Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 19/06/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Tinne Rombouts tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de regelgeving inzake geluidsnormen en het flankerende beleid
- 2080 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts : In februari 2012 keurde de Vlaamse Regering de reglementering van het maximaal geluidsniveau op muziekactiviteiten goed, na een tamelijk lange discussie en overleg met de sector over de wijze waarop de muzieksector en de organisatoren de geluidsschade aan de oren zouden kunnen vermijden. Wij hebben bij eerder gestelde vragen om uitleg en debatten over dit thema steeds aangedrongen op voldoende flankerende maatregelen op het moment dat er een nieuwe reglementering zou worden geïmplementeerd, zodat die voor iedereen haalbaar en betaalbaar zou zijn. Een van de krachtlijnen in het hele verhaal was de lancering van de sensibiliseringscampagne Help ze niet naar de tuut over de risicos op gehoorschade en de informatiesessies die het departement Leefmilieu heeft georganiseerd.
Vorige week keurde de Vlaamse Regering een principiële wijziging goed van diverse bepalingen van het besluit tot vaststelling van de modaliteiten voor de subsidiëring van de aankoop van apparatuur voor geluidsmetingen door provincie- en gemeentebesturen, een heel belangrijk item. Dit besluit wil de subsidie voor klasse 1-sonometers uitbreiden voor politiezones. Daarnaast wordt in een subsidie voorzien voor de aankoop van klasse 2-sonometers door gemeenten en provincies die de meters ter beschikking kunnen stellen, eventueel ook van lokale verenigingen.
Er is ook duidelijkheid gekomen over de kwalificaties en de normen waaraan de meettoestellen moesten voldoen. Minister, in mijn vraag van maart uitte ik mijn bezorgdheid over voldoende duidelijkheid over de parameters en de normeringen waaraan de geluidsmeters moesten voldoen. Ik vroeg ook of het bekijken van een samenaankoop als flankerende maatregel haalbaar was, eventueel met verschillende externe partners.
Minister, u vond dit een interessante suggestie en beloofde dit verder te onderzoeken. Wij blijven van mening dat er voor extra ondersteuning en begeleiding moet worden gezorgd opdat de verschillende accommodaties zich in regel zouden kunnen stellen met de nieuwe regelgeving inzake geluidsnormen. Een samenaankoop kan daarin mogelijk een belangrijk element zijn.
Bij Formaat, de federatie van jeugdhuizen, jongerencentra en jongerenwerkingen, leeft de grote vraag of veeleer de bezorgdheid dat de middelen die de minister aan de gemeenten zal toekennen, niet dadelijk zullen worden geïnvesteerd in de jeugdhuizen en dat hun werking dus onderuit zal worden gehaald. Gemeenten zullen wel geluidsmeters aankopen die occasioneel kunnen worden uitgeleend, maar de jeugdhuizen organiseren vaak activiteiten in de weekends waardoor ze zullen worden genoodzaakt een geluidsmeter aan te schaffen voor permanent gebruik.
Minister, ook de Vlaamse Jeugdraad blijft met een aantal vragen zitten en schreef u daarover een brief. Zo wensen ze duidelijkheid over de tegemoetkomingen voor de implementatie van de regelgeving, betrokkenheid bij de uitwerking van dit flankerend beleid en een duidelijke timing rekening houdende met het feit dat de regelgeving op 1 januari 2013 al van kracht zal zijn.
Minister, welke beslissingen zijn er over het flankerend beleid al genomen en uitgevoerd of nog komende? Hoe ziet dat traject eruit? Welke knelpunten komen er nog naar boven via de verschillende kanalen? Er zijn enkele infosessies geweest in de verschillende provincies, waar een heel divers publiek aanwezig was dat informatie kreeg over hoe de nieuwe normering precies is en zal worden uitgevoerd. Er waren politiemensen en mensen uit de administraties van gemeenten, maar ook organisatoren en mensen uit de muzieksector. Ik kan me indenken dat daar vragen naar boven zijn gekomen. Zijn daaruit knelpunten te distilleren en/of zijn er ook oplossingen of vragen uit gekomen? Zijn er nog extra flankerende maatregelen nodig? Zal hierover nog verder overleg plaatsvinden met de jeugd- en muziekorganisaties?
