Commissie voor Algemeen Beleid, Financiƫn en Begroting
Vergadering van 18/01/2012
Interpellatie van de heer Marino Keulen tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de communicatie van de minister inzake de rol van het Vlaams Parlement bij de hervorming van de belasting op de inverkeerstelling (BIV)
- 52 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Collegas, voorzitter, minister, het minste wat we kunnen zeggen, is dat deze Vlaamse Regering iets problematisch heeft met mails. We herinneren ons allemaal de ondertussen beruchte mail van viceminister-president Lieten. Daarin schetste zij een beeld van haar collegas in de regering, van menselijke verhoudingen op vriestemperatuur.
Minister, nu hebben we uw mail. Men zegt soms: In der Beschränkung zeigt sich der Meister. In de beknoptheid komt echter ook de inhoud heel duidelijk naar voren. Er kan dus geen misverstand of interpretatieprobleem ontstaan over de inhoud. Uw mail is qua stijl grof en gortig. Andere collegas, ook uit de meerderheid, vinden dat ook.
Ik lees de mail even voor, zonder de namen van de betrokkenen te vermelden: Geachte heer, en dan zijn naam ik kan alleen bevestigen wat een kabinetsmedewerker u reeds mailde. De datum van inwerkingtreding is door het parlement verschoven naar 1 maart 2012. Ook wij betreuren dat, niet in het minst omdat we zo goed als zeker zijn dat het parlement geen enkele inhoudelijke wijziging aan de formule zal doorvoeren. Het is bijzonder jammer, maar u en wij zijn slachtoffer van een politiek spel gespeeld door VLD, Groen! en LDD.
Collegas, ik zit ondertussen zeventien jaar in het Vlaams Parlement, waaronder ook zes jaar in de regering. Wanneer een interpellatieverzoek wordt geagendeerd in het Bureau, gaat daar gewoonlijk enig debat mee gepaard om de zwaarwichtigheid van dat verzoek te onderbouwen en de collegas te overtuigen. In dit geval is dat zonder debat gebeurd. Na de toelichting door mijn fractieleider was dat eigenlijk meteen geklonken. Iedereen vond dat daar een interpellatie over moest worden gehouden.
De feiten en de chronologie spreken duidelijk voor zich. Het nieuwe ontwerp van decreet voor een BIV-regeling (belasting op de inverkeerstelling), een groenere BIV voor nieuwe en occasievoertuigen in het verkeer, werd voor de eerste keer in dit parlement geagendeerd op 13 december, de laatste commissiebijeenkomst voor het kerstreces. De Vlaamse Regering had hierover nochtans al rond half juli groen licht gegeven. Er lag dus een hele periode tussen. Minister, u verwees naar de overlegorganen, de inspraakorganen, het middenveld dat daarover zijn zeg moet doen, de Raad van State, de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad), de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en andere instanties. Al die procedures zijn vastgelegd en zeker niet uniek voor dit ontwerp van decreet.
Minister, dan is er het feit dat u, technisch gesproken, alleen laat agenderen dat doet u en de meerderheid toelichting door de minister en aanduiding van een verslaggever. U laat dus niet de stemming agenderen. Zo geeft u alle formele instrumenten uit handen om dit belangrijke ontwerp van decreet over de BIV nog goedgekeurd te krijgen voor de jaarwisseling. U bent daarvoor verantwoordelijk. U bent pas op 13 december voor de eerste keer met dit belangrijke ontwerp van decreet naar het parlement gekomen. U hoopte dat dat met knikken en slikken zou worden goedgekeurd. U hebt niet veel parlementaire ervaring, maar zou ondertussen toch moeten weten dat er altijd hoorzittingen gepaard gaan met dergelijke belangrijke ontwerpen van decreet. Dat is niet uniek voor dit ontwerp van decreet, maar daarentegen zeer gebruikelijk. Het draagt alleen maar bij tot betere regelgeving en besluitvorming.
Net omdat de agendering op die manier is gebeurd, namelijk met de aanduiding van een verslaggever en een toelichting door de minister, heeft de meerderheid meteen gevat dat het niet meer haalbaar was en een amendement ingediend om de invoering van de nieuwe BIV te verdagen tot 1 maart 2012. Tussen haakjes: ook nu beweren collegas, ook uit de meerderheid, dat dat een krappe timing is. Nadien pas heeft de meerderheid om hoorzittingen gevraagd. De chronologie is dus ook belangrijk.
Het feit dat u de stemming in die laatste commissiebijeenkomst van 13 december niet hebt geagendeerd, is de smoking gun. Dat was trouwens ook onmogelijk, aangezien u toen pas voor de eerste keer met dit ontwerp van decreet naar het parlement bent gekomen.
Collegas, ik zit nu dus al zeventien jaar in het Vlaams Parlement. Ik heb het geluk gehad vroeger op kabinetten te werken. Ik heb het nooit eerder meegemaakt dat een minister het parlement verwijt dat het parlement hem belet zijn werk te doen. Hoe je het ook draait of keert, in een parlementaire democratie is het parlement de feitelijke eerste macht. Een minister haalt zijn legitimiteit uit het parlement. Minister, u bent slechts minister omdat u het vertrouwen hebt gekregen van dit parlement. U moet de zwartepiet dus niet naar het parlement doorschuiven, maar de hand in eigen boezem steken. Het parlement zal finaal de inhoud van dit ontwerp van decreet bepalen, los van de timing.
