Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 29/05/2012
Interpellatie van de heer Wim Wienen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de herhuisvesting van de openbare omroep VRT
- 130 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de stand van zaken in het dossier van de huisvesting van de VRT
- 1871 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het outsourcingplan bij de VRT
- 1880 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Wilfried Vandaele tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de outsourcing van de VRT
- 1883 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Veli Yüksel tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de verhuizing van de openbare omroep
- 1892 (2011-2012)
De voorzitter : Aangezien de heer Tommelein wat later komt en de vraag van de heer Verstrepen als tweede werd ingediend, stel ik voor dat we daarmee beginnen.
De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, minister, dames en heren, op de directietafel van de VRT ligt een plan waarbij de helft van het personeel van de openbare omroep geoutsourcet zou worden. Volgens mijn informatie zou alles wat met televisieproductie te maken heeft, ontmanteld worden. Ik spreek in de voorwaardelijke wijs, anders zou ik de vraag niet moeten stellen.
Ik krijg de indruk dat er geen sprake meer is van de renovatie van het gebouw aan de Reyerslaan. Dat zou te duur zijn. Het gebouw is te groot, het bevindt zich in te slechte staat. In de vorige legislatuur werd hierover al gediscussieerd. Het gaat van betonrot tot rampzalige isolatie. Volgens De Morgen is er bij het personeel ongerustheid over die verhuizing, niet zozeer over de nieuwe locatie, maar wel over de grootte van het gebouw. De angst leeft dat de VRT een veel kleiner gebouw zal neerplanten en heel veel functies zal outsourcen. Dat is de basis van mijn vraag.
Volgens De Morgen ligt er een outsourcingplan op tafel, een ingrijpend scenario naar Nederlands model. Daarmee zou bijna de hele tv-productie buiten de VRT gebeuren: alle studios, decors, technisch personeel en zelfs wie weet de presentatoren. Wat nog bij de VRT zou blijven, zijn de centrale administratieve diensten: directie, marketing, programmatie, radio en misschien de tv-nieuwsdienst. Dat is de informatie die ik voorlopig heb kunnen sprokkelen. Als economisch en media-liberaal kan ik niets tegen outsourcing hebben, zolang de kwaliteit van de openbare opdracht gevrijwaard blijft. U kent het Nederlands omroepmodel ook. Men werkt al jaren met cameramensen en technici van privébedrijven.
De vakbonden zijn natuurlijk ongerust. In het meest extreme scenario zou de helft van het personeel bij privébedrijven worden ondergebracht. Dat zou niet betekenen dat er veel van de 2450 jobs verloren gaan. Toch is er enige ongerustheid. Ik begrijp dat wel. Luk Vandenhoeck zei dat er weinig transparantie is omdat de directie nog geen beslissing genomen heeft. De echte discussie over het VRT-gebouw is niet waar dat komt te staan, maar wel wat we zelf nog zullen doen. Het liberale Vrije Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) vult aan: Voor de volgende jaren gaan we voor het personeelsbestand uit van een contingent dat is vastgelegd in de huidige beheersovereenkomst. Het nieuwe VRT-gebouw is pas voor 2017-2018. Dan zal er een nieuwe beheersovereenkomst zijn. Wat er dan zal gebeuren, weten we niet.
Zo gaat dat over en weer. Ik las ook ergens: Ze durven het achterste van hun tong niet te laten zien. Er is een informatiesessie geweest met gedelegeerd bestuurder Sandra De Preter. Daar werd het personeel met een kluitje in het riet gestuurd. We lezen ook: Ze moeten in ieder geval niet denken dat we akkoord zullen gaan met een krimpscenario. De drie vakbonden lopen zich al warm om daartegen in te gaan.
De voorzitter van de raad van bestuur, Luc Van den Brande, zegt dat outsourcen geen taboe is. Dat is een duidelijk signaal. We moeten dat durven te bekijken, zegt hij. Als zo iemand dat zegt, moet er achter de schermen al over gedebatteerd zijn. Normaal moet het personeel tegen eind juni meer duidelijkheid hebben over de toekomst. Sommige bronnen houden er al rekening mee dat de beslissing zal worden uitgesteld.
Er worden veel meningen geuit in dit debat. Er zijn dan ook veel vragen gesteld, bijna van elke fractie één. De raad van bestuur heeft de voorkeur uitgesproken om in Brussel te blijven en een nieuw gebouw neer te zetten. Luc Van den Brande zegt dat een nieuwbouwproject de beste keuze is om budgettaire en ecologische redenen. Bovendien speelt een nieuwbouw het meest in op de nood om een inspirerende werkomgeving te creëren op maat van een creatieve organisatie.
De voorstanders van de outsourcing brengen de volgende elementen naar voren. We krijgen een veel slagkrachtiger omroep die aan dezelfde prijs in Nederland zelfs kostenbesparend en even efficiënt en soepel als de commerciële concurrenten kan werken. Door outsourcing maakt men meteen komaf met archaïsche arbeidsreglementen zoals verplichte pauzes om de paar uur opname. Dat is de situatie die bij de VRT is gecreëerd. Daar zit men met een spanningsveld. Dat is niet nieuw. De programmamakers vinden dat hinderlijk omdat ze niet met de flexibiliteit van een privéonderneming werken. Ik breng dit gewoon naar voren.
De kritiek op de outsourcing is dat er eventueel een nieuwe ontslagronde komt. Die mensen kunnen wel worden ingezet bij privébedrijven. Als de VRT eenmaal verder zou kunnen werken met minder personeel, dan kan men eindelijk spreken van een efficiënte openbare omroep. Het plan zou uitgewerkt moeten zijn tegen 30 juni. Bovendien vrezen de tegenstanders dat de deur wordt opengezet voor de langzame totale ontmanteling van de VRT tot een omroep die zich alleen met informatie en cultuur moet bezighouden. Daar bestaat blijkbaar veel ongerustheid over bij de vakbonden en het personeel.
Dat is een heel ander debat, minister, maar we kunnen ons afvragen wat de kerntaken van de openbare omroep zijn. Daar hebben we het al dikwijls over gehad. Is dat niet net: brengen wat de commerciële omroepen niet kunnen brengen? Die invalshoek heb ik al regelmatig naar voren geschoven. Ik denk nog altijd dat de openbare omroep net de luxe heeft om te doen wat de commerciële omroepen niet doen. U weet dat ik voor een acommerciële openbare omroep ben. Ik zal dat blijven herhalen.
Als ik de pistes en de argumenten van voor- en tegenstanders bekijk, heb ik niet echt een probleem met outsourcing of efficiëntie. Daarvoor ben ik al lang vragende partij. Als dat zich zou ontwikkelen, kan het niet slecht zijn, ook niet voor de begroting of voor de toekomst van de openbare omroep, die toch tegen serieus wat verliezen aankijkt als het zo verder gaat.
