Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 02/02/2012
Vraag om uitleg van mevrouw Lies Jans tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over trajectcontrole
- 800 (2011-2012)
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Voorzitter, ik heb mijn vraag ingediend naar aanleiding van de uitspraak van federaal minister Vande Lanotte dat hij in januari alle betrokken partijen rond de tafel zou roepen, zodat we een einde zouden kunnen stellen aan die never ending story.
Minister, het systeem van trajectcontrole op de E17 sleept al een hele tijd aan. Het project botst op de ene vertraging na de andere. Tijdens de begrotingsbespreking liet u nog bij wijze van grap verstaan dat enkel het mooie weer de officiële ingebruikname van het systeem nog parten speelde. Het systeem moest immers nog op deugdelijkheid tijdens extreme regen getest worden, maar die regen kwam er maar niet.
De Federale Overheidsdienst (FOD) Economie bestempelde het systeem na uitvoerig testen ondertussen als onbetrouwbaar. Stilstaande autos zouden aan 200 kilometer per uur geflitst worden en sommigen kregen de boete van hun voorligger toegediend. De fabrikant zou nog één kans krijgen om alle problemen, waaronder enkele fundamentele, die er nog steeds zijn, op te lossen. Indien het dan niet in orde komt, wordt het project stilgelegd, volgens de FOD Economie.
De Nederlandse fabrikant, Computer Sciences Corporation (CSC), die de cameras voor het systeem aan het Belgische bedrijf JM Jacops levert, ontkent echter in de fout te zijn gegaan. Zij verwijzen daarbij naar hun referenties in andere landen, waar de installatie wel probleemloos verliep. In de loop van januari zou er dus een overleg plaatsvinden bij de federale minister van Economie Johan Vande Lanotte met alle betrokken partijen. Het Agentschap Wegen en Verkeer blijft erbij dat het systeem snel kan worden ingesteld.
Minister, welke technische of wetgevende problemen houden de lancering nog tegen? Mijn tweede vraag, over de verantwoordelijkheid van de fabrikant, is eigenlijk al uitgebreid aan bod gekomen in een vorige vraag om uitleg. Daar hoeft u dus niet meer op te antwoorden, maar misschien kunt u nog wat bijkomende uitleg geven.
Heeft het aangekondigde overleg in januari intussen plaatsgehad? Wat was het resultaat daarvan? Bestaat de kans dat het project er, ondanks alle inspanningen, uiteindelijk niet zal komen?
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Minister, een mens zou er moedeloos van worden, maar er is toch enige hoop. Ik heb daarnet uitgerekend dat de afstand tussen Torhout en Oostende 23 kilometer is. Vroeger was het tussen Torhout en Kortrijk, en dat was 40 kilometer. Ik hoop dus dat de afstand tussen de beide betrokken ministers symbool mag staan voor de kortere afstand die we moeten afleggen.
Ik verwijt in dit dossier niemand van de politieke verantwoordelijken nog iets. Wel wil ik nog altijd zo goed en zo kwaad mogelijk het dossier reconstrueren. Op 6 oktober hebt u hier gezegd dat u de week nadien met minister Van Quickenborne samen zou zitten, omdat u de krachten wou bundelen. Heeft dat overleg plaatsgehad? Wat is toen afgesproken? Wat heeft er intussen alweer roet in het eten gegooid, waardoor we nog altijd maar staan waar we staan?
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Collegas, dit is zon dossier waar je als politieke klasse een pak geloofwaardigheid voor betaalt. Je ondergaat dat. Het is je bête noire. Het geeft ook aan hoe snel de tijd gaat. Precies een jaar geleden heb ik hierover de eerste actuele vraag gesteld. Het is eigenlijk een spijtige geschiedenis. Op die dag is ook Pascal Goossens, medewerker van het Vlaams Parlement, begraven. Dat was op een woensdag. s Namiddags hadden we hier plenaire vergadering. Toen heb ik over dit onderwerp een actuele vraag gesteld. Toen zaten we nog in een pingpongspel tussen Vlaanderen en de federale overheid. Intussen zegt de fabrikant dat het zijn fout niet kan zijn, maar de meetresultaten zijn wat ze zijn.