Minister, zal er vervolgens nog voldoende tijd zijn voor de verschillende actoren om zich in regel te stellen? Ondertussen zijn er al enkele maanden verstreken. Hebt u al zicht op de implementatie? Zijn er gemeenten of organisaties die zich al volledig in orde hebben gesteld? Hoe is de stand van zaken in het veld?
Mijn laatste vraag gaat over de samenaankoop. De geluidsmeters zijn nu de parameters en de normeringen zijn heel duidelijk. We krijgen ook signalen dat de markt die de geluidsmeters moet leveren, zich nog aan het organiseren is en dat er mogelijk onvoldoende grote aantallen geluidsmeters voorhanden zijn. Hebt u daar signalen van? Hebt u zelf laten onderzoeken of een samenaankoop van meettoestellen mogelijkheden biedt om de kosten te drukken? Wat heeft dit onderzoek opgeleverd, bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van grote aantallen meettoestellen bij de leveranciers? Gaat u hiervoor de nodige stappen ondernemen? Zo ja, welke timing wordt hiervoor vooropgesteld?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw Rombouts, dank voor uw vraag. U weet dat wij de nieuwe normering definitief hebben goedgekeurd op 17 februari 2012. Naar aanleiding daarvan hebben we hier in de commissie een uitgebreide discussie gehad over het flankerend beleid.
Op het moment dat we hebben beslist over de normering, heeft de Vlaamse Regering onmiddellijk een aantal beslissingen genomen over het flankerend beleid. Het flankerend beleid was het resultaat van een uitgebreid overleg met de Vlaamse Jeugdraad, Formaat, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de lokale politie. Het flankerend beleid heeft van in het begin deel uitgemaakt van die beslissing.
Een aantal zaken die beslist zijn in de Vlaamse Regering daaromtrent, hebben ook te maken met andere bevoegdheden. Ik denk bijvoorbeeld aan Welzijn en minister Vandeurzen, maar ook aan Jeugd en minister Smet. Ieder heeft een aantal engagementen op zich genomen. In mijn antwoord beperk ik mij tot de stand van zaken over wat tot mijn takenpakket behoort in verband met het flankerend beleid.
Eerst en vooral zijn er de infosessies. Die hebben allemaal in de loop van maart plaatsgevonden in alle Vlaamse provincies. In elke provincie werden op één dag telkens twee infosessies georganiseerd. In de voormiddag ging het heel specifiek over de handhavers, namelijk de politie en de gemeente. Het was voor een specifiek doelpubliek, waarbij het er iets technischer aan toe ging. De namiddag was heel ruim gericht naar organisatoren, exploitanten, geluidstechnici, ambtenaren van de gemeenten en dergelijk meer.
We hebben heel veel mensen kunnen bereiken. De belangstelling was groot. Er waren ongeveer 1400 inschrijvingen, verspreid over 10 sessies. Er werd informatie gegeven over de nieuwe regelgeving en over hoe de handhaving moet gebeuren. Daarnaast werd veel aandacht besteed aan de praktische toepassing. Je kunt natuurlijk een reglementering maken, maar er zijn wel wat vragen over hoe dat in de praktijk moet worden uitgevoerd. Er is heel veel tijd genomen om vragen te laten stellen.
Op de praktische vragen die werden geformuleerd tijdens de infosessies, zijn natuurlijk antwoorden gekomen, maar we hebben ook meer gedaan. U weet dat het flankerend beleid niet enkel bestond uit de informatiesessies, maar ook uit het maken van een handleiding. Die is zo goed als klaar. Ik kom daarop terug. De meest voorkomende vragen hebben we ook opgenomen in de technische handleiding, als een soort Questions & Answers (Q & A). Deze handleiding werd in de loop van de maand mei ter consultatie voorgelegd aan de verschillende organisaties die betrokken waren bij het overleg. Het was de afspraak om ze niet meteen uit te brengen, maar ze eerst voor te leggen. De tekst werd, opnieuw in overleg, doorgestuurd naar de VVSG, Formaat, de Vlaamse Jeugdraad, het MuziekOverleg, het steunpunt STEPP, de lokale politie en enkele andere experten die dat expliciet hadden aangegeven. Ondertussen zijn alle opmerkingen op de tekst binnen en die worden nu verwerkt. We hopen daar snel mee klaar te zijn; de timing is in de loop van juli. De handleiding zal worden verspreid en zal te downloaden zijn op www.lne.be/geluidsnormen. Er zal ook een verkorte versie zijn, een echt praktische gids.