In de Dorpsstraat zou u dat trouwens niet moeten proberen. Ik zit ook al 24 jaar in de gemeentepolitiek. Daar zou men nog veel harder van leer trekken.
Minister, indien dit in het federaal parlement zou hebben plaatsgevonden, zou uw partij N-VA moord en brand schreeuwen en al haar duivels ontbinden. Stelt u zich eens voor dat de voormalige federale minister van Financiën Reynders op een dergelijke manier zou hebben geprobeerd zich van zijn verantwoordelijkheid te ontdoen en dat in de schoenen van de oppositie te schuiven. Men zou de inhoud beoordelen als prutswerk en de stijl als grof en leugenachtig. Die laatste term wordt parlementair niet gebruikt, maar in de feiten is het wel correct.
Minister, op een zeker ogenblik volgt dan de ontmaskering. U blijft daarbij eigenlijk heel onbewogen op uw lijn staan. Dat stoort mij nog meer. Het verhaal stond op zondag in Het Nieuwsblad. Uiteindelijk bleek duidelijk hoe de vork in de steel zat, wat betreft de chronologie van de feiten, uw verantwoordelijkheid en die van de meerderheid in het niet halen van de vooropgestelde termijnen. Wat zegt u dan, bij monde van uw kabinet? Het kabinet-Muyters blijft rustig bij de kritiek van de heer Keulen: Het uitstel komt er omdat de oppositie hoorzittingen vroeg. Had ze dat niet gedaan, was de nieuwe BIV-regeling nu al ingevoerd.
Minister, als u zich kandidaat stelt voor de Nobelprijs in de onhandigheid, bent u op de goede weg. Op het ogenblik dat alle feiten duidelijk worden, zou u ook grootmoedig kunnen zijn. Dat is natuurlijk nooit fijn en u zult er ook geen applaus voor krijgen. Maar u had gewoon schuld moeten bekennen en uw verantwoordelijkheid moeten nemen. Dan kon het incident gewoon worden gesloten.
Minister, u hebt maandagmorgen om 7.15 uur op de radio gezegd dat het bij het politieke spel hoort. De ondertoon was dat politiek niets voor koorknapen en blozende maagden is en dat men daartegen moet kunnen. Ook in de ruwe stiel van de politiek bestaan er echter een aantal elementaire regels van fair play die u niet mag overtreden. Als u in het voetbal tackelt met de voeten vooruit, krijgt u een rode kaart. Voetbal is soms ook een ruw spel, maar ook daar zijn er elementaire spelregels die te maken hebben met fair play.
Minister, ik wil u vragen uw fouten te erkennen en grootmoedig te zijn. Ik wil u vragen voortaan correct te communiceren. Ik krijg langs alle kanten mails binnen u hebt die ondertussen druk verspreid met de inhoud zoals ik hem u heb voorlezen. Het zou u sieren indien u aan diegenen die door u werden aangeschreven, nu de juiste toedracht van de feiten en de verdere planning meedeelt. Dat zou grootmoedig zijn.
Collegas, op zijn minst denk ik dat ik de tolk ben van ons allemaal wanneer ik zeg dat dit soort van toestanden, van mislukte grappen, zeker en vast niet voor herhaling vatbaar zijn. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister. Ik kondig bij dezen al een met redenen omklede motie aan waarin we ons punt nog eens maken.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Voorzitter, eerst en vooral betreur ik enorm dat hier geen actualiteitsdebat aan wordt gewijd. Als dit geen actualiteitsdebat waard is, dan vraag ik me af wat dat wel waard is. Dan kunnen we misschien beter de actualiteitsdebatten afschaffen. Als een minister deontologisch zwaar in de fout gaat, dan moet dat in een plenaire zitting voor het hele parlement kunnen worden bediscussieerd. Ik vind het hoogst eigenaardig dat hier geen debat in de plenaire zitting aan wordt gewijd. Maar goed, we zullen hier dan de discussie voeren.
Minister, ik sprak daarnet over een deontologische fout. Men kan wel zeggen dat het deontologisch absoluut niet correct is wat u deed. Minister, zon partijpolitieke communicatie vanuit een kabinet lijkt me ook enorm flauw, het is een teken van zwakte, het is van een zeer bedenkelijk allooi. Bovendien is het niet waar wat u in die brief stelt. Dat heeft de vorige spreker ook benadrukt. U stelt dat hoorzittingen een vertragingseffect veroorzaken en dat die aangevraagd worden door de oppositie. Bij mijn weten u was zelf aanwezig werden die hoorzittingen aangevraagd door zowel de oppositie als de meerderheid. Ik lees trouwens vandaag in de krant dat leden van de meerderheid zelfs tevreden zijn dat die hoorzittingen plaatsvinden. Dus, ze werden aangevraagd door zowel de oppositie als de meerderheid.
