Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 02/02/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Goedele Vermeiren tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de resultaten van de leesmethode alfabetcode
- 984 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw Goedele Vermeiren : Minister, laaggeletterdheid is deze namiddag al aan bod gekomen. De Zoutleeuwse freinetschool TintelTuin laat dyslexie verdwijnen als sneeuw voor de zon, zo lazen we onlangs in een Vlaamse krant. Dat is een indrukwekkende titel die de aandacht trekt, de mijne alleszins.
De school gebruikt de alfabetcode, dat is een leesmethode waarvan klanken en niet letters de basis vormen. In de klassieke methode worden de letters op het bord geschreven en nadien uitgesproken, bij de alfabetcode gebeurt dit omgekeerd. De methode komt overgewaaid vanuit de Verenigde Staten, werd in Vlaanderen opgepikt en verder in het Nederlands ontwikkeld door professor Erik Moonen, linguïst aan de Universiteit van Hasselt.
De alfabetcode werd ontwikkeld naar aanleiding van hersenonderzoek aan de Universiteit van Yale, waaruit blijkt dat kinderen met dyslexie hun hersenen anders gebruiken tijdens het lezen. Als kinderen echter volgens de nieuwe methode leren lezen, wijzen de scans perfect normale hersenactiviteit aan. Uit een andere studie die gedurende 12 weken bij 90 leerlingen werd uitgevoerd, blijkt ook dat ze qua lezen gemiddeld 2 tot 3 jaar achterstand hadden ingehaald.
De initiatiefnemer van de school TintelTuin, Bart Ipers, wijst erop dat het om een manier gaat om te leren lezen en dat die manier geldt voor elk kind. Hij zegt dat de TintelTuin geen school is voor dyslectici maar dat er blijkbaar wel goede resultaten zijn. Hij wijst in het artikel ook nog op het bestaan van een soort dyslexielobby. Hij stelt immers dat de inspectie vreemd opkijkt als er weinig of geen kinderen met dyslexie of andere leesproblemen in de klas zitten en dat de inspectie hierbij de schuld bij de school legt die deze symptomen niet zou detecteren.
Minister, bent u op de hoogte van de leesmethode alfabetcode? Hoe evalueert u de resultaten van die leesmethode? Acht u het wenselijk om verder onderzoek te verrichten naar deze leesmethode om zo eventueel de leesachterstand bij Vlaamse jongeren aan te pakken? Hoe staat u tegenover de uitspraken van het bestaan van een zogenaamde dyslexielobby?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Mevrouw Vermeiren, ik heb net als u via een krantenartikel kennisgemaakt met de leesmethode alfabetcode.
Lezen is een noodzakelijke vaardigheid in onze maatschappij. We bereiden onze kinderen daar ook al vroeg op voor in ons onderwijs. In het kleuteronderwijs zijn er daarom ontwikkelingsdoelen vastgelegd en voor het lager onderwijs hebben we een set aan te bereiken eindtermen. Elke school is verplicht om de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs na te streven en de eindtermen van het lager onderwijs te bereiken.
Eigen aan ons Vlaams onderwijs is dat elke school de vrijheid heeft om onderwijs in te richten volgens een eigen pedagogische methode, inclusief haar keuze van leesmethode. Volgens dit krantenbericht zou in Vlaanderen één school kiezen voor de leesmethode alfabetcode. Aangezien het om één school gaat en deze school pas recent werd opgericht, is de hoeveelheid aan resultaten die deze leesmethode in Vlaanderen voortbrengt, nog zeer beperkt. Navraag bij specialisten leert dat het niet duidelijk is of er al grondig wetenschappelijk onderzoek over de efficiëntie van deze methode is gebeurd, en meer specifiek in het kader van het aanleren van de Nederlandse taal. Ik wil helemaal niet zeggen dat deze methode fout zou zijn, maar ik wil enkel benadrukken dat het niet evident is om een leesmethode te propageren, zeker niet vanuit de overheid, op basis van subjectieve ervaringen van leerkrachten.
Sommigen zeggen dat leerkrachten die met deze methode werken, misschien wel eens extra gedreven zouden kunnen zijn en daarom misschien ook met andere methodes dezelfde goede resultaten zouden boeken. Misschien boeken ze wel door de methode goede resultaten. Dat is op dit moment niet zo duidelijk.
Ik kan dan ook niet stellen dat deze leesmethode automatisch de leesachterstand bij Vlaamse jongeren zal aanpakken. Daarvoor zal wetenschappelijk onderzoek nodig zijn en eigenlijk behoort dat tot de opdracht van het hoger onderwijs, al of niet op vraag van de scholen of een koepel van scholen.
Ik heb ook de uitspraak gehoord over het bestaan van een dyslexielobby. Ik heb begrepen dat de heer Bart Ipers van de TintelTuin die uitspraak heeft gedaan en ik wens daar ook verder geen commentaar op te geven.
De voorzitter : Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw Goedele Vermeiren : Minister, ik begrijp uw antwoord. Het is inderdaad een nieuwe methode. Ze wordt in één school toegepast. De resultaten zijn nog niet duidelijk en het behoort tot de vrijheid van elke school om een leesmethode toe te passen.
Ik wil hier een conclusie aan hechten. De laaggeletterdheid is deze namiddag al aan bod gekomen. Er is nog een hele weg af te leggen in Vlaanderen in de leesvaardigheid en de geletterdheid. Dat is duidelijk tot uiting gekomen bij de vraag van mevrouw Franssen. Er zijn verschillende methodes voor.
We hebben vorige week een zeer interessant bezoek gebracht aan de Eurekaschool in Leuven waarbij men ook resultaten haalt met hulpmiddelen voor leerlingen met zeer ernstige leerstoornissen. Ik wil er alleen maar voor pleiten en ik twijfel er niet aan dat dat ook uw intentie is dat we elk kind op het einde van de basisschool ertoe moeten brengen dat het voldoende en goed kan lezen, met welke methode dat ook is, met hulpmiddelen of niet. Elk kind moet kunnen doorstromen naar het reguliere basisonderwijs of het reguliere secundaire onderwijs. Dat pleidooi wil ik op het einde van deze namiddag houden.
De voorzitter : Ik wil aankondigen dat er volgende week ook een vraag van mevrouw Deckx op de agenda staat over het gebruik van hulpmiddelen.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik vind het wel een krasse bewering dat de inspectie vreemd opkijkt als er geen kinderen met dyslexie of andere leerproblemen in een klas zitten. Als dat de mentaliteit is van de inspectie, dan zijn we ver geraakt. Dat wil zeggen dat als je een goed resultaat bereikt, je scheef wordt bekeken. We moeten opletten dat dat niet het geval is.
De voorzitter : Het incident is gesloten.