Minister, ik stel de vraag omdat de voorzitter van de raad van bestuur al heeft laten weten dat de nieuwbouw kleiner zal zijn dan het huidige gebouw. Daarnaast zijn er de reacties van drie vakbonden, die al hebben laten verstaan niet akkoord te zullen gaan met dergelijke krimpscenarios. Wat is uw standpunt over dit outsourcingplan naar Nederlands model? Is het een taboe?
Ik weet dat u in deze moeilijke situatie niet alles kunt zeggen. Ik vermoed dat u ook niet graag zou hebben dat ze de VRT lamleggen of dat er een discussie op de markt wordt gevoerd over het outsourcingmodel. We moeten heel nuchter kijken naar de krijtlijnen. Ik ben altijd een voorstander geweest van het Nederlandse systeem, dat efficiënt is ontwikkeld. En je kunt niet zeggen dat de openbare omroep daar minder slagkrachtig is op de mediamarkt.
Minister, was u op de hoogte van het inkrimpingsscenario dat op tafel ligt bij de VRT? Ik ga ervan uit dat voor een dergelijk strategisch verhaal, met grote implicaties voor de toekomst, financieel en logistiek eigenlijk voor een stuk het hertekenen van het openbareomroepmodel in Vlaanderen u op de hoogte bent gebracht over de richting waarin men denkt en wat men graag op de rails zou brengen. Dat kan natuurlijk niet zonder u.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : De Vlaamse Regering heeft zich via de beheersovereenkomst van de VRT tot doel gesteld om voor 30 juni 2012 een beslissing te nemen over de huisvesting. Deze deadline komt heel snel dichterbij.
Er blijven nog drie scenarios over: een renovatie van de huidige gebouwen, een nieuwbouw in het park achter het huidige gebouw met valorisatie van de voorkant of een nieuwbouw op een andere locatie en valorisatie van het huidige patrimonium. Deze drie pistes werden op tafel gelegd na een eerste verkennende studie. De VRT verbond zich ertoe om de verschillende pistes verder uit te werken tot vergelijkende dossiers en die aan de regering over te maken. De door de VRT uitgevoerde kosten-batenanalyses moesten door onafhankelijke experts worden onderzocht. Dat hebt u mij nog geantwoord, minister, op een schriftelijke vraag.
Op 15 januari 2012 had de VRT de vergelijkende dossiers nog niet aan de regering overgemaakt, hoewel die verbintenis in de beheersovereenkomst stond. Op 23 januari 2012 boog de raad van bestuur zich over het dossier en naar verluidt zou de raad van bestuur het advies aan de Vlaamse Regering hebben gegeven om te kiezen voor een volledige nieuwbouw op een nieuwe locatie. Kunt u dit bevestigen of ontkennen?
Sinds januari maakten verschillende besturen bekend dat ze kandidaat waren om de VRT te huisvesten. Mechelen en Vilvoorde doen dat bijvoorbeeld omdat ze binnen hun stad de mediasector willen uitbouwen en de nodige kansen geven. We weten ook dat een minister van uw Vlaamse Regering voor zijn beurt sprak door openlijk te stellen dat de VRT Brussel nooit zal verlaten. Dat herinnert u zich ongetwijfeld, minister, want als reactie hebt u toen zelf heel voorzichtig gezegd dat Brussel uw persoonlijke voorkeur ook heeft, maar dat u het dossier wou afwachten.
Ondertussen horen en lezen we dat de VRT contact heeft met de NMBS omdat ze interesse toont in een gebouw aan het station Brussel-Zuid. Dat zou wel betekenen dat de beperking tot de drie opties wordt doorbroken en dat er een nieuwe optie bij komt, zijnde een verhuis naar een ander al bestaand gebouw. Dan stelt onze fractie zich de vraag: worden er nog andere opties onderzocht of beperkt de kosten-batenanalyse zich tot de opties in de beheersovereenkomst?
Daarnaast stel ik me ook de vraag: quid RTBF? Het spreekt voor zich dat het verlaten van de huidige locatie ook belangrijke gevolgen zal hebben voor de Franstalige openbare omroep. Ik denk aan de valorisatie van de huidige site. Stel dat de VRT uiteindelijk in Brussel blijft, zal de RTBF dan mee verhuizen of niet?
Minister, in de plenaire vergadering heb ik al gezegd dat er voor mij geen emotionele, subjectieve of romantische beslissingen moeten worden genomen. Ik pleit niet voor, maar ook niet tegen Brussel. Ik verwacht dat de beslissing wordt genomen op basis van rationele elementen, met een degelijke studie waarin kosten en baten tegen elkaar worden afgewogen. Uiteraard betreft het ook de verschillende parameters die in rekening moeten worden gebracht, zoals de investeringskosten, de mobiliteit, de toegankelijkheid, ecologische criteria, creatieve omgeving, enzovoort.
De Vlaamse Regering heeft geen geld op overschot en de VRT bij mijn weten ook niet. Sowieso zal dit een zeer belangrijke financiële beslissing worden, voor de regering en voor de publieke omroep zelf. Wie zal de eventuele verhuizing bekostigen? Welke verdeelsleutel zal worden aangewend? Het gaat hier tenslotte om belastinggeld waarvan we vragen dat het zo efficiënt mogelijk wordt gespendeerd.
Ondertussen verneem ik dat er een outsourcingplan op de VRT-directietafel zou liggen. Dit heeft waarschijnlijk budgettaire oorzaken. Als het de kostenefficiëntie ten goede komt, moeten we het debat hierover zeker positief voeren.
Minister, de keuze die zal worden gemaakt, zal er een zijn van de regering. Dit betekent echter niet dat we vanuit dit parlement, vanuit deze commissie, niet zouden moeten toezien op het dossier. Minister, het is belangrijk dat u met een vergelijkende studie naar het parlement komt. Dat is tot nu toe nog altijd niet gebeurd. Ik betreur dat. Het enige wat wij als parlementsleden weten, vernemen we via de media en lezen we in de kranten. Er moet dringend transparantie komen.
Minister, kunt u een stand van zaken geven met betrekking tot dit dossier? Heeft de VRT gesprekken gevoerd met de NMBS? Wat is het resultaat van deze eventuele gesprekken? Kunt u de commissie informatie geven over een vergelijkende studie met een kosten-batenanalyse? Indien niet, waarom nog steeds niet? Hoeveel bedraagt de kostprijs van de studies die ter zake zijn uitgevoerd? Indien de VRT in Brussel blijft, zal dan ook de RTBF in hetzelfde gebouw gehuisvest blijven? Zijn hierover al afspraken gemaakt? Indien ja, welke? Hebt u hierover al overleg gepleegd met uw Franstalige collega in de regering van de Franse Gemeenschap? Zult u een beslissing nemen voor 30 juni 2012? Indien niet, waarom niet?
