Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 19/04/2012
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de vermindering van de openbare mandaten bij energiedistributienetbeheerders
- 1402 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, een tijdje geleden ondertussen al zolang ik hier zit hebben we het debat gevoerd over de intercommunales. De initiatieven die u reeds genomen hebt om de raden van bestuur van Eandis nog voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober dit jaar af te slanken, lijken mij een terechte ingreep. Eandis is daar ook op een correcte manier mee omgegaan. We moeten, zeker in tijden van crisis en energiecrisis, de tering naar de nering zetten. U had gelijk toen u zei dat het ook met minder bestuurders kan. Een energiedistributiebedrijf kan volgens mij zelfs beter worden gerund met minder bestuurders die meer expertise hebben. Mijn fractie heeft dan ook een decreetswijziging ingediend om naar alle intercommunales meer vakschepenen te sturen in plaats van gemeenteraadsleden die net niet voldoende stemmen hadden om schepen te worden. Zo gaat het namelijk nog altijd in de praktijk. Wie mag daarnaartoe gaan? Nog altijd diegenen die net niet voldoende stemmen halen, maar toch een extraatje krijgen op hun politiek mandaat en hun politieke inkomsten.
Ik zie de traditionele partijen gniffelen. Maar het is net daardoor dat we een scheeftrekking hebben gekregen van die bedrijven. Hoe kun je zulke bedrijven namelijk nog runnen als je zelfs niet meer weet wat er allemaal bestaat: sectorcomités, adviesorganen enzovoort?
Eandis heeft terecht een afslanking doorgevoerd. Als het goed is, moeten we dat ook durven zeggen. Dat Eandis dat doet, bewijst dat het kan.
Minister, uw partij dat moet mij toch van het hart heeft een serieuze vinger in de pap bij Infrax. Steve Stevaert is lang voorzitter geweest, nu is Peter Vanvelthoven voorzitter geworden. U stuurt hun ook gewoon een brief. Je zou dus kunnen zeggen dat het om een geprivilegieerde relatie gaat: een partijgenoot van de bevoegde minister stelt Infrax de vraag om hun raad van bestuur te herschikken.
Minister, ik had eerlijk gezegd verwacht dat Infrax het nog sneller zou doen dan Eandis. Infrax blijkt echter helemaal niet te willen afslanken. Ik heb het dan specifiek over twee entiteiten binnen Infrax. Er is de Intercommunale voor Energie (Iveg), die dan wel niet haar raad van bestuur inkrimpt, maar toch nog zo sympathiek is om haar aantal vergaderingen te halveren. Eigenlijk geeft ze zo wel toe dat ze maar vergadert om te vergaderen. Als ze ineens kan zeggen dat ze het aantal vergaderingen op jaarbasis halveert, wil dat zeggen dat ze jaren maandelijks vergaderd heeft terwijl dat niet moest. Dat zegt toch veel.
Verder is er ook de Provinciale Brabantse Energiemaatschappij (PBE). Die ligt mij heel na aan het hart, omdat die in mijn eigen regio ligt. De PBE antwoordt zelfs niet op uw brief en zegt doodleuk dat alles goed is zoals het is en dat ze niet bereid is in mandaten te knippen of te besparen. Ik vind dat heel grof. U, minister bevoegd voor de energie, hebt aan distributiebedrijven gevraagd om in te krimpen. U zult dat niet zomaar gedaan hebben. U zult daarover hebben nagedacht en dat grondig hebben voorbereid. Dat de PBE dan doodleuk antwoordt dat ze niets zal doen, kan niet.
Ik weet ook dat u niet meteen een interruptiebevoegdheid hebt waardoor u hun zou kunnen verplichten. U hebt hun echter al manieren moeten leren door het afschaffen van de Bokrijkabonnementen en energieconcerten feestjes ter waarde van 600.000 euro op ogenblikken dat 70.000 mensen hun energiefactuur niet kunnen betalen. Dat vind ik er zwaar over. Blijkbaar kwamen ze niet zelf tot dat besef, maar u hebt hen uiteindelijk tot dat besef gebracht. Ik heb er drie jaar lang voor op tafel moeten kloppen, maar het was mij die drie jaar wel waard.
Minister, wat zult u verder ondernemen met betrekking tot die houding van de PBE en de Iveg?
Wat zijn uw contacten met Infrax? De laatste keer dat we het debat voerden tijdens de plenaire vergadering zei u dat er weer overleg was. Heeft dat overleg al plaatsgevonden? Is er nog overleg gepland?
Ik zou graag willen dat die wijzigingen nog voor de gemeenteraadsverkiezingen worden doorgevoerd.
