Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 16/02/2012
Vraag om uitleg van de heer Dirk de Kort tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de huidige zware winterprik en het filerecord van vrijdag 3 februari 2012
- 1110 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Lies Jans tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over het winterplan
- 1111 (2011-2012)
De voorzitter : De heer de Kort heeft het woord.
De heer Dirk de Kort : Minister, het heeft nog onverwacht hard gewinterd deze februarimaand, dat hebben we mogen ondervinden. Aanhoudend zeer lage temperaturen, gecombineerd met sneeuwval, hebben geleid tot het filerecord op vrijdag 3 februari. Vorig jaar ging het over een periode van vijf tot zes weken zware sneeuwval en sterk slinkende zoutvoorraden. Nu gaat het over de werking van het zout, de smelttemperatuur enzovoort. Bovendien begon de sneeuw op 3 februari te vallen op het slechtst denkbare moment, namelijk tijdens de meestal wat vroeger startende vrijdagavondspits.
Er wordt steevast gekeken naar weervoorspellers annex mediacampagne, maar slechts weinig mensen hebben de namiddagellende bewust vermeden door vroeger terug huiswaarts te keren. Nochtans was de komst van de sneeuw vanuit Nederland op de buienradar in de uren daarvoor perfect te volgen.
De winterellende vraagt een aparte aanpak. Veel gemeenten hebben inmiddels een strooiplan. Is een gediversifieerde aanpak mogelijk? In Zweden werkt men met steentjes op voetpaden, die worden in de sneeuw getrapt en geven zo voldoende wrijving tegen het uitglijden. De mensen passen hun schoeisel aan en ook fietsers kunnen er met aangepaste banden over. De steentjes worden na de dooi weer bijeengeveegd. Het is niet toepasbaar op snelwegen, moeilijk voor rioolkolken, evenmin geheel risicovrij, maar toch duurzaam.
Minister, was het zout bij de vriestemperaturen van min 10 graden en meer, nog werkzaam? Hoe zit het met de zoutvoorraden nu de winterperiode nog aanhoudt? Werd er tijdig en gepast gewaarschuwd in de media? Is er op basis van ervaringsgegevens al enige indicatie van de omvang van de schade aan onze wegen?
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Op 3 februari hebben we tijdens de avondspits een absoluut filerecord kunnen vaststellen. Over het hele wegennet werd er gesproken van 1275 kilometer file. TomTom sprak zelfs van 4083 kilometer file over alle wegen in België.
In het verleden is in de commissie het winterplan besproken. We hebben alle stappen die in dat plan moeten worden genomen, kunnen bespreken. We hebben kunnen vaststellen dat alle acties werden ondernomen. Er werd preventief gestrooid, al van s morgens vroeg. Ook het blokstrooien werd toegepast. Maar al bij al bleek toch dat er problemen waren op de weg. In Brussel bleek niet preventief gestrooid te zijn. Preventief strooien is volgens de woordvoerder van Mobiel Brussel zinloos, met als resultaat dat het verkeer in Brussel maar ook buiten Brussel en de aansluiting op de ringwegen, grote problemen ondervond.
Minister, het winterplan is in actie getreden. Hebt u fouten kunnen vaststellen bij het in werking treden ervan? Is er een evaluatie gemaakt?
Een ander belangrijk element, zeker als de sneeuwstorm er is tijdens de avondspits van Brussel naar de andere steden, is dat er in Brussel niet gestrooid is. Wordt er bij de inwerkingtreding van een winterplan overleg gepleegd? Als dat is gebeurd: hoe is dat dan verlopen?
We hebben vastgesteld dat er aan blokstrooien is gedaan, maar dat dit niet op alle plaatsen kon gebeuren. Wanneer beslist men om blokstrooien toe te passen? Ik had dit graag geweten om na te gaan of er voor de toekomst nog overleg over moet gebeuren.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voorzitter, minister, collegas, toen er die bewuste vrijdag 1275 kilometer file was, zei mijn medewerker dat ik er een vraag over moest stellen. Ik zei hem dat ze zouden zeggen dat ik daar weer was met mijn zout. We hebben dan een schriftelijke vraag ingediend.