Wat dat vertragingseffect betreft, minister, wil ik nog even wijzen op de chronologie in dit dossier. Eerst en vooral bent u veel te laat begonnen met een ontwerp voor de BIV. Sinds januari 2011, dus meer dan een jaar geleden, is Vlaanderen verantwoordelijk voor de BIV. Wanneer is de Vlaamse Regering met een voorontwerp op de proppen gekomen? Halverwege juli 2011. Toen is het op de ministerraad geagendeerd. Dan is de procedure verder ingezet. Er is ook gigantisch veel kritiek geweest vanuit alle kanten van het spectrum. Zowel de Bond Beter Leefmilieu als de Vlaamse Automobilistenbond (VAB), een mobiliteitsclub, waren vernietigend over uw ontwerp. Er zijn heel wat aanpassingen aan gebeurd onder zware druk. Uiteindelijk blijkt onder meer door de hoorzitting van vorige week, waarin een aantal experten aan het woord waren, dat deze vergroening van de BIV nog altijd geen echte vergroening is.
Minister, ik betreur ook enorm, toen u blijkbaar wat wilde nuanceren dat het niet allemaal de schuld was van de oppositie, dat u begon te verwijzen naar de adviesraden, want ook zij hebben een rol in deze procedure. Als u stelt dat de adviesraden verantwoordelijk zijn voor de vertraging in uw dossier, dan wil ik gerust de data eens controleren. Ik zie dat het advies aan de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA), SERV en Minaraad aangevraagd werd op 29 juli. Het advies van de Minaraad hebt u ontvangen op 8 september, het advies van de MORA op 13 september en het advies van de SERV op 14 september. Dat is volledig volgens de procedure en het werd dan nog in de zomermaanden aangevraagd. Bovendien hebt u nadien het advies van de Raad van State aangevraagd op 23 september. Op 6 oktober hebt u dat advies ontvangen. Dat was dus zeer snel. Wanneer werd het voorontwerp dan ingediend in het parlement? Op 22 november. De heer Keulen heeft uitgelegd wanneer het effectief aan bod is gekomen in het parlement.
Minister, voor alle duidelijkheid, als er iemand verantwoordelijk is voor de trage gang van zaken, voor deze trein der traagheid, dan bent u het, naast het feit dat u zich verbergt achter leugens in dit dossier.
Minister, bovendien vind ik het zeer cynisch dat net de N-VA, die zo pleit voor meer fiscale autonomie voor Vlaanderen, het niet verwezenlijkt krijgt. U bent N-VA-minister, u bent verantwoordelijk voor de fiscale instrumenten, onder meer voor deze vergroening van de BIV. Wel, minister, u maakt er duidelijk een potje van. De federale fractie van de N-VA zou u keihard aanpakken!
De voorzitter : De heer Diependaele heeft het woord.
De heer Matthias Diependaele : We hebben allemaal het bericht gehoord dat Phil Bosmans gisteren is overleden. Een van zijn gevleugelde uitspraken was: Praat niet recht wat krom is. Ik zal dat ook niet doen. Ik denk dat de formulering die gebruikt is in de mail op zijn minst een zeker gebrek aan respect voor de parlementaire democratie getoond heeft, zoals de heer Keulen aangeeft. Ik denk dat dat waar is.
Ik heb ook het gevoel dat het helemaal opgeblazen wordt, maar dat is uw goed recht. Daarvoor is het debat aangegaan. De essentie van de zaak, de zekere frustratie, kan ik begrijpen.
Mijnheer Sanctorum, de vraag of er al dan niet een actualiteitsdebat komt, is een vraag voor het Bureau, niet voor ons hier. Maar als u respect vraagt voor het Reglement van het Vlaams Parlement, wat uw goed recht is, dan moet u ook aanvaarden dat als de heer Keulen ervoor heeft gekozen om een interpellatie in te dienen, het reglement zegt dat die zo snel mogelijk in de commissie moet komen, en dat dan de grond voor een actualiteitsdebat is weggenomen, als het Bureau daar zo over beslist. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Ik kom tot de essentie van de zaak. De heer Keulen heeft ernaar verwezen dat we te maken hebben met een ontwerp van decreet waar de maatschappij op zit te wachten en waar we mee voort moeten. Ik doe dan ook een oproep om inderdaad hieraan voort te werken, volgens de regels van het parlement, met alle instrumenten die de meerderheid en de oppositie ter beschikking hebben om zo snel mogelijk een goede hervorming van de BIV door te voeren.
De voorzitter : De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Minister, de uitspraken die u doet, zijn volgens ons een minister onwaardig, maar dat is niet nieuw. We hebben bij herhaling al opgemerkt dat u eigenlijk blijk geeft van een minachting voor het parlement en voor de oppositie in het bijzonder. Ik heb u dat al verschillende keren gezegd. Ook door uw lichaamstaal, door heel uw houding, geeft u blijk van minachting voor wat de oppositie zegt.
Minister, u hebt blijkbaar een probleem met de scheiding der machten. Eigenlijk schrijft u dat nu ook zo. U schrijft dat heel die wetgevende macht, en zeker de oppositie, eigenlijk een blok aan uw been is. U zegt: ik ben er eigenlijk zo goed als zeker van dat dat domme parlement toch geen wijzigingen meer gaat aanbrengen aan dat ontwerp van decreet.