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Voorzitter, het is bijna aandoenlijk hoe de heer Reekmans zich hier opwerpt als de grote man wat betreft de mandaten in de intercommunales. Borstklopperij van de ergste soort, zeker als je weet hoeveel leugens er door die partij over deze materie werden verteld. Men ging miljoenen euros aan zitpenningen besparen in werkelijkheid gaat het over een paar honderdduizenden euros.
Het initiatief om tot een aanpassing te komen van de bestuursorganisatie van de betrokken intercommunales komt van de intercommunales zelf. Intercommunales zijn verenigingen van gemeenten en steden die de voorbije jaren op een goede manier hebben bewezen een belangrijke actor in ons energielandschap te zijn. Het initiatief om het aantal bestuurders af te slanken en efficiënter te werken, komt van de intercommunales zelf, in samenspraak en in samenwerking met minister Van den Bossche en met de Vlaamse Regering. Mijnheer Reekmans, het is misschien een teleurstelling voor u, maar ik denk dus niet dat u aan de basis ligt van de aanpassingen die gebeuren binnen de energie-intercommunales.
Het is hoe dan ook belangrijk om een goed bestuur te hebben in de intercommunales. Minister, voor onze fractie is het daarbij ook belangrijk dat elke gemeente zich vertegenwoordigd voelt in die intercommunale. Elke gemeente moet betrokken worden en zich betrokken voelen bij de besluitvorming in die intercommunales om op die manier debacles zoals de Gemeentelijke Holding en andere te vermijden. Een van de knelpunten in die Gemeentelijke Holding was namelijk het feit dat de gemeenten zich niet meer of onvoldoende betrokken voelden en dat er onvoldoende zicht was op de besluitvorming in die intercommunale vereniging. We moeten daar dus lessen uit trekken voor onze structuren die we op het vlak van energie hebben binnen de gemeenten.
De voorzitter : De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens : Voorzitter, dit debat hoort niet alleen in deze commissie thuis, maar ook in de commissie Binnenlands Bestuur. Het gaat namelijk om meer dan alleen de energie-intercommunales.
Zoals de heer Reekmans terecht zegt, heeft Eandis hier het goede voorbeeld gegeven. We zitten met onze intercommunales in het algemeen met het probleem van de gewestoverschrijdende intercommunales, waar het toezicht van de Vlaamse overheid volledig wegvalt. Er moet nog een samenwerkingsakkoord worden gemaakt tussen de federale overheden en de andere gewesten om dat toezicht te kunnen uitoefenen. Dat is een oud zeer. Ik heb minister Bourgeois daar al dikwijls over ondervraagd. Hoe ver staat het daar nu mee? Zolang dat samenwerkingsakkoord er niet is, doen de gewestgrensoverschrijdende intercommunales wat ze willen.
De heer Reekmans haalt de PBE aan. Die zijn nagenoeg onaantastbaar. Ze kunnen zich aan elk toezicht onttrekken. Wij mogen decreteren wat we willen. We kunnen bijvoorbeeld bepalen dat de zitpenning niet meer mag bedragen dan die van een gemeenteraadslid. Zij trekken zich daar geen bal van aan. Dat vind ik een fundamenteel democratisch probleem. We moeten daar paal en perk aan stellen. We moeten ofwel die intercommunales opsplitsen zodat ze niet meer gewestgrensoverschrijdend zijn, ofwel werk maken van het samenwerkingsakkoord dat we nodig hebben om op een gezamenlijke manier dat toezicht te kunnen uitoefenen. Kunnen we deze discussie ook in de commissie Binnenlands Bestuur voortzetten?
Daar heeft de meerderheid overigens een voorstel van decreet ingediend om een wijziging door te voeren van het decreet Intergemeentelijke Samenwerking. We willen daarmee de statutenwijziging realiseren die we nodig hebben om die mandaten te kunnen afslanken, mijnheer Reekmans. We willen dat dit jaar nog rond krijgen. Volgens het huidige decreet kan men de statuten niet wijzigen in het jaar van een gemeenteraadsverkiezing. Ik reken daarvoor op de steun van de oppositie. (Instemming van de heer Peter Reekmans)
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche: Ik zal eerst een overzicht geven van de stappen die zijn gezet. Na het overleg met Eandis over de vermindering van de mandaten en na het overleg binnen de Vlaamse Regering is een eerste brief vertrokken naar Infrax. Ik doe dat inderdaad per brief, mijnheer Reekmans. Het is niet omdat ik iemand wat beter ken, dat ik me als minister anders moet gedragen tegenover die instelling. Ik probeer altijd zo neutraal mogelijk te blijven.