Los dat op, minister. Dat is mijn enige vraag. We kennen het voluntarisme van minister Vande Lanotte, maar in dit dossier is hij daar toch al een beetje van genezen. Het zou er moeten komen. Wanneer? Dat gaat u ons nu vertellen.
De voorzitter : De heer de Kort heeft het woord.
De heer Dirk de Kort : Minister, we zien dat er in verband met dossiers zoals die trajectcontrole ook door heel wat lokale besturen afzonderlijke initiatieven worden genomen. Met wat u op dit moment moet ervaren, is het goed om hieruit verdere lessen te kunnen trekken. Misschien zal het in de toekomst mogelijk zijn dat er een raamovereenkomst georganiseerd wordt vanuit Vlaanderen, waar de lokale besturen, met de politiezones, nadien op kunnen inschrijven. Anders gaan we allemaal op dezelfde manier problemen ondervinden. Op die manier zouden we toch wel kunnen varen bij de problemen die u nu ondervonden hebt.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, het ene traject is al wat succesvoller dan het andere. Dat hebben we met dit project van trajectcontrole ondervonden. We blijven sukkelen met problemen om het toestel te homologeren. Ik betreur dat er niet is gewacht op de homologatie voor de toepassing van de trajectcontrole. We hebben de gevolgen gezien. Iemand die veroordeeld was, is ondertussen vrijgesproken door de politierechtbank. Minister, in hoeverre wordt de trajectcontrole nog toegepast?
Minister Hilde Crevits : Niet. Dat is nooit gebeurd.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Ik stel vast dat de cameras voor de trajectcontrole daar momenteel gewoon staan te staan.
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Ik heb een boek met uitleg gekregen over alle technische problemen. Ik geef een voorbeeld. Iemand had het over die 200 kilometer per uur. Ik was verrast daarover in de krant te lezen en ook over de communicatie rond Kerstmis. Het was net alsof de woordvoerster van de FOD Metrologie door een wesp was gestoken. Wij hadden geen uitspraken gedaan. Ik was nochtans heel hoopvol, en plots was alle hoop weer weg.
Dat staat dus in de krant en dan zegt CSC, het bedrijf dat daarvoor moet zorgen, dat het niet strookt met de realiteit. Ze zeggen: Door de dienst Metrologie zijn een aantal veronderstelde anomalieën in het systeem aangetroffen op een moment waarop die wel moesten vastgesteld worden omdat niet alle softwareprocessen actief waren. Waarom waren die niet actief? Dat was omdat ze een aantal onderdelen moesten stopzetten omdat de dienst Metrologie screenshots zou kunnen maken.
Op dat moment wisten we dat het systeem niet kon werken. En men haalt dat nu aan om te zeggen dat het niet werkt. Dat is voor niemand een gezonde situatie. Noch minister Van Quickenborne, noch minister Vande Lanotte is van mijn partij, maar ik kan geen van beiden verwijten dat ze niet coöperatief zijn in dit dossier. We hebben altijd gezegd dat we de krachten zouden bundelen. Soms waren er nijdige telefoons.
Mevrouw Van den Eynde heeft een punt. Waarom hebben we dat daar gezet? Dat was omdat we wilden tonen dat het voor Vlaanderen belangrijk was, want iedereen staat erachter. Trajectcontrole moet er komen. We hebben het dus geplaatst met een Nederlandse firma die al homologaties heeft gekregen. In de krant lezen we nu dat het in Gentbrugge iets met infrarood is, maar dat is niet zo, het is met lussen in de grond, zoals dat in Nederland is. Ik kan een heel boek tonen met discussies, maar we moeten er doorheen geraken.
