Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 19/06/2012
Vraag om uitleg van de heer Eric Van Rompuy tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het spreidingsplan inzake het vliegverkeer rondom de luchthaven van Zaventem
- 2076 (2011-2012)
Interpellatie van mevrouw Tine Eerlingen tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de implementatie van het luchthavenakkoord
- 142 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Minister, vroeger was het spreidingsplan van het vliegverkeer rondom de luchthaven van Zaventem een bijzonder actueel thema. Enkele jaren geleden stond het bijna wekelijks op de agenda van de commissie en de plenaire vergadering. Dat was de tijd van het plan-Anciaux en het plan-Landuyt, enzovoort.
In februari 2010 is er in de schoot van de toenmalige Federale Regering Leterme een luchthavenakkoord gesloten onder staatssecretaris Schouppe. Dat was voor de verkiezingen van 2010. Het moest dan worden vertaald in een vliegwet, die er uiteindelijk niet is gekomen. Er is wel een route- en banenschema goedgekeurd en uitgevoerd, waardoor er rond de luchthaven toch een zekere rust is gekomen. Er zijn nu twee derde minder nachtvluchten. De jongste tijd gaat ongeveer de helft van die nachtvluchten richting Noordrand, de andere helft richting Oostrand. Op dat vlak is er een verbetering in de spreiding die tot weinig discussie aanleiding heeft gegeven.
Voor de dagvluchten zijn er andere opties genomen. Ook daar is men afgestapt van de concentratie tijdens de weekends, en van het gebruik van één baan. Er wordt gemengd opgestegen langs de banen 25R en 20. Er is dus een modus vivendi gevonden. Ook de actiegroepen zijn weinig actief geweest omdat ze beseffen dat de omwonenden van de luchthaven worden geconfronteerd met vliegtuiglawaai. Over de spreiding zijn er altijd pijnpunten, maar dat gaf aanleiding tot weinig contestatie. Na een jarenlange discussie over de luchthaven was er een zekere rust gekomen.
De jongste weken is er in de Franstalige pers opnieuw een probleem opgedoken. De kwestie is dat landingsbaan 20 over de twee Woluwes, Kraainem en Wezenbeek gaat. Sommige politici stellen, in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen, opnieuw een aantal pistes in vraag op basis van windnormen en Belgocontrol, dat in bepaalde omstandigheden zelfstandig kan beslissen om die routes te gebruiken voor de landing.
Ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zou geconfronteerd zijn met 10 procent meer vliegbewegingen sinds 2010. Daarom stellen enkele Franstalige politici uit Brussel het spreidingsplan-Schouppe opnieuw in vraag en ze pleiten voor wijziging aan windnormen en banengebruik. Minister, ik weet dat de Federale Regering daarover beslist, en dat ook Belgocontrol eigenmachtig bepaalde zaken kan beslissen naargelang van de weersomstandigheden, weliswaar gelimiteerd. De Vlaamse Regering is in het verleden altijd wel betrokken geweest in overleg. Er is ook een studie gebeurd door professor Annemans, die wijst op de problematiek van de gezondheid rond de luchthaven. Die heeft aanleiding gegeven tot een aantal stellingnames, specifiek door de mensen van de Noordrand. We kennen de stellingen van dokter Goethals.
Minister, de oude polemiek laait weer op. Is er overleg geweest tussen de Vlaamse en de Federale Regering? Is er beweging in dat dossier? Hoe staat het ermee? Vroeger zat dat dossier bij staatssecretaris Schouppe, nu zit het bij staatssecretaris Wathelet, die valt onder federaal minister Milquet. Mevrouw Milquet is gevoelig voor de standpunten van de cdH-mensen van de beide Woluwes, Kraainem en Wezenbeek. Hetzelfde met de MR, waarvan in het verleden bepaalde politici standpunten hebben ingenomen in functie van hun woonplaats. Minister, is er overleg gepleegd? Hoe staat het met de uitvoering van het spreidingsplan-Schouppe?