Minister, wij hebben u in december nog gewezen op een manifeste kemel in het programmadecreet, maar u laat die kemel nog liever staan dan dat u iets zou aannemen van het parlement, laat staan van de oppositie. U verwijt nu de oppositie om het ontwerp van decreet te vertragen. Minister, wees er zeker van, mochten wij echt de mogelijkheid hebben om die nieuwe BIV te vertragen, dan zouden wij dat niet doen met twee maanden, maar liefst met 25 jaar of zoiets, want het geheel lijkt helemaal nergens op.
Minister, ik heb geen vragen aan u, want u hebt toch niet de gewoonte om op mijn vragen te antwoorden. Ik wil mijn collegas-parlementsleden hierbij wel oproepen, en vooral dan die van de meerderheid, om deze keer eens niet aan de leiband van de regering te lopen, maar om eens echt te tonen wie hier de wetgevende macht is in Vlaanderen.
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Voorzitter, minister, eerst en vooral wat betreft het actualiteitsdebat: de heer Diependaele kent het dossier duidelijk niet. Er is gisteren een vraag binnengekomen van Open Vld om een actualiteitsdebat te organiseren, en volgens artikel 71 van het reglement, is het aan het Uitgebreid Bureau om daarover te beslissen. Normaal gezien is het zo dat wanneer de verenigde oppositie een actualiteitsdebat vraagt, en dat is in dit geval zo, de voorzitter dat omwille van de goede democratische principes niet weigert. We kunnen er niet omheen dat voorzitter Peumans hier duidelijk een politiek spel speelt om zijn minister, van zijn partij, uit de wind te zetten. Dat eventjes om de puntjes op de i te zetten.
Ik heb net zoals de collega die de kat de bel heeft aangebonden, een ongelooflijk déjà vu: opnieuw een mail die de regering in diskrediet brengt, in verlegenheid brengt, en zelfs meer dan dat. Afgelopen weekend gingen de poppen pas echt aan het dansen toen een mail uitlekte van minister Muyters waarin hij betreurt dat de datum van inwerkingtreding van de BIV verschoven is naar 1 maart. Minister, ik wil toch nog eens citeren, zoals de heer Keulen al deed, wat u daarover zegt: Het is bijzonder jammer, maar u en wij zijn slachtoffer van een politiek spel gespeeld door Open Vld, Groen! en LDD. De collega heeft het al gezegd, later zei u in een krant daar bovenop: Het uitstel komt er omdat de oppositie hoorzittingen vroeg. Had ze dat niet gedaan, dan was de nieuwe BIV-regeling nu al ingevoerd.
De heer Keulen bracht die mail uit. Hij reageerde alert, hij reageerde hard. Dit zijn leugenachtige verklaringen, zei hij, een minister onwaardig. De collega heeft gelijk. Dit is een complete faux pas, een laag-bij-de-grondse aanval waarbij de minister de schuld in de dansschoenen van de oppositie probeert te schuiven, een vuile streek van een dirty dancer noemen wij dat.
Minister, wat is het probleem? Niet alleen de oppositie vroeg hoorzittingen, ook de meerderheid vroeg die. Uw eigen coalitiepartners vroegen hoorzittingen! U liegt dus. U liegt tegen een burger van dit land, tegen meerdere burgers ondertussen van dit land. U plaatst de volksvertegenwoordigers die hun parlementaire en democratische werk doen in een slecht daglicht. Dergelijke praktijken, het beschadigen van de volksvertegenwoordiging, zijn niet alleen een minister maar elke democraat onwaardig.
Bij uw aantreden, minister, heb ik aangeklaagd dat u niet verkozen was en dat u geen parlementaire ervaring had. Opnieuw blijkt maar eens hoe nefast dit is. U hebt geen of een uiterst gebrekkige democratische reflex. Over ministers zonder parlementaire ervaring verwijs ik graag naar de blog van de heer Eric Van Rompuy. (Gelach)
De heer Eric Van Rompuy : Van welk jaar?
De heer Lode Vereeck : Van dit jaar nog, waarin u aangeeft dat het altijd misloopt met ministers zonder parlementaire ervaring, uw eigen minister-president niet te na gesproken natuurlijk. (Gelach)
Minister, ook uw coalitiepartners vroegen die hoorzittingen! Waarom? Omdat uw voorstel een compleet gestuntel is. De autosector, de mobiliteitsverenigingen, de milieuverenigingen, de SERV, de MORA, allemaal hadden ze grote bedenkingen. De eerste hoorzitting, waar ik met een heel open geest naartoe ben getrokken, heeft al aangetoond hoe ondoeltreffend uw voorstel is. Je kunt er trouwens al meer over lezen in het artikel in De Standaard. Als er al vertraging is opgetreden in dit dossier, dan komt dat omdat de BIV meermaals op de agenda van de Vlaamse ministerraad is gezet wij volgen dat op en er ook meermaals is afgehaald. Waarom? Omdat het voorstel slecht voorbereid was, omdat het onvoldragen was, omdat er geen eensgezindheid was binnen deze regering maar verdeeldheid? Wie zal het zeggen? Op zich is dat eigenlijk niet belangrijk, maar daar ligt de echte reden van de vertraging van dit dossier: in de meerderheid, niet bij Open Vld, Groen en LDD.
