent van Samenlevingsopbouw, mevrouw Turan. Ik denk dat er nog veel werk is aan de samenleving. We proberen allemaal voortdurend initiatieven te nemen om daar iets aan te doen, maar dat gaat nu eenmaal niet met een vingerknip. Dat is het probleem.
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Dat laatste triggerde mij, niet omdat het van Karel Van Eetvelt komt, gewoon om de uitspraak. Op een gegeven moment zullen de bedrijven niet anders kunnen dan aanwerven uit de groepen die minder voor de hand liggen. Dat is ten dele juist. Maar discriminatie is ook deels conjunctureel.
Tijdens de laatste hausse in onze economie konden allochtonen voor het eerst in gelijke mate profiteren van de groei. Maar wat gebeurde er in 2008? Last in, first out. Dat heeft enorm veel frustratie opgewekt. Mevrouw Turan probeert daar uiting aan te geven. Dat is zeer zuur.
Het automatisme om werknemers te putten uit die groepen, is er nog niet. We staan voor een enorme opdracht om alle vervangingen te doen. Het probleem is dat het heel vaak om geschoold werk gaat en de allochtonenpopulatie is heel vaak niet geschoold. Ik zal daar bij de vraag van mevrouw Peeters
De voorzitter : De vraag om uitleg van mevrouw Peeters is geschrapt omdat ze ziek is.
De heer Bart Van Malderen : Dat is jammer. In de toekomst, zoals ik gisteren ook heb gezegd in het debat over de Septemberverklaring, zullen we echt moeten inzetten op jeugdwerkloosheid, gaan we echt iets moeten doen voor de jongeren die zonder diploma op de arbeidsmarkt komen en het heel moeilijk hebben om als vervanging in te stromen. Dat is een enorme opdracht. We moeten de zeilen bijzetten, want anders laten we een hele generatie opzij staan, met alle gevolgen van dien.
De heer Matthias Diependaele : Ik ga volledig akkoord. Ik wil in die zin mijn betoog nuanceren. Die vaststelling dat het zal moeten, is er een van hoop, maar niet een waarom we blij moeten zijn. Het feit dat er discriminatie is, is al erg genoeg. Dat er pas geen discriminatie meer zal zijn, naar leeftijd of afkomst, als ze ertoe verplicht worden, is een spijtige vaststelling, maar wel een van hoop dat er op een bepaald moment beterschap zou zijn. Onbekend is onbemind.
Minister Philippe Muyters : Ik wou tonen dat er wel een zekere mentaliteitswijzing is. Ik zat samen met Karel Van Eetvelt in dat interview. Als hij zegt dat hij tegen zijn bedrijven zegt dat ze moeten aanwerven op competenties en talenten, of ze zullen geen mensen meer vinden, is dat wel iets anders dan wat we in het verleden hoorden. Ik raad u aan om een interview met Karel Van Eetvelt van tien of vijf jaar geleden te zoeken waarin hij hetzelfde zegt. Dat is niet het geval. Het vraagt tijd, maar als zon topper van een werkgeversorganisatie aan zijn bedrijven die boodschap geeft, hebben we een stap gezet. We zijn er nog niet, helemaal niet. Ik kan me niet voorstellen dat we vijf jaar geleden ik zei tien om zeker te zijn hetzelfde betoog zouden hebben gehoord.
Mevrouw Fournier, in verband met de wachtlijsten NT2 plegen we op dit moment overleg met Onderwijs, om te kijken waar we nog quick wins hebben. Ik kan u niet zomaar zeggen waar we staan met de wachtlijsten NT2. Het is altijd een combinatie met Onderwijs, het start daar en wij zetten het voort. We kijken nu samen waar er nog quick wins te vinden zijn.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.