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Voorzitter, minister, collegas, de heer Van Rompuy heeft het kader al geschetst. Het luchthavenakkoord dat in 2010 werd afgesloten, was een evenwichtig akkoord. Er werd naar een evenwicht gezocht tussen de verschillende regios en het moest een stabiel kader brengen.
Dat geluidshinder de gezondheid kan schaden, daarover zijn al verschillende studies gemaakt en het is al aangetoond. Daar moeten we de nodige zorg voor hebben. Daarom werkt de minister aan geluidsactieplannen. Het geluid aanpakken bij de bron is nu de eerste optie om het geluid te beperken.
Enige tijd geleden stelde ik samen met onder andere collega Van Rompuy vragen over de omzetting van het luchthavenakkoord tot de vliegwet en de implementatie van de gewijzigde vliegroutes. Nu bereiken mij berichten dat dit akkoord opnieuw in vraag zou worden gesteld en dat bepaalde onderdelen van dit akkoord niet zou worden uitgevoerd.
Hoewel het de bedoeling is om het akkoord in zijn geheel uit te voeren, is dat in de praktijk niet gebeurd, want er is al een onderdeel uitgevoerd, namelijk de wijziging van de windname. Dat heeft tot gevolg dat de Leuvense regio in theorie niet meer opstijgende vliegtuigen mag krijgen, maar in de praktijk blijkt dat wel zo te zijn. In het federale luchthavenakkoord is er ook in voorzien dat het opstijgen en dalen richting Leuven volgens een andere vliegroute zou kunnen gebeuren, waardoor die hinder beperkt zou kunnen worden.
Vorige week nog vroegen verschillende bewonersgroepen van Bertem, Herent, Oud-Heverlee en Leuven om de aanpassing van de vliegroutes eindelijk door te voeren. Richting Leuven zou er door de implementatie van de nieuwe vliegroutes immers een aanzienlijke vermindering zijn van de geluidsoverlast voor de hele regio, zonder daarbij een andere regio zwaarder te belasten. Het is de bedoeling om de hinder binnen die regio te verminderen.
Bovendien zou door de wijziging van deze route een alternatieve procedure van opstijgen en dalen kunnen worden aangewend, waardoor de vliegtuigen van op veel grotere hoogte kunnen landen. Dat geeft minder geluidsoverlast en het is bovendien brandstofbesparend. Als ze dan toch richting Leuven opstijgen, kunnen ze een continuous climb uitvoeren, en moeten ze pas op grotere hoogte afdraaien.
Effectieve metingen hebben aangetoond dat het invoeren van deze procedure een significante vermindering van brandstofverbruik kan betekenen omdat de cyclus van vertrek, opstijgen, dalen en landen 20 tot 25 procent van het brandstofverbruik voor zijn rekening neemt. Die brandstofbesparing zou aanzienlijk zijn waardoor de CO2-uitstootkan worden verminderd en er minder schadelijke stoffen in de lucht komen. Bovendien kan door die benadering de continuous descent approach worden uitgevoerd waarbij een vliegtuig volgens een continue dalingshoek daalt in plaats van trapsgewijs. Die manier van vliegen zou een aanzienlijke verbetering betekenen ten aanzien van de lawaaihinder volgens de Franse luchtvaartmaatschappijen 3 tot 6 decibel alsook een vermindering van emissie van CO2, NOx, fijn stof en andere schadelijke stoffen.
Ook Eurocontrol heeft daar een visie over, volgens welke er belangrijke omgevingswinsten en economische winsten te boeken zijn zonder invloed te hebben op de veiligheid. Er zijn dus aanzienlijke milieuwinsten. Het is dus onbegrijpelijk dat er signalen komen dat dit onderdeel en misschien wel het hele luchthavenakkoord niet zou worden uitgevoerd.
