Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid
Vergadering van 20/03/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Mia De Vits tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, en tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de inspecties bij Oost-Europese thuiszorgbedrijven die hun diensten in Vlaanderen aanbieden
- 1393 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Bart Van Malderen tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de inspectie op buitenlandse thuiszorgbedrijven
- 1398 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Marijke Dillen tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over buitenlandse bedrijven die in Vlaanderen thuiszorg aanbieden in strijd met de Vlaamse regelgeving
- 1437 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Voorzitter, minister, collega's, al in september 2011 stelde ik een vraag over dit onderwerp aan minister Muyters en aan u. Het antwoord is toen gegeven door minister Muyters. Het betreft twee Oost-Europese bedrijven die in Vlaanderen thuiszorgdiensten aanbieden. Het vermoeden van misbruik in de sector is groot. Iemand die tewerkgesteld is bij deze thuiszorgfirmas woont in bij het gezin en doet er de was, de boodschappen en helpt de klant. De kostprijs verschilt naargelang het land. Wat de mensen er zelf aan overhouden weet ik niet, maar bij de Poolse firma was er sprake van 1390 euro per maand, bij de Bulgaarse 1870 euro per maand.
In september vroeg ik u of zij bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid waren geregistreerd en of het agentschap al een inspectie had laten uitvoeren. Minister Muyters antwoordde toen dat er een inspectie zou worden verricht en dat men het verslag ervan afwachtte. Vandaag stellen wij vast dat er een inspectie bij de Bulgaarse firma is gebeurd. De firma moet haar personeelsleden nog registreren bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Maar meer verontrustend is het feit dat wij over de Poolse firma nog volledig in het duister tasten. Volgens uw kabinet moeten we ervan uitgaan dat het gaat om een spookfirma. Nochtans wordt dat tegengesproken door een aantal feiten. Het bedrijf liet vorige zomer nog weten dat het hier een aantal klanten had, en tot eind februari plaatste het nog advertenties in de kranten.
Welke stappen zult u ondernemen om alsnog dit bedrijf te lokaliseren? Hoe zult u proberen om de mensen die door dit bedrijf in ons land worden tewerkgesteld, op te sporen? Hebt u over deze zaak al contact opgenomen met de federale staatssecretaris verantwoordelijk voor fraudebestrijding?
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Voorzitter, minister, collega's, ik zal de duidelijke schets van mevrouw De Vits niet herhalen, maar het voorwerp van het debat wat verbreden. De aanleiding is de toestand bij twee bedrijven die aantonen dat vandaag de migratie in de zorgsector een realiteit is. Vanmiddag hadden wij een interessante lunch met mensen van Verso over migratie in de zorgsector, wat een perfecte proloog was voor deze discussie. Uit dat gesprek bleek dat die realiteit voortvloeit uit de noodzaak om hardnekkig openstaande vacatures in te vullen. Dat roept toch een aantal vragen op, onder meer over de positie van kansengroepen in ons eigen land: zorgen wij zo niet voor een tendens naar verdringing? Hoe zit het met de zorgsector in het land van herkomst als daar het geschoold medisch personeel vertrekt? Doet dat geen ethische problemen rijzen? En hoe zit het met de kwaliteitsgarantie ten voordele van de patiënt, klant of gebruiker bij ons?
Wij hebben nood aan transparante regels, maar ook aan een efficiënte controle op het terrein. De diensten die inspecteren, zijn misschien nog niet helemaal vertrouwd met de realiteit zoals die zich tegenwoordig aandient. Moet er in dat verband geen strategie worden ontwikkeld, liefst in samenspraak met de andere inspectiediensten van ons land?
Minister, kunt u de resultaten van de inspectie bevestigen? Hoe reageert u op de resultaten van deze inspecties? Kunt u bevestigen of de inspectie actief mogelijke misbruiken opspoort? Hoe gaat men daarbij te werk? Screent men bijvoorbeeld ook het internet? Veel van die zaken worden immers aangeboden op het internet ongeacht het feit dat men hier geen zetel heeft, en dat is in tegenspraak met een aantal regels.
