Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 24/05/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Kathleen Deckx tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de Europese school in Laken
- 1832 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Ann Brusseel tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over eventuele samenwerking met de Europese scholen in het kader van bredeschoolprojecten
- 1850 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Goedele Vermeiren tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de nieuwe Europese school in Laken
- 1898 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Deckx heeft het woord.
Mevrouw Kathleen Deckx : Voorzitter, minister, collegas, nog niet zo heel lang geleden vernamen we via de pers dat de federale overheid ettelijke miljoenen, ongeveer 88 miljoen euro, investeert in de nieuwe Europese school in Laken. 1500 kinderen van Europese ambtenaren zullen daar in de toekomst in de heel goede omstandigheden les kunnen volgen. Bevoegd staatssecretaris Servais Verherstraeten vindt dat dit een mooi visitekaartje is voor ons land.
De vakbonden, het onderwijsveld en de publieke opinie zijn het niet helemaal eens met de staatssecretaris. ACOD-secretaris Hugo Deckers zegt in de pers dat het pervers is dat een overheid zo veel geld investeert in dat dure schoolgebouw voor de Europese ambtenaren, terwijl er tegen 2020 20.000 leerplichtige kinderen in Brussel bij komen en het capaciteitstekort nu al een feit is. Daarenboven is het zo dat de school, die voor kinderen van Europese ambtenaren kosteloos is, aan Belgische kinderen ongeveer 3000 euro per jaar zou kosten.
Het verhaal dat in de pers naar voren werd gebracht, vond ik redelijk ongelukkig. Het is daarom, minister, dat ik u een aantal vragen wil stellen. Ik heb de indruk dat werd verteld dat er in Vlaanderen en Brussel een nijpend tekort aan schoolgebouwen is, dat iedereen op lange wachtlijsten staat, maar dat er wel een luxueus Europees complex wordt gebouwd. Het kwam over alsof de reguliere budgetten voor het optrekken van onderwijsgebouwen ingezet worden voor de bouw van dat luxueuze schoolgebouw. Ik denk dat daarover enige duidelijkheid moet worden gegeven.
Minister, wat is uw reactie op de bouw van deze school? In welke mate is er overleg geweest met de federale overheid? Is er een aandeel van de Vlaamse overheid? In welke mate kunnen er eventueel afspraken gemaakt worden met de Regie der Gebouwen met betrekking tot de uitbreiding van het schoolpatrimonium in Brussel? Kan het gebouw ook op een andere manier gebruikt worden, bijvoorbeeld na de schooluren voor andere activiteiten?
De voorzitter : Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Ann Brusseel : Voorzitter, minister, ik heb dezelfde berichtgeving gelezen. We hebben vandaag vijf Europese scholen: vier in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en eentje in Mol. In ons land zijn er 11.077 Europese leerlingen, een aantal dat jaarlijks met 400 aangroeit door de uitbreiding van de Europese Unie. Daardoor was er nood aan een nieuwe Europese school. Vanuit mijn fractie hebben we daar alle begrip voor, we zijn heel tevreden dat er nog een Europese school komt.
Voor deze nieuwe Europese school werd de leegstaande Koninklijke Kadettenschool in Laken gerenoveerd en met nieuwe vleugels aangevuld. Vanaf september 2012 zullen 2500 tot 3000 leerlingen van de kleuterschool, lagere school en middelbare school hun intrek nemen in deze nieuwe school. Als mijn cijfers juist zijn, gaat het om meer dan 1500 kinderen van de EU-ambtenaren alleen.
De Regie der Gebouwen, de bouwheer voor de Belgische overheid, heeft 88 miljoen euro geïnvesteerd om op de site van de Koninklijke Kadettenschool in Laken een moderne school te bouwen met alle moderne voorzieningen: bibliotheek, ondergrondse parking, een afzonderlijk gebouw met labos, sporthallen en een cafetaria. Als we daar de waarde van de grond bij nemen, dan loopt het totale kostenplaatje wel op.
