Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 29/05/2012
Vraag om uitleg van de heer Wilfried Vandaele tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de rondetafel Natura 2000
- 1927 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, minister, collegas, met de Europese Vogel- en de Habitatrichtlijn wil Europa een aantal soorten en habitattypes van Europees belang in stand houden. In navolging van beide richtlijnen bakende Vlaanderen 24 Vogelrichtlijngebieden en 38 Habitatrichtlijngebieden af die deel uitmaken van het Natura 2000-netwerk.
Op het vlak van instandhouding van de dier- en plantensoorten en waardevolle habitattypes kan Vlaanderen momenteel nog geen mooi resultaat voorleggen. Vlaanderen kampt voor een aantal habitattypes met een hoge milieudruk, onder meer ten gevolge van vermesting, verzuring en verdroging. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) stelt in zijn recentste natuurrapport dat driekwart van de habitats zich bevindt in een zeer ongunstige staat van instandhouding. 17 procent van de habitats bevindt zich in een matig ongunstige staat. Slechts drie habitats bevinden zich in een gunstige staat van instandhouding. Opvallend is dat alle watergebonden habitats een zeer ongunstige beoordeling krijgen. Van de te beschermen soorten bevindt een derde zich in een gunstige staat van instandhouding. Voor een relatief klein deel van de soorten is de staat van instandhouding matig ongunstig. Voor ruim één derde van de soorten is die zeer ongunstig. Opnieuw is de toestand voor aquatische soorten relatief slechter: slechts één van de tien soorten scoort gunstig.
Minister, overeenkomstig het regeerakkoord en uw beleidsnota wenst u prioritair in te zetten op de uitvoering van de Vogel- en de Habitatrichtlijnen en engageert u zich om tegen 2015 de meeste maatregelen nodig om de instandhoudingsdoelstellingen te realiseren, uit te voeren. Deze maatregelen worden vastgelegd in gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen (IHDs). Momenteel lopen hierover gesprekken. De vaststelling van deze gebiedsspecifieke acties sluiten aan bij de gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen, die in 2009 door de Vlaamse Regering werden goedgekeurd.
Op maandag 14 mei 2012 werd een rondetafel georganiseerd specifiek over de realisatie van het Natura 2000-netwerk in Vlaanderen. In dat verband had ik u graag enkele vragen gesteld.
Met welke doelstellingen werd de rondetafel Natura 2000 georganiseerd? Wie waren de deelnemers? Welke knelpunten en opportuniteiten werden tijdens het overleg aan het licht gebracht? Komt er een vervolg op dit overlegmoment? In hoeverre zullen de bemerkingen meegenomen worden in de lopende discussies rond de specifieke instandhoudingsdoelstellingen (S-IHDs)? In hoeverre zal het Vlaamse beleid worden bijgestuurd? Op welke manier wordt beoordeeld of de voorgestelde maatregelen in de S-IHD en de gewestelijke IHDs (G-IHDs) voldoende effectief zijn? Welke verdere timing hebt u voor ogen met betrekking tot de vaststelling van de verschillende S-IHDs en de uitvoering van de bewuste maatregelen? Op welke manier zult u Europa op de hoogte houden over de vorderingen in het dossier van de instandhouding van de soorten en van de habitattypes van Europees belang?
De voorzitter : De heer Peeters heeft het woord.
De heer Dirk Peeters : Voorzitter, ik heb kort twee bijkomende vragen in deze context. Als we het hebben over de Natura 2000-gebieden, dan hebben we het vaak over grote oppervlaktes waar heel veel privébelangen mee gemoeid zijn, zoals bewoning, dorpen, wandelactiviteit en recreatie. Hoe zal men, als eenmaal de instandhoudingsdoelstellingen bepaald zijn, de realisatie van de doelstellingen op het terrein evalueren en handhaven? Ik heb een paar concrete dossiers voor ogen waarbij de doelstelling een soort of een habitat is, maar als langs de andere kant privébelangen spelen, hoe zult u daar dan aan handhaving doen om de doelstelling te bereiken?
Onze natuurdoelstellingen zullen we natuurlijk niet halen in onze reservaten en in de Natura 2000-gebieden alleen. We zullen ze halen door een goede basismilieukwaliteit, ook daarbuiten. Een paar weken geleden werd hier door de heer De Meyer een vraag gesteld over het statuut van de verbindingsgebieden. Ik kom daarop terug. Dat aspect van het natuurbeleid, het verbinden van belangrijke natuurgebieden, het integraal verwevings- en ondersteunend netwerk (IVON) met name, blijft bestaan. Ook nu nog wordt er niet aan gewerkt. De doelstelling wordt niet gerealiseerd. Aan de overdrukken vanuit het decreet Natuurbehoud wordt niet gewerkt. Is er vanuit uw beleid op dat vlak nog een bijsturing te verwachten voor 2015?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, dames en heren, ik wil u eerst even meegeven dat de dag een succes was. De deelnemers waren tevreden en het was goed om te horen dat de Europese Commissie Vlaanderen en onze participatieve aanpak, het proces dat we doorlopen, echt als voorbeeld ziet. Het kan als voorbeeld gelden voor heel Europa. Dat werd letterlijk door de kabinetschef van Europees commissaris Potočnik meegedeeld. Dat mag hier ook eens verteld worden.
