Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 03/07/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Güler Turan tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de verplichte vacaturemelding aan de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling
- 2147 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Turan heeft het woord.
Mevrouw Güler Turan : Voorzitter, minister, collegas, in De Tijd van 20 juni 2012 konden we lezen dat Brussels minister voor Werk Benoît Cerexhe voor bedrijven en administraties een verplichte vacaturemelding wil aan de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling, meer bepaald de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de Waalse Service Public Wallon de lEmploi et de la Formation Professionelle (Forem) en de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (Actiris).
Volgens mij bestaat die verplichting echter al. Het koninklijk besluit (KB) van 5 december 1969 stipuleert immers een verplichte vacaturemelding van toepassing op ondernemingen die tijdens het voorbije kalenderjaar gemiddeld ten minste twintig werknemers hebben tewerkgesteld. Een besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 1988 nam die verplichting over, maar werd opgeheven in 2009. Toch verklaarde de VDAB volgens het persartikel dat het KB nog altijd geldig is. Op de website staat inderdaad te lezen dat dit een wettelijke verplichting is.
Strikt genomen is er niet voorzien in sancties en riskeert de werkgever die deze melding niet doet geen enkele sanctie. Er wordt door de VDAB of de inspectie ook niet gecontroleerd op die verplichting. Brussel en Wallonië lijken echter wel gewonnen voor het idee om de naleving van die verplichting in de toekomst wat dwingender te maken.
Op de website van de ondernemingsdatabank staat vandaag het volgende: Als u wel consequent uw vacatures meldt zoals de wet voorschrijft, zal de VDAB dat echter zeker appreciëren. Ze spreken een appreciatie uit, kwestie van duidelijke wetgeving kan dat tellen: In de ene regio is men natuurlijk al wat gevoeliger dan in de andere, maar in het algemeen zal het wellicht een positief effect hebben. U kunt er maar goed bij varen als u op zoek bent naar iemand voor een individuele beroepsopleiding (IBO) of naar een gratis stagiair. Ja, ik vind het zelf ook wel grappig. Onze structuren zijn niet eenvoudig. Als je verschillende websites raadpleegt over eenzelfde materie, merk je hoe die elkaar soms tegenspreken. In ieder geval formuleert de ondernemingsdatabank het positief. Het wordt geapprecieerd en het zal positief uitkomen indien u een stagiair zoekt.
Minister, is het, gezien de onduidelijkheid die is gecreëerd door Brussels minister van Werk Benoît Cerexhe, al dan niet juridisch verplicht? Als u mij daar een duidelijk antwoord op kunt geven, kan ik het misschien op een correcte manier weergeven op mijn website en u op de uwe. Zo ja, bent u er voorstander van om, zoals uw collegas uit Brussel en Wallonië, die juridische verplichting ook hard te maken? Waarom wel, waarom niet? Ik spreek mij niet uit in de ene, noch in de andere zin. Ik zou enkel graag uw mening kennen.
Is er sprake van al dan niet meer goodwill bij de VDAB in zijn samenwerking met werkgevers afhankelijk van het al dan niet consequent melden van vacatures door de werkgevers? Hoe wordt de appreciatie geuit? Hebt u er enig idee van hoeveel procent van de vacatures op die manier onder de radar van de VDAB blijven? Heeft de niet-melding, naast op het kwantitatieve aanbod, ook een invloed op de aard van het aanbod van de VDAB?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mevrouw Turan, het koninklijk besluit van 5 december 1969 is nog altijd geldig. De juridische verplichting voor de bedrijven om de vacatures te melden bestaat dus. Ik spreek me niet uit over Brussel en Wallonië, maar ik ben er geen voorstander van om dat te controleren of te sanctioneren. Daarvoor heb ik eigenlijk veel redenen, waarvan ik er enkele geef.
Ik ga ervan uit dat je in een win-winsituatie moet zitten: de VDAB moet erbij winnen om bij zo veel mogelijk vacatures te kunnen helpen, maar ook de bedrijven moeten zo worden geholpen dat ze spontaan naar de VDAB gaan. Dat gebeurt overigens vaak. Wij gaan voor een coöperatief samenwerkingsmodel, dat maakt dat bedrijven worden aangemoedigd om vacatures te melden.
Ik geef enkele praktische voorbeelden. Beeld u eens in wat het zou betekenen. Het merendeel van de aanwervingen gebeurt via spontane sollicitaties. Een werkgever krijgt een brief van een goede kandidaat en werft die aan. Dat zou verkeerd zijn, want er moest eerst een vacature worden gemeld bij de VDAB. Dat bedrijf zou dan een sanctionering krijgen. Dat lijkt me niet echt fantastisch.
Een tweede grote bron van aanwervingen is dat er een soort vacature wordt bekendgemaakt in het bedrijf. Als een werknemer iemand kent die in aanmerking komt, kan die zich aanbieden. Dat zou ook niet meer mogen.
Een derde voorbeeld komt uit de interimsector. Interimkrachten kun je inschakelen bij bijkomend onverwacht werk. Stel dat dat bijkomend werk zich voortzet en het bedrijf houdt die interimkracht: dat zou ook niet mogen.
Praktisch, qua controle en sancties, vind ik het niet de juiste filosofie. Ik zeg dus: nee, dank u wel. Ik wil dat niet doen. Ik wil wel blijven aanmoedigen. Dat vind ik juist.
U vraagt of de VDAB een voordeel geeft aan de bedrijven die coöperatief meewerken. Natuurlijk niet: elk bedrijf wordt op dezelfde manier behandeld. Maar een bedrijf dat zo verstandig is om zijn vacature kenbaar te maken, krijgt te horen of een werknemer in aanmerking komt voor een individuele beroepsopleiding, een curatieve individuele beroepsopleiding (C-IBO), een gespecialiseerde individuele beroepsopleiding (GIBO), een 50-pluspremie, een Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) of weet ik veel wat. Dan heb je de consultant in huis. Dat is een enorm voordeel dat de VDAB biedt. Die win-winsituatie kan worden gerealiseerd.
U vraagt hoeveel er wel en niet worden aangegeven. Ik heb al gezegd dat het niet altijd duidelijk is wanneer je van een vacature spreekt. Wat als een interimkracht wordt aangenomen of iemand die spontaan solliciteert? Hoe tellen we dat? De VDAB heeft daarbij samenwerkingsafspraken met Stepstone en interimbureaus, waardoor vacatures automatisch in de databanken worden uitgewisseld. Dat kan soms dubbeltellingen geven. Er is samenwerking en coördinatie. Maar door het bekendmaken van vacatures op verschillende plaatsen, heb je geen statistieken die dat mogelijk maken.
Ik heb al gezegd dat een bedrijf bij de VDAB extra dienstverlening kan krijgen. Dat gaat van communicatie tot gespecialiseerde dienstverlening. De VDAB kan helpen bij het aanduiden van competenties en talenten. Zeker in de toekomst moet die win-winsituatie voor elk bedrijf duidelijk worden. Zonder dwang, sancties of controles want ik wil de mensen ook op een betere manier inzetten maar vanuit een win-winsituatie, wil ik zorgen dat de VDAB zo veel mogelijk vacatures in zijn databank krijgt van werkgevers.
Mevrouw Güler Turan : Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik kan u daarin volgen. We hebben vorige week uw rapporten gezien: onze inspecteurs geven voldoende andere ernstige aanwijzingen om te controleren en te inspecteren. Dat inspecteren zal op het eerste gezicht geen win-winsituaties creëren. U mag op dit punt gerust afwijken van uw andere collegas.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.