Hierop kwam heel wat kritiek van de onderwijsvakbonden, die verontwaardigd zijn dat de Belgische staat zoveel investeert in een Europese school terwijl elders capaciteitstekorten zijn.
Ik wil daar even dieper op ingaan. Die redenering klopt niet helemaal, en getuigt ook van een kortetermijnvisie. België, als gastland van de Europese instellingen, genereert economische winst en werkgelegenheid. Dat is een troef, wat betekent dat de investering in schoolinfrastructuur een goede investering is. Bovendien is het zo dat ook Belgische kinderen daar school kunnen lopen. Naar Belgische normen is 3000 euro inschrijvingsgeld veel, maar zo krijgen Belgen de kans te kiezen voor een meertalige opleiding die de Vlaamse Gemeenschap zelf maar niet wil organiseren. Om het in het Oostends te zegen: dat is de buil met de bluts nemen.
Brussel, als hoofdstad van de Europese Unie, levert een immense troef op. Wij moeten dus niet enkel de lusten, maar ook de lasten accepteren. De onderwijsvakbonden moeten inzien dat die scholen niet losstaan van de Europese instellingen. Als die instellingen vertrekken, moeten wij die investeringen niet meer doen, maar dat zal ons problemen op het vlak van economie en werkgelegenheid opleveren. Die investering is dus gerechtvaardigd. Maar het zou fijn zijn mochten de Europese scholen hun infrastructuur sporthallen, zwembaden, groene ruimte willen openstellen voor scholen van de Vlaamse Gemeenschap, in het kader van een bredeschoolakkoord. Wij worstelen immers met een probleem op het vlak van onze infrastructuur, naast de problemen met de capaciteit.
Minister, hoe staat u tegenover een samenwerkingsakkoord met de Europese scholen in het kader van de brede school? Zijn er juridisch-technische belemmeringen die een eventuele samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap en Europese scholen in het kader van brede school in de weg staan? Welke stappen wilt u eventueel ondernemen om de Europese scholen bij de bredeschoolprojecten in Brussel te betrekken?
De voorzitter : Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw Goedele Vermeiren : Voorzitter, minister, collegas, na de toelichting van de vorige sprekers zal ik niet in herhaling vallen. Het probleem is gekend, want de pers heeft erover bericht. De nieuwe Europese school in Laken heeft de gemoederen beroerd. België heeft als gastland van de Europese Unie de plicht om ervoor te zorgen dat de kinderen van de Europese ambtenaren hier school kunnen lopen. Een investering van 100 miljoen euro voor iets wat als een vrij luxueus gebouw wordt beschreven, doet wel de wenkbrauwen fronsen, gezien onze problemen op het vlak van infrastructuur en capaciteit.
Minister, heeft de Vlaamse overheid een rol gespeeld bij de oprichting van deze school? Kunnen de sportzalen en polyvalente ruimtes voor andere scholen of verenigingen in de buurt ter beschikking worden gesteld, in het kader van een bredeschoolaanpak? Weet u of op korte of lange termijn de capaciteitsuitbreiding in Brussel en Vlaanderen structureel wordt aangepakt? Het probleem komt steeds opnieuw op tafel te liggen. Een kortetermijnaanpak biedt geen soelaas.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik vind dat de vraagstellers wel een punt hebben als zij wijzen op het exorbitante kostenplaatje van de investering: 88 miljoen euro. Ik weet niet hoeveel schoolgebouwen u daarmee kunt bouwen, maar het zullen er toch wel enkele zijn. Het lijkt een disproportionele investering. Mevrouw Brusseel wijst er wel terecht op dat dit gebeurt in het kader van onze verplichtingen als gastland van Europa en Brussel als Europese hoofdstad. Europa is goed voor ongeveer 20 procent van de Brusselse economische omzet. Maar die investering zal de populariteit van Europa bij het volk niet ten goede komen. Het volk mort al over de hoge wedden van de Europese ambtenaren, over hun belastingprivilegies en over de verdringing op de woningmarkt in Brussel. In dat licht is het kostenplaatje dus erg hoog, maar het is wel een federale beslissing.