Bent u vandaag op de hoogte van andere mogelijke misbruiken?
Welke maatregelen zult u nemen om in de toekomst inspecties toe te laten en om structurele misbruiken in de sector aan te pakken?
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Voorzitter, minister, de twee voorgaande sprekers hebben de volledige toelichting al gegeven, ik zal die niet herhalen, de vaststellingen zijn duidelijk.
Minister, ik wens u hierover wel een aantal vragen te stellen. Welk gevolg wordt gegeven aan de meldingen over buitenlandse thuiszorgdiensten? Hebt u reeds initiatieven genomen naar aanleiding van de controles? Een is al gedeeltelijk uitgevoerd, de andere, die bij het Pools bedrijf, blijkt onmogelijk te zijn omdat het onbereikbaar is.
Hebt u onderzocht of nog meer buitenlandse bedrijven in de thuiszorg actief zijn die de Vlaamse regelgeving niet naleven? Ik verwijs onder meer naar de verplichte registratie, maar er zijn nog talrijke andere aspecten.
Welke initiatieven zult u nemen teneinde de naleving van onze Vlaamse regelgeving te verzekeren door de betrokken en andere firmas en hen desnoods het verdere aanbieden van thuiszorg in Vlaanderen onmogelijk te maken?
De voorzitter : De heer Gysbrechts heeft het woord.
De heer Peter Gysbrechts : Voorzitter, minister, ik zal ook heel kort zijn. Ik had hierover trouwens een vraag om uitleg ingediend, maar ik was net te laat, de agenda was al afgesloten.
Ik zal de inleiding ook niet herhalen. Algemeen gesteld meen ik dat we er na de zorginspectie mogen van uitgaan dat die firmas zich in regel zullen stellen of dat zouden moeten doen. Indien ze hier legaal zijn, dan is daar in se weinig aan te doen. De vraag is natuurlijk waarom deze firmas naar hier komen. Dat is misschien ook iets om over na te denken.
Ik heb een aantal concrete vragen. Hoeveel tijd krijgt SeniorCare24 om zich in orde te stellen? Er loopt een onderzoek, het heeft acht maanden geduurd. Hoe komt het dat het onderzoek zo veel tijd in beslag heeft genomen? Welke specifieke eisen werden opgelegd? Acht maanden geleden beschouwde u een aantal zaken als onethisch. Hoe staat u vandaag tegenover het probleem met de opleiding en het inschakelen van buitenlandse verpleegkundigen?
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Voorzitter, mijnheer Gysbrechts, ik zal met het laatste beginnen. Er is een actieplan talent in de zorgsector dat in volle uitwerking is. Daarin is heel duidelijk gezegd dat het spoor van buitenlandse arbeidskrachten in de zorg en hulpverlening niet onze voorkeur wegdraagt en dat we het ook niet zullen aanmoedigen. In een eerste fase proberen we te observeren en te inventariseren, en er zijn ter zake al een aantal dingen gebeurd. Het is niet zo dat wij denken dat hier de oplossing op korte termijn ligt inzake meer mensen in de zorgsector, zeker gelet op de omvang van de arbeidsreserve die we in ons eigen land nog hebben, want we menen dat de activering van die mensen het beste zou zijn. Het is ook niet zo dat we zeggen dat het niet mag, maar de overheid zal het niet aanmoedigen. Er stelt zich een belangrijk probleem en dat is wat wij verwachten op het niveau van de kwaliteit van de zorg. Dat betreft niet alleen het hebben van diplomas, maar ook van taal- en communicatievaardigheden, want die zijn essentieel in dit verband. Dat heb ik bij vorige gelegenheden ook al gezegd.