Toch blijft u om uw eigen verantwoordelijkheid heen dansen. Ik denk dat u eerlijk had moeten zijn en aan die burger had moeten schrijven noteert u even ik citeer: Het is bijzonder jammer, maar u en wij zijn slachtoffer van de onkunde van mijn kabinet en een politiek spel gespeeld door CD&V en de sp.a. Ik denk dat dat veel nauwkeuriger is.
Voorzitter, ik voel me persoonlijk geschoffeerd omdat deze oppositie, de lichting van 2009, heel constructief haar werk doet. De hoorzittingen die ikzelf heb gevraagd voor het Vlaams Energiebedrijf en de vzw I-Cleantech, hebben hun inhoudelijke meerwaarde telkenmale bewezen. Dat bevestigde ook de meerderheid. Er werd nooit een politiek spel gespeeld zodat bijvoorbeeld de meerderheid met het Vlaams Energiebedrijf kon landen voor de zomer zoals ze had gevraagd. Ook nu werken we snel door.
En nu gaat een minister van de meerderheid ons, de oppositie, verwijten dat we de invoering van de BIV vertragen. U, minister, die zelf dit dossier mismeesterd hebt! Begrijpt u de draagwijdte wel van uw uitspraken? U verwijt het parlement, meerderheid en oppositie, dat het zijn werk doet en hoorzittingen vraagt. It takes two to tango in a democracy, anders kan dit parlement naar huis. Dat zou wellicht een enorme besparing opleveren, maar ook een hoop slechte maatregelen van losgeslagen ministers.
Minister, Vlaanderen is een volwassen democratie. Dit parlement danst niet naar uw pijpen. Au contraire, de volksvertegenwoordiging controleert u en u voert uit, zo werkt het democratische spel. Als u in de mail ook nog zegt dat er geen wijzigingen komen dat deel van het citaat ken ik niet meld ik in elk geval dat we intussen een gestoken bij zijn.
Ik heb ook een déjà vu, minister, omdat het niet de eerste keer is dat u leugenachtige verklaringen aflegt. Over de topsportschool voor handbal in Hasselt verklaarde u in het parlement en op de televisie dat er nog geen beslissing over de sluiting was genomen, terwijl ik in het bezit was van een mail aan een burger, een ouder, die het tegenovergestelde beweerde. Ik heb toen gevraagd of u de eer aan uzelf wou houden, maar ik kan net zo goed dansen voor een blinde of zingen voor een dove. Waarschijnlijk ontspringt u vandaag opnieuw de dans. Dat u hier nog zit, is volgens mij te danken aan de sterkte van uw partij, niet aan de sterkte van uw ministerschap tot nu toe.
Minister, het is niet de bedoeling om op uw politieke graf te dansen, maar als u wilt dat het nog goed komt met uw relatie met dit parlement, is er maar één oplossing. Vergissen is menselijk. Het zou u sieren uw fout toe te geven en uw excuses aan te bieden aan dit parlement in het algemeen en de oppositie in het bijzonder. Of ik een motie zal indienen, hangt af van uw reactie, minister. Ik dank u.
De voorzitter : De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens : Ook onze fractie heeft aanstoot genomen aan de mail die is verstuurd vanuit het kabinet, om drie redenen. Ten eerste wordt het uitstel in de schoenen van het parlement geschoven. Dat is echt onheus. Het Vlaamse Gewest is al tien jaar bevoegd, sinds het akkoord van Lambermont, voor de BIV. De regering heeft er dus tien jaar over gedaan om een eerste keer werk te maken van die bevoegdheid. Dan kun je niet verwachten van de parlementsleden dat ze zon belangrijk decreet op enkele weken tijd door het parlement jagen.
Het ontwerp van decreet is ingediend eind 2011, op het moment dat de begrotingsdiscussie volop liep. U weet best, ook als minister van Begroting, dat op een moment dat de begrotingsdiscussie hier loopt, we niet eens de mogelijkheid hebben om andere decreten te agenderen. Het was mathematisch niet mogelijk om over dat decreet op een normale manier voor het einde van het vorig jaar te stemmen.
Ten tweede nemen we aanstoot aan de mail omdat de oppositie wordt verweten vertragingsmanoeuvres uit te voeren door het vragen van hoorzittingen. Het is niet meer dan logisch dat die hoorzittingen worden gevraagd. Zoals de collegas van de oppositie hier stellen, werd die vraag ook gesteund en was die mee ingegeven door de meerderheid. Als op zon belangrijk decreet een dergelijke mate van contestatie komt in alle geledingen van de maatschappij, van automobilistenverenigingen over milieuverenigingen tot de wetenschappelijke wereld, is het niet meer dan normaal dat die hoorzittingen worden gevraagd. Dat doen we voor alle belangrijke decreten. Ik zou die traditie ook in ere willen houden.