Het feit dat 3000 euro inschrijvingsgeld moet worden betaald, moet men los zien van het capaciteitsprobleem. Wie dat niet doet, maakt een denkfout post hoc ergo propter hoc: het is niet omdat het ene en het andere er zijn dat het ene een gevolg is van het andere. Het capaciteitsprobleem is een probleem op zich, en moet ook op zichzelf worden opgelost. Die koppeling maken, getuigt van enig populisme. Ik wil erop wijzen dat 3000 euro inschrijvingsgeld voor een privéschool niet exorbitant is. De mensen van Arboretum in Kraainem willen een drietalige school Engels-Frans-Nederlands oprichten wat op zich geen slecht initiatief is , en daar zal het inschrijvingsgeld 10.000 euro bedragen. Die mensen zeggen mij dat zij dat bedrag wel moeten vragen om te kunnen rondkomen. Maar dat doet niets af aan de grondwettelijke plicht om iedereen gratis leerplichtonderwijs te verschaffen.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, collega's, het is al gezegd: het afsluiten van een dergelijke overeenkomst behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de Federale Regering. Daarover is een bilateraal zetelakkoord afgesloten tussen België en de Europese Unie. Hierin worden afspraken gemaakt over de gratis terbeschikkingstelling en het onderhoud van aan de behoeften van de nieuwe school aangepaste lokalen. Het akkoord met België dateert uit 1962, en de basis ervan is verdragsrechtelijk. Daaruit blijkt dat wij inderdaad een aantal Europese scholen hebben.
De gemeenschappen zijn op geen enkele manier betrokken partij. Wij maken als waarnemer wel deel uit van de Groupe de suivi des écoles Européennes, die per jaar enkele keren samenkomt om de stand van zaken betreffende de infrastructuur van de Brusselse Europese scholen te bespreken. De Vlaamse Gemeenschap detacheert leerkrachten naar die Europese scholen, maar in wezen gaat het toch om een afzonderlijk, parallel circuit.
De federale Regie der Gebouwen bouwt die scholen. Dat is een uitzondering op de algemene regel dat de federale overheid zich daar eigenlijk niet mee bezighoudt. Ik zou niet te veel in dat potje roeren, want voor wij het weten, heeft het federale niveau het lumineuze idee om die bevoegdheid over te hevelen en krijgen wij de taak om die scholen te bouwen. De regeling dat de federale overheid het doet, is aangenamer voor onze portemonnee, voor de Vlaamse begroting.
Uiteraard denk ik ook dat het aangewezen is dat een dergelijke school samenwerkt met de buurt. Dat vragen we ook aan de klassieke Vlaamse scholen. Ik denk dat in eerste instantie dat initiatief het best komt van de andere scholen in de omgeving en eventueel van verenigingen in de omgeving. Als dat problematisch zou verlopen, zouden wij eventueel tussenbeide kunnen komen. Ik heb op dit moment niet meteen de bedoeling om een heel actieve rol te spelen.
U vraagt dat die Europese school een brede school wordt. Dat vind ik belangrijk. Wat ik misschien wel kan doen, is kijken hoe we de conceptnota Brede School kunnen overmaken aan de Europese scholen en dan kijken naar hun welwillendheid. Laat ons dus eerst de bredeschoolnota afronden en overmaken aan de Europese scholen. Ik hoop dat andere lokale scholen het initiatief nemen om met de Europese school zon bredeschoolverhaal uit te bouwen. Als het nodig is, kunnen we dan vanuit de politiek een extra duwtje geven.
Mevrouw Kathleen Deckx : Dank u wel, minister, voor uw antwoord. U wilt dat misschien liever binnenskamers houden en ik begrijp het motief, maar ik denk toch dat het heel belangrijk is voor de Vlaamse burger dat we duidelijk stellen dat de kostprijs voor deze school niets te maken heeft met de budgetten voor scholenbouw van Vlaanderen.
