Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 14/12/2011
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de Limburgse noord-zuidverbinding
- 605 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Lode Ceyssens tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de Limburgse noord-zuidverbinding en de schorsing door de Raad van State
- 621 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Chris Janssens tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de Limburgse noord-zuidverbinding
- 640 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voorzitter, minister, collegas, de noord-zuidverbinding, het is een verhaal waar in Limburg intussen al heel wat politieke carrières op gebouwd zijn, maar ook aan voorbij zijn gegaan. Een aantal mensen hebben zich op die manier gelanceerd in de nationale politiek, denk maar aan Johan Sauwens, Jaak Gabriels en zelfs Jan Peumans.
Intussen zijn we nog altijd niet echt opgeschoten met die noord-zuidverbinding, terwijl het maatschappelijke draagvlak en het besef van de noodzaak ervan vandaag algemeen gedragen worden in Limburg. Het is in feite een processie van Echternach. Het hele relaas zal ik niet doen, maar ik wil wel een aantal belangrijke aankondigingen en beslissingen nog even voor de geest halen.
In 2005 kondigde toenmalig Vlaams minister van Openbare Werken Kris Peeters, mijn toenmalige collega, in Het Belang van Limburg aan dat hij een definitief plan had met betrekking tot de noord-zuidverbinding, die vanaf 2007 volledig zou worden afgewerkt. In één adem liet hij ook weten dat er met die beslissing een eind zou komen aan 35 jaar van discussies, overleg en studiewerk. We zijn intussen alweer een stuk verder in de 21e eeuw, collegas, maar staan nog niet zo veel verder met de noord-zuidverbinding.
Begin april 2006 ontvingen de ondernemers van de Grote Baan in Helchteren een brief met de mededeling dat de Grote Baan, de N74, zou worden heraangelegd. Een eerste fase zou eind 2007 starten, vanaf de rotonde in Hechtel tot aan de kruising van de Grote Baan met de Peerse Dijk. In dat schrijven werd ook vermeld dat mogelijk een deel van het perceel zou worden aangekocht. In de loop van 2007 zou het Comité van Aankoop daarover inlichten. Er zouden exacte afmetingen worden genomen en dergelijke meer. Nadien zou een persoonlijk onderhandelingsgesprek volgen over de verkoopsom met een medewerker van het Centraal Comité van Aankoop. Bij een akkoord zou een akte worden opgesteld en zou men overgaan tot de aankoop. Dat leek allemaal te verlopen zoals je zou mogen verwachten. Mensen hadden het gevoel dat ze wisten waar ze aan toe waren en dat ze klare wijn geschonken kregen.
Op 21 februari 2008 was het de beurt aan Vlaams minister Crevits, opvolgster van minister Peeters op het domein Openbare Werken. Zij verkondigde in Het Belang van Limburg: Half juli zal ik aan de Vlaamse Regering het definitieve tracé voorleggen, want ik heb absoluut geen zin in nog eens 24 studies. Voor mij primeert de realisatie van deze belangrijke verkeersader. Het milieueffectenrapport (MER) zal in mei-juni klaar zijn. Dat onderzoek wordt nu met open vizier en zonder voorkeur voor tunnels dan wel omleidingsweg gevoerd. Maar eens de keuze gemaakt, hoop ik dat iedereen consequent achter die keuze zal staan, en dat de aanbesteding in 2009 kan worden opgestart. Ik maakte toen deel uit van de Vlaamse Regering en heb die beslissing ook altijd mee gesteund.
Op 3 oktober 2008 besloot de Vlaamse Regering te kiezen voor een omleidingsweg. Tegen eind 2009 moest alles zijn aanbesteed en moest ook de bouwvergunning zijn aangevraagd. De werken zouden dan kunnen starten in 2011.