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : In de krant De Tijd van zaterdag 12 mei 2012 las ik dat de VRT grootse plannen heeft om te outsourcen. Die plannen komen nu op tafel omdat er sprake is van de nieuwe huisvesting waarover we eind juni een beslissing verwachten. Volgens De Tijd zou tot 50 procent van het totale personeelsbestand van de VRT in aanmerking komen voor outsourcing. Zo goed als de hele tv-productie eventueel zelfs inclusief de presentatoren zou buiten de VRT worden geplaatst: enkel de centrale administratieve diensten, radio en misschien ook de tv-nieuwsdienst zouden intern blijven. De voorzitter van de raad van bestuur van de VRT liet zich al ontvallen dat outsourcen geen taboe meer is.
In de beheersovereenkomst van de VRT lezen we echter als strategische doelstelling 25: De VRT beschikt over een sterk intern productiehuis. Het is niet onbelangrijk dat wij dat als een belangrijk element beschouwen in de beheersovereenkomst. De operationele doelstelling 25.1 gaat hierop in: De VRT zorgt ervoor dat zij steeds de competenties zelf ter beschikking heeft om het aandeel intern geproduceerde programmas dat is vastgelegd in de productiestrategie zelf in te vullen. Nieuws- en duidingsprogrammas worden steeds intern geproduceerd. Radioprogrammas worden voor minstens 90 procent intern geproduceerd. Een brede waaier aan genres van televisieprogrammas wordt intern en extern geproduceerd. De verhouding bedraagt minstens 25 procent externe productie, maximaal 75 procent interne productie van het televisieproductiebudget.
De heer Verstrepen verwees daarnet naar Nederland. Hij zag dat als een heilzaam voorbeeld. Uit een artikel vorige week in de Volkskrant blijkt dat Nederland misschien niet het goede voorbeeld is. In dat artikel wordt uitvoerig beschreven hoe zwak, door toedoen van outsourcing, de positie is van de werknemer in het Nederlandse medialandschap. Minister, zeker met uw ideologie moet die positie u ter harte gaan.
Ik geef enkele citaten uit dat artikel. Jonge vrouwen die bij een van de omroepen werken, kunnen onmogelijk zwanger worden, omdat dat betekent dat ze hun baan verliezen. Een kleine burn-out betekent vrijwel altijd einde dienstverband. Nieuwkomers krijgen 12,50 euro per uur, waarbij overwerk niet wordt betaald. ( ) De grote sterren, de presentatoren, kiezen vaak bewust voor freelancecontracten, zodat zij hun roem ook nog op andere manieren te gelde kunnen maken. Maar voor veel mensen op de achtergrond is het geen vrijwillige keuze. Het is de enige mogelijkheid om daar te kunnen werken. De publieke omroepen behoren tot de slechtste werkgevers in Nederland, hoewel ze met belastinggeld worden gefinancierd. De vakbond NVJ Nederlandse Vereniging van Journalisten vindt al jaren dat het uit de hand loopt. ( ) In 2004 werd bij de publieke zenders vastgelegd dat van de werknemers in loondienst niet meer dan 40 procent een flexcontract mag hebben. Die regeling wordt massaal ontdoken. Daarnaast wordt met die cijfers gesjoemeld door het gemiddelde te nemen tussen personeel dat werkt bij programmas van vijf jaar en ouder en de rest.
Het Nederlandse voorbeeld moet ons dus in dit dossier in elk geval tot de nodige omzichtigheid aansporen.
Minister, bent u op de hoogte van de mogelijke outsourcing van de VRT? Zijn er hierover tussen u en de VRT al contacten of gesprekken geweest? Blijft de op til zijnde outsourcing binnen de beheersovereenkomst? Daarin heeft men het over een sterk intern productiehuis. Denkt u dat deze term overeind blijft als men gaat outsourcen op de manier zoals men dat blijkbaar van plan is? Is het eventueel outsourcen voor de nieuwsdienst toelaatbaar?
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, de collegas hebben nagelaten de minister te bedanken voor de brief die ze over de problematiek van de huisvesting van de VRT heeft gestuurd naar de commissieleden. Die brief was belangrijk voor het debat van vandaag. Als die brief er niet was geweest, waren er geen interpellatie en geen vragen om uitleg geweest omdat ze onontvankelijk zouden zijn verklaard en omdat de interpretatie een negatief advies zou hebben gekregen van de commissievoorzitter. Minister, u stelt in uw brief waarover het opportuun is om te interpelleren en waarover niet. Dat werkt bij de bureauleden blijkbaar zeer goed. Dan laten ze alles doorgaan. Als ik deze interpellatie kan houden, dan is dat deels door uw brief. Minister, ik wil u daarvoor bedanken.
Ik heb het niet zozeer over de outsourcing maar veeleer specifiek over de herhuisvesting van de VRT. Dat dossier is niet nieuw. We weten allemaal dat het project van de herhuisvesting van de VRT destijds werd stopgezet vanwege de financieel moeilijkere periode waarin de openbare omroep zat. Intussen heeft, als ik mij niet vergis twee jaarverslagen geleden, de financieel directeur van de VRT aan deze commissie heel duidelijk gemaakt dat de huidige huisvesting van de VRT niet meer haalbaar is op de manier zoals het nu gesteld is. Het gebouw vertoont te veel mankementen om er nog langer in te werken. Er dringt zich ofwel een zeer grondige renovatie op ofwel een verhuizing naar een andere site.
Minister, u hebt dat ter harte genomen in de beheersovereenkomst met de VRT. De heer Tommelein verwees daarnaar. Daarin wordt duidelijk gesteld dat de Vlaamse Regering er zich toe verbindt om voor 30 juni 2012 een beslissing te nemen inzake de huisvesting. De mogelijke scenarios waren: renovatie, nieuwbouw op de site van de oude schietbaan van het Belgisch leger achter het gebouw, of een nieuwbouw op een andere locatie. U hebt in de beheersovereenkomst heel correct gesteld dat de VRT enkele pistes grondig moest onderzoeken, onder meer de stedenbouwkundige voorschriften om een nieuw gebouw in te plannen op de oude schietbaan achter de VRT, de valorisatie van de huidige site, en het uitwerken van een concreet concept voor nieuwbouw op een andere site. U hebt gevraagd dat de VRT hierover uiterlijk op 15 januari 2012 zou rapporteren.