Ik heb de brief gestuurd op 19 januari. Ik heb de wens en hoop uitgedrukt dat bij de zogenaamde zuivere distributienetbeheerders, Infrax dus, een gelijkaardige oefening zou gebeuren. Ik heb hen gevraagd om mij daarvan op de hoogte te stellen. Op 24 januari kreeg ik antwoord. Infrax bevestigde een scenario te zullen uitwerken en op korte termijn aan de regering voor te leggen. Op 29 februari had ik overleg met het management van Infrax. Daar is mij toen een brief overhandigd met de plannen. Ik kon dus toen mijn opmerkingen nog niet meedelen. Het ging over de verschillende distributienetbeheerders die samenwerken binnen Infrax, behalve de PBE. Ik heb op 9 maart een antwoord gestuurd met mijn bedenkingen.
Ik heb vaststellingen gedaan. De bedoeling van mandaatreductie gaat de goede richting uit. Men zou uitkomen op ongeveer eenzelfde aantal bestuurders per gemeente als bij Eandis. Dat zou een schrapping van ongeveer de helft van de mandaten betekenen. De vergelijking gaat niet helemaal op, sommige distributienetbeheerders onder Infrax voeren ook taken uit op het vlak van riolering, tv-distributie enzovoort. Ik merkte alleszins de duidelijke wil om te schrappen in het aantal mandaten. Ik heb mijn bezorgdheid op dat moment geuit. Ik heb gesteld dat de raad van bestuur van Iveg blijkbaar ook na de rationaliseringsoperatie heel groot zou blijven en dat ik vond dat het kleiner kon. Ik heb ook opgemerkt dat de PBE niet eens vermeld werd in de voorgestelde rationalisering, wat me toch enigszins verwonderde. Er werd enkel gewag gemaakt van een soort principebeslissing. Het definitieve voorstel zou volgen in november 2012.
Op 21 maart kreeg ik een antwoord van Iveg en de PBE. Iveg was het ermee eens en zou het scenario aanpassen. Ze zouden negen bijkomende mandaten schrappen. Het overleg met Iveg en de vriendelijke vraag/druk van de collega-intercommunales die wel de noodzaak inzagen, hebben duidelijk geholpen. Dat lijkt mij een positief element.
De PBE echter heeft simpelweg herhaald dat ze pas in november een beslissing wil nemen over de reductie van het aantal publieke mandaten. Ze zeggen dat hun situatie heel specifiek is, ze zijn in twee gewesten actief en er zijn ook provincies aandeelhouder. Dat maakt het allemaal heel moeilijk. Ook al sluit ik me aan bij de bedenkingen van de heer Martens, die redenering verwondert me enigszins. Andere netbeheerders die actief zijn in meerdere gewesten zoals Gaselwest hebben wel mandaten kunnen schrappen. Dat hoeft geen belemmering te zijn. Ook bij andere netbeheerders zoals Inter-energa hebben provincies een aandeelhouderschap, en daar zijn wel mandaten geschrapt. Het is een uitleg zoals een andere. Hun collega-intercommunales in gelijkaardige situaties hebben wel de juiste stappen gezet.
Ik vind niet dat de beslissing moet worden uitgesteld tot na de gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Bij de vorming van de nieuwe colleges is het natuurlijk goed om maximale duidelijkheid te geven over het aantal bestuurders die men kan afvaardigen. Twee, puur praktisch én psychologisch is het veel makkelijker om een mandaat te schrappen dat nog niet is ingenomen dan een mandaat te schrappen waar net twee maand eerder iemand is ingestapt. De weerstand is dan nog zoveel groter. Het lijkt me dan ook niet zinvol. Het lijkt me eerder een soort uitstel waar afstel van komt. Ik heb dat standpunt aan de PBE overgemaakt in een brief van 11 april. Dat is nog zeer recent. Ik zal de druk op de ketel hoog blijven houden. Ik mag hopen dat zowel lokale bestuurders als oppositieleden die zijn vertegenwoordigd in de PBE een gelijkaardige stem zullen willen laten horen op vergaderingen van gemeenteraden en/of andere vergaderingen waar men dit punt kan maken.
In heel Vlaanderen is er sprake van een hele beweging, die nu al leidt tot meer dan 800 geschrapte mandaten. Ik vind dat het niet zou mogen dat één intercommunale zich daarvan distantieert en dat niet nodig acht. Ik ben het ook eens met de heer Martens over het blijven gebruiken van het excuus van de samenwerking met andere gewesten om dit enkel tot ons gewest te beperken. Ik vind samenwerking prima, maar als dat een excuus is om niet in de goede richting te bewegen, dan hoeft dat voor mij niet. Voorlopig proberen wij nog een samenwerkingsakkoord te maken, maar voor alle duidelijkheid: ongepaste excuses zijn in dezen niet aan mij besteed.