Een andere flankerende maatregel zijn de sonometers. U geeft zelf aan dat op 8 juni het wijzigingsbesluit voor de sonometers voor de eerste keer principieel werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. We willen daar twee zaken mee bereiken. In de eerste plaats wordt in de mogelijkheid voorzien voor politiezones om een subsidie aan te vragen voor klasse 1-sonometers. Vandaag bestond deze mogelijkheid nog niet. Enkel provincie- en gemeentebesturen konden dat aanvragen. Politiezones bestonden nog niet toen het subsidiebesluit werd uitgevaardigd in 1993. Daarom voorzien we er nu expliciet in dat politiezones dat kunnen aankopen.
De politiezones krijgen de mogelijkheid om minimaal één subsidie toegekend te krijgen. Voor de aankoop van een tweede, derde of vierde sonometer wordt rekening gehouden met het totaal aantal inwoners in de politiezone. Er wordt bovendien gekeken naar het aantal eerder gesubsidieerde sonometers of gelijkwaardige meetketens voor handhaving bij de politiezone en de gemeenten. Er wordt gewerkt met een soort plafond. Als het quotum per zone op is, kun je er geen meer gesubsidieerd krijgen.
Het voorliggend ontwerpbesluit beoogt ook het voorzien in een subsidie voor de aankoop van klasse 2-sonometers door gemeenten en provincies. Er staat expliciet in dat zij die ter beschikking kunnen stellen van de lokale verenigingen, zoals de lokale jeugdverenigingen en -huizen. Het is de bedoeling om de aankoop van meet- en registratieapparatuur te subsidiëren. Er wordt in een subsidie voorzien van 40 procent van de aankoopprijs, met een maximum van 1000 euro per apparaat. Er wordt rekening gehouden met de grootte van de gemeente: per schijf van 10.000 inwoners kan een subsidie worden toegekend, waarbij gemeenten met minder dan 10.000 inwoners in ieder geval recht hebben op een subsidie.
Het besluit werd voor advies voorgelegd aan de Raad van State en ik hoop er nog voor het zomerreces definitief mee naar de Vlaamse Regering te kunnen gaan.
Uw tweede vraag werd al eens gesteld door de heer Mahassine, op 8 mei. Op de infosessies zijn heel veel vragen gesteld over de praktische toepassing. Een aantal terugkerende onderwerpen waren de handhaving: wie kan handhaven, wie wordt verantwoordelijk gesteld bij een overtreding, wanneer is men in overtreding. Andere terugkerende onderwerpen waren de relatie met hinder voor de buurt, de van toepassing zijnde voorwaarden per soort activiteit en dies meer.
In de technische handleiding nemen we de antwoorden op al die vragen mee. Zo zal heel specifiek per activiteit een overzicht worden gegeven van wat de specifieke regelgeving is, wat de meetplaats is en dergelijke meer. Er komen heel duidelijke visuele tekeningen bij.
We stellen ook vast dat heel veel vragen betrekking hebben op de bestaande regelgeving, zoals de handhaving, de hinder voor de buurt en dergelijke meer. Dat bestaat nu al en er zijn op dit moment ook heel veel vragen over. Men heeft nu de mogelijkheid aangegrepen om daar vragen over te stellen. Hetzelfde geldt voor het koninklijk besluit van 1977, u welbekend, dat we hebben overgenomen. Die regelgeving bestond al, ze is niet nieuw, maar er worden nog veel vragen over gesteld. We nemen de antwoorden nog eens allemaal mee in de technische brochure. Het eigenaardige is dat vandaag heel veel van die reglementering al bestaat. Die wordt niet gewijzigd in de nieuwe reglementering, maar men heeft er toch veel vragen over en er bestaan nog heel veel onduidelijkheden over. Die kunnen we wegnemen met de technische handleiding.
