Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 19/04/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Goedele Vermeiren tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het automatisch terugvorderen van studietoelages bij een nieuwe aanvraag
- 1358 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw Goedele Vermeiren : Minister, deze vraag om uitleg is een vervolgvraag op mijn schriftelijke vraag uit december 2011 over de terugvordering van uitgekeerde studietoelagen. Uit de cijfers die we toen gekregen hebben, valt op te merken dat het totaalbedrag van teruggevorderde studietoelagen verdubbeld is in 2011 ten opzichte van 2010. In 2010 werd een bedrag van 2,36 miljoen euro teruggevorderd, in 2011 net geen 5 miljoen euro.
De voornaamste redenen om tot terugvordering over te gaan, blijven de afgelopen jaren redelijk constant. Financiële en pedagogische redenen zijn de hoofdredenen voor het terugvorderen van een toelage. In het antwoord op mijn schriftelijke vraag stond uitgelegd wat die financiële en pedagogische redenen precies inhielden. De verklaring voor de verdubbeling van het totaalbedrag dat werd teruggevorderd, konden we echter niet afleiden uit het antwoord.
Het tweede deel van mijn vraag handelt over de niet-terugvordering van bedragen lager dan 50 euro. U gaf als reden aan dat bedragen lager dan 50 euro niet worden teruggevorderd omdat de administratieve kost daarvoor te hoog ligt en de dienst Domeinen en Penale Boeten geen terugvorderingsdossiers aanvaardt onder de 50 euro.
Kunt u een verklaring geven waarom het bedrag van de terugvorderingsdossiers verdubbeld is? Hoe staat u tegenover het voorstel om terugvorderingen lager dan 50 euro toch terug te vorderen door ze bijvoorbeeld automatisch af te houden als er een nieuwe aanvraag wordt goedgekeurd?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, collegas, de afdeling Studietoelagen verstuurde in 2011 inderdaad beduidend meer terugvorderingsbrieven dan in 2010. Dat is het resultaat van een combinatie van factoren. Vooreerst investeerde de afdeling Studietoelagen, in samenwerking met de cel Boekhouding, in 2010 in een vergaande automatisering en informatisering van het terugvorderingsproces. Daardoor verloopt de verwerking van de terugvorderingen, zowel op de afdeling als bij de boekhouding, vlotter en efficiënter. Deze investering werpt vanaf 2011 duidelijk zijn vruchten af.
Daarnaast investeerde de afdeling Studietoelagen vanaf 2010 ook in de automatisering van haar dossierbehandeling, meer bepaald in de automatisering van een aantal controlejobs. Door die automatisering kan de afdeling de kwaliteitscontrole van de potentiële terugvorderingen sneller aanpakken.
Parallel aan de automatisering versterkte de afdeling Studietoelagen ook het terugvorderingsteam. Die versterking lijkt paradoxaal met de automatisering, maar was nodig. Het decreet van 8 juni 2007 voorzag namelijk niet alleen in schooltoelagen voor het kleuter- en het lager onderwijs, wat een verdubbeling van het aantal aanvragen met zich meebracht en dus potentieel ook meer terugvorderingen, maar creëerde eveneens nieuwe redenen van terugvordering, onder meer de problematische afwezigheden in het secundair onderwijs en de onvoldoende aanwezigheden in het kleuter- en het lager onderwijs.
Daarbovenop bouwde de afdeling Studietoelagen samen met de cel Boekhouding een intern controlesysteem voor het terugvorderingsproces uit, samen met duidelijke normen en doelstellingen.
Schuldvergelijking is in principe niet mogelijk, tenzij de betrokkene erom verzoekt. Dat noemt men de conventionele schuldvergelijking. ICT-matig is dat op dit moment echter niet zo eenvoudig, omdat de applicatie moet worden aangepast. De huidige applicatie die de school- en studietoelagen berekent, de toelage in betaling stelt en ook de terugvorderingen klaarzet voor controle, moet grondig aangepast worden, wat we niet van vandaag op morgen kunnen doen. Bij het uittekenen van de bouwplannen rond automatische toekenning zullen we de piste van conventionele schuldvergelijking in elk geval verder meenemen.
De voorzitter : Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw Goedele Vermeiren : Minister, bedankt voor uw duidelijke antwoord.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik wil nog een opmerking maken, minister. Schuldvergelijking is namelijk een klein hoofdstukje in mijn cursus. (Gelach)
Naast de conventionele schuldvergelijking heb je ook de wettelijke schuldvergelijking.
Minister Pascal Smet : Dan moet je een basis hebben.
De heer Boudewijn Bouckaert : Is die basis er hier niet? Het is immers tussen dezelfde schuldeiser en schuldenaar. Het gaat om een vergelijkbaar goed, namelijk geld. Dan geldt normaal de wettelijke schuldvergelijking. Dat moet u eens laten nagaan. Maar het is inderdaad eleganter om het op te lossen met een conventionele schuldvergelijking. Maar de mensen moeten dan wel nog willen instappen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.