Ten derde stoorden we ons aan de inhoud van de mail, omdat uw kabinet doet uitschijnen dat er toch niets meer aan verandert. Het klinkt zo: het moet nu nog even door het parlement, maar daarover moet je je niet ongerust maken, het passeert ongewijzigd. Dat vind ik een manifeste negatie van het werk dat hier gebeurt en moet gebeuren. De regering is nog altijd de uitvoerende macht. Het is niet het parlement dat uitvoert wat de regering opdraagt.
Dat zeg ik niet enkel naar aanleiding van dit geval. Ook met de meerderheid hebben wij bewezen dat wij ons werk doen voor ontwerpen van decreet van de regering. Die hoorzittingen zijn er niet voor het verslag. Wij gebruiken de nuttige elementen eruit. Het Materialendecreet is door de meerderheid geamendeerd. Het Groenestroomdecreet is na een hele reeks hoorzittingen door de meerderheid grondig geamendeerd. Het ontwerp van decreet over I-Cleantech is ook geamendeerd. Het is onze taak dat we de nuttige elementen uit die hoorzittingen halen om als parlement, als eerste macht, onze stempel te drukken.
In de vorige legislatuur, collegas, heb ik meer dan 350 goedgekeurde amendementen ingediend op ontwerpen van decreet van de regering en voorstellen van decreet van de collegas. Dat is onze taak. We plaatsen wel degelijk onze vingerafdrukken, en meer dan dat, op ontwerpen die van de regering komen. Als ons dat recht wordt ontnomen, zitten we in een totalitair regime. Als een parlement enkel dient om goed te keuren wat door een politbureau is afgesproken, komen we terecht in Noord-Koreaanse toestanden. Daar wil ik absoluut voor passen.
Ik hoop, minister, dat u nu ook de goede collegas van de N-VA-fractie niet aan banden gaat leggen. Ik hoop dat u ons de kans geeft, zoals we dat in goede collegialiteit gewoon zijn, om binnen de meerderheid, desnoods in overleg met de oppositie, lessen te trekken uit de hoorzittingen die we vandaag afronden, en desgevallend dit ontwerp van decreet bij te sturen. Ik neem me in elk geval voor om mijn rechten als parlementslid ten volle uit te putten.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
De heer Sas van Rouveroij : Dan vraag ik het woord bij motie van orde, voorzitter. Dit incident treft de volledige parlementaire gemeenschap, elke fractie, elk parlementslid en in feite ook de buitenwereld, want het gaat over de werking van onze parlementaire democratie.
Ik hoor één fractie geen standpunt innemen. Ik nodig u daartoe uit, voorzitter. U hebt trouwens de goede gewoonte, ondanks uw voorzitterschap, om vaak uw eigen mening te ventileren. Doe het zelf of laat mevrouw Smaers het doen, het maakt me niet uit, maar ik vraag dat de CD&V-fractie een standpunt inneemt.
De voorzitter : Het is niet op bevel van een collega dat men het woord moet nemen. In dit debat ga ik als voorzitter niet namens mijn partij spreken. Mevrouw Smaers is hier, maar ook zij moet het niet doen omdat de heer van Rouveroij het vraagt. Mevrouw Smaers, de nationale ondervoorzitter van CD&V, geeft altijd haar mening en spreekt ook altijd voor CD&V, wat bij mij niet altijd het geval is. (Gelach)
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Als u zo benieuwd bent, collegas, naar het standpunt van CD&V, wil ik dat graag even geven. Het punt leek me intussen gemaakt in de commissie. Iedereen heeft zijn mening al kunnen ventileren. Het blijkt duidelijk dat er heel wat bedenkingen zijn bij de manier waarop die mail in het publiek is gekomen en bij de manier waarop de mail is geformuleerd en het standpunt op papier is gezet.
U vraagt wat CD&V daarvan vindt. Als parlementsleden van CD&V vinden wij dat ook een rare manier van communiceren, het beantwoordt zeker niet aan de realiteit. Het ontwerp van decreet is inderdaad op een redelijk laat moment in het parlement ingediend. De parlementsleden moeten de mogelijkheid hebben om dat ontwerp te bekijken en om vragen te stellen, om het te beoordelen naar inhoud. We hebben dus ook bedenkingen bij die mail, maar het punt was hier al gemaakt, ook door sp.a, mijnheer van Rouveroij.
De voorzitter : Elke fractie en elk lid zeggen wat ze te zeggen hebben. Dat is nu gebeurd.
Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Ik wil onmiddellijk zeggen dat ik me verontschuldig voor de termen van de mail. Intussen, zeker na de opmerkingen die ik hier heb gehoord, zie ik duidelijk dat die de indruk heeft gewekt dat ik kritiek heb op de onafhankelijke werking van het parlement. Ik wil duidelijk stellen dat ik het volste respect opbreng voor de werking van het parlement. Iedereen die in de commissies zit waar ik kom, ziet bijvoorbeeld al dat ik nooit te laat kom voor een vergadering van de commissie. Dat is ook uit respect voor de tijd van de parlementsleden. Het is maar één voorbeeld. Dat heb ik in het verleden ook gedaan.