Minister, ik denk dat met het winterplan de nodige voorbereidingen worden getroffen. Er worden grote hoeveelheden zout ingeslagen. En toch. Dit heeft niets met politiek te maken, maar ik kijk er met verbijstering naar. Op een bepaald moment zakt de temperatuur tussen min 5 en min 10 graden. Dat is koud, maar toch ook weer niet Siberisch koud. Er valt sneeuw maar niet in zon hoeveelheid dat het niet te trotseren zou zijn. In een land dat zich toch het centrum van Europa mag noemen en dat voorbereid is op zulke extremere situaties, valt op een zeker ogenblik de hele samenleving stil.
De files hebben uiteindelijk geduurd tot 23 uur s avonds. Ik moest die avond de machtsoverdracht in de carnavalsvereniging doen. In het Maasland is prins carnaval worden zo ongeveer het nec plus ultra wat de mens kan bereiken. Het zit ook goed in elkaar, het is geen zattemansbedoening. Toen ik naar huis reed om 23 uur, hoorde ik op de radio dat de file zich aan het oplossen was. Het is geen kritiek, maar dan stel ik me de vraag: hoe kan dat? Wie ook op uw stoel had gezeten, hij of zij zou ermee geconfronteerd zijn. Als het tot min 10 graden vriest en als er wat sneeuw valt, moeten we er rekening mee houden dat alles blokkeert en dat we uren in de file staan.
In een ontwikkelde samenleving is dat, met alle getroffen voorbereidingen, een abdicatie. Hoe komt het eigenlijk en is er iets aan te doen, of moeten we er ons bij neerleggen? Als je een beetje ambities hebt in de politiek, is je neerleggen bij zulke situaties, een beetje een abdicatie.
Minister, wat is de bevinding van het kabinet en van uw diensten als men een evaluatie maakt van die noodsituatie?
De voorzitter : Mevrouw Kindt heeft het woord.
Mevrouw Els Kindt : Voorzitter, minister, ik wens me graag aan te sluiten bij de vragen van mijn collegas.
Ik heb me vanmorgen wat verdiept in de zoutproblematiek en het winterplan. Ik denk dat het woord problematiek niet echt meer van toepassing is, als je de aanpak en de resultaten in dit dossier evalueert.
Inzake deze materie is communicatie met de verschillende bestuurslagen van groot belang. Ik wil er dan ook op aandringen dat u uw diensten verder zou aansturen om in de toekomst iedereen die ook maar bij de uitvoering betrokken is, goed te informeren.
De voorzitter : De heer DHulster heeft het woord.
De heer Steve DHulster : Voorzitter, minister, ik heb u in het verleden al eens bestookt met vragen over de winteraanpak voor fietsers. Vorig jaar hebt u een proefproject met een pekelsproeier voor de fietspaden gelanceerd in Kortrijk.
Minister, hebt u er al zicht op of het werkt of niet?
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Voorzitter, collegas, we hebben een goed plan waar ik voor meer dan 100 procent achtersta, maar we zullen het filerecord in elk geval niet meer breken.
Die vrijdagnamiddag zat ik op mijn kabinet. Ik had s middags op het nieuws over de chaos in Nederland gehoord. Heel Nederland stond stil. Toen zag ik door het raam de eerste sneeuwvlokken naar beneden dwarrelen. Ik heb onmiddellijk gesmst om te informeren naar het WAP (winteractieprotocol). Mijn woordvoerster smste terug dat ik mijn mails moest bekijken, want dat de WAP-crisiscel al drie uur actief was. Men wist dus dat het zou komen, en iedereen was gewaarschuwd.
De sneeuwval is net voor de spits begonnen en de sneeuwvlokken werden dikker en dikker. Toen ik s avonds naar huis reed, heb ik de miserie meegemaakt, zowel in Brussel als op weg naar huis. Eens Aalst voorbij, kon men vlotter rijden en in Oost- en West-Vlaanderen kon men 80 tot 90 kilometer per uur rijden. Het zout was ook goed aan het werken. Ik ben dus ervaringsdeskundige wat die avond betreft.