Wat was nu de bedoeling? De rondetafel werd georganiseerd parallel aan een evenement rond de twintigste verjaardag van de Habitatrichtlijn. Laten we het een verjaardagsfeest noemen. Het leek passend om ter gelegenheid van dit evenement niet alleen achterom te kijken, maar zeker ook vooruit. We zijn immers volop bezig met de besprekingen over de instandhoudingsdoelen, die de toekomst van Natura 2000 in belangrijke mate zullen bepalen. We zitten echt in een eindfase.
Aangezien rond de realisatie van de IHDs een duidelijke bepaling is opgenomen in Vlaanderen in Actie (ViA), hebben we de vooruitblik ook bij ViA laten aansluiten. Op de rondetafel hebben we met de top van de sectoren en administraties want er zijn heel veel sectoren en administraties bij betrokken een duidelijke stand van zaken opgemaakt. We hebben nagegaan waarover er nu al eensgezindheid is, en per sector werden een aantal knelpunten heel duidelijk in kaart gebracht.
We hebben met de rondetafel ook een duidelijk standpunt gecreëerd voor bilateraal overleg met alle sectoren en administraties. De engagementen zullen het toegangsticket vormen voor deelname aan het Natura 2000-programma dat de IHDs in Vlaanderen breed moet implementeren. Het motto is: Geen inspanning zonder inspraak, geen inspraak zonder inspanning. Dat hanteren we in de IHDs.
Mijnheer Vandaele, u vraagt wie er aan de rondetafel heeft deelgenomen. Ik heb hier een hele waslijst met namen, maar ik veronderstel dat ik geen dertig namen moet noemen, ik zal me beperken tot de organisaties: Landelijk Vlaanderen, Natuurpunt, Boerenbond, Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), UNIZO, Hubertusvereniging Vlaanderen, Bosgroepen, Aquaflanders, departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), departement Landbouw en Visserij (LV), departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO), departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI), Vlaamse Landmaatschappij (VLM), Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO), nv Scheepvaart, Maritieme Dienstverlening en Kunst (MDK), Waterwegen en Zeekanaal (W&Z) en Agentschap Wegen en Verkeer (AWV).
Voorafgaand aan de rondetafel werd aan de hand van een tekst bekeken over welke grote lijnen men het eens was en welke knelpunten nog verder uitgediept dienden te worden. Daaruit bleek dat iedereen de meerwaarde ziet van een programmatische implementatie, waarbij een sluitend pad wordt uitgezet op lange termijn, maar met duidelijke tussendoelen.
Ook het feit dat dit tussendoel afgestemd moet worden op de Biodiversiteitsstrategie van Vlaanderen in Actie is belangrijk. Over de concrete vertaling van deze doelstellingen is nog verder overleg nodig. Dat wordt momenteel verder uitgevoerd. Ook de relevantie van bilaterale engagementen is er, en er is eensgezindheid over. Het was ook belangrijk dat iedereen elkaars standpunt nog eens kon horen.
Op de rondetafel kon elke aanwezige zijn bezorgdheden uiten over het verdere overlegproces. Daarvan is een verslag gemaakt. Ik heb een korte lijst bij me. Een van die bezorgdheden betreft de invloed van de instandhoudingsdoelen op de vergunningverlening. De economische sectoren sturen aan op vergoedingen indien er extra voorwaarden komen. Uiteraard zal dit doorwerken in de vergunning. Er moet een passende beoordeling worden opgemaakt die effect zal hebben op het toekomstige milieuvergunningenbeleid. De instandhoudingsdoelen zullen worden vertaald naar de vergunning die wordt verleend. Het naleven van die vergunning wordt uiteraard gecontroleerd.
Wat de hoogte en spreiding van de instandhoudingsdoelen betreft, is er bezorgdheid of deze doelen zullen volstaan om aan de Europese randvoorwaarden te voldoen. Verder is er de vraag om de socio-economische impact minimaal te houden. In deze context is ook naar de problematiek over ecologische verbindingen verwezen.
Er is ook bezorgdheid over de extra kost voor beheer en inrichting en de wijze waarop die gefinancierd zal worden.