Op 6 september 2010 stond op de website www.denoordzuid.be het volgende te lezen over de onteigeningen: 10. Wat betekent de omleiding voor onteigeningen? Onteigeningen zijn onoverkomelijk bij dergelijke ingrijpende werken. Momenteel bestaat er echter nog geen 100 procent duidelijkheid over de exacte afmetingen en voor welke percelen onteigening noodzakelijk zal zijn. Dit maakt deel uit van de vervolgstudie. Zodra daarover duidelijkheid bestaat, zullen gesprekken met de betrokkenen plaatsvinden.
Een beslissing van de regering werd echter nog wat verder uitgesteld, omdat de minister de termijn voor het behandelen van de bezwaarschriften nog eens verlengde met zestig dagen. Op dat moment was u al in functie als titularis voor Ruimtelijke Ordening, minister. De reden voor die verlenging was dat de administratie de 563 bezwaarschriften die waren ingediend tot 13 mei 2010, niet verwerkt kreeg. Op de ministerraad van de Vlaamse Regering van 21 januari 2011 gaf de Vlaamse Regering dan haar principiële goedkeuring aan het besluit houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplan (GRUP) Noord-zuidverbinding N74.
In de archieven van Het Belang van Limburg en TV Limburg kun je al die beslissingen uitvoerig nalezen en becommentarieerd zien. Het perspectief daarbij is altijd: het gaat vooruit, we gaan er geraken.
De Limburgse Milieukoepel, Natuurpunt en Limburgs Landschap verzetten zich echter tegen de noord-zuidverbinding en stapten naar de Raad van State. De hoopvolle stemming van de beslissing van 21 januari begon snel weg te ebben bij het horen van het nieuws dat de Raad van State het ruimtelijk uitvoeringsplan en het milieueffectenrapport schorste. Het dossier ligt nu helemaal stil. Twee ministers in de Vlaamse Regering hebben al gesteld dat zo snel mogelijk moet worden bekeken hoe het dossier weer op de rails kan raken. Een van die ministers was trouwens de Limburger Jo Vandeurzen.
De werkelijkheid is dat iedereen al sinds 2006 in onzekerheid werkt, leeft, woont en slaapt. Tot op heden zitten die mensen nog altijd in het ongewisse. Er kan nog geen enkele uitspraak worden gedaan wat betreft de timing van het project, de onteigeningen en de herlokalisatie. Vooral de ondernemers willen weten waar ze aan toe zijn. Ze hebben het gevoel dat er met hun voeten wordt gespeeld. We leven in een rechtsstaat, maar je moet opletten dat je niet in immobilisme terechtkomt. Dit betekent ook een grote onzekerheid voor de toekomst van de betrokken bedrijven en hun werknemers. Deze onzekerheid belet deze bedrijven om te investeren in de toekomst, om te groeien, en zeker investeringen te doen die niet meeneembaar zijn naar een nieuwe locatie.
Minister, wat heeft de Raad van State nu effectief geschorst en waarom? Wat betekent deze uitspraak concreet op het terrein?
Ik heb nog een vraag over de reservatiezone, maar u mag het antwoord schriftelijk geven. Is de reservatiezone voor de bedrijven in Helchteren, waardoor hun veel beperkingen worden opgelegd, ook geschorst? Zo neen, kunnen ze dan bouwaanvragen indienen? Het gaat om de reservatiezone waar de onteigende bedrijven een nieuwe thuis zouden krijgen. Wat is daar het statuut van? Welke mogelijkheden ziet u om toch verder te kunnen met het dossier zodat er niet moet worden gewacht tot eind 2012? Kan wat lijkt op een blokkering, toch door andere processen in gang worden gezet?
De voorzitter : De heer Ceyssens heeft het woord.
De heer Lode Ceyssens : Voorzitter, minister, collegas, twee weken geleden heb ik samen met de heer Keulen de commissiezaal met enige tevredenheid verlaten nadat we van de minister-president een uitgebreid verslag hadden gekregen over de vooruitgang van het omzetten van alle aanbevelingen uit de commissies Sauwens en Berx naar effectieve beleidsdaden. Het zijn voornamelijk resultaten die door u en minister Schauvliege zijn geboekt. De minister-president heeft een opsomming gegeven van alle zaken die al gerealiseerd zijn. Zowel meerderheid als oppositie had een tevreden gevoel omdat er over alle partijgrenzen heen resultaten waren geboekt.