Minister, ik weet dat de uitvoering van het luchthavenakkoord van 2010 federale materie is, maar de gevolgen ervan zijn natuurlijk voornamelijk voor Vlaamse bodem, zowel voor het economische deel van de luchthaven van Zaventem als voor onze ruimtelijke ordening. Geluidsoverlast en schadelijke emissies betreffen het leefmilieu en zijn uw bevoegdheid. Daarom kom ik bij met mijn vragen.
Minister, hebt u intussen contact opgenomen met staatssecretaris Wathelet over de implementatie van de vluchtroutes die afgesproken waren binnen het luchthavenakkoord, en wat waren de resultaten daarvan? Welke stappen zult u ondernemen om staatssecretaris Wathelet ertoe te brengen de verschillende onderdelen van het federale akkoord te laten uitvoeren?
Er loopt blijkbaar een pilootproject rond de continuous descent approach op de luchthaven van Zaventem. Wat is de stand van zaken hierin? Misschien kunt u deze vraag niet onmiddellijk beantwoorden, maar is het iets dat u kunt navragen. Kunt u erop aandringen om dat toe te passen op de luchthaven van Zaventem?
De voorzitter : De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens : Minister, ik wil me graag aansluiten in naam van mevrouw De Vroe die me vanmorgen heeft gebeld en gezegd heeft dat ze serieus ziek is. Het gaat over ongeveer hetzelfde.
Mevrouw De Vroe heeft reeds in juli 2011 een antwoord gekregen op een schriftelijke vraag, waarin stond dat er tot dusver geen nadere afspraken zijn gemaakt tussen de Vlaamse Regering, de Federale Regering en de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest over genoemde elementen uit het Vlaams regeerakkoord.
In februari van dit jaar zijn er opnieuw vragen gesteld over uw contacten met de federale overheid betreffende dit dossier. Toen hebt u opnieuw geantwoord dat er nog steeds geen overleg had plaatsgevonden. We zijn ondertussen vier maanden verder. Ze vraagt hoe het nu staat met het samenwerkingsakkoord. Minister, hebt u daaromtrent overleg gepleegd? Zal het luchthavenakkoord worden uitgevoerd of zullen er wijzigingen worden aangebracht? Zo ja, op welke manier?
De voorzitter : Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mevrouw Karin Brouwers : Ik sluit me aan bij de invalshoek van mevrouw Eerlingen die op de Leuvense regio is gericht. Er is een werkgroep Leuven waaraan burgers uit omringende gemeenten en uit Leuven zelf deelnemen, die de route 07 rechtdoor al sinds 2005 onderzoekt. De vorige regering Leterme-II had een expert aangeduid die nu heeft besloten dat dit perfect zou kunnen. Het is dan wel jammer dat wij geruchten opvangen dat er niet wordt geantwoord op brieven vanuit het kabinet Wathelet. Nadien komen er dan hardnekkige geruchten dat men daar niet mee wil doorgaan hoewel dit is opgenomen in het regeerakkoord Di Rupo van december 2011.
Ik pleit voor de inwerkingtreding van die 07 rechtdoor-oplossing die de geluidshinder overal in de Leuvense regio aanzienlijk zou verminderen. De ruimtelijke ordening zou er gedeeltelijk worden hersteld zoals die was voor het spreidingsplan. Men gaat dus eigenlijk terug naar een oude route die de laatste tijd vooral is gebruikt om te dalen, maar die ook zou kunnen worden gebruikt om te stijgen. Die expert heeft ten overvloede bewezen dat dit op een veilige manier kan. Staatssecretaris Wathelet moet dan echter de opdracht geven aan Belgocontrol om daar eindelijk mee van start te gaan. Het feit dat de Franstaligen intussen weer andere zaken beginnen op te werpen, maakt het er voor staatssecretaris Wathelet niet gemakkelijk op om een beslissing te nemen over dit geïsoleerde luik. Toch is het goed om dit vanuit Vlaanderen te vragen. Dit is in niemands nadeel, integendeel, 80 vierkante kilometer grondgebied in Vlaanderen voor wonen wordt opnieuw conform de geluidsrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie gemaakt.