De heer Tommelein en ikzelf stellen vast dat de VRT die deadline niet heeft gehaald. De deadline is verschoven. Ik kan daar begrip voor opbrengen. Is nu ook de deadline van de Vlaamse Regering om een beslissing te nemen verschoven doordat de VRT later heeft gerapporteerd? Dat is belangrijk. U hebt al een hele tijd, iedere keer dat er vragen waren over de herhuisvesting van de VRT, gezegd dat dit dossier prematuur is, dat wij te vroeg zijn met onze vragen, dat er nog studies moeten worden afgewerkt. Ik heb daar altijd begrip voor getoond. Maar als de Vlaamse Regering een beslissing moet nemen voor 30 juni 2012, denk ik toch dat zij op dit moment al een zicht moet hebben op welke richting het uit moet. Ik heb dat ook gemerkt toen de Vlaamse Regering zelf ballonnetjes opliet in verband met de mogelijke verhuizing van de VRT naar Vilvoorde of Mechelen. Er is dan een discussie geweest over het feit dat het in stedenbouwkundig opzicht niet mogelijk was om op deze site te blijven. De schietbaan werd dus ook als optie geschrapt. Maar telkenmale wij daarover vragen wilden stellen, zei u, minister, dat het dossier nog niet rijp was. Minister, intussen zou het dossier wel rijp moeten zijn als u inderdaad voor 30 juni een beslissing wilt nemen.
Minister, hoe komt het dat de rapportage van de VRT en het afronden van de studies over haar herhuisvesting zijn uitgebleven en dat het parlement niet in kennis is gesteld van de evolutie van dit dossier? Ik denk en hoop nog steeds dat het parlement op voorhand op de hoogte wordt gebracht van een belangrijk dossier als dit, dat zeker een impact zal hebben op het budget van zowel de VRT als van de Vlaamse overheid. Wij moeten kunnen debatteren over de mogelijkheden die er zijn. Minister, ik hoop dat we het niet moeten stellen met een mededeling waarin u zegt wat er beslist is. Dit dossier weegt zwaar genoeg om er het parlement bij te betrekken.
Wat is de stand van zaken in de huisvestingsproblematiek van de openbare omroep? Voor welke optie werd gekozen? Minister, als u voor 30 juni een beslissing moet nemen, moet de Vlaamse Regering toch al een visie hebben op de gekozen optie. Zijn er gesprekken tussen de VRT en de NMBS over het project Brussel-Zuid? In dat project wordt in heel wat kantoorgelegenheid voorzien in de nabijheid van het station Brussel-Zuid. Architect Jean Nouvel is daarmee bezig. Dat zou een optie voor de VRT kunnen zijn. Zijn die gesprekken er en hoever staan ze? Ik vraag mij ook af in hoeverre de VRT moet onderhandelen met de NMBS. Moet de Vlaamse Regering dat niet doen? Wat is de budgettaire impact voor de Vlaamse Regering? Wie zal de herhuisvesting van de VRT betalen? Welke verdeelsleutel werd hiervoor bepaald? Als de VRT volledig zelf betaalt, lijkt het mij logisch dat de VRT met de projectontwikkelaar en met de NMBS over de herhuisvesting onderhandelt. Als de Vlaamse Regering het leeuwendeel van de operatie moet betalen, lijkt het mij nuttiger dat zij zich in de onderhandelingen mengt. Minister, wat is de concrete timing van het project voor de herhuisvesting van de VRT?
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister, de beheersovereenkomst met de VRT stipuleert het volgende betreffende de verhuizing van de VRT. De Vlaamse Regering verbindt zich ertoe om voor 30 juni 2012 een beslissing te nemen inzake de huisvesting van de VRT. Alvorens een definitieve beslissing te nemen, moeten volgende scenarios worden uitgewerkt door de VRT: verdere renovatie van de huidige gebouwen op het omroepcentrum, nieuwbouw in het park achter het omroepcentrum en valorisatie van de voorkant van de site, en nieuwbouw op een andere locatie en verlaten van het omroepcentrum. Concreet dienen, ter aanvulling van de reeds gemaakte analyses, volgende drie zaken nog grondig onderzocht te worden. Er moet een gedetailleerde analyse van de stedenbouwkundige aspecten van scenario 2 komen, een valorisatie van de site en een concreet concept voor nieuwbouw op een externe site.
Op 24 januari maakte de raad van bestuur van de openbare omroep aan de Vlaamse Regering een advies over, waarin de voorkeur werd uitgesproken voor een volledig nieuw gebouw in Brussel. De voorbije maanden kwam af en toe nieuws over de voortgang van de zoektocht naar nieuwe huisvesting naar buiten. Zo werd in de media gemeld dat de optie van een volledige renovatie van de bestaande gebouwen wordt uitgesloten omdat de gebouwen in te slechte staat zijn. Wat een verhuis naar een externe site betreft, circuleerden de namen van Vilvoorde en Mechelen.
Een uitgewerkt dossier met technische studies aangaande de drie opties zou worden voorgelegd tegen 30 juni. Deze datum komt snel dichterbij.
Een tweetal weken geleden werd het dossier van de verhuizing opnieuw opgerakeld in een dagblad. In het bewuste artikel wordt ook een nieuwe piste naar voren geschoven: de VRT zou contacten hebben met de NMBS omdat ze overweegt te verhuizen naar een van de gebouwen aan het Brusselse Zuidstation, waar de NMBS 30.000 vierkante meter kantoorruimte beschikbaar heeft.
Sinds dit weekend weten we dat ook Antwerpen interesse heeft, als we een Antwerpse politica mogen geloven. We horen speculatie na speculatie.
Minister, het wordt tijd dat er duidelijkheid komt over de verhuizing en de locatie van de VRT. Dat is ook belangrijk voor het personeel van de openbare omroep. Ik hoor van mensen op het terrein dat er veel onzekerheid leeft over de vraag waar zij in de toekomst zullen werken. Er zijn al veel vragen gesteld over de outsourcing. Het personeel vraagt zich af of op de nieuwe site nog wel plaats zal zijn voor iedereen.
Minister, hoever staat het met de uitwerking van de technische studies betreffende de drie opties die in de beheersovereenkomst naar voren worden geschoven? Werd dit dossier reeds overgemaakt aan de regering? Zo neen, wanneer zal dit gebeuren? Zal de deadline van 30 juni worden gehaald?
Klopt het dat wordt overwogen om te verhuizen naar de kantoren van de NMBS aan het Brusselse Zuidstation?
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi: Voorzitter, minister, ik sluit me graag aan bij de vraagstellers. We hebben zeer recent, naar aanleiding van uitspraken van de burgemeester van Mechelen, een actualiteitsdebat gehad over de verhuis van de VRT. Ik zal de vragen en bemerkingen niet herhalen.
Wat is de stand van zaken? Klopt het dat er onderhandelingen bezig zijn met de NMBS? Zal de deadline van 30 juni gehaald worden?