Het was dan ook des te meer frustrerend dat we datzelfde weekend in de krant het nieuws moesten lezen dat zowel het GRUP als het MER van de noord-zuidverbinding geschorst is.
Als we even teruggaan in de tijd en ik zal zeker de heer Keulen niet herhalen, maar ik zal enkele aanvullingen doen , dan zien we dat over al die jaren heen een aantal politici hun carrière hebben gebouwd op de noord-zuidverbinding, maar gelukkig zijn er ook een aantal politici die effectief gebouwd hebben aan de noord-zuidverbinding. Bijna van aan de grens met Nederland tot in Helchteren is de noord-zuidverbinding al ontwikkeld tot een 2x2-weg met volwaardige op- en afritten. Het is alleszins een verbetering, maar die verbeteringen renderen maar maximaal als de stop ter hoogte van Houthalen-Helchteren wordt opgelost. Die stop bedreigt de leefbaarheid van Houthalen-Helchteren, maar isoleert Noord-Limburg ook van Midden-Limburg en van een snelle toegang tot de autosnelweg.
In de vorige legislatuur heeft de Vlaamse Regering besloten om een plan-MER op te maken waarin beide tracés onderzocht zouden worden: het omleidingstracé en het doortochttracé. Samen met het plan-MER is er ook een kosten-batenanalyse gebeurd. Na een uitgebreid overleg met alle mogelijke actoren bij de ene zal dat al tot meer tevredenheid hebben geleid dan bij de andere is er in oktober 2008 kamerbreed in de Vlaamse Regering beslist om te kiezen voor het omleidingstracé. Dat is ook opgenomen in het regeerakkoord. De regering is dan gestart met de effectieve uitvoering van deze beslissing, wat geleid heeft tot een voorlopige vaststelling van het GRUP op 5 februari 2010 en tot een definitieve vaststelling begin 2011.
In het begin van de zomer is er een vordering ingesteld bij de Raad van State door Natuurpunt Limburg, vzw Limburgs Landschap, vzw Limburgse Milieukoepel en drie burgers, waarvan we intussen het resultaat kennen.
Minister, hiermee dreigt de oplossing van het probleem andermaal geblokkeerd of achteruitgesteld te worden. Een probleem dat niet alleen de leefbaarheid van Houthalen-Helchteren bedreigt, maar ook een probleem dat Noord-Limburg afsnijdt van de autosnelweg en Midden-Limburg. Het zorgt ook voor onrust. Vandaag lezen we dat ondernemers aan de bel trekken over het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Het is hoog tijd om spijkers met koppen te slaan.
Minister, wat is de precieze inhoud van de beslissing van de Raad van State? Wat is de impact van het arrest op het lopende realisatieproces van de noord-zuidverbinding? Wat is de verhouding tussen enerzijds een dergelijke beslissing en anderzijds de wetenschap dat er voor dit project een enorm draagvlak bestaat?
Minister, het verheugde me verleden week maandagavond de lokale N-VA-mandataris op TV Limburg te horen verkondigen dat Vlaanderen dit probleem vrij eenvoudig kan oplossen. Op welke manier denkt u dit probleem te kunnen verhelpen, om zo de vernietiging ten gronde te vermijden?
De voorzitter : De heer Janssens heeft het woord.