Dit doet ook geen afbreuk aan de capaciteit van de luchthaven. De reactie is nogal vaak dat de omwonenden tegen de luchthaven zouden zijn. Dat is niet waar. Men zal zelfs meer kunnen opstijgen, maar dan via een route die minder lawaai veroorzaakt, ecologischer is omdat er minder brandstof wordt verbruikt enzovoort. Er zijn dus alleen maar voordelen, maar blijkbaar kan men deze geïsoleerde oplossing niet op gang krijgen op het Belgische niveau. Wij vinden dat bijzonder jammer.
Wij hebben een verklaring van de Leuvense regio over Zaventem ondertekend. Mevrouw Eerlingen en een aantal federale en Europese volksvertegenwoordigers hebben mee ondertekend alsook een aantal omringende gemeenten en bewonersgroepen. Minister, als Vlaams minister van Leefmilieu moet u deze oplossing op zijn minst bepleiten, wat niet belet dat we verder nadenken over de rest van de luchthavenproblematiek. Ik ben het eens met de heer Van Rompuy dat er eindelijk wat rust was op dat vlak en dat men daar nu opnieuw aan begint te rommelen. Ik zou daar persoonlijk heel voorzichtig mee zijn, maar voor wat Leuven betreft, pleit ik er samen met mevrouw Eerlingen voor om daar werk van te maken, hoewel dit niet meteen uw eigen bevoegdheid is.
De voorzitter : De heer Peeters heeft het woord.
De heer Dirk Peeters : De lange voorgeschiedenis van dit dossier bewijst dat de consensus die is bereikt, een moeizaam proces is geweest. Dat dit nu op de helling wordt gezet in functie van een aantal politieke spelletjes, kan mijn fractie moeilijk goedkeuren en ondersteunen. Het federaal regeerakkoord moet onverkort worden uitgevoerd.
We wijzen altijd in de richting van de federale overheid wanneer het gaan over deze problematiek. Is er echter ook overleg geweest tussen Vlaanderen en Brussel over deze materie?
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Ik ben ontroerd dat in dit Vlaams Parlement mag worden gepraat over zaken die een federale bevoegdheid zijn. In andere dossiers is dat minder het geval.
De heer Van Rompuy heeft de situatie geschetst. In dit parlement heeft jarenlang een debat gewoed over de geluidsoverlast, de dag- en nachtvluchten, de concentratie boven de Noordrand waarbij mevrouw Durant het broze evenwicht dat er toen was, compleet heeft weggeslagen. Het heeft jaren geduurd om dat draagvlak opnieuw te realiseren.
De heer Schouppe heeft toen een plan naar voren gebracht waarbij de veiligheid voorop stond. Het was de windrichting die bepaalde hoe men zou opstijgen en landen. Daardoor zouden de lasten worden gespreid en zou de concentratie ongedaan worden gemaakt. Nu blijkt dit op de helling te staan. Dit is nog niet omgezet in een vliegwet. Ook wij hadden kritiek op het akkoord-Schouppe, maar het was in elk geval beter dan wat er op dat moment was. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn.
Minister, we hebben u in die periode gevraagd of u daarvan op de hoogte was. Ik heb u nog gevraagd of u de heer Schouppe had gebeld. Maar goed, dat is een beetje eenzijdig afgekondigd. Nu wordt dat blijkbaar opnieuw op de helling gezet door de Franstaligen. De gemeenteraadsverkiezingen naderen inderdaad, en dan komt Brussel opnieuw in beeld. Langs de andere kant stelt de studie van professor Annemans dat men op die manier opnieuw zal concentreren boven de Noordrand. De concentratie boven de Noordrand is met 12 procent gestegen. Dit dreigt dus weer een conflict te worden tussen belangen.
Nu komt men hier al de regio Leuven bepleiten. Voor we het weten, zitten we weer in dezelfde situatie als toen.
