Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 16/10/2012
Vraag om uitleg van de heer Eric Van Rompuy tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het spreidingsplan voor geluidshinder rond de nationale luchthaven van Zaventem
- 2263 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Voorzitter, minister, mijn vraag dateert al van een tijdje geleden. In de zomermaanden, namelijk op 18-19 juli, is er wat polemiek ontstaan over het spreidingsplan dat in toepassing wordt gesteld voor een aantal routes door de federale staatssecretaris Wathelet. Er is een polemiek ontstaan met de Vlaamse Regering. Minister-president Peeters zei dat het niet wijs is om die beslissing nu in werking te stellen. Er zijn een aantal bemerkingen gemaakt langs Vlaamse kant die voornamelijk betrekking hebben op de regio Leuven. We hebben dat in de commissie ook al een paar keer besproken naar aanleiding van vragen en interpellaties.
Er stijgen een aantal vliegtuigen op van op baan 07 rechts. Ze vliegen richting Leuven en maken snel na het opstijgen een bocht boven Bertem. De omwonenden hebben daar klachten over. Er zijn actiecomités in Bertem, Herent, Oud-Heverlee en Leuven-Wilsele. Nu dat plan in werking is gesteld, heeft men gevraagd om door te vliegen tot voorbij Leuven en dan de bocht te nemen. Dat is nu niet het geval. Ik zie in de pers van die dagen dat, wanneer men zei dat het plan in september in werking zou worden gesteld, minister-president Peeters zei dat dat niet kan zonder overleg. Er zou dus een overleg moeten zijn met de Vlaamse Regering over de inwerkingstelling van dat nieuwe plan.
Minister, is er overleg geweest? Belgocontrol heeft gezegd dat de vliegroutes nog niet vastliggen en dat heel dat plan in fasen moet worden uitgevoerd. Wat is er uiteindelijk doorgevoerd?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : In juli was er inderdaad een hele discussie en heel grote onduidelijkheid en ongerustheid. Mijn federale collega Bert Wollants heeft in de Kamer staatssecretaris Wathelet daarover ondervraagd. De staatssecretaris beweerde dat er niets zou wijzigen. Nochtans vernemen we uit verschillende bronnen dat er effectief een aantal andere plannen op tafel liggen, onder andere de verschuiving van de route naar de Vlaamse Rand. Er blijft nog heel wat ongerustheid.
Er zou ook gezegd zijn dat de route 07 rechtdoor naar Leuven met de bocht voorbij Leuven, een probleem zou vormen voor de veiligheid terwijl er toch een rapport van een onafhankelijk expert bestaat waarin wordt gesteld dat er geen probleem is met de veiligheid. Dat roept toch wel wat vragen op over de intenties van staatssecretaris Wathelet.
Ik merk ook dat sinds september maar dat is misschien psychologisch er voor Leuven veel meer vliegtuigen passeren dan vroeger het geval was. Ik zou eens moeten navragen of dat effectief zo is.
Minister, we hebben op 5 juli een motie goedgekeurd met onder andere de vraag naar overleg en een proactieve houding. Is er inmiddels al overleg geweest? Weet u meer over de stand van zaken en over de uitvoering van dat luchthavenakkoord? Weet u meer over de invoering van eventuele andere vliegroutes? Is daar al duidelijkheid over?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Geachte leden, het is jammer genoeg niet de eerste keer dat we hier in discussie gaan over dit dossier. Het lijkt me ook terecht dat we dit dossier warm houden.
Het standpunt van de Vlaamse Regering is niet gewijzigd: we hebben altijd een evenwichtige spreiding van de hinder voor ogen gehad, en die spreiding moet het uitgangspunt zijn van om het even welke regeling die het haalt.
U weet ook dat tijdens de vorige federale regeerperiode toenmalig bevoegd staatssecretaris Schouppe de goedkeuring had gekregen voor een dergelijk spreidingsplan. U weet dat dit ook was overgemaakt aan de Vlaamse Regering. We hebben dat toen onderzocht en een aantal voorstellen geformuleerd voor een aantal kleine bijsturingen, die zouden zorgen voor een bijkomende spreiding van de routes over de Noordrand en dus voor een meer evenwichtige spreiding van de hinder. Deze voorstellen werden schriftelijk overgemaakt en zijn later ook onderzocht door en besproken met staatssecretaris Schouppe en zijn diensten.
Belangrijk is dat het federale regeerakkoord van de regering-Di Rupo duidelijk verwijst naar het akkoord dat binnen de vorige Federale Regering werd bereikt.