Ik heb daarnet al gezegd dat de handleiding nog eens is rondgestuurd. Als er nog opmerkingen over onduidelijkheden binnenkomen, nemen we dat duidelijk op in de brochure.
De nieuwe regelgeving treedt op 1 januari 2013 in werking. Wij hebben de indruk dat volop wordt gewerkt aan de implementatie in de praktijk. Dat zien we aan de vragen over de praktische toepassing. Het is goed dat men er al volop mee bezig is. Heel wat schepencolleges bekijken hoe een en ander moet worden vertaald in een politiereglement of een fuifreglement. Dat bestaat al in heel veel gemeenten. Ze willen zich daarop enten en op die manier invoeren. Dat was in het verleden anders. Ook het KB uit 1977 werd vaak overgenomen in de politiereglementen van de verschillende gemeenten.
Wat betreft een eventuele samenaankoop hebben wij gekozen voor de piste om een subsidie te geven. Een samenaankoop organiseren vanuit Leefmilieu specifiek voor één categorie jeugdhuizen, lijkt ons niet evident. We hebben ervoor gekozen om dat globaal voor iedereen te doen. Natuurlijk kan er altijd vanuit de overkoepelende organisatie een initiatief worden genomen ter zake, maar ik denk dat het beter is dat we subsidiëren in plaats van naar een gezamenlijke aankoop te gaan voor een heel specifieke categorie. Als je dat kunt doen via de gemeente, kan iedereen van die apparatuur genieten. Het subsidiëren van de aankoop van de sonometers lijkt me het optimaal inzetten van het budget. Dat zal meer mensen en meer verenigingen ten goede komen dan het aankopen voor één specifieke categorie.
Op die manier hebben we voldoende flankerend beleid. Er is overleg over geweest. Dat was de afspraak en die komen we absoluut na. Er zijn nog een aantal afspraken en engagementen met mijn collegas gemaakt. Ik vermoed dat ook zij volop bezig zijn met de uitvoering ervan.
Een ander element in het flankerend beleid was dat er specifiek vanuit Leefmilieu een campagne zou worden gevoerd. Die is in april van start gegaan en wordt herhaald bij de start van de zomer omdat dan veel festivals plaatsvinden. We komen de engagementen wat betreft het flankerend beleid absoluut na.
De voorzitter : Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts : Minister, ik heb begrepen dat er verschillende domeinen en dus verschillende ministers zijn die engagementen zijn aangegaan. Mij is niet altijd duidelijk wie welke engagementen aangaat. Misschien kunt u dat nog verder navragen.
Ik wil het nog even hebben over de samenaankoop. U vraagt zich af of het haalbaar is om voor een specifieke categorie samen een aankoop te doen. Elke gemeente moet sonometers aankopen en krijgt daarvoor subsidies. Ik veronderstel dat het over gelijkaardige sonometers gaat. Ik vraag me dan ook af of we geen voordeel kunnen doen door gezamenlijk een aanvraag te doen in plaats van al die gemeenten afzonderlijk een aanvraag te laten doen. Kunnen gemeenten die een extra sonometer nodig hebben, ook nog intekenen voor de aankoop daarvan? Het gaat toch over een aantal sonometers per gemeente. Er moeten dan ook heel wat aankopen gebeuren. Kan er geen kwantumvoordeel worden gehaald wanneer er een gezamenlijke vraag wordt gesteld waarbij de specifieke categorieën hun karretje nog kunnen aanhangen?