Inzake opportuniteiten heb ik de bereidheid genoteerd van de meeste partijen om in kaart te brengen hoe er kan worden samengewerkt. Een concreet aanbod kwam van de Vlaamse Milieumaatschappij om een maximale koppeling met de uitvoering van de kaderrichtlijn Water te maken. Het is de bedoeling een win-winsituatie te creëren: de kaderrichtlijn Water uitvoeren en tegelijkertijd die IHD organiseren.
Verder heb ik zelf aangekondigd dat ik voor het probleem van de stikstofdepositie een taskforce zal oprichten met de betrokken administraties en sectororganisaties.
Er komt geen vervolg onder de vorm van een nieuwe rondetafel. Uiteraard loopt het overlegproces over de IHD verder.
Er wordt rekening gehouden met de opmerkingen in de zogenaamde kwestiewerkgroepen van het lopende overleg. Er wordt op basis van deze besprekingen gewerkt aan twee notas: een kalibratienota die uitlegt hoe de doelen gespreid zullen worden over de verschillende gebieden en waarom, en een implementatienota die aangeeft hoe de doelen gerealiseerd zullen worden en met welke middelen.
Beide notas zullen worden toegevoegd aan de aanwijzingsbesluiten wanneer die samen voor een tweede principiële goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden overhandigd. Met het oog op de financiering wordt ook nog een zogenaamd prioritised action framework (PAF) opgemaakt. Het gaat om een meerjarenbegroting die door Europa wordt gevraagd met betrekking tot de implementatie van de Habitat- en de Vogelrichtlijn.
Mijnheer Vandaele, het is me niet helemaal duidelijk of u het hebt over een toetsing voorafgaand aan de vastlegging van de IHD of over de toetsing bij de implementatie zelf. Wat de voorafgaande toetsing betreft: of de hoogte en spreiding van de doelen effectief kunnen leiden tot een gunstige staat van instandhouding zal worden nagegaan met een kalibratiemodel. Vervolgens zal het resultaat worden getoetst door een wetenschappelijke toetsingscommissie met professoren van de vijf Vlaamse universiteiten. De neerslag van dit alles zal worden weergegeven in de kalibratienota. Of het instrumentarium toereikend is om de IHD uit te kunnen voeren, wordt momenteel geanalyseerd door de Minaraad.
Parallel tracht de kwestiewerkgroep implementatie een kader te ontwikkelen voor een effectieve en efficiënte inzet van het instrumentarium. Dat moet leiden tot de implementatienota.
Momenteel ontwikkelen we ook een aanpak om vervolgens nauwgezet te monitoren of de maatregelen effectief genomen worden en of ze het gewenste effect ressorteren.
De ultieme toets is uiteraard de zesjaarlijkse rapportage over de gewestelijke staat van instandhouding aan Europa. De eerstvolgende rapportage gebeurt in 2013, de volgende in 2019.
Wat de vaststelling van de instandhoudingsdoelen betreft, bepaalt de planning dat de laatste besluiten in september 2012 voor de eerste keer principieel kunnen worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Vervolgens kunnen alle besluiten worden samengevoegd met kalibratienota, implementatienota en PAF met het oog op een tweede principiële goedkeuring eind 2012. Rekening houdend met de termijnen voor adviesraden en Raad van State, zou een definitieve goedkeuring mogelijk moeten zijn in de eerste helft van 2013. Wat de uitvoering betreft, die is in de feiten al bezig gelukkig maar en zodra de S-IHDs vastliggen, starten we ook met een programmatische uitvoer. Over de fasering en focus van dat programma loopt het overleg nog.
In eerste instantie zal Europa formeel geïnformeerd worden over het PAF en wat we eerst zullen uitvoeren. De timing daarvoor is eind 2012. Na de definitieve goedkeuring zal dit formeel aan Europa worden gecommuniceerd. Intussen houdt het Agentschap voor Natuur en Bos op informele, maar structurele basis contact met de Europese diensten teneinde te rapporteren over de voortgang en om de inhoudelijke afstemming te verzekeren. Reeds meerdere malen werd door Europa gesteld, ook op het IHD-event, dat men onze aanpak wel kan smaken, dat het de enige juiste weg is om er op een goede manier uit te geraken.
Mijnheer Peeters, ik denk dat ik op de meeste van uw bijkomende vragen heb geantwoord. We zijn dus bezig met de instrumentenmix waar de Minaraad een antwoord op zal bieden. Daarnaast is er effectief ook een rapportage. We moeten in de praktijk bekijken of die doelen ook worden bereikt. Dit zal natuurlijk ook effect hebben op de vergunningen die worden afgeleverd, want er zal een passende beoordeling opgemaakt moeten worden. Op die manier zal alles ook in de praktijk worden opgelegd en doorgevoerd.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, minister, ik dank u voor het antwoord. U zegt dat Europa ons als voorbeeld ziet. Dat doet mij buitengewoon veel plezier, en ik hoop dat dat zo zal blijven. Ik wou inderdaad ook vragen naar een timing, maar als ik het goed heb begrepen, zullen we de eerste helft van 2013 al heel wat wijzer worden. We zijn inderdaad ook benieuwd naar wat u de kalibratienota met wetenschappelijke onderbouwing noemt. Daaruit zal waarschijnlijk blijken of we er met de stappen die we nu van plan zijn om te zetten, inderdaad zullen geraken.