Ik kom tot de andere vragen. Elke melding van een buitenlandse firma die in Vlaanderen zorg en bijstand verleent, wordt door de Zorginspectie onderzocht zodat gebruikers ervan kunnen uitgaan dat zij conform de bepalingen in het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening door geregistreerde en gekwalificeerde hulpverleners verzorgd worden.
Ik benadruk dat het niet onze indruk is dat Vlaanderen momenteel overspoeld wordt door buitenlandse thuisverzorgsters. Tot nog toe werd enkel melding gemaakt van twee firmas: SeniorCare24, een Nederlandse firma met filiaal in Herentals die via een Bulgaarse firma, Bauring OOD, Bulgaarse hulpverleners plaatst bij de gebruikers en Personal Service Ost-West, een Pools bedrijf zonder filiaal in België. Voor de thuisverzorging hebben we op dit ogenblik geen enkele andere melding binnengekregen, maar mijn kabinetschef maakt er mij op attent dat ze deze nacht om 3.34 uur een mail kreeg van iemand van Licenced Filipino Nurses. Blijkbaar is er nu ook op het vlak van verpleging een spoor dat we zullen laten exploreren. Er komt nu dus een spontane melding binnen.
Als er een melding binnenkomt over binnen- of buitenlandse thuiszorgdiensten die werkzaam zijn op het vlak van zorg bij Vlaamse gezinnen, wordt dit doorgegeven aan de betrokken agentschappen voor verder onderzoek. Er wordt onder meer gezocht naar de vestigingen van die firmas zodat er verdere stappen kunnen worden gezet. Vooreerst wordt nagegaan of de betrokken dienst zorg- en bijstandsverlening aanbiedt en verleent conform het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening, en daarbij voldoet aan de vastgelegde registratie- en kwalificatievereisten. Indien men niet voldoet aan deze vereisten, wordt de betrokken dienst in gebreke gesteld om zich binnen een bepaalde termijn te conformeren aan de in de brief tot ingebrekestelling expliciet vermelde bepalingen die niet zijn nageleefd. Doet men dit niet, dan kan er een administratieve geldboete worden opgelegd.
Wat de twee concrete dossiers betreft, werd op 12 oktober 2011 de BVBA SeniorCare24 geïnspecteerd door de Zorginspectie. Uit het inspectieverslag blijkt dat de Bulgaarse zorgverleners, die worden tewerkgesteld door de firma Bauring, die in Bulgarije is gevestigd en waarmee BVBA SeniorCare24 een dienstverleningscontract heeft, beroepshalve taken verrichten zoals die worden omschreven in artikel 4 van het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening. Deze dienst heeft nu nog twee maanden de tijd om zich in orde te stellen met de voorwaarden voor het verstrekken van zorg- en bijstandsverlening. Na deze remediëringsperiode zal er opnieuw een inspectiebezoek plaatsvinden en indien nodig zullen administratieve geldboetes worden uitgeschreven.
Wat het andere bedrijf betreft, het Poolse Personal Service Ost-West, beschikt de Zorginspectie over een Pools adres, een naam van een contactpersoon, een e-mailadres en een telefoonnummer in Polen. Er werd vastgesteld dat het bedrijf geen filiaal in België heeft. Ook een zoektocht op internet en nazicht van een aantal databanken hebben geen contact- of adresgegevens in Vlaanderen opgeleverd. Dit bemoeilijkt de opdracht om het bedrijf te inspecteren. Het bedrijf werd dus wel degelijk opgespoord, er is contact, maar het effectief inspecteren van de activiteiten is nog niet gelukt. Binnen de wettelijk voorziene bevoegdheden van onze inspecties wordt hier verder werk van gemaakt.
We blijven waakzaam voor Oost-Europese thuiszorgdiensten, maar momenteel zijn er geen andere buitenlandse firmas gekend die actief zijn in de thuiszorg in Vlaanderen en die onder het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening vallen. De Zorginspectie krijgt de laatste tijd wel meer meldingen van erkende thuiszorgdiensten over buitenlandse firmas die mogelijk in Vlaanderen actief zouden kunnen zijn, maar telkenmale blijkt het te gaan over een van deze twee firmas. Deze meldingen worden steeds gecontroleerd. Er zijn nog geen meldingen of klachten binnengekomen van gebruikers die een beroep doen op dergelijke buitenlandse thuiszorgdiensten.