Er is gevraagd of u overleg hebt gehad of plant met de bevoegde minister van de Franse Gemeenschap. Hebt u al contact opgenomen met de bevoegde ministers in het Brusselse Gewest? Daar zijn ook knelpunten en zaken die moeten worden uitgeklaard.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten: Collegas, de VRT heeft niet stilgezeten. De VRT heeft na het ondertekenen van de beheersovereenkomst drie studies laten uitvoeren. Er is een studie over de verfijning van de behoeften van het bouwprogramma door de VRT zelf ingeschat, die is uitgevoerd door AOS Studley. De valorisatie van het omroepcentrum is uitgevoerd door Euro Immo Star. De studie naar de stedenbouwkundige aspecten van scenario 2, dat is de nieuwbouw in het park achteraan het omroepcentrum en de valorisatie van de voorkant van de site, werd uitgevoerd door BUUR.
Deze studies gaven een verruiming en verdieping aan het dossier. Alle facts and figures werden op een rijtje gezet. Ze werden op een onafhankelijke manier uitgevoerd door de drie vermelde bureaus die na een marktraadpleging werden geselecteerd. De resultaten van deze studies werden samen met de voortschrijdende inzichten van de VRT in een rapport verwerkt. In deze nota werd uitgegaan van een behoefteanalyse, werden de valorisatiemogelijkheden van de site aan de Reyerslaan geanalyseerd in ieder van de drie scenarios en werden de drie scenarios vergeleken op bouwkundig vlak, op het vlak van duurzaamheid, op het vlak van hinder tijdens de werken en qua risicos. De financiële vergelijking sloeg niet alleen op de bouwkosten, maar ook op de verwachte besparingen in de exploitatiekosten en op de valorisatiemogelijkheden van de Reyerslaansite.
De raad van bestuur van de VRT heeft, tijdens zijn vergadering van maandag 23 januari 2012, op voorstel van de directie van de VRT deze nota besproken en een aanbeveling geformuleerd met betrekking tot de huisvesting van de VRT. Die aanbeveling werd publiek gemaakt via een persbericht. De raad van bestuur is er samen met de directie van overtuigd dat de keuze voor een nieuwbouw de beste optie is. Een nieuwbouwproject speelt het meest in op de nood om een inspirerende werkomgeving te creëren op maat van een creatieve organisatie en verdient ook de sterkste aanbeveling op budgettair en ecologisch vlak. De voorkeur van de raad van bestuur gaat uit naar Brussel als locatie. De definitieve keuze van een vestigingsplaats zal evenwel uiteindelijk afhangen van de mogelijkheden en voorwaarden waaronder het concrete bouwproject kan worden gerealiseerd.
Momenteel werkt de VRT drie verschillende elementen grondig uit. Inzake de nieuwbouw op de huidige site aan de Reyerslaan gaat de VRT na of een nieuwbouw op de huidige locatie mogelijk is. Dat doet zij in overleg met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de gemeente Schaarbeek. De coördinatie van dit overleg gebeurt door het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO).
Een tweede invalshoek is de afstemming met de RTBF. De VRT gaat samen met de RTBF na hoe het huidige Reyerscomplex optimaal kan worden gevaloriseerd. Daarover komt een werkgroep met vertegenwoordigers van beide omroepen regelmatig samen. De werkgroep bestudeert ook hoe de omroepen uit de onverdeeldheid kunnen treden zowel op juridisch als technisch vlak.
De derde mogelijkheid is de huisvesting op een andere locatie dan aan de Reyerslaan. De VRT gaat momenteel na wat de meest geschikte locaties zijn en hoe ze daarmee zou kunnen omgaan.
Ik kan geen vergelijkende studie met kosten-batenanalyse toelichten. Dat is nog altijd een operationele vergelijking die de VRT zelf maakt. Ze is de drie studies aan het bekijken en alle mogelijke scenarios aan het berekenen.
In het dossier dat eind januari aan mij werd bezorgd, kwam de VRT tot de conclusie dat het huisvestingsdossier in principe volledig kan worden opgevangen binnen het huidig financieringskader van de VRT. Dat betekent dat er geen bijkomende financiering wordt gevraagd aan de Vlaamse overheid. Op 23 januari 2012 gaf de VRT ook te kennen dat renovatie niet te verkiezen is, omdat dit een te dure optie zou zijn die bovendien onvoldoende tegemoet kan komen aan de noden van een modern mediabedrijf.
Zoals hierboven meegedeeld werd een van de drie technische studies, namelijk de valorisatie van de huidige Reyerssite, na marktraadpleging, toevertrouwd aan Euro Immo Star. Euro Immo Star is een dochteronderneming van Eurostation dat zelf een dochteronderneming is van de NMBS Holding. Euro Immo Star is verantwoordelijk voor het uitwerken van stedenbouwkundige masterplannen op vraag van andere klanten. Ze hebben die studie afgerond op vraag van de VRT.
Ik moet u allemaal een beetje temperen betreffende de timing. De realisatie van een dergelijk project nieuwbouw of verbouwing kost wat tijd. De VRT rekent op basis van haar analyses op een gemiddelde doorlooptijd van zes jaar. Vooraleer er een keuze kan worden gemaakt, moet uiteraard op een of andere manier de mededinging spelen. Dat op zich heeft al een bepaalde doorlooptijd. Dat zou iedereen een beetje moeten geruststellen. Er heerst overal onrust. Veel burgemeesters stellen zich kandidaat. Promotoren zijn in de weer. Dat is uiteraard allemaal met de beste bedoelingen, maar de kandidaten zullen op een bepaald moment een procedure van mededinging moeten doorlopen. Dat zal uitwijzen hoe het verder moet gaan. Er zal niet worden onderhandeld in een of ander achterafkamertje: het moet een transparant proces zijn waarin iedereen kan mededingen en alle opties op een transparante manier met elkaar kunnen worden vergeleken. Het heeft allemaal zijn tijd nodig. Het moet zorgvuldig worden georganiseerd, zowel op juridisch als op bestuurlijk vlak.
De directies van de VRT en de RTBF hebben verschillende keren overleg gepleegd over het dossier van de huisvesting. Er werd tussen de VRT en de RTBF overeengekomen dat als de VRT haar nieuwbouwproject zou realiseren op de site aan de Reyerslaan, dit zou gebeuren los van de infrastructuur van RTBF. Zoals ik al heb gezegd, gaat de VRT momenteel ook samen met de RTBF na hoe het huidige Reyerscomplex optimaal kan worden gevaloriseerd. Daarnaast worden ook technische en juridische aspecten besproken. Dat overleg loopt naar mijn aanvoelen goed. Er is ruimte voor dialoog over verschillende onderwerpen.
Ik heb over dit dossier overleg gehad met de minister-president van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Dat gebeurde op zijn initiatief. We hebben het dossier toegelicht. Hij heeft aangegeven dat we op zijn volledige medewerking kunnen rekenen voor alle onderzoeksprojecten en trajecten die moeten worden gevolgd.