De heer Chris Janssens : Voorzitter, minister, geachte leden, mijn Limburgse collegas hebben de inleiding tot deze kwestie zeer uitgebreid geschetst, zoals we dat van hen zouden kunnen verwachten. De noord-zuidverbinding, zoals die tot op vandaag nog altijd bestaat, zorgt dagelijks inderdaad voor heel wat verkeersellende en andere overlast. Dat leidt er niet alleen toe dat politici niet tijdig hun commissie bereiken. Het heeft vooral nefaste gevolgen voor de lokale handelaars, voor de bewoners in de dorpskernen van Houthalen-Helchteren. Door de beslissing van de Raad van State zou dit orgaan zich pas eind 2012 buigen over een eventuele nietigverklaring van het ruimtelijk uitvoeringsplan en het MER dat ondertussen al is opgesteld. Daardoor dreigt het dossier inderdaad eens te meer want het sleept al enkele decennia aan voor maanden in de koelkast te verdwijnen.
Minister, welke gevolgen heeft de beslissing van de Raad van State voor de concrete plannen en werkzaamheden met betrekking tot de noord-zuidverbinding? Vindt u het opportuun om het ruimtelijk uitvoeringsplan te wijzigen? Zo ja, hebt u ter zake reeds initiatieven genomen? Welke maatregelen zult u nemen om uit deze impasse te geraken?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Voorzitter, ik ben het oneens met de vorige sprekers over de inhoud van dit dossier. Ik ben alleszins blij met deze nieuwe evolutie. Voor alle duidelijkheid, Groen! is voorstander van een goede noord-zuidverbinding op die plaats, maar dan niet via de fameuze omweg als alternatief voor de tunnel, een omweg die 200 hectare natuurgebied bedreigt. Maar goed, dat is de inhoudelijke discussie. Ik ben geen Limburger, maar ik weet dat hier een hele procedure aan is voorafgegaan.
Mijnheer Ceyssens, als u verwijst naar de commissie-Sauwens, is dat deels terecht, maar deels ook onterecht. Die commissie-Sauwens geeft immers geen vrijbrief om zowel Europese als eigen regelgeving zomaar te omzeilen. De Raad van State stelt duidelijk dat we eigenlijk in de fout zijn gegaan, omdat het veeleer gaat over compenserende maatregelen dan over milderende maatregelen. Nog een geluk dat we Europa hebben, en dat we ook nog de Raad van State hebben, die ons af en toe op die zaken wijst.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Minister, mijn excuses dat ik iets te laat was. Ik heb me opnieuw hierheen gespoed. Ik had vreugdevuren aangestoken toen ik hoorde dat de heer Ceyssens op weg hierheen was weggespoeld, en heb die dus eerst moeten doven.
De heer Marino Keulen : Fijne meerderheid! (Gelach)
De heer Wilfried Vandaele : Dit lijkt me een vrij eenvoudig dossier. We hebben te maken met een schorsing door de Raad van State. Het lijkt me dat we daar noch als wetgevende, noch als uitvoerende macht een impact op hebben of mogen hebben. Dat zou er nog aan ontbreken. Men kan opperen dat de manier van werken van de Raad van State moet worden aangepast, zodat die wél rekening kan houden met het maatschappelijk draagvlak of wat dan ook. Dan bewandelen we echter een heel andere weg. Ik weet ook niet of dat een goede beslissing zou zijn. Maar goed, dat lijkt me dan een taak voor de federale overheid. Mijnheer Keulen, dat is misschien een taak voor de nieuwe minister van Justitie. (Opmerkingen van de heer Marino Keulen)
Of van de federale meerderheid. Op dit ogenblik kunnen we alleen maar constateren dat we akte moeten nemen van deze beslissing.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mijnheer Keulen, ik zal een apart antwoord geven op uw vraag over het bedrijventerrein. Die vraag was niet voorzien en ik weet dit niet uit het blote hoofd. Het lijkt me het beste dat juridisch na te kijken voor we daarop antwoorden.
Mijnheer Ceyssens, ik kan TV Limburg niet ontvangen. Ik heb ook niet gesurft om te zien wat een lokale N-VAer heeft antwoord. Ik laat dat voor diens rekening. Hij heeft alleszins niet in overleg met mij geantwoord. Ik behoud mijn antwoord op uw vragen voor voor deze commissie.