Minister Pascal Smet : Dat heeft niets met elkaar te maken.
Mevrouw Kathleen Deckx : Het is heel belangrijk dat dat onderscheid wordt gemaakt. Vooral in de pers ontstond er verwarring of het ten koste zou gaan van het Vlaamse en het Brusselse schoolpatrimonium. Dan kan ik de reactie wel begrijpen dat het overdreven zou zijn. Ik ben heel tevreden dat u zegt dat we tot een vorm van samenwerking zouden moeten komen, zodat het gebouw ook door verenigingen en scholen in de buurt kan worden gebruikt.
Mevrouw Brusseel, ik ben helemaal niet tegen Europese ambtenaren of instellingen in Brussel en het feit dat daarvoor accommodatie moet zijn. Alleen moet dat in alle redelijkheid gebeuren en moet daarover worden gewaakt. Ik woon trouwens in Mol en daar hebben we al heel lang een Europese school, in de beste relaties.
Mevrouw Ann Brusseel : Ik verwijt vooral het ACOD een populistische reactie, niet u, mevrouw Deckx. Het is kortzichtig om zo te fulmineren tegen de Europese instellingen, alsof die ambtenaren hier kunnen genieten van ongehoorde luxe.
Ik ben het met u eens, collegas, dat het een dure aangelegenheid is. Daarom vond ik de suggestie van mevrouw Deckx niet slecht om eens te horen bij de Regie der Gebouwen of ze niets hebben leegstaan, als er dan toch een capaciteitsprobleem is in Brussel. De Regie der Gebouwen staat nu ook niet bekend voor de meest overzichtelijke of soepele aanpak in het beheer. Daar zit misschien wel muziek in, minister. Ik begrijp dat u een beetje terughoudend bent om in de pot te gaan roeren, omdat u wilt vermijden dat u wordt gezegd dat u meer geld hebt om de problemen aan te pakken. In Brussel staan toch gebouwen leeg die in het bezit zijn van de stad of een andere overheid. Ik zie al aan uw lichaamstaal dat u bereid bent om daarover na te denken.
Ik had nog graag, als dat mogelijk is, een antwoord gekregen op mijn tweede vraag. U stelt dat een samenwerking met de buurt of met andere scholen op hun initiatief moet gebeuren. Maar als dat niet lukt, stelt u dat de Vlaamse Gemeenschap kan ingrijpen. U wilt het daarover hebben wanneer we de conceptnota bespreken. Zijn er in dat geval juridisch-technische belemmeringen, die een samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap en dergelijke Europese scholen in de weg staan? (Opmerkingen van m inister Pascal Smet)
Geen enkele? Oké. Wanneer u het concept brede school bespreekt, kunnen we eigenlijk al eens nagaan welke samenwerkingsvormen mogelijk zijn tussen verschillende overheden, want ik denk dat het niet altijd van een leien dakje zal lopen. Iedereen vindt alle ideeën van samenwerking altijd fantastisch, totdat de rekening wordt gepresenteerd en het gaat over de verzekering van toestellen, infrastructuur en dergelijke. We zullen er dieper op ingaan wanneer we de conceptnota voor de brede school bespreken.
Minister Pascal Smet : Voor de eerste vraag is er uiteraard geen bezwaar. De tweede vraag is typisch iets dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in zijn regierol zou moeten opnemen. U weet dat ik minister-president Picqué een brief heb gestuurd om te vragen dat hij de taskforce van Brussel voor de capaciteitsproblematiek nog eens dringend opnieuw bijeenroept. In Antwerpen doet de schepen van Onderwijs dat, in Brussel zou de minister-president dat moeten doen.
Mevrouw Ann Brusseel : Het zou ideaal zijn dat zij de regie opnemen, maar u bent minister van Onderwijs en als u het goed voor hebt met de kindjes in de Vlaamse Gemeenschap, kunt u het ook ter sprake brengen. Ik zal ook nog eens in die pot roeren.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.