Minister, hebt u zicht op de concrete implementatie van dat luchthavenakkoord? Hoe broos het evenwicht ook was, het was er wel. Als men dat broos evenwicht op de helling zet, dreigen we weer in de situatie van voor dat luchthavenakkoord te komen.
Bent u betrokken bij die implementatie? Wat is de stand van zaken?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, collegas, de Vlaamse Regering heeft op 23 juli 2010 uitdrukkelijk een standpunt ingenomen waar volledige consensus over bestond. Dat ging onder andere over een ontwerp van de federale vliegwet. We hebben gezegd dat we instemmen met dat ontwerp, maar onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat er een aantal bijkomende routeaanpassingen zijn van de vliegroutes boven de Noordrand. Dat standpunt werd ook overgemaakt aan de Federale Regering. Het is een essentiële voorwaarde om tot een evenwicht te komen, ook wat betreft de geluidsbelasting tussen de Vlaamse Noordrand en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Uiteraard volgen we dit met argusogen op. Het klopt dat de federale staatssecretaris in de Kamercommissie voor de Infrastructuur, de heer Wathelet, in januari heeft verklaard niet te zullen ingaan op de eis van de Vlaamse Regering tot meer gespreide routes boven de Vlaamse Noordrand. Voor de Vlaamse Regering is dat totaal onaanvaardbaar. Sindsdien is er geen beslissing in genomen. Het blijft dus hangende. Volgens onze informatie is er in de Federale Regering geen akkoord om dat zo te doen. Indien dat wel zo zou zijn, zullen we onverwijld opnieuw contact opnemen met de Federale Regering.
Een aantal collegas verwezen naar een studie over gezondheidsrisicos van professor Annemans. Op basis van die studieresultaten pleit professor Annemans voor meer gespreide vliegroutes boven de Noordrand. Dat komt perfect overeen met het standpunt van de Vlaamse Regering. In het bijzonder pleit hij voor het uiteentrekken van de routes naar de bakens van Denut en Chièvres zodat een grotere spreiding wordt bereikt en er een meer aanvaardbare geluidsbelasting is. Die grotere spreiding, waarmee de frequentie van het aantal overvluchten in die zone wordt beperkt, vormt dus ook de essentie van de routeaanpassingen die de Vlaamse Regering gevraagd heeft en die gekoppeld zijn aan het ontwerp van de vliegwet. Er moet dus effectief een billijke verdeling zijn.
De studie is zeer recent. We hebben die nog niet tot in detail kunnen ontleden. De studie werd verder opgevraagd en zal ook verder worden geëvalueerd.
Mevrouw Eerlingen, het is niet zo dat die continuous descent approach specifiek gekoppeld is aan routeaanpassing Leuven. Die zaken moeten los van elkaar worden gezien: het ene kan ook zonder het andere.
Mevrouw Brouwers, het voorstel dat in Leuven gegroeid is, is ons bekend. Het is ook overgemaakt en bekend op federaal niveau. U zegt dat we dit al kunnen aanpassen en dat de rest wel zal volgen. Het spreekt voor zich dat het federale niveau stappen zal moeten zetten. Wij kunnen dat wel overmaken en een en ander ondersteunen, maar uiteindelijk moet het federale niveau stappen zetten. We volgen dat met argusogen op.
Mijnheer Callens, u sprak over het samenwerkingsakkoord. Dat komt er straks aan. We hebben er al veel overleg over gepleegd, ook met staatssecretaris Wathelet. Daaruit blijkt dat het zeer moeilijke beslissingen zijn die niet zo snel vooruit gaan. We krijgen ook geen signaal dat er nu plots snel in beslist zal worden. Het standpunt van de Vlaamse Regering is duidelijk. We zullen dat standpunt ook blijven aanhouden en verdedigen om verder die richting uit te gaan. Vandaag hebben we nog altijd geen officieel signaal ontvangen dat het op korte termijn in een of andere zin zou veranderen of worden doorgevoerd. Dat is jammer. We hebben namelijk ook het gevoel dat wat op tafel lag in balans was, mits natuurlijk de vraag tot aanpassing die we hadden gesteld om tot een oplossing te komen. Het is jammer dat het niet vooruit kan gaan.