Ik ben het met u eens dat de informatiemomenten heel nuttig zijn geweest. Er waren heel wat vragen, ook nadien. Ik heb verschillende gesprekken met politiezones gehad die zich ook wel praktische vragen stelden. Het is dan ook belangrijk dat uw administratie de mensen te woord kan staan om praktische knelpunten en vragen op te lossen. Het is belangrijk dat uw boeiende handleiding snel ter beschikking wordt gesteld. Mijn vraag betreft echter de praktijk en de ervaring op het terrein. In hoeverre zijn de verschillende accommodaties en organisatoren daarmee bezig?
Ik wil het tot slot nog hebben over de subsidiëring van de gemeenten en politiezones met een maximum van 1000 euro. Indien er accomodaties zijn die zelf moeten investeren die vrees leeft momenteel bij jeugdhuizen waar kunnen zij dan terecht met hun vragen?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Wat de gezamenlijke aankoop betreft, is het belangrijk te weten wie waarvoor bevoegd is. We kunnen een bijdrage leveren maar een gezamenlijke aankoop kan volgens mij niet worden georganiseerd vanuit de Vlaamse overheid. Dat zou een taak kunnen zijn voor de Jeugdraad, de gemeenten, de provincies enzovoort. Zij kunnen dat perfect doen. Het is echter niet de bedoeling dat dit wordt georganiseerd vanuit Vlaanderen. Niemand hoeft zich te laten tegenhouden om dat te doen. De Vlaamse overheid kan moeilijk in de plaats van de gemeenten een gezamenlijke aankoop organiseren. Hetzelfde geldt voor de aanpassing van zalen. Ik probeer een vergelijking te maken. Wanneer vanuit Volksgezondheid wordt beslist dat er in cafés niet mag worden gerookt en dat moet worden voorzien in een rookvrije ruimte, dan worden vanuit Welzijn geen middelen uitgetrokken om al die zaken aan te passen. Hetzelfde geldt voor Leefmilieu. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen.
Het klopt dat het om een nieuwe reglementering gaat. Hetzelfde kan gelden voor keukens. Het is niet omdat er een strengere reglementering is voor de voedselveiligheid in een aantal kampplaatsen, dat er plots middelen vrijkomen vanuit Volksgezondheid of Voedselveiligheid voor de aanpassing van die keukens. De niveaus die daarvoor bevoegd zijn, moeten hun verantwoordelijkheid nemen indien er gigantische kosten moeten worden gedaan. Wanneer er effectief ingrepen nodig zijn, dan zijn het de eigenaars van de lokalen soms zijn dat gemeenten, soms zijn het private initiatieven die daartoe stappen zullen moeten zetten.
Vanuit de bevoegdheid Leefmilieu en zelfs vanuit Cultuur wordt in geen enkel geval voorzien in middelen. Dat engagement is ook nooit echt aangegaan. De studie die we hebben laten uitvoeren, toont aan dat het met aantal kleinere ingrepen ook perfect kan worden gevolgd.
Wij nemen dus geen initiatief in de samenaankoop. Wij geven wel 40 procent subsidie indien die aankoop gebeurt, eventueel via een samenaankoop.
Er zijn infosessies geweest. We krijgen heel veel vragen en reacties van jeugddiensten, politiezones, de VVSG. Men is ermee bezig en men denkt erover na. Men is voldoende op de hoogte om er in de praktijk mee om te gaan.
De voorzitter : Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts : Minister, hebt u ook al vernomen dat er knelpunten zouden zijn bij het marktaanbod van de sonometers? Ik weet niet of die signalen duidelijk en gefundeerd zijn. Maar indien er effectief signalen zouden komen, kan er eventueel contact worden gelegd wanneer de vragen worden gelanceerd. Wanneer de subsidieaanvragen mogelijk zouden zijn, verwacht ik dat er op korte tijd meer dan zeshonderd sonometers op de markt zouden worden gevraagd.
Minister Joke Schauvliege : Ik heb geen signalen gekregen dat dit een probleem zou zijn. Heel wat gemeenten en politiezones hebben vandaag al apparatuur om de huidige normering op te volgen. Ik denk dan ook niet dat er plots een gigantische vraag zal zijn naar sonometers. Als we dat signaal toch krijgen, zullen we nagaan hoe we dit kunnen oplossen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.