Over outsourcing heb ik ook wel wat dingen gelezen in de krant, maar dit dossier gaat over de huisvesting, het is geen dossier over outsourcing. Indien gekozen wordt voor een nieuw VRT-gebouw, zal dat wel kleiner zijn dan het huidige VRT-gebouw en minder werkplekken bevatten, zegt de VRT mij en dat lijkt me ook logisch. Het huidige gebouw is echt een product van de jaren 60, met een andere visie op invulling, andere technieken en een andere arbeidsorganisatie. In die zin is het wel logisch dat de oppervlakte economischer kan, zonder dat daarvoor meteen van een andere arbeidsorganisatie of van outsourcing sprake moet zijn.
Gebouwen die nu worden gebouwd, hebben een ratio bruto-netto-oppervlakte die veel efficiënter is dan gebouwen uit de jaren 60. Nu is er een ratio tot 85 procent, in plaats van 60 procent voor gebouwen uit de jaren 60. In die zin heb je nu minder ruimte nodig om eenzelfde aantal mensen te kunnen huisvesten.
Het huisvestingsplan waar de VRT nu aan werkt, gaat uit van het bestaande personeelsbestand, maar men wil wel gebruikmaken van het principe van desksharing. Nieuwe vormen van arbeidsorganisatie en fysieke inplanting worden mee onder de loep genomen. Dat lijkt me goed, want de VRT moet vooruitkijken naar de volgende tien jaar en kijken hoe mensen in units kunnen worden georganiseerd, wie recht heeft op een eigen kantoor, hoe kan worden omgegaan met landschapskantoren en hoe het zit met flexwerken en thuiswerken. Dat wordt allemaal meegenomen en dat lijkt me logisch.
Mijnheer Vandaele, u vraagt naar een definitie van een sterk intern productiehuis. Een sterk intern productiehuis betekent verschillende zaken. De openbare omroep wil zijn kernactiviteiten zelf produceren. Dat betekent in de eerste plaats dat de VRT alle nieuwsprogrammas zelf produceert. Ook de sportprogrammas worden vrijwel uitsluitend door de omroep zelf gemaakt, omdat het gaat om een specifiek soort programmas, waarvan er binnen de Vlaamse audiovisuele sector niet echt een grote markt is. Een belangrijk deel van de kinderprogrammas op Ketnet moet ook intern worden gemaakt, juist omdat de VRT zo zelf een sterke band kan hebben met de doelgroep. De radioprogrammas worden, ook volgens de beheersovereenkomst, vrijwel uitsluitend door het interne productiehuis gemaakt, omdat het productieproces anders is dan bij televisieprogrammas, want de flow van de actualiteit wordt meer gevolgd.
Voor verder aanbod geldt dat de VRT kwaliteitsvolle programmas wil blijven maken die nauw aansluiten bij het DNA van een openbare omroep. Daarbij houdt de VRT wel rekening met de kostprijs van de producties en de belangrijke opdracht dat zij ook de Vlaamse audiovisuele sector moet stimuleren. Het eventueel outsourcen van de nieuwsdienst is niet toelaatbaar in deze beheersovereenkomst.
Waarom hebben we u nog niet geïnformeerd? Collegas, ik wil gerust elke week een update geven, maar er is in vergelijking met wat in januari publiek is gemaakt, nog niet zo heel veel nieuws te vertellen. Daarover hebben we toen hier ook even gesproken. Er wordt nu volop gezocht naar de beste werkwijze. Dat zal ook wel worden afgesproken in overleg tussen de regering en de VRT. Dan kan een of andere vorm van mededinging worden gestart, wat toch zal moeten gebeuren. Zeg het maar. Ik wil u zeker en vast geen informatie onthouden. Elke keer dat u het vraagt, kom ik, maar wees dan niet ontgoocheld als ik niet zo veel te zeggen heb.
De heer Bart Tommelein : Dank u wel, minister, voor de uiteenzetting. Eén ding is toch wel duidelijk geworden: de deadline van 30 juni zal heel moeilijk haalbaar zijn. Daarin moeten we duidelijk zijn. Het stappenplan dat in de beheersovereenkomst stond, kan gewoon niet worden gehaald. Als je ernstig werk wilt leveren, zie je dat je meer tijd nodig hebt. Dat is toch al nieuws op zich. We moeten het niet voor de zomer verwachten, tenzij u opnieuw tijdens het parlementaire reces een mededeling doet, minister, maar dat lijkt me moeilijk in dit dossier.
U hebt op alle vragen geantwoord. Ik ben tevreden dat er overleg is met en over de RTBF. U hebt gesproken met de minister-president van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, maar u hebt nog geen contact gehad met uw collega. Misschien kunt u daar uw licht eens opsteken. Ik heb de indruk dat men al vertrekt van een bepaalde richting, maar misschien blijkt uit de studie het belang van het delen van accommodatie. Het is niet omdat de ene Franstalig is en de andere Vlaams, dat er geen dubbel gebruik kan worden vermeden. Of het nu Franstaligen zijn of Vlamingen, het zijn allemaal belastingbetalers.
Ik ben er trouwens ook voorstander van om voor bepaalde zaken samen te werken met de commerciële omroepen. Het is niet omdat je concurreert op radio of televisie, dat je niet af en toe kunt samenwerken. Er zijn trouwens genoeg voorbeelden van shows die samen worden georganiseerd. Dat moet een optie zijn.
Ik begrijp dat een verhuis buiten Brussel niet de voorkeur wegdraagt, maar stel dat er een goed dossier zou zijn, dat op alle vlakken bevredigend is. Ik begrijp wel dat de hoofdstad van je land een symboolwaarde kan hebben, maar ik vind dat in de eerste plaats rationele argumenten moeten spelen en het belang van het goed werken van de omroep. Een goed dossier, met alles op een rijtje, zonder veel emotionele argumenten, lijkt me de verstandigste optie.
Minister, ik heb begrepen dat we misschien best na het reces al wordt dat waarschijnlijk na de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 opnieuw eens kijken wat de stand van zaken is. Het is niet omdat u geen nieuwswaarde hebt, dat u geen stand van zaken kunt geven, al is het maar dat er in feite niets veranderd is. Het leeft bij de betrokken partijen en in de media. Het is goed dat we regelmatig horen of er wijzigingen zijn of niet.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik heb goed geluisterd. Er zit inderdaad niet zo veel nieuwe informatie in, maar ik onderschrijf de mening van de heer Tommelein, zoals ik ook al eerder naar voren heb gebracht, dat emotionele argumenten zoals de locatie in een hoofdstad beter niet meetellen in het verhaal van een modern mediabedrijf. Vroeger was dat zo: Londen zendt uit, Brussel zendt uit. Maar die tijden zijn veranderd. Je moet met open vizier kijken naar de mogelijkheden. Manu militari vasthouden aan de geografische emo zou de rekening wel eens anders kunnen doen uitdraaien, als ik kijk naar de kostprijzen in en rond Brussel. Ik twijfel er niet aan dat men daar ook oog voor heeft.