Of het nu gaat over een schorsing van een tramspoor in Wijnegem, een schorsing met betrekking tot een gebied in Brugge waar een voetbalstadion moet komen, over een wetenschapspark in Gent of over deze noord-zuidverbinding, ik probeer altijd op dezelfde manier te handelen. Ik bekijk de uitspraak in dit geval de schorsing en bekijk dan op welke manier we de beslissingen van de regering toch nog kunnen uitvoeren in de toekomst. Dat lijkt me de beste handelwijze, ook in dit geval.
De Raad van State heeft dit plan geschorst omdat er een mogelijke schending is van artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud. De Raad van State stelt immers dat het omleidingstracé diverse speciale beschermingszones doorkruist of raakt. Al die woorden zijn van belang. Als een dergelijke zone wordt doorkruist of geraakt, is een plan alleen toelaatbaar als in een passende beoordeling kan worden aangetoond dat het tracé geen significante aantasting van een speciale beschermingszone kan veroorzaken. Die passende beoordeling die moet aantonen dat er geen significante aantasting is, maakt deel uit van het plan-MER. Om een significante aantasting te vermijden, is het toegelaten om milderende maatregelen te nemen. Die maatregelen maken dan ook integraal deel uit van het plan en moeten de impact op de speciale beschermingszones temperen of, als dat enigszins kan, ook neutraliseren. Dat is de filosofie.
Wat echter niet kan volgens de Raad van State, is besluiten dat er geen significante aantasting is op basis van compenserende maatregelen, want dat is iets anders dan milderende maatregelen. Volgens de Raad van State impliceert het feit dat compenserende maatregelen worden getroffen, dat er een significant schadelijk effect is en dat er moet worden gecompenseerd. Dit zorgt ervoor dat de passende beoordeling daardoor in de problemen komt. Hier zit de reden van de schorsing door de Raad van State.
Om te oordelen of een plan een significante aantasting kan veroorzaken van een speciale beschermingszone, mag een overheid volgens de Raad van State de compenserende maatregelen niet in overweging nemen, want ze bewijzen precies dat er een significante aantasting kan zijn. Dat is wat er volgens de Raad van State zou zijn gebeurd in het plan-MER. Daar werd immers het natuurontwikkelingsprogramma, dat voorziet in een natuurverbinding, mee in rekening gebracht om te besluiten dat er geen significante effecten kunnen optreden. Dat is de analyse van de Raad van State.
De vraag werd gesteld welke initiatieven ik overweeg om uit de impasse te geraken. Ik kan daarop alvast antwoorden dat ik heb beslist om de procedure voort te zetten. Het gaat immers om een schorsing en nog niet over een uitspraak ten gronde. Mijn administratie heeft me meegedeeld dat er heel goede motieven zijn om de kwalificatie die de raad geeft aan het natuurontwikkelingsprogramma, tegen te spreken. U moet begrijpen dat ik hier nu niet verder op inga: de procedure loopt nog en dit is een juridische zaak. Het lijkt me het meest logisch om het bij deze algemene terminologie te houden in plaats van te vertellen wat we als verdediging zullen aanroepen. In het vervolg van de procedure zullen we de argumenten aanreiken om de vernietiging te vermijden. Een nieuwe procedure ter opmaak van het RUP is op dit moment niet aan de orde.
Er werd gevraagd naar de gevolgen van de uitspraak op de concrete plannen en werkzaamheden, wat de uitspraak concreet op het terrein betekent, wat de impact is op het lopende realisatieproces. Op al deze vragen kan ik antwoorden dat door de schorsing het RUP niet uitvoerbaar is en dat het plan dus momenteel niet kan dienen als basis voor de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen of voor onteigeningen en zo meer. Dat is dus een nadeel.