Mijnheer Peeters, er is overleg geweest met Brussel. De standpunten lopen vaak uiteen, zijn niet altijd gelijklopend. De Vlaamse Regering heeft daar een duidelijk standpunt over ingenomen.
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Minister, ik dank u voor het antwoord.
Het is duidelijk dat er nog geen overleg heeft plaatsgevonden en dat er in de Federale Regering ook geen basis is om te overleggen, want ook daar is men het niet eens. Ik hoor dat bepaalde partijen standpunten innemen die niet door Vlaamse partijen worden gedeeld. De Federale Regering heeft dus nog geen standpunt om te overleggen. We moeten waakzaam blijven.
Met alle sympathie voor Leuven, maar het is zo wel zo dat de problematiek van Leuven wel iets verschilt van die van Zaventem en Diegem. Maar ik heb begrepen kijk naar Uplace dat jullie actieradius alsmaar groter wordt. Uplace is wel voor onze deur, de luchthaven ligt voor onze deur. Ik hoop dat de gemeenteraadsverkiezingen vlug voorbij zullen zijn zodat de onmiddellijke omgeving van Zaventem niet de gevolgen moet dragen van de misschien wel terechte bekommernissen van Leuven. Ik ken de problematiek daar ook, die een nasleep is van het plan-Anciaux, toen Bert Anciaux nog minister voor Spirit was. Vroeger bestond die niet.
Als er wijzigingen worden voorgesteld door de Federale Regering, hoop ik dat de Vlaamse Regering alert genoeg is om dat te beletten. Het is te laat als de Federale Regering standpunten heeft ingenomen en dan pas overlegt.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik meen ook niet echt gehoord te hebben dat u al overleg hebt gepleegd met staatssecretaris Wathelet. U hebt de regering aangemaand om er werk van te maken en u volgt het met argusogen, maar ik heb niets gehoord over overleg. Ik zou graag hebben dat u met hem in overleg gaat en hem heel duidelijk maakt dat wij in Vlaanderen op de uitvoering zitten te wachten en dat we verwachten dat het gebeurt.
Mijnheer Van Rompuy, ik ben het volledig met u eens dat de vliegwet liefst volledig wordt geïmplementeerd, maar het onderdeel Leuven heeft eigenlijk geen effect op de rest. Als er dan al iets uitgevoerd wordt, dan kan dit onderdeel worden uitgevoerd. Mevrouw Brouwers heeft het ook al gezegd, maar deze vraag wordt gedragen door een heel ruime regio, door heel veel politici van verschillende niveaus en partijen. Volgens mij heeft het ene geen effect op het andere. U mag me altijd verbeteren als ik verkeerd ben.
Ik heb natuurlijk ook het liefst dat het volledig wordt uitgevoerd, omdat het een plan in evenwicht is. We moeten er niet aan tornen.
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : De heer Van Rompuy heeft gelijk: de situatie in Leuven is toch wel anders dan de situatie in de Noordrand of rond Zaventem. Steenokkerzeel was de laatste gemeente die dan ook maar van armoe een actiecomité heeft opgericht. Steenokkerzeel heeft de meeste overlast, want ligt vlak naast de luchthaven, maar heeft ermee leren leven. Toen er zoveel actiecomités werden opgericht, heeft Steenokkerzeel dat ook maar gedaan om niet alles over zijn kop te krijgen. De situatie in de regio Leuven of in de Noordrand is toch niet meteen vergelijkbaar.