Ik heb gebeld met federaal minister Van Quickenborne om na te gaan hoe we dit verder aanpakken. Dat waren goede gesprekken. In het artikel dat rond Kerstmis verscheen, heeft de journalist misschien verkeerd geïnterpreteerd. Ik weet het niet, maar zo was de sfeer rond de tafel niet. Er wordt constructief gepraat. Volgende week heb ik een live afspraak met federaal minister Vande Lanotte. Dit is een van de dossiers die we zullen bespreken.
Deze les heb ik wel geleerd: ik ben veel te enthousiast geweest. Mijn uitspraak dat het tegen Kerstmis klaar moest zijn, was een slip of the tongue. Een Kerstmis later is het nog niet in orde. Ik vind dat heel vervelend. Anderzijds vind ik dat we een manier van samenwerking moeten vinden met de FOD Metrologie, die het voor beide efficiënt maakt om te werken. Er zullen nog zaken op ons afkomen. De technologie verandert. Dit is een systeem van 2009. We gaan dat niet in de vuilnisbak kieperen. Het moet op de een of andere manier gehomologeerd geraken.
Een van de zaken die ertussen komen gefietst, zijn de nummerplaten die veranderen. Plots verandert de kleur en komt er een letter bij. Dat heeft een impact op de software. Dat heeft niets met de homologatie te maken. Dit systeem is gemaakt voor een bepaalde nummerplaat. Plots verandert dat en dan moet je de software aanpassen zodat het systeem dat herkent.
De heer Jan Roegiers : Minister, wat doe je dan met buitenlandse nummerplaten? Dat gaat dus nooit werken.
Minister Hilde Crevits : Neen, het werkt, maar het systeem moet worden aangepast. Het herkent nummerplaten, maar er was blijkbaar een probleem met de kleur. Per type nummerplaat moet het blijkbaar worden goedgekeurd.
De heer Jan Roegiers : Minister, wat u nu zegt, boezemt mij angst in. Dit betekent dat als een Europese nummerplaat laten we het voorlopig houden bij Europese nummerplaten ooit verandert, er niet meer kan worden geflitst.
Minister Hilde Crevits : Ik ben geen specialist. Die Europese nummerplaten hebben niets te maken met de homologatie, zegt men mij. Je krijgt je modelgoedkeuring, maar als er een nieuw type nummerplaat is, moet je het bewijs leveren dat die goed door het systeem geraakt. Elke nummerplaat die passeert, moet blijkbaar worden herkend door het systeem. En dat moet ook in orde zijn. Dat is logisch.
Men heeft mij verzekerd dat dit allemaal in orde komt, maar ik ben de aannemer niet. Dat is ook het probleem. Het is niet mijn administratie, maar de aannemer die de modelgoedkeuring moet krijgen. Veel mensen vragen me om ergens een trajectcontrole te zetten, maar ik doe geen enkele belofte meer tot ik mijn homologatie vastheb. De modelgoedkeuring is cruciaal. Ik hoop volgende week in de marge van het gesprek met minister Vande Lanotte concrete afspraken te kunnen maken over wat de resterende problemen zijn en wat de timing is om die op te lossen. Als er onoverkomelijke problemen zijn, dan wil ik die kennen. De aannemer verzekert mij dat het niet zo is.
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Minister, we weten dus nog niet veel meer. Het overleg zal volgende week plaatsvinden. Om nodeloze vragen om uitleg en actuele vragen te vermijden, is het misschien goed dat u de voorzitter schriftelijk meedeelt wat het resultaat was van uw overleg met minister Vande Lanotte.
Minister Hilde Crevits : Dat is misschien een goede gewoonte. Ik denk dat dat al gebeurt. Als het noodzakelijk is een communicatie te doen over dat overleg, dan zal dat worden meegedeeld aan het parlement. Dan bent u ook geïnformeerd.
De voorzitter : Iedereen tevreden?
Minister Hilde Crevits : Neen, niemand is tevreden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.