Een minister net als zijn kabinet daarin hebt u allemaal gelijk moet zich natuurlijk neerleggen bij de beslissingen die in het parlement worden genomen. Ik zal er voortaan dan ook voor zorgen dat onze communicatie zich beperkt tot vaststellingen, er geen persoonlijke gevoelens aan worden gekoppeld en er geen beslissingen worden betreurd of toegejuicht. Dat moet en zal de juiste manier zijn.
Als de mail vermeldt dat we denken dat er weinig of niets aan zal worden gewijzigd, heeft dat te maken met het feit dat over het BIV-voorstel heel ruim is geconsulteerd. Niet alleen is er een brede consensus binnen de Vlaamse Regering gegroeid, aan de belangrijkste adviesraden zoals de MORA, de Minaraad, de SERV en de Raad van State, hebben wij duidelijk adviezen gevraagd. Het maatschappelijk middenveld is in die raden sterk vertegenwoordigd. We hebben hen een ruime tijdsperiode gelaten om het voorstel van de Vlaamse Regering grondig te evalueren. Het voorgestelde model werd ook bijgestuurd op basis van de opmerkingen van de adviesraden en de Raad van State. Dat maakt de beslissing van de Vlaamse Regering wel overdacht en goed overwogen. De adviesraden brengen de meest uiteenlopende visies samen en ik ga ervan uit dat zij consequent dezelfde visie ook in het parlement zullen voorleggen.
Uiteraard en dat begrijp ik heel goed mocht en mag ik niet op de feiten vooruitlopen. Helemaal niet. Het is helemaal niet ondenkbaar dat er vanuit het parlement toch nog wijzigingen worden voorgesteld. Het kon echter ook zijn en vandaar de zin in de mail dat het parlement met de adviezen tot dezelfde conclusies kwam als de Vlaamse Regering. Maar ik wacht uiteraard het debat af en ik zal uiteraard correct uitvoeren wat het parlement naar voren heeft gebracht. Laat daarover geen misverstand bestaan.
De voorzitter : Dank u, minister. We houden ons aan de procedure.
De heer Sas van Rouveroij : Opnieuw bij motie van orde. Ik vraag een schorsing van de vergadering, voorzitter, om overleg te plegen met de collegas.
De voorzitter : Om welke reden?
De heer Sas van Rouveroij : Moet ik daarvoor een reden geven? Ik denk het niet. Ik kan u één geven, maar u zult die zo dadelijk horen na de schorsing en ze zal relevant zijn.
De voorzitter : Is dat mogelijk?(Opmerkingen)
Hoe lang wilt u een schorsing?
De heer Sas van Rouveroij : Een kwartier.
De voorzitter : Een kwartier? Dan is de vergadering voor een kwartier geschorst.
De vergadering wordt geschorst.
De voorzitter : Wij hervatten de vergadering.
De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, wij hebben uw antwoord beluisterd. Ik moet u heel eerlijk zeggen dat ik uw excuses zwak en bleek vond. Het is uw opdracht de waarheid en niets dan de waarheid te spreken. U erkent zijdelings wat fouten en gaat dan heel snel over op de procedure. Dit incident is de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen.
Momenteel loopt het Autosalon in Brussel. Mensen kopen nieuwe wagens aan en stellen zich vragen over de nieuwe BIV-regeling. U zegt dan dat het de fout van de oppositie is dat het allemaal in de soep draait, terwijl dat helemaal niet het geval is dat weze ondertussen duidelijk.
Voorzitter, ondertussen staan er al zoveel andere incidenten op naam van minister Muyters, zoals over Dexia en andere feiten, dat wij een motie van wantrouwen zullen indienen in plaats van een gewone motie.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik heb uw antwoord beluisterd. Ik vond het, net als de heer Keulen, erg zwak. Minister, er is ondertussen al heel veel gezegd over dit incident. U hebt zeer vaak de gelegenheid gehad om uw verontschuldigingen aan te bieden, maar u hebt telkens de schuld doorgeschoven naar anderen: de oppositiepartijen, de adviesraden, enzovoort. U komt dus rijkelijk laat met uw verontschuldigingen ten aanzien van het parlement.
Ik ondersteun volledig het initiatief dat is aangekondigd door de heer Keulen.
Minister, ik merk dat u goed bent geïntegreerd in uw partij. U hebt ondertussen ook het Bart De Wever-syndroom overgenomen: eerst knoeien en dan de schuld doorschuiven naar anderen.
De voorzitter : De heer Vereeck heeft het woord.
De heer Lode Vereeck : Voorzitter, ook ik heb de minister aandachtig beluisterd. Ik heb zeer zwakke excuses gehoord. Dat ik ze heb gehoord, is echter toch al een kleine vooruitgang. Minister, in het weekend bleef u echter bij uw waarheid. Gelukkig hebt u dat nu al wat afgezwakt.
Ik vond de uitleg van de collegas van de meerderheid, de heer Martens en de heer Diependaele, veel helderder dan uw eigen uitleg.
Ik heb u geen enkel concreet initiatief of maatregel horen aankondigen om dit in de toekomst te vermijden. U zegt dat u zo en zo zult communiceren, maar zegt niet wat er concreet zal gebeuren inzake de werking van uw kabinet. Hoe zult u uw kabinet reorganiseren zodat we binnen een maand of een half jaar niet opnieuw bijeen moeten zitten? Het is niet de eerste keer dat u uw misprijzen voor het parlement uit. Het is al verschillende keren gebeurd. Het is de spreekwoordelijke druppel. We ondersteunen in die zin de motie van wantrouwen die wordt ingediend door de collegas van Open Vld.