Ik heb me goed laten informeren. Was er preventief gestrooid? Ja, absoluut en overal. Als je Brussel buiten reed, had je de indruk dat er minder gestrooid was dan elders, maar dat was helemaal niet het geval. De trage snelheden in combinatie met de lage temperaturen, maakten wel dat het zout minder goed inwerkte.
Zodra het hevig begon te sneeuwen, zijn aannemers uitgerukt voor een nieuwe strooironde. We hebben gemerkt dat er op een aantal locaties aan blokstrooien werd gedaan. Dat was op de E17 van Kennedytunnel tot afrit Sint-Niklaas, heen en terug, op de ring rond Brussel, op de E40 van Bertem tot Brussel, op de E17 van Gentbrugge tot Beervelde, Gentbrugge tot Eke, Eke tot Antwerpen en Antwerpen tot Beervelde, en op de volledige ring rond Antwerpen, heen en terug. Als je mij een evaluatie vraagt, dan zeg ik dat mijn diensten zowel preventief als tijdens de sneeuwval goed werk hebben geleverd, maar we hebben toch gemerkt dat er problemen zijn geweest.
Het WAP heeft twee luiken. Er is een crisiscel die in Antwerpen zit. In het verkeerscentrum zitten niet alleen de verkeersleiders, maar ook de politie, mijn eigen administratie en de man die het zout regelt. Die mensen zitten daar fysiek samen. Ook de woordvoerders zitten in die crisiscel. Zolang het nodig is, blijft die daar samen. Ze hebben de files en de frustraties voelen toenemen. Het is onmogelijk te zeggen of er ergens een fout is gebeurd.
Je hebt dus de internen, maar ook en dat is het tweede luik de externen. Dat zijn alle partners zoals Touring, de Vlaamse Automobilistenbond (VAB), de vrachtwagensector en de VVSG. Dat is een heel pak en die zijn allemaal tijdig geïnformeerd. Niemand heeft nadien fundamentele kritiek geuit op de aanpak zoals die is toegepast.
Ik was verbaasd dat er in Brussel niet preventief werd gestrooid omdat dat geen zin heeft. Ik ben geen technicus, maar u hebt de reacties gezien van de automobilistenverenigingen die nadrukkelijk zeiden dat we wel preventief moesten strooien, zeker op bruggen. De uittocht uit Brussel tot aan mijn woonplaats heeft me twee keer zo lang gekost als op een andere dag.
Naast het wegprobleem heb ik ook een groot probleem gezien met het gedrag van chauffeurs. Het was hallucinant te zien hoe mensen de weg versperden en elkaar niet doorlieten. Dat zorgde wellicht voor nog meer problemen dan het wegdek op zich.
De afspraken op het Vlaamse grondgebied zijn 100 procent nagekomen. Er is een evaluatie met alle protocolpartners gepland op 19 maart. Dat is een eerste evaluatie, en Meteowing en het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) zullen daar ook bij worden betrokken.
Enkele weken voordien was er nog een incident dat geen filerecord heeft gebroken. Toen waren er geen vriestemperaturen voorspeld en toch was het overal glad. We nemen dus de weerdiensten op in ons overleg om uit te zoeken wat we hebben geleerd. Ook al zijn er geen negatieve temperaturen voorspeld, toch kun je problemen hebben als de temperatuur aan de grond onder nul gaat. Misschien moeten de weerberichten ook rekening houden met de grondtemperaturen op een meer verfijnde manier. Daar zullen we ook op 19 maart over overleggen en dan zullen we nagaan of we moeten bijsturen.
Men heeft me verzekerd dat het zout werkbaar is bij lagere temperaturen, zelfs tot min 20 graden, maar dat er meer zout nodig is om eenzelfde hoeveelheid ijs te kunnen laten smelten.
