Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 14/06/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Michèle Hostekint tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over sociale woonleningen bij co-ouderschap
- 2014 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mevrouw Michèle Hostekint : Voorzitter, minister, collegas, we weten allemaal dat het klassieke gezin van mama, papa en twee kinderen eigenlijk niet meer echt de standaard is. Heel wat kinderen groeien op in eenoudergezinnen of nieuw samengestelde gezinnen. We stellen vast dat heel wat regelgeving daar nog niet aan is aangepast.
Naar aanleiding van een aantal concrete gevallen heb ik eens nagekeken welke punten in de regelgeving nog een probleem zouden kunnen vormen voor kinderen die opgroeien in co-ouderschap.
Sinds 2006 geldt co-ouderschap eigenlijk als de regel bij echtscheidingen. Heel veel kinderen verblijven dus alternerend een week bij hun mama en een week bij hun papa. Zij brengen dus evenveel tijd door bij beide ouders. Het is natuurlijk altijd zo dat het kind maar bij een van beide ouders gedomicilieerd is. Daar ligt vaak het probleem bij de toekenning van bepaalde voorwaarden, ook voor een sociale woonlening. Een van de vereisten om in aanmerking te komen voor een sociale woonlening bij het Vlaams Woningfonds is immers dat men minstens één kind ten laste heeft, waarmee men bedoelt dat minstens één kind bij u gedomicilieerd is.
In de praktijk betekent dat dus dat slechts een van beide ouders een beroep kan doen op zon sociale lening, terwijl het natuurlijk vaak zo is dat beide ouders een laag inkomen hebben en nood hebben aan zon sociale woonlening. Na een echtscheiding is de financiële situatie van koppels namelijk vaak niet echt rooskleurig. Die eenoudergezinnen of minstens een partij van het koppel, blijven dus vaak in de kou staan.
Die problematiek is natuurlijk niet nieuw. Toenmalig minister Keulen was daar ook van op de hoogte en heeft in de vorige legislatuur aangegeven daar iets aan te willen doen. Bij mijn weten is daar in die legislatuur echter niets meer aan gebeurd. Ik heb de toelatingsvoorwaarden voor alle zekerheid nog eens nagekeken. Het wordt vandaag nog steeds als voorwaarde vermeld.
Minister, u hebt vorig jaar voor de zomer voor wat betreft sociale huurwoningen al een aantal maatregelen genomen om die discriminatie voor kinderen die opgroeien in co-ouderschap weg te werken. Zowel wat de inkomensvoorwaarden als de toelatingsvoorwaarden betreft, hebt u toen bepaald dat domiciliëring bij co-ouderschap niet langer de regel is, maar dat kinderen bij een ouder ten laste kunnen worden genomen ook als ze niet bij die ouder gedomicilieerd zijn.
Minister, kan diezelfde of een gelijkaardige aanpassing gebeuren voor de sociale woonleningen?
Hoe evalueert u die problematiek van sociale woonleningen bij co-ouderschap?
Bent u bereid bepaalde maatregelen te nemen om die toelatingsvoorwaarden voor het verkrijgen van een sociale woonlening aan te passen naar het voorbeeld van het co-ouderschap bij sociale huur?
De Vlaamse Regering wenst de sector van de gesubsidieerde sociale leningen grondig te hertekenen. Bedoeling is te komen tot een eengemaakt Leningenbesluit met gelijke rentevoeten en gelijke voorwaarden voor iedereen. Wanneer denkt u dat Leningenbesluit voor te kunnen leggen aan de Vlaamse Regering? Zult u daarbij aandacht hebben voor de huidige discriminatie die daarin wordt vervat voor wat betreft co-ouderschap?
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Het klopt dat vandaag enkel kinderen die gedomicilieerd zijn bij een lener of kandidaat-lener, in rekening worden gebracht bij de toekenning van een lening en bij het bepalen van de sociale rentevoet. In gevallen van co-ouderschap kan dat inderdaad leiden tot moeilijke omstandigheden. Vorig jaar zijn op mijn voorstel het kaderbesluit Sociale Huur en het Overdrachtenbesluit reeds aangepast, zodat dat euvel zich bij de toekenning van een sociale huurwoning of de verkoop van een sociale koopwoning niet meer voordoet.
Met betrekking tot de sociale leningen wil ik een gelijkaardige aanpak organiseren. In de ontwerpteksten met betrekking tot het aangekondigde eengemaakte Socialeleningenbesluit wordt alvast rekening gehouden met het wegwerken van die problematiek, zodat het domicilieadres van de kinderen niet langer een rol speelt bij de toekenning en de voorwaarden van een sociale lening.
De definitie van persoon ten laste zal daarvoor worden aangepast en uitgebreid. Zo zou er worden bepaald dat ook het kind dat niet bij de aanvrager of kredietnemer is gedomicilieerd, als gezinslid kan worden beschouwd, op voorwaarde dat het kind op regelmatige basis daar verblijft en voldoet aan de andere, al bestaande voorwaarden. Op die manier zullen nieuw samengestelde gezinnen en gezinnen bij wie het kind in het kader van co-ouderschap wel tot het gezin behoort maar er geen officieel adres houdt, en er wel een redelijk aandeel van de tijd aanwezig is, geen nadeel ondervinden bij het verkrijgen van een sociale lening of de voorwaarden voor het verkrijgen ervan.
De bedoeling is om dat allemaal te bespreken tegelijk met de inwerkingtreding van het eengemaakte leningenbesluit, samen met de lopende harmonisatieprocedure van de bijzondere sociale leningen, die zijn uitgegeven door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en het Vlaams Woningfonds (VWF). We zijn volop in gesprek. Dat is een dossier dat we proberen met rustige vastheid tot een goede afloop te brengen. In de loop van 2013 zullen daar een aantal cruciale stappen moeten worden gezet, die in de praktijk voelbaar en zichtbaar zijn, waaronder ook uw voorstel, mevrouw Hostekint.
De voorzitter : Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mevrouw Michèle Hostekint : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed nieuws dat dit zal worden aangepakt. Het laat misschien nog even op zich wachten, maar 2013 is ook niet meer zo heel ver af. Het stelt mij gerust. Ik ben tevreden dat u deze problematiek daarin zult opnemen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.