De voorzitter : De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens : Minister, ik heb duidelijke verontschuldigingen gehoord. Ik heb dat in de zeven jaar dat ik hier zit nog maar weinig ministers horen doen. Ik begrijp dat de oppositie daar geen genoegen mee neemt en de minister nog extra door het stof wil zien kruipen. Ik kan echter zeker leven met die verontschuldigingen.
Het is nu aan de meerderheid van dit parlement om aan te tonen dat ze zich inderdaad niet laat muilkorven door welk kabinet ook en dat ze haar werk doet. Ik hoop dat we de hoorzittingen snel kunnen voortzetten, dat we leren uit dit incident en het decreet op een correcte manier kunnen bijsturen.
De voorzitter : De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Voorzitter, wij sluiten ons aan bij de motie van wantrouwen van de collegas van de oppositie.
De voorzitter : Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Ik kan me aansluiten bij wat de heer Martens heeft gezegd. We hebben hier in de commissie vanwege de minister verontschuldigingen gehoord over de gang van zaken en de mail die is uitgestuurd.
Ik neem aan dat de motie van wantrouwen een manier is om de zaak ook in de plenaire vergadering te brengen. We houden ons uiteraard klaar om daar straks of volgende week in de plenaire vergadering verder op in te gaan en de verdere discussies te voeren, maar in ieder geval kunnen we nu al zeggen dat we de verontschuldigingen van de minister aanvaarden.
De voorzitter : De heer Diependaele heeft het woord. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
De heer Matthias Diependaele : We hebben de verontschuldigingen van de minister gehoord. Daaruit bleek inderdaad dat er in de mail een formulering gebruikt is die te weinig respect voor het parlement betuigde. De minister heeft dat nu rechtgezet en wij kunnen daar ook genoegen mee nemen.
In die zin hopen wij ook dat we nu verder kunnen gaan over de inhoud van de zaak en verder de hoorzittingen kunnen houden, om een goede BIV uit te werken. Daar zitten de mensen op dit moment op te wachten. Ik roep dus ook op om verder te gaan met het parlementaire werk.
De voorzitter : Daarmee is deze interpellatie afgesloten. We hebben het reglement gevolgd.
De heer Sas van Rouveroij : Voorzitter, ik wil alleen nog zeggen dat deze motie vanmiddag volgens het reglement niet kan worden behandeld.
De heer Filip Watteeuw : Als andere leden nog wil tussenkomen
De voorzitter : Neen, neen. Er is een motie van wantrouwen aangekondigd. Die motie mag door ten hoogste zoveel volksvertegenwoordigers ingediend worden als er erkende fracties zijn.
De heer Filip Watteeuw : Maar het gaat over tussenkomen
De voorzitter : Neen, mijnheer Watteeuw. Het gaat hier over een interpellatie. Ik ben daar zeer ruim in geweest: de interpellant heeft het woord gevoerd, alle fracties hebben het woord gevoerd, de minister heeft geantwoord, de hoofdinterpellant heeft geantwoord, alle fracties hebben zich kunnen aansluiten.
De heer Lode Vereeck : Voorzitter, dat is niet juist.
De heer Filip Watteeuw : Inderdaad.
De voorzitter : U kunt daar nog allerlei beschouwingen aan wijden, voor mij is deze interpellatie afgesloten. Er is een motie van wantrouwen aangekondigd en dat is een procedure die in de plenaire vergadering aan bod komt.
De heer Lode Vereeck : Er zijn twee repliekrondes. Het woord was nu aan de minister en dan mag de interpellant aansluiten. Zo werkt een interpellatie.
De heer Marino Keulen : Ik heb eigenlijk het laatste woord.
De voorzitter : Dan heeft de heer Keulen het laatste woord. Maar hij heeft toch al een motie van wantrouwen aangekondigd?
De heer Marino Keulen : Juist. Voorzitter, u staat op uw strepen, maar dan moet u dat ook correct doen. We zijn hier al met fouten geconfronteerd, dus u moet nu zelf ook niet in de fout gaan. (Opmerkingen van de voorzitter)
De procedure is: wanneer een motie van wantrouwen wordt aangekondigd, heeft het parlement vijf dagen de tijd. Ze wordt dus volgende week woensdag in de plenaire vergadering behandeld.
Dit is op zich niet het incident, maar het is de spreekwoordelijke druppel. Vandaar dit zware instrument van een motie van wantrouwen ten aanzien van minister Muyters en zijn functioneren.
De voorzitter : Dat is wat u in het begin gezegd hebt. Uw laatste uiteenzetting heeft geen enkele toegevoegde waarde.
Moties van wantrouwen
De voorzitter : Door de heren Keulen en van Rouveroij, mevrouw De Vroe, de heren Vereeck, Sanctorum en Watteeuw en door de heren Huybrechts, Strackx en de dames Bruyninckx en Van den Eynde werden tot besluit van deze interpellatie moties van wantrouwen aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.