Ik vind het vreemd dat dit aspect verdwenen lijkt in de discussie. De openbare omroep heeft een zeer modern multiplatform ontwikkeld, de achterste kantoorgebouwen, zeg maar. De discussie draait meestal om het voorgebouw in een ouderwetse DDR-stijl uit de jaren 60, met betonrot en dergelijke, met de vakjes of konijnenkoten. De achterbouw van de VRT is modern. Ik hoop dat dat afgeschreven is, als dat wordt verlaten. Dat moet je toch ook allemaal in de nieuwe locatie onderbrengen. Ik kan me niet inbeelden dat dat een goedkope operatie is. Voor de structuur van televisiestudios zijn er vandaag inderdaad veel gemakkelijkere constructies dan degene die er staan, die voor een groot deel in baksteen zijn, terwijl je vandaag grote hangars kunt gebruiken. Zijn al die pistes wel bekeken?
Je kunt de VRT administratief in Brussel laten, maar het productionele en technische deel, alles wat te maken heeft met radio, televisie en nieuwe media, kun je in een moderne site onderbrengen in een soort mediapark. Waar dat is, laat ik in het midden. Ik heb begrepen dat heel veel burgemeesters dat op hun revers willen spelden voor de verkiezingen. Het moet nuchter worden bekeken.
Als er minder ruimte nodig is, ga ik ervan uit dat die discussie wordt gevoerd over ruimte in de administratie: niet meer vijf medewerkers in vijf kantoortjes, maar open vlaktes. In de productie zelf gebeurt dat al. We zijn er al genoeg rondgeleid, ook bij de voorstelling toen het allemaal gerenoveerd was. De kern van de openbare omroep, de productie, is volgens mij geoptimaliseerd. Het gaat toch als zwaartepunt over de werkkracht van de VRT en de site en het gebouw. Ik volg het verder op, samen met iedereen, ook u. Ik hoop dat men de goede keuzes maakt, zo niet is het onze taak om moeilijke vragen te stellen.
De heer Veli Yüksel : Minister, uit uw antwoord kan ik opmaken dat er geen nieuws is, maar we zijn wel dertig dagen voor de deadline. Dat is misschien wel nieuws. Het is een heel complex dossier, met heel veel aanverwante zaken en heel veel gevolgen, om te beginnen voor het personeel en de organisatie van het werk. Het wordt tijd dat we weten in welke richting het zal gaan.
Die technische dossiers en alle analyses moeten we uiteraard afwachten, maar het feit dat er vandaag geen nieuws is, is een reden voor speculatie. We hebben Vilvoorde gehad, Mechelen en nu Antwerpen. Dat is onvermijdelijk, maar we zijn nog juist een maand verwijderd van de deadline. Ik hoop dat u die haalt, maar ik kan uit uw antwoord geen aanwijzingen halen om te denken dat die deadline zal worden gehaald.
In verband met de outsourcing hebt u gezegd dat de VRT minder ruimte krijgt, maar die efficiënt zal gebruiken. Uiteraard, maar outsourcing gaat over personeelsorganisatie. Daarop hebt u naar mijn gevoel weinig concreet geantwoord. Zal er op een andere manier worden gewerkt? Zullen bepaalde diensten worden uitbesteed? Dat is de vraag. Daarop zou ik een formeel antwoord willen krijgen. En klopt het dat de studie voor de piste van de valorisatie van het omroepcentrum is toevertrouwd aan een dochterbedrijf van de NMBS of heb ik dat verkeerd begrepen?
Mevrouw Yamila Idrissi : Minister, ik wens u hartelijk te danken voor uw uitvoerig antwoord. Ik ben een beetje verbaasd dat de heer Yüksel zegt dat het nieuws is dat we dertig dagen van de deadline verwijderd zijn. Bij mijn weten was dat zo voor deze zitting, zal het zo zijn tijdens deze zitting en zal het nog altijd zo zijn erna. Ik begrijp de opmerking niet goed dat dat nieuws zou zijn.
Ik ben verheugd te horen dat u al contact hebt gehad met de minister-president. Dat is heel belangrijk voor dit dossier. Er zijn een aantal punten waaraan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kan werken. Dat is belangrijk voor het huisvestingsdossier van de VRT.
U zegt dat we hierover in deze commissie niet om de twee weken een debat kunnen hebben. Ik ben het daarmee eens. Maar het feit dat De Morgen bericht dat er gesprekken gaande zijn met de NMBS is wel een nieuw element, dat vragen oproept.
De voorzitter : Er is al een paar keer, al dan niet in bedekte termen, gesproken over de manier waarop we dit aanpakken in de commissie. Ik heb, ook ten gevolge van de afspraak die werd gemaakt naar aanleiding van drie actuele vragen over de uitspraak over Mechelen, in eer en geweten gemeend dat we op de hoogte moesten worden gehouden, maar dan wel in de geest van het Mediadecreet en de beheersovereenkomst.
Ik lees de kranten ook. Je kunt voorspellen dat daarover vragen om uitleg zullen worden gesteld. Ik wil u dat recht niet ontzeggen. Daarom heb ik de minister herinnerd aan die afspraak. De heer Wienen alludeert daarop. De minister en haar kabinet zijn zo vriendelijk geweest om zich opnieuw ertoe te verbinden om, zodra er substantieel nieuws op de tafel van de regering zou komen, ons daarover onverwijld te informeren.
Collegas, het is zeer aannemelijk dat er de volgende dagen en weken over elke demarche waarbij meer dan één partij betrokken is berichten zullen worden gepubliceerd. We kunnen daarover debatteren, en dan telkens vaststellen dat er weinig nieuws is, behalve het nieuws dat er geen nieuws is. Maar dan zullen wij ook in onze werking een aantal deadlines niet halen. Het Bureau heeft een andere beslissing genomen. Ik had hier strikt genomen enkel de interpellatie moeten agenderen. Ik heb dat niet willen doen uit respect voor de vragen om uitleg, maar ik moest dat niet doen. We hadden het bij die ene interpellatie kunnen houden. Dat vond ik niet netjes. Het gaat over hetzelfde onderwerp. Het Uitgebreid Bureau heeft een beslissing genomen in afwezigheid van een fractie. Tot daar aan toe. Het Bureau heeft mij dan gevraagd om de vragen om uitleg te agenderen. Wie het reglement van het parlement kent, weet dat het Bureau dat normaal niet doet. Een suggestie of advies is mogelijk, maar meer niet. Ik heb het gedaan om andere redenen.
