Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 14/06/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de brandveiligheid in internaten en scholen
- 1804 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Voorzitter, minister, collega's, ik volg dit dossier al sinds 2010 op. Uit uw antwoord op mijn vraag om uitleg in de Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen van 25 maart 2010 bleek dat men voor 14 procent van de scholen niet weet of zij voldoen aan de brandweernormen. Voor 18 procent van de scholen was het brandweerverslag negatief en voor de meerderheid van de scholen positief. Ik verwijs ook naar de actuele vraag die ik u stelde in de plenaire vergadering van 6 april 2011. De resultaten van de vijfjaarlijkse doorlichting van de Vlaamse internaten was net achter de rug. Een op vier internaten scoorde slecht op het vlak van hygiëne, een op vier deed het niet goed op het vlak van brandveiligheid en 51 procent kreeg een ongunstig advies. Verder bleek ook dat veel problemen te wijten zijn aan de verouderde infrastructuur.
De ingewikkelde regelgeving en de vraag wie bevoegd is, spelen dit dossier parten. U zei dat in de eerste plaats de directie, de burgemeester en het schoolbestuur verantwoordelijk zijn voor het halen van de normen. De onderwijsinspectie doet een marginale toetsing om te zien of de voorwaarden vervuld zijn. Voor de basisnormen inzake brandveiligheid is de federale overheid bevoegd. De Vlaamse overheid kan aanvullende regels opleggen. U zei dat er in middelen is voorzien om de prioritaire werken door het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) te laten behandelen. Een jaar eerder had u al voor bijna 3 miljoen euro aan werken laten uitvoeren.
Voorts is voor de internaten iets minder dan 50 miljoen euro opzijgezet. Aan de DBFM-operatie (Design Build Finance Maintain) deden vier internaten mee. De mogelijkheid bestond om extra initiatieven te financieren. Die operatie zou worden geëvalueerd, om nadien een tweede te lanceren waarbij zowel scholen als internaten in aanmerking komen. U stelde zich ten slotte ook de vraag wie de hoofdverantwoordelijke is voor de residentiële opvang in internaten. U zou hierover overleggen met minister van Welzijn Vandeurzen. Hieruit zou ook een nieuwe, transparante regelgeving voor internaten moeten voortvloeien.
Minister, wat is de stand van zaken van de uitvoering van de prioritaire werken door AGIOn? Hoeveel middelen werden tijdens deze legislatuur al besteed aan prioritaire schoolinfrastructuurwerken? Hoeveel middelen werden al besteed aan verbouwingswerken en aan nieuwbouw van internaten? Is intussen al werk gemaakt van het nieuwe decreet voor de internaten? Werd er overlegd met minister Vandeurzen? U sprak van een taakverdeling en een overzicht van wie wat zal financieren. Zijn die verdeling en dit overzicht er inmiddels? Is er intussen al contact geweest met de Federale Regering om te bekijken hoe de brandveiligheidsnormen beter kunnen worden afgestemd? Ik ben nieuwsgierig naar uw antwoorden.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, collega's, van de middelen die sinds juli 2009 werden vastgelegd voor prioritaire werken aan internaten was ongeveer 3,4 miljoen euro specifiek bestemd voor brandveiligheidswerken en ongeveer 790.000 euro specifiek bestemd voor werken aan het sanitair. Voor de brandveiligheidswerken betreft het 24 aanvragen, waarvan er 22 in uitvoering of uitgevoerd zijn. De andere twee dossiers zijn in gunningsfase. Voor de dossiers sanitair betreft het 12 aanvragen, waarvan er 8 in uitvoering, 3 in gunningsfase en 1 in ontwerpfase zijn.
In totaal werd er van juli 2009 tot juni 2012 voor ongeveer 11.675.000 euro aan subsidies vastgelegd voor werken aan internaten en voor de aankoop van gebouwen voor internaten. De verdeling per jaar ziet er zo uit en ik geef de afgeronde cijfers: vanaf juli 2009 1,9 miljoen euro; in 2010 3,12 miljoen euro; in 2011 5,34 miljoen euro; in 2012 1,3 miljoen euro.
Wat het nieuwe decreet over de internaten betreft en het overleg daarover met minister van Welzijn Vandeurzen, kan ik op dit moment niet meer zeggen dan dat ik in mei 2012 als antwoord op verschillende vragen over plaatsingen in internaten heb gezegd dat ik dit beleidsproject opneem en dat het wordt besproken met minister Vandeurzen. Wij hebben afgesproken om tegen het einde van deze legislatuur een concept- of visienota op te stellen. We gaan daarbij vertrekken van het principe: gewoon is een bevoegdheid van Onderwijs en buitengewoon een van Welzijn.
Wij hopen al eerste stappen te zetten, maar dat is afhankelijk van de budgettaire evolutie. Ik veronderstel dat minister Muyters u ook al wel zal hebben verteld dat dit voor de jaren 2013 en 2014 niet evident is. Het is dus erg belangrijk dat wij alles conceptmatig uitwerken, opdat de volgende regering dan meteen de nodige beslissingen kan nemen. Als er een economische heropleving komt, zullen wij nagaan wat nog tijdens deze legislatuur kan gebeuren. Tot op heden werd hierover nog niet met de federale overheid vergaderd. Wij hebben wel altijd de nadruk gelegd op noodplanning. Daartoe werden een dvd en een noodplan ontwikkeld en verspreid. Bovendien werd in elke provincie een studiedag georganiseerd, waarbij ongeveer zeshonderd onderwijsinstellingen werden bereikt. Verder is aan de onderwijsinstellingen de kans geboden om deel te nemen aan werkgroependagen waar nog meer gedetailleerd op deze problematiek over noodplanning werd ingegaan.
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij te vernemen dat er in elk geval een evolutie is in dit dossier. Uiteraard moet men altijd rekening houden met de budgettaire beperkingen. Toch ben ik blij te zien dat er de voorbije jaren vooruitgang werd geboekt op het terrein. Dat is immers heel belangrijk. Niemand wil uiteraard een brand meemaken. Sommige branden kan men nu eenmaal niet voorkomen, maar men kan er natuurlijk wel alles aan doen om te proberen ervoor te zorgen dat de gevolgen van zon brand minimaal zijn. Dat doen we door de kinderen de kans te bieden veilig te worden geëvacueerd, en ook door ervoor te zorgen dat de infrastructuur zo brandveilig mogelijk is.
Ik heb ook begrepen dat er nog altijd geen concrete resultaten zijn van dat overleg met minister Vandeurzen. Ik wil er toch op aandringen dat dit zo snel mogelijk zou worden afgerond. Natuurlijk begrijp ik dat de uitvoering ervan ook een werk zal zijn voor de volgende legislatuur, maar dit probleem sleept al jaren aan.
Wat de Federale Regering betreft, noodplannen zijn inderdaad ook belangrijk en ik ben blij dat er op dat terrein toch ook al vooruitgang is geboekt. Ik zal dit dossier zeker blijven volgen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.