De voorzitter : De heer Peeters heeft het woord.
De heer Dirk Peeters : Voorzitter, minister, bedankt voor het antwoord. Ik wou nog een beetje verduidelijken wat ik bedoel met handhaving. Ik moet misschien een paar voorbeelden geven om aan te tonen waar ik het precies over heb.
Ik heb de situatie meegemaakt dat slib uit het Kempisch kanaal in waardevolle kleiputten werd gedumpt, kleiputten die zijn afgebakend in de Habitatrichtlijn en met nabestemming natuurgebied. Dat was dus volledig tegen de regels. We hebben er een klacht tegen ingediend en de werken zijn stilgelegd, maar via kort geding kon er daarna toch verder worden gestort.
In mijn eigen gemeente wordt gewerkt dat weet u aan de bescherming van het vlindertje gentiaanblauwtje. We hebben twee keer een natte winter met een nat voorjaar gehad en het diertje is uitgestorven. Dat is een van de IHDs specifiek voor dat gebied. Het heeft te maken met het opslaan en bergen van water. Vandaar mijn vraag. Hoe zult u de tegenstelling en de vragen die er vanuit verschillende sectoren komen, afwegen? Hoe zult u aan handhaving doen? Er is de Europese doelstelling, de bescherming van de soort, en daarnaast is er de terechte vraag om aan waterberging te doen in natuurgebied, met als gevolg dat de soort verdwenen is.
Een derde voorbeeld. Ik heb u recent een schriftelijke vraag gesteld over de instandhouding van vleermuizen in forten die verkocht worden aan de privésector. Ik denk aan de situatie in Haasdonk. Hoe zult u daar uw IHD opleggen wanneer het fort privé-eigendom is, recreatiegebied wordt en de eigenaar er eigenlijk mee kan doen wat hij wil? Handhaving, hoe doet u dat?
Over de verbindingsgebieden heb ik u niet veel horen zeggen. Ik heb er eigenlijk helemaal niets over gehoord. U zegt dat u de meerwaarde zoekt met de Waterrichtlijn, en dat is goed: grijp die kans aan. We hebben zo nog beleidsdomeinen om meerwaarde te creëren. Ik denk aan oeverzones, aan blauwe RUPs, aan groene RUPs, aan de problematiek van de trage wegen, aan de agroteams die houtkanten beheren. Dat zijn allemaal sporen om uw verbindingsgebieden te creëren in consensus en samenwerking. Dat gebeurt niet.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Peeters, ik ben het niet eens met u dat dit niet zou gebeuren. Het is juist de bedoeling om al die verschillende beleidsdomeinen en sectoren samen te brengen om die win-winsituaties te ontdekken. Ik heb enkel het voorbeeld van water gegeven, maar er zijn er nog. U verwijst zelf naar de agrodiensten vanuit Landbouw. Daarnaast zijn er de beheersovereenkomsten waarover we heel positieve resultaten hebben. Ik heb die vorige week nog voorgesteld. Dit is dus niet te beperkt. Het gebeurt nu al en zal in de praktijk nog worden versterkt op het moment dat al die IHDs zijn afgerond.
Ik ben het ook niet met u eens dat we niets zouden kunnen afdwingen in het geval van een particulier. Een particulier kan niet zomaar doen wat hij wil wanneer daardoor instandhoudingsdoelen in het gedrang komen. Ook daar moet telkens de passende beoordeling worden toegepast. Dat zorgt dus voor een enorme beperking, ook bij particulieren. Het klopt niet dat de overheid alles zelf moet aankopen om die IHDs te realiseren. De betrokken eigenaars zijn zelf vragende partij. Zij willen als een volwaardige partner in het natuurbeleid worden ingeschakeld. Wij willen de instrumentenmix die op advies van de Minaraad aan mij zal worden voorgelegd, aangrijpen om particulieren een rol te geven. Het kan dan gaan over particuliere boseigenaars maar ook over particuliere gezinnen die in een gebied wonen waar een Vogel- of Habitatrichtlijn van kracht is. Zij zullen telkens moeten worden ingeschakeld in het realiseren van die instandhoudingsdoelen. Ik ben het dus niet eens met u dat we dit niet kunnen afdwingen en dat een particulier alles kan doen wat hij wil. Ook hij is vergunningsplichtig.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.