Inzake de vragen over de verhouding tussen de uitspraak van de raad en het maatschappelijk draagvlak voor dit project, kan ik kort zijn en eigenlijk heeft de heer Vandaele dit al naar voren gebracht. Ik betreur uiteraard dit schorsingsarrest en ik moet niet worden overtuigd van het belang van dit plan. Ik heb trouwens al aangegeven dat de uitspraak volgens mijn administratie ook inhoudelijk betwistbaar is. Tegelijk moeten we erkennen dat er geen regel bestaat die de Raad van State toelaat om rekening te houden met het draagvlak dat voor aangevochten beslissingen bestaat. We kunnen dat, gegeven het huidige wettelijk kader, de raad ook niet verwijten, zelfs als we het niet eens zouden zijn met een uitspraak.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Laat het duidelijk zijn: we zijn het in dezen praktisch allemaal eens, al blijven sommigen er iets meer mistig over. Als er in Limburg één zaak absoluut moet gebeuren, dan is dat het verbeteren van de intra-Limburgse mobiliteit, vandaar ook het belang van Spartacus in zijn verschillende lijnen. We praten dan over de sneltram, maar ook inzake de weg moet er een en ander gebeuren, en het gaat dan inderdaad over de noord-zuidverbinding.
Minister, ik zal me altijd het bedrijfsbezoek blijven herinneren aan de toenmalige Philipsfabriek in Hasselt. U zat toen zelf nog, in een vorig leven, bij Voka. Het was een van de topbedrijven bij ons in de provincie. Ingenieurs vonden er werk en werden navenant betaald. Tijdens dat werkbezoek, onder meer samen met Voka, hadden die mensen eigenlijk maar één vraag. Ze begonnen niet over vergunningen of over loonkosten, iets wat we anders altijd meteen om de oren geslagen krijgen. Ze vroegen maar één zaak: een verbeterde verbinding tussen Hasselt en Eindhoven, tussen Centraal- en Noord-Limburg in de twee richtingen. Dit geeft heel goed aan waar het om draait. Het is letterlijk een knelpunt of een flessenhals, en die gaat al meer dan één generatie mee.
Ik kom tot de Raad van State en de bestuurlijke lus. Dit is een kwestie die over meerderheid en oppositie heen loopt. Ik sta ter zake echt achter fair play. Dit zit bij de minister van Binnenlandse Zaken, maar er zijn ook de interministeriële conferenties. Ik heb die ook zes jaar meegemaakt en vaak heb ik me afgevraagd wat ik er deed. Dit is nu echter wel een kwestie waarin samen vooruitgang kan worden geboekt. In mensentaal schorst de Raad van State daar waar er specifiek een knelpunt is, maar laat hij de rest van de procedure gewoon verder lopen. De schorsing kan worden gebruikt om aan dat ene pijnpunt te remediëren. Op die manier kunnen de rechtsstaat en de principes ervan overeind worden gehouden.
Het is ook belangrijk dat u en uw administratie echt geloven dat u een definitieve vernietiging kunt vermijden, dat u argumenten hebt omtrent de kwalificatie van het natuurontwikkelingsprogramma om de visie van de Raad van State te weerleggen.
Ondertussen kan er eigenlijk weinig gebeuren met dat GRUP. In feite zegt u dat we moeten wachten zo heb ik toch uit uw uitleg begrepen tot de procedure ten gronde gevoerd is bij de Raad van State. Hebt u daar enig zicht op? Er is natuurlijk de scheiding der machten en in dezen bent u natuurlijk, samen met ons allen, het lijdend voorwerp, maar hebt u enig idee wanneer er duidelijkheid zou komen?
Ik vraag dit niet alleen omdat er dan eindelijk klare wijn geschonken zou worden, maar ook omdat de mensen die in dat gebied wonen, willen weten waar ze aan toe zijn, wanneer ze moeten verhuizen, wanneer ze worden onteigend. Ik zie de garagist voor mij en ook de man met het transportbedrijf en met de betonproducten. Die mensen zijn al jaren vragende partij. Ze vragen dat aan hen wordt verteld waar het op staat. Eigenlijk moeten we nu zeggen dat ze nog wat meer geduld moeten uitoefenen, en dat geduld werd al heel zwaar op de proef gesteld. Dit is het minder positieve van het nieuws, maar ik begrijp ook dat u daar in persoon niets aan kunt doen.