Minister, u zegt dat er nog geen overleg is geweest. U kunt dat doen en het agenderen op het Overlegcomité. Als de vliegwet er komt en als die ons niet aanstaat, dan kunnen we nog altijd en ik weet dat het een beladen term is een belangenconflict indienen. Misschien is er dan wel steun vanuit het Vlaams Parlement. Minister, alle gekheid op een stokje, maar ik heb de indruk dat u erbij staat, ernaar kijkt en afwacht. U zegt dat u wel wilt en wat uw standpunt is. Ik ben het daarmee eens, maar als u vindt dat de zaken vooruit moeten gaan, dan vraag ik me af waarom u dat niet agendeert op het Overlegcomité. Dat is net de plaats waar zulke zaken moeten en kunnen worden besproken.
De voorzitter : Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mevrouw Karin Brouwers : Voorzitter, ik wil twee dingen rechtzetten.
Dit heeft niets met gemeenteraadsverkiezingen te maken. In onze regio is men daar al mee bezig van in 2005. Ik heb het er hier trouwens al herhaaldelijk over gehad. Het heeft er dus niets mee te maken.
Ik wil de problematiek van de Noordrand hier niet onder de mat vegen, totaal niet. Die mensen bevinden zich nog in een veel prangender situatie dan de Oostrand. Het is gewoon zo dat de expertenstudie bewezen heeft dat er voor die Oostrand een betere oplossing is voor heel veel bewoners. Waarom kan dat dan al niet gebeuren? Moet er weer van alles worden opgeworpen, of het nu door Waalse gemeenten of Noordrandgemeenten is, die met dat probleem eigenlijk niets te maken hebben? Er zal geen vliegtuig minder richting Leuven opstijgen. Ze gaan alleen een klein beetje anders vliegen. Dat is alles. Als dat tot minder hinder leidt, dan is er misschien ook mogelijkheid tot groei van de luchthaven. Op dit moment gaat Leuven natuurlijk op de rem staan om meer richting Leuven te vliegen zolang het op deze manier gebeurt. Dat is ook een normale reactie.
We willen ons helemaal niet vergelijken met de mensen van de Noordrand, laat staan met die van Steenokkerzeel of Zaventem. Dat is inderdaad een nog heel andere problematiek.
Minister Joke Schauvliege : Ik heb niet gezegd dat ik nog niet met de staatssecretaris heb gepraat. Er is al heel veel overleg geweest over het samenwerkingsakkoord waarover we straks praten.
Ik vind het normaal dat wij zelf geen vragende partij zijn om te onderhandelen. Het staat in het federaal regeerakkoord. Men gaat het uitvoeren. Men heeft een duidelijk standpunt van de Vlaamse Regering. We zouden ons bijzonder zwak opstellen door nu te vragen of we even mogen komen praten, want zo zouden we de deur openzetten en kan heel de discussie opnieuw opengetrokken worden.
Ik vind dat we een andere houding moeten aannemen, dat we heel strikt op onze lijn moeten blijven en dat het federaal regeerakkoord in die zin moet worden uitgevoerd. Als er duidelijke formele signalen komen dat het de andere richting uitgaat, dan zullen we uiteraard op tafel slaan, dan zal het op het Overlegcomité komen en dan zullen we keihard actie ondernemen.
Nu met hangende pootjes vragen of ze er alstublieft met ons over willen praten, daar doe ik niet aan mee, en dat zal ook onze houding in de Vlaamse Regering niet zijn.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Minister, het is inderdaad niet de bedoeling dat u over heel het akkoord nog eens opnieuw onderhandelt, maar u moet wel eens op tafel kloppen. Eer er een formeel signaal zal komen dat het niet doorgaat Men laat het gewoon aanslepen, men wacht gewoon tot het ooit misschien eens kan worden uitgevoerd, men wacht tot het in hun eigen kraam past, er zit geen haast achter.
U moet aandringen. U moet echt op tafel kloppen en zeggen dat we vanuit Vlaanderen willen dat het akkoord wordt uitgevoerd, want het heeft invloed op ons grondgebied.
Moties
De voorzitter : Door de heer Van Hauthem en door mevrouw Eerlingen werden tot besluit van deze interpellatie moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering uitspreken.
De interpellatie en de vraag om uitleg zijn afgehandeld.