De Zorginspectie heeft de bevoegdheid om na te gaan of buitenlandse firmas met een vestigingsplaats in Vlaanderen personeel tewerkstelt dat onder het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening valt. Als dat het geval is, wordt dus nagegaan of het personeel voldoet aan de kwalificatievereisten. Personeel dat niet aan deze kwalificatievereisten voldoet, mag geen activiteiten van zorg en bijstand uitvoeren en de firma mag dergelijk personeel niet tewerkstellen. Indien men wel voldoet aan de kwalificatievereisten, moet men zich laten registreren bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Als er niet aan de kwalificatievereisten of de registratieplicht voldaan wordt, kunnen er administratieve boetes worden opgelegd van 500 tot 5000 euro, zowel aan het personeel als aan de firma die het personeel in dienst heeft. Vandaag hebben de inspecteurs van de Zorginspectie die belast zijn met het toezicht in het kader van het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening, het recht om het kantoor van elke persoon die beroepshalve activiteiten van zorg- en bijstandsverlening verricht of over wie ernstige aanwijzingen bestaan dat hij beroepshalve dergelijke activiteiten verricht, te bezoeken voor zover dat kantoor geen deel uitmaakt van de woning van de betrokkene. Het lijkt aangewezen om de regelgeving inzake het toezicht uit te breiden zodat de inspecteur ook bij de gebruikers thuis kan inspecteren. De juridische voorwaarden waaronder dit kan gebeuren, worden onderzocht en zullen zo snel mogelijk worden omgezet in regelgeving. Deze aanpassing aan de regelgeving moet het toezicht, het opsporen en het beboeten van eventuele onregelmatigheden vergemakkelijken.
Als minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, onder meer bevoegd voor Zorginspectie en bijstand aan personen, heb ik geen contact gehad met de federale staatssecretaris van Fraudebestrijding die we in deze commissie trouwens goed kennen. Het inspecteren van de activiteiten van buitenlandse firmas die in Vlaanderen zorg verlenen, vraagt niettemin een samenspel van diverse inspectiediensten en diverse overheden.
Naast de Zorginspectie heeft ook de Inspectie Werk en Sociale Economie het bedrijf SeniorCare24 gecontroleerd. De Inspectie Werk en Sociale Economie komt tot de slotsom dat er geen elementen zijn om te besluiten dat het om uitzendarbeid handelt. Zij gaan verder na of er op het vlak van arbeidskaarten al dan niet inbreuken zijn. De Inspectie Werk en Sociale Economie heeft het dossier opgenomen met de federale inspectiedienst Toezicht Sociale Wetten, die SeniorCare24 verder doorlicht op sociaalrechterlijk vlak. Het onderzoek van de federale inspectiedienst is nog niet afgerond. Noch de Zorginspectie, noch de Inspectie Werk en Sociale Economie zijn er tot nog toe in geslaagd om de Poolse firma te inspecteren. De pogingen en de inspectieopdracht naar de firma lopen echter onverminderd verder. Ook in de toekomst zal er uiteraard verder worden samengewerkt tussen de verschillende inspectiediensten.
Ik voeg er nog aan toe dat dit heel interessante casussen zijn om iets uit te leren. We denken niet dat het op dit ogenblik om een breed fenomeen gaat, maar hoe dan ook is het signaal voldoende om alert te zijn. Op basis van de bevindingen en met de ervaring dat onze regelgeving wellicht moet worden aangepast om het toezicht echt operationeel te kunnen maken, moeten we een aantal diensten bijeenbrengen en ook een aantal federale contacten leggen om na te gaan hoe we het systeem van controle en handhaving zo sluitend mogelijk kunnen maken.