De voorzitter : De heer Ceyssens heeft het woord.
De heer Lode Ceyssens : Minister, ik wil u in eerste instantie bedanken voor uw duidelijk antwoord. De situatie waarin we vandaag zitten, zorgt voor onzekerheid, zoals de heer Keulen al heeft gezegd. Ik heb daarstraks gezegd dat er een groot draagvlak is voor de noord-zuidverbinding in Limburg en ook voor de beslissing die is genomen. Er zullen altijd mensen zijn die een reden hebben om daartegen te zijn, maar we kunnen nu eenmaal geen omelet bakken zonder eieren te breken. Het grootste onrecht dat we iedereen kunnen aandoen, is de onzekerheid die blijft hangen.
Voor mij is er nog een onduidelijkheid, afgaand op de uiteenzetting van de heer Vandaele, die zegt dat we ondertussen niets kunnen doen. Minister, ik mag toch concluderen en met het citaat van u naar buiten komen dat u alles in het werk stelt om vandaag dit dossier verder te verdedigen zodat we verder kunnen gaan met het omleidingstracé voor de realisatie van de noord-zuid?
De voorzitter : De heer Janssens heeft het woord.
De heer Chris Janssens : Ik ben het eens met de heer Keulen als hij zegt dat we dringend iets moeten doen aan de verbetering van de intra-Limburgse mobiliteit. Van het belang van Spartacus in zijn geheel ben ik niet zo overtuigd. In elk geval is er zowel vanuit Noord-Limburg als Zuid-Limburg een verbetering nodig van de intra-Limburgse mobiliteit.
Minister, u zegt dat er nog geen uitspraak ten gronde is gebeurd. Hebt u enig idee hoelang de stilstand op het terrein zal duren? Voor Limburg is de noord-zuidverbinding en de verbetering daarvan een van de belangrijkste punten uit het Vlaamse regeerakkoord. We hebben dan wel geen Limburgse ministers in de Federale Regering, we hebben er wel twee in de Vlaamse Regering. De Limburgers rekenen op hen en ook op u, minister, om van die verbetering van de noord-zuidverbinding dringend werk te maken, want zoals ze nu bestaat, belemmert ze de economische groei van Limburg en heeft ze nefaste gevolgen voor de leef- en woonkwaliteit van Houthalen-Helchteren.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Mijnheer Ceyssens, ik heb niet gezegd dat we niets kunnen doen. Ik heb gezegd dat we akte moeten nemen van de schorsing door de Raad van State omdat de Raad van State nu eenmaal een rechtscollege is. Maar de minister kan uiteraard met alle middelen die hij ter beschikking heeft, zich verweren en verdedigen. Hij heeft ook geschetst hoe hij dat wil gaan doen.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mijnheer Keulen, ik zal het punt in verband met de bestuurlijke lus in elke geval ook aan minister Bourgeois doorgeven. Ik zal hem vragen om dat aan te kaarten in het overleg met de federale overheid.
Spijtig genoeg heb ik geen enkel idee van de timing op dit moment. We hebben maandag opnieuw een gesprek met de advocaten. Misschien weten zij ondertussen beter wanneer er opnieuw zittingen zijn daaromtrent. Vandaag heb ik die informatie niet. Ik kan u daar niet op antwoorden.
Ik ben uiteraard heel loyaal in het uitvoeren van het regeerakkoord. Daarin zijn die dingen beschreven. Zoals in elk regeerakkoord zijn er dingen die waarschijnlijk door de ene partij wat liever worden uitgevoerd dan door de andere. Ik voer alles uit wat er in het regeerakkoord dat mijn partij mee heeft goedgekeurd staat.
De voorzitter : Het incident is gesloten.