Samen met u heb ik via de media onder meer vernomen dat staatssecretaris Wathelet een deel van dit akkoord nu zou uitvoeren. We hebben inderdaad ook actie genomen, ook in uitvoering van de motie. Zo heeft de minister-president meteen de staatssecretaris aangeschreven, op 4 juli, om hem te herinneren aan het standpunt van de Vlaamse Regering. Hij heeft ook meegedeeld dat het toenmalige akkoord een geheel vormt en herhaald dat we een aantal aanpassingen hadden voorgesteld. Hij heeft erop gewezen dat het voor ons belangrijk is dat het geheel wordt uitgevoerd, en niet een aantal stukjes ervan.
Vanuit het oogpunt van de federale loyauteit blijft het een probleem dat het Brusselse Gewest met eigen geluidsnormen voor de dag probeert te komen, ten koste van een luchthaven die cruciaal is voor onze internationale uitstraling. Op die manier zou het gewest een deel van de last doorschuiven naar inwoners van andere gewesten.
Aansluitend hierop heeft er begin september inderdaad overleg op kabinetsniveau plaatsgevonden, op het kabinet van staatssecretaris Wathelet. Daarbij werd het standpunt van de Vlaamse Regering nogmaals heel duidelijk toegelicht. We hebben duidelijk gemaakt dat er geen uitspraken konden worden gedaan op basis van kaartjes met een heel beperkte schaal. Dat was toch wel een groot probleem. Het is noodzakelijk om de exacte coördinaten te kennen die men wil toepassen als men routes zou willen wijzigen. Het kabinet van staatssecretaris Wathelet heeft toegezegd die bijkomende gegevens te zullen bezorgen, zodat er duidelijk materiaal op tafel ligt als daarover wordt gepraat. Zij hadden die gegevens niet. Ze moesten die krijgen van Belgocontrol, en blijkbaar wachten ze daar nog steeds op.
Men heeft ons ook geen timing bekendgemaakt voor de invoering van een aanpassing van het spreidingsplan. De aanpassingen van de routes zouden, naar we hebben vernomen, ook niet tegelijk op één moment kunnen worden toegevoerd: het geheel zou worden uitgevoerd, maar er zou sprake zijn van een fasering. Het lijkt ons wel cruciaal dat de Federale Regering een totaalbeslissing neemt, in uitvoering van haar regeerakkoord en rekening houdend met de beperkte opmerkingen die we hebben gemaakt en de bijsturingen die we hebben gesuggereerd want het is niet zo dat we alles hebben afgeschoten. Het uitgangspunt moet blijven dat er een evenwichtige spreiding moet zijn van de hinder voor alle omwonenden. Dat blijft ons standpunt. We hebben dus die contacten. Tot op heden is er nog niets gewijzigd. De bijkomende informatie die we zouden krijgen, hebben we ook nog niet ontvangen. Zowel de minister-president als ikzelf blijft dit echter op de voet volgen.
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Minister, ik dank u voor uw antwoord en die opvolging. We moeten dit blijven volgen. Mevrouw Eerlingen, wat dat intuïtieve betreft, het is wel zo dat er in de zomermaanden werken zijn geweest aan de startbanen. Natuurlijk was dan het volle gewicht
Mevrouw Tine Eerlingen : September is de zomer niet.
De heer Eric Van Rompuy : Toen zijn er toch wel een aantal routes meer in een bepaalde richting geduwd. Dat verklaart waarom dat richting Leuven toch wel duidelijk werd gemerkt. Men moet eens een schriftelijke vraag stellen over het aantal opstijgingen en welke banen er worden gebruikt. Dan zal dat blijken. In de zomer, na de werken, was er duidelijk Voornamelijk ging het over de nachtvluchten, waarvan u geen last hebt, maar waarvan wij wel vooral last hebben. Dat is echter een andere zaak.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister, ik ben blij dat u dit volgt. Het lijkt me dat die brief toch duidelijk effect heeft gehad. Ik hoop dat dit ook voldoende effect zal hebben. Het verbaast me toch dat zij niet zouden beschikken over kaartmateriaal. Hoe bepalen ze dat dan zelf? Ze moeten zelf toch ook weten waarover ze het hebben. Ik neem aan dat u daar natuurlijk niets aan kunt doen. U kunt alleen maar wachten op dat kaartmateriaal en de zaak blijven volgen. Ik hoop dat u op deze weg doorgaat en dit nauwgezet blijft volgen, in samenwerking met de minister-president.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.