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik heb een bemerking. De minister zegt dat hij het systeem van buitenlandse krachten zeker niet zal aanmoedigen, maar het vrije verkeer van personen en arbeidskrachten is nu eenmaal een realiteit. Wij zijn er ook voorstander van dat het bestaat binnen de Europese Unie. We moeten in elk geval leren uit wat zich voordoet, dat klopt. Ook al gaat het slechts om één of twee gevallen, het is belangrijk dat we optreden zodat het fenomeen niet uitdeint. Het is belangrijk dat men weet dat er voldoende inspectie is en dat men binnen de regels moet werken die werden afgesproken in Vlaanderen.
Op al onze vragen van de vorige keer hebt u vandaag een antwoord gegeven. U vertelde wat er precies vastgesteld is in de inspecties in Vlaanderen. Nu zijn er contacten met de federale inspectiediensten. Het is belangrijk dat we het resultaat daarvan ook mogen ontvangen wanneer de inspectie afgerond is.
Het toont nog maar eens aan dat wij de zaak niet alleen kunnen regelen, maar dat er op Europees niveau samenwerking nodig is van de verschillende inspectiediensten in Europa.
De voorzitter : De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Voorzitter, minister, ik sluit me aan bij mevrouw De Vits, maar ik heb nog een aanvullende opmerking. Ik had impliciet gepleit voor minstens een strategie en uit het antwoord blijkt dat er ter zake een aantal initiatieven zullen worden genomen. Ik had ook voor samenwerking gepleit.
Ik wil nog een paar zaken meegeven. Dit is niet alleen een verhaal over Poolse of Bulgaarse diensten die naar hier komen, er is ook de kwestie van verpleegkundigen en verzorgenden die via bemiddeling aan de slag gaan bij Vlaamse thuiszorgdiensten. Een uur of twee geleden signaleerde men ons dat er bemiddelingslonen van 25 procent van een jaarloon worden gevraagd om te garanderen dat die mensen er zes maanden aan de slag zijn. Elk van die diensten werkt met subsidies en klantenbijdragen, dat is dus geld dat uit de gemeenschap komt en dat gebruikt wordt. We kunnen ons afvragen of het nog ethisch verantwoord is dat iemand winstmarges neemt van 25 procent van een jaarloon om zes maanden werk te verrichten.
Ik leid uit het antwoord van de minister ook af dat we in de eerste plaats iets moeten doen aan de instroom hier. Als we echt verkiezen om uit te besteden, dan wijzigt de maatschappelijke perceptie van het beroep en wordt het nog minder aantrekkelijk.
Men kan zich ook vragen stellen bij het volgende aspect, maar dat is ruimer en valt vandaag eigenlijk buiten de focus van deze commissie. Er zijn dienstenchequebedrijven die enkel Poolse werknemers in dienst nemen. Dat is een beetje de keerzijde. In se is het een inbreuk op de wet op de discriminatie. De Inspectie Werk en Sociale Economie zou daar ook iets aan moeten doen.
Ik ben blij, minister, dat u zegt dat u de regelgeving desgewenst wilt aanpassen. Ik pleit er ook voor om databanken zo veel mogelijk aan elkaar te koppelen, dat blijkt soms nogal een probleem te zijn.
We moeten ook het publiek sensibiliseren. Iemand die voor iets heel dicht op het vel, zoals thuisverzorging, ingaat op een aanbod op het internet of mail, haalt toch iemand in huis van wie de kwaliteit en de bekwaamheden niet met zekerheid gegarandeerd zijn. Het publiek sensibiliseren over een aantal risicos die bestaan, zou het sluitstuk kunnen zijn van een strategie waarvan ik u in het antwoord minstens de aanzet voor heb horen geven.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik ben blij te mogen vernemen dat u bijzonder alert zult blijven. Voor het overige sluit ik me volledig aan bij de uitvoerige replieken van de twee voorgaande sprekers, ik wens niet in herhaling te vallen.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.