Collegas, in alle openheid en transparantie en oprechtheid en in het streven naar een goede manier van werken wil ik vermijden om te debatteren telkens als er een bericht wordt gelanceerd. We hebben trouwens niet altijd de mogelijkheid om dat à la minute te doen. Kijk maar hoe het vandaag is gegaan. We hebben het, door een speling van het lot, twee tot drie weken later moeten doen. We reageren daar niet altijd oververhit op, wetende dat er vaak niet veel nieuws is. Dat is niet omdat de minister niet ondervraagd en gecontroleerd mag worden, integendeel. Maar als er niet veel nieuws is, kun je er niet veel over ondervraagd worden.
Mijnheer Yüksel, u maakte ons attent op een deadline die in de beheersovereenkomst staat. Ik heb daarover een inhoudelijke opmerking. In de beheersovereenkomst staat inderdaad dat de openbare omroep drie scenarios moet uitwerken. Als dat is gebeurd, moet de regering op die datum een beslissing nemen. Maar het zou niet de eerste keer zijn dat een bestuursniveau een beslissing neemt, vaststellende dat niet alle elementen er zijn om een beslissing te nemen, en dus een beslissing neemt in de lijn, die ook de heer Tommelein noemt, van het feit dat er nog geen beslissing kan worden genomen omdat het dossier niet rijp is. Ook daar moeten we elkaar op de hoogte houden, zodat we dat in alle transparantie samen kunnen behandelen.
De heer Wienen zei dat dit heeft gewerkt als een rode lap op een stier. Het Bureau staat op zijn strepen en zegt dat de minister dat niet moet zeggen. Ik heb de minister gevraagd of zij toch niet vergeten was dat wij een afspraak hebben gemaakt. Het was alleszins niet haar bedoeling om te zeggen dat zij dat niet opportuun vond. Het was op mijn uitnodiging. Zodra ik de bevestiging had, heb ik dat meteen aan alle collegas meegegeven. Dat was mijn enige motivatie om negatief te adviseren bij het Uitgebreid Bureau. Dat had niets te maken met dingen niet mogen controleren of ze niet mogen weten: het ging enkel om de garantie dat we stelselmatig op de hoogte zouden worden gehouden van echt nieuws.
De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Voorzitter, u noemt de heer Wienen. De heer Wienen is nu even naar de commissie Onderwijs. Hij wil zich hiervoor uitdrukkelijk verontschuldigen. Hij probeert zo snel mogelijk terug te komen.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Minister, wij weten dat outsourcen modern is en dat ook onze openbare omroep daar niet aan ontsnapt. Ik zou u toch willen vragen en ik denk dat u dat wel zult doen om de nodige omzichtigheid aan de dag te leggen en om daarop te wijzen in uw contacten met de openbare omroep. Outsourcen moet met mate gebeuren. Onze VRT moet in elk geval alle belangrijke competenties, die nodig zijn om een omroep draaiende te houden, ook in eigen huis aanwezig hebben.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Mijnheer Vandaele, ik ben het eens met u. Ik denk dat mijn antwoord duidelijk was: de huisvestingsproblematiek is geen excuus om een doorgedreven outsourcing door te voeren. De VRT moet uiteraard permanent bekijken hoe zij haar werkzaamheden organiseert. Het is een constante zorg om te bekijken wat er met de interne en externe productiehuizen gebeurt. Ik heb de grote lijnen aangehaald van wat er zeker allemaal intern blijft, zoals het ook in de beheersovereenkomst vermeld staat.
Mijnheer Yüksel, ik heb de drie studies genoemd die zijn uitgevoerd. Ze zijn afgerond. U vraagt nu naar de studie die moet berekenen wat de valorisatiewaarde zou kunnen zijn van de terreinen aan de Reyerslaan. Dat is gebeurd op basis van marktvergelijkingen. Die studie is afgerond en heeft de VRT een inzicht gegeven in wat de opbrengsten zouden kunnen zijn indien ze dat terrein verlaat. In de verschillende scenarios moet rekening worden gehouden met die cijfers.
Ik wil nog eens aan iedereen die het nog niet heeft begrepen duidelijk zeggen dat wij, gezien het traject dat moet worden afgelegd, niet voor 30 juni 2012 zullen beslissen waar de VRT zal worden gehuisvest. Er is meer tijd nodig om een fatsoenlijke, transparante besluitvorming en een mededinging te organiseren. Ik wil iedereen geruststellen: er zal geen beslissing worden genomen voor het reces.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, dank u voor uw antwoord. Mijn bekommernis van daarnet is niet alleen door mijn aanvoelen ingegeven. In een document van 2007 ging het over het TOM-project, de renovatie van de VRT-gebouwen. Ik citeer letterlijk wat mij mijn vraag over het platform heeft doen stellen: Het zoeken naar een andere locatie met nieuwbouw, werd eveneens overwogen. De bestaande technische structuren o.a. radiostudios die als box in the box zijn gebouwd, een eigen fundering bezitten en geen enkele raakvlak hebben met het omsluitende gebouw zijn vandaag nog steeds van een uitzonderlijk hoog kwalitatief niveau, dat het haast onmogelijk en absoluut onbetaalbaar zou zijn om ze in een nieuwbouwproject te herhalen. In de jaren zestig was gewoon voor het allerbeste gekozen en de technische infrastructuur werd voortdurend verbeterd.
Dat zijn niet mijn woorden, het zijn de woorden van de experts. Die documenten zijn nog altijd als pdf beschikbaar. Mijn bekommernis is ingegeven door deze technische adviezen, die er zijn op basis van bestaande renovatiedelen die er zijn geweest. Dat matcht even niet met wat ik heb gelezen.
In 2002 werd gestart met PROCOS, een grondig onderzoek naar de bestaande situatie en de behoeften. Na een jaar daaraan werken is daaruit het masterplan inzake renovatie voortgekomen. U begrijpt, dat staat een beetje haaks op wat ik vandaag hoor bij de openbare omroep. In het verleden werd gezegd dat de renovatie van de productiecellen en alles wat met radio te maken heeft, onbetaalbaar is omwille van de hoge kwaliteit. Ofwel gaat men dan naar een andere locatie, ofwel doet men het minder goed en goedkoper. Ergens moeten we toch eens een beslissing horen. Voor mij is dat ook goed, als ze het goedkoper willen, minder perfectionistisch, minder goed, oké. Maar nu is dat niet duidelijk.
De voorzitter : De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn : Ik kondig een motie aan.
Motie
De voorzitter : Door de heer Deckmyn werd tot besluit van deze interpellatie een motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering uitspreken.
De interpellatie en de vragen om uitleg zijn afgehandeld.