Met de zoutvoorraden is geen probleem. U weet dat ik mijn voorzorgen heb genomen. We hadden 42.000 ton zout in eigen en gehuurde loodsen. Daarnaast is er een contract afgesloten waarbij de leveranciers nog 7500 ton moeten leveren. Mochten we nog een maximale hoeveelheid nodig hebben wat ik niet verwacht dan zouden we een garantie hebben van 102.000 ton zout. Dat is een enorme hoeveelheid, maar die zullen we dus niet meer nodig hebben. Tot op heden is er 22.949 ton zout gestrooid. Er zijn dus nog voldoende smeltmiddelen voorhanden.
Enkele dagen voor 3 februari is in de media gewaarschuwd voor sneeuwval in de namiddag. Daarom zijn veel mensen vroegtijdig naar huis gereden. De file in de avondspits is veel vroeger dan gewoonlijk begonnen en is de confrontatie aangegaan met de sneeuwval in alle hevigheid.
Mijnheer Keulen, u zegt dat ik me niet mag neerleggen bij de situatie. Dat is juist. Daarin hebt u gelijk. Mijn administratie is zeer gemotiveerd om uit te zoeken hoe het nog beter kan. Je moet even de link maken met Noord-Frankrijk en Nederland. Nederland kende een gigantische file en er was geen spits. Noord-Frankrijk kreeg het nog iets later en in Rijsel stond alles potdicht. Niemand kon er nog vooruit.
Zomaar zeggen dat Vlaanderen dit niet aankan, is niet helemaal juist. Misschien moeten we betere instructies geven over het weggebruik. Misschien zijn er nog zaken mogelijk, maar we hebben alles gedaan wat we wilden doen. Ik kan niemand verwijten dat er afspraken niet zijn nagekomen.
Onze winterdienst loopt van de derde maandag van oktober tot de vierde maandag van april. Dat is dus heel lang. Vorig jaar zijn er vrij laat nog wat moeilijke momenten geweest. In die periode wordt absolute prioriteit verleend aan de winterdienst en aan de aanpak van oneffenheden in het wegdek. Ik weet nog niet hoeveel schade er aan de wegen is. Dat kan op elk moment nog veranderen. Op dit moment wordt er volop hersteld.
Er is zeer intens gecommuniceerd met alle protocolpartners. Ik moet nakijken of alle gemeenten individueel op de hoogte worden gebracht van het activeren van het winteractieprotocol. Strikt genomen is dat niet nodig, maar het zou goed zijn dat de gemeenten het weten als wij hier het winteractieprotocol activeren en dat ze extra alert moeten zijn. De ervaring leert mij dat gemeenten wel alert zijn en dat veel gemeenten ook een eigen winterplan hebben, dat ze ook consciëntieus volgen.
Afspraken rond het beheer van zouttekorten zijn er niet gemaakt. We hebben wel gehoord dat heel veel Vlaamse gemeenten hun voorzorgen hebben genomen en ook goed voorbereid waren op de winter zoals hij zich heeft gemanifesteerd.
Ik heb zo het gevoel dat de eerste en de laatste dag van een extreme winterprik altijd zware dagen zijn. Zodra we de eerste dag voorbij zijn, heb ik het gevoel dat we het wel aankunnen. Ook de laatste is altijd zwaar, ook nu weer. Ik heb mij s zondags grote zorgen gemaakt, toen het begon te regenen op het bevroren wegdek. Dat heeft ook weer tot moeilijkheden op de weg geleid. Het zijn extreme omstandigheden, waar we zo goed als mogelijk mee moeten omgaan. Dat is een beetje mijn gevoel. Ik heb gevraagd dat men dat ook eens bekijkt in landen die heel veel sneeuwproblemen hebben, zoals Oostenrijk en Zwitserland. Hoe gaan zij om met die eerste en laatste dag? Misschien kunnen we daar nog wat inspiratie uit putten.
Sommige mensen hebben mij gezegd dat we sneller moeten ruimen, maar men zegt mij dat dat in dit geval niet zo opportuun was, als je alle omstandigheden bij elkaar neemt.