Samenvattend: er is sprake van een belangrijke beweging in heel Vlaanderen, die wordt gesteund door zeer veel lokale besturen, maar helaas is er één kleine zwarte vlek op de kaart. We moeten alles op alles zetten om die situatie alsnog ten goede te keren. Dat geldt voor ons, maar net zo goed ook voor de gemeenteraadsleden ter plaatse.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, ik dank u voor uw heel duidelijke antwoord. Als ik hier de standpunten van CD&V, van een sp.a-parlementslid en een sp.a-minister hoor, vraag ik me af of deze Vlaamse meerderheid nog wel een meerderheid is. Mijnheer Bothuyne, CD&V wil inderdaad niet snoeien in de mandaten. Dat klopt. Dat is heel duidelijk. Ik heb dit volledig berekend: er is sprake van 10 miljoen euro per jaar aan zitpenningen voor alle raden van bestuur en directiecomités van intercommunales. U hebt dat inderdaad in de krant weerlegd. Het zou gaan over enkele honderdduizenden euros.
Ik zal u één berekening meegeven: alleen al in Vlaams-Brabant zijn er 420 politici in raden van bestuur. Vermenigvuldigen we dat met 12 vergaderingen per jaar en met een gemiddelde van 180 euro, dan is er alleen al voor Vlaams-Brabant sprake van 907.000 euro. Van die mandaten gaan er 250 naar CD&Vers. CD&V-politici ontvangen dus alleen al in Vlaams-Brabant nog eens 500.000 euro aan extra zitpenningen. U komt hier dan enigszins ongefundeerd en zonder enige dossierkennis vertellen dat het gaat over enkele honderdduizenden euros. Ik raad u aan eerst eens het dossier van de intercommunales te lezen en te bekijken wie allemaal van uw partij daarin zetelt, dan de berekening te maken en dan hier voort te komen discussiëren.
Bij sp.a is er inderdaad meer realiteitszin. Mijnheer Martens, het stemt me tevreden dat u mee paal en perk wilt stellen aan die arrogantie van de PBE. U hebt absoluut mijn steun, vanuit de oppositie, voor de decretale aanpassing van de statuten dit jaar. Ik denk dat we dat moeten goedkeuren, zowel de meerderheid als de oppositie.
Minister, het tart elke verbeelding dat u zo moet aandringen bij de PBE. Dat bewijst dat dit orgaan blijkt geeft van een verregaande wereldvreemdheid. Zien die mensen niet wat er rond hen gebeurt? Zien ze echt niet wat er met de energiemarkt aan het gebeuren is? Ik ken de mensen die daarin zetelen: dat zijn de politieke dinosaurussen van heel veel traditionele partijen. De gemiddelde leeftijd van die bestuurders is 60 à 70 jaar, denk ik. U kunt dat opzoeken: ga gewoon naar de website van Infrax en de PBE. Heel veel oud-politici zetelen daarin. Zij willen blijkbaar niets veranderen.
Minister, ik ben ervan overtuigd dat u de wil hebt om hier iets aan te doen. Ik hoop ook dat u in dezen blijft volhouden. U hebt daarnet de lokale bestuurders opgeroepen om eenzelfde stem te laten horen. Ik ben het daar absoluut mee eens. Ik wil vanuit de oppositie zelfs die stem laten horen, maar als ik de collega van CD&V hoor, dan kan ik u alleen maar zeggen dat u er niet te veel hoop op moet vestigen dat die lokale CD&V-politici van Vlaams-Brabant zullen vragen dat de PBE veranderingen aanbrengt. Ik hoop echt dat u druk op de ketel blijft zetten. U hebt een brief gestuurd, op 11 april. Ik blijf dit volgen. Ik hoop dat we over enkele weken meer nieuws hebben. Over enkele weken zal ik daar dus opnieuw een opvolgingsvraag over stellen.
Wat nog het grofste is, is dat de PBE pas in november een antwoord zal geven. In oktober vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats, maar de PBE laat u, als bevoegd minister, weten in november definitief te zullen antwoorden.
De voorzitter : Mijnheer Bothuyne, behoeft dat nog verdere commentaar?
De heer Robrecht Bothuyne : Eigenlijk is dit het bijna niet waard om er veel commentaar op te geven. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Mijnheer Reekmans, de minister heeft daarnet de intercommunale Gaselwest als goed voorbeeld gebruikt. Ik kan u zeggen dat de voorzitter daarvan een CD&Ver is. In meer dan de helft van de gemeentebesturen levert CD&V de burgemeester. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Mijnheer Reekmans, ik heb u ook laten uitspreken. Deze oefening van goed bestuur is niet mogelijk zonder de steun van alle lokale besturen, en dus ook niet zonder de steun van CD&V. We zijn het er allemaal volmondig mee eens dat goed bestuur belangrijk is en dat ook in onze intercommunales een duidelijke en goede structuur belangrijk is. Mijnheer Reekmans, dat gaat niet over mandaten en postjes. Ik weet dat u de nestbevuiler bij uitstek bent als het gaat over het politieke bedrijf. Voor ons gaat dit over goed bestuur, en we werken daar ten volle aan mee, als voortrekker.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.