Mijnheer DHulster, u vroeg naar het pekelproject. Die aanbesteding is in gang gezet. Er is al een pekelstrooier actief geweest. Dat was nog niet degene die aangekocht is. Omdat er zon plotse winterprik was, heeft het bedrijf dat mocht leveren, die beschikbaar gesteld. De resultaten zouden oké zijn, maar ik kan u nog geen eindresultaten bezorgen.
We hebben wel gemerkt dat de fietspaden beter geruimd zijn dan vorig jaar. Er zijn wel nog wat problemen geweest. Ik heb er persoonlijk ook nog een paar vastgesteld. Maar we zien toch een kentering. Men houdt er meer rekening mee.
Ik vermoed dat de evaluatie van het pekelproject zal gebeuren eens de winterprik volledig voorbij is. Men meldt mij wel dat de eerste resultaten voorzichtig bevredigend zijn.
De voorzitter : De heer de Kort heeft het woord.
De heer Dirk de Kort : Minister, ik dank u voor het uitvoerige antwoord en voor de evaluatie van het winterplan.
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Minister, bedankt voor het antwoord. Het winterplan heeft inderdaad zijn werk gedaan en heeft resultaten opgebracht, maar bij die extreme momenten inderdaad aan het begin en het eind moet nog bekeken worden wat we kunnen doen.
Een ander belangrijk element dat nog verder moet worden bekeken, is het gedrag van de chauffeurs. Ik heb daar altijd een rol voor de overheid in gezien, om een sensibiliseringscampagne te voeren voor het gebruik van winterbanden. Dat opleggen kunnen we niet en is ook niet realistisch, maar sensibiliseren kunnen we zeker doen.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, ik heb u al gezegd dat ik niemand een verwijt maak. Ik heb bijvoorbeeld gezien dat er in Nederland s middags bijzondere nieuwsuitzendingen waren over de chaos op de weg. Nederland wordt vaak het gidsland genoemd, maar daar vielen nu op een zeker moment zelfs de spoorwegen totaal uit roulatie, terwijl de NMBS hier is blijven tuffen, op haar eigen manier, met haar eigen gedateerde materiaal. (Opmerkingen. Gelach)
Laten we eerlijk zijn: het was serieus, maar toch ook niet zo onmogelijk dat het hele spel vierkant moest draaien. Iemand van mijn politiediensten zei dat dat soms met de tes te maken heeft: degenen die te roekeloos zijn, vormen een groot probleem, maar degenen die te voorzichtig zijn en met de voet permanent op de rem staan en 30 of 40 kilometer per uur rijden, weten soms ook niet welke kolossale schade ze veroorzaken inzake oponthoud en zo meer. Dat is iets intrigerends aan dit verhaal. In dezen moet je zeggen dat het beleid zich er voor een stuk op heeft voorbereid. En dus mag de vraag worden gesteld wat daar dan eigenlijk aan de hand is.
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Mevrouw Jans, ik heb eens een evaluatie gevraagd in verband met de winterbanden. Het blijkt dat op zulke momenten het verschil tussen winterbanden en geen winterbanden kolossaal is. Ik krijg ook wel mails van mensen die zeggen: Wij kopen winterbanden en worden dan gestraft omdat we voor of naast of tussen mensen rijden die geen winterbanden hebben.
Ik heb ook de staatssecretaris over dit onderwerp gehoord in de media. Het lijkt me nuttig om het gebruik van winterbanden te promoten, want je voelt dat het bij extreme omstandigheden een enorm verschil maakt op de weg.
Mijnheer Keulen, ik ben blij met uw laatste opmerking en met het feit dat u zegt dat het beleid er zich op had voorbereid en dat u niemand verwijten kunt maken. Uw collega Van Quickenborne heeft dat wel gedaan. Hij heeft op het moment zelf smsen de wereld ingestuurd om mij te appelleren. Ik vond het wat jammer dat een collega-minister uit een andere regering dat deed, maar bij dezen denk ik dat een en ander is rechtgezet.
Ik apprecieer dat u het op die manier uit. Dat neemt niet weg dat uw zorg ook de mijne is. De redenering van de tes is misschien gedeeltelijk juist. Misschien moeten we sensibiliseren rond het rijgedrag van de mensen.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.