Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 10/11/2011
Vraag om uitleg van de heer Paul Delva tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de mogelijke ondersteuning van Cinematek
- 371 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Lieven Dehandschutter tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het Koninklijk Belgisch Filmarchief Cinematek
- 404 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Dehandschutter heeft het woord.
De heer Lieven Dehandschutter : Voorzitter, minister, collegas, in Het Laatste Nieuws van dinsdag 25 oktober stond het bericht dat het Filmarchief Cinematek in Brussel het moeilijk heeft. Dat vernamen we van de nieuwe directeur Wouter Hessels. De eerste boodschap die hij bij zijn aanstelling de wereld instuurde, is niet mis te verstaan. Hij stelde onder meer dat: om het Filmarchief draaiende te houden, er dringend meer geld moet komen.
Het Filmarchief heeft een van de rijkste filmarchieven ter wereld, met een collectie van ruim 67.000 titels, dat is goed voor meer dan 160.000 films. Het is een biculturele instelling, die wordt gesubsidieerd door het federaal ministerie van Wetenschapsbeleid, maar die zich richt tot de twee gemeenschappen. Het Filmarchief krijgt ook permanente steun van de Nationale Loterij en de stad Brussel.
Het doel van het Filmarchief is het verzamelen en bewaren van een collectie films die op esthetisch, technisch en historisch vlak blijvende waarde hebben, het zo veel mogelijk documentatie over de filmkunst bijeen te brengen en de raadpleging verzekeren van deze films en documenten met een esthetisch of wetenschappelijk doel.
Directeur Hessels stelt dat de federale dotatie de jongste zeven jaar niet meer werd geïndexeerd, waardoor er vorig jaar een tekort was van 200.000 euro. Voor dit jaar wordt het verlies op 100.000 euro geraamd. De directeur kondigt daarbij aan dat hij voor steun onder meer zal aankloppen bij de Vlaamse Gemeenschap.
Voor mij niet gelaten, minister. Enkele weken geleden heb ik in de discussie over de uitspraken van uw collega van de Franse Gemeenschap, mevrouw Laanan, al gesteld dat de biculturele instellingen beter naar de gemeenschappen worden overgeheveld. Als Vlaanderen geld moet ophoesten, is het logisch dat deze instelling onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap zou komen. Uiteraard moet in dat geval gekeken worden naar een mogelijke samenwerking met andere filmarchieven in Vlaanderen en ik denk daarbij in eerste instantie aan het fotomuseum in Antwerpen.
Minister, ik heb over deze aangelegenheid drie vragen. Bent u reeds zelf gecontacteerd, persoonlijk of via uw administratie, door het Filmarchief? Zo ja, wat waren de vragen die men concreet stelde?
Op welke manier kan Vlaanderen instaan voor of bijdragen aan een oplossing voor het probleem bij Cinematek? Is een overdracht van de instelling naar de gemeenschappen mogelijk? Zo ja, hoe ziet u dat? Zo neen, waarom niet? Hebt u hierover al contacten gelegd met uw collegas van de Federale Regering en van de Franse Gemeenschapsregering?
Ziet u desgevallend ook mogelijkheden tot samenwerking met andere filmarchieven in Vlaanderen?
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Voorzitter, minister, mijn vraag gaat over hetzelfde onderwerp als de vraag van collega Dehandschutter. Met het aantreden van Wouter Hessels als nieuwe directeur van het Koninklijk Belgisch Filmarchief, dat we beter kennen onder de naam Cinematek, werd gemeld dat deze instelling nood heeft aan extra financiële middelen. De nieuwe directeur stelt dat vers geld noodzakelijk is opdat het archief zijn gewone werking zou kunnen blijven vervullen. Hij voegde daaraan toe: De jaarlijkse federale dotatie van Cinematek is al zeven jaar niet meer geïndexeerd en het filmarchief kan nog maar net het hoofd boven water houden. De nieuwe directeur denkt onder andere aan een financiële ondersteuning vanwege de Vlaamse Gemeenschap.
Cinematek is een culturele vereniging die valt onder de bevoegdheid van het federale Wetenschapsbeleid. Al sinds vele jaren bestaat er echter ook een samenwerking tussen het Filmarchief en de Vlaamse overheid. Ik heb daarover een paar jaar geleden een schriftelijke vraag gesteld aan de minister van Cultuur en die bevestigde mij dat de samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) en Cinematek vrij goed verloopt.
Minister, naar aanleiding van de verklaringen van de heer Hessels en van de aandacht die de pers eraan schonk, had ik graag van u het volgende vernomen. Heeft de directie van Cinematek u ondertussen gecontacteerd inzake een mogelijke financiële ondersteuning? Beschikt u over meer informatie wat de concrete vraag tot ondersteuning betreft?
Indien die vraag formeel zou worden gesteld, bent u dan bereid om een dergelijke aanvraag te onderzoeken? Hoe kan de Vlaamse Gemeenschap deze federale instelling ondersteunen en vindt u dat wenselijk? Welke maatregelen zou u kunnen nemen om dit unieke archief met een mondiale reputatie niet verloren te laten gaan?
Hebt u eventueel ook informatie opgevraagd bij de bevoegde federale minister over de financiële situatie van Cinematek? Hebt u de bevoegde federale minister aangespoord om ter zake de nodige maatregelen te nemen?
Kunt u in opvolging van een van mijn schriftelijke vragen ter zake, bevestigen dat de samenwerking die vandaag al bestaat met Cinematek, verder positief evolueert? Hoe werd de samenwerking tussen het VAF en Cinematek de voorbije jaren versterkt? Ik ben er vast van overtuigd dat het twee instellingen zijn die weliswaar in een verschillende institutionele logica werken, maar die elkaar echt kunnen aanvullen. Hebt u een beslissing genomen over de wijze waarop de band tussen de twee instellingen de komende jaren verder wordt ontwikkeld? Heeft dit reeds geleid tot bepaalde nieuwe initiatieven of projecten vanwege deze twee interessante instellingen?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Voorzitter, collegas, dit zijn in elk geval interessante vragen. Ze beantwoorden lijkt me delicaat en dus ben ik heel nieuwsgierig.
Ik wil graag een bijkomend vraagje stellen. Ik deel trouwens de bekommernis over de waarde van het archief en van het vertoningenbeleid dat daarbij hoort, laat daar geen twijfel over bestaan. Het is ons enige echte volwaardige filmarchief in dit land. Het is federaal gegroeid. Over dat federale aspect kunnen we discussiëren, maar in elk geval is het een heel belangrijke instelling. De vraag is of Vlaanderen moet bijspringen als een andere overheid haar verantwoordelijkheid niet opneemt.
Indertijd is een restant van een Vlaams filmarchief uit Leuven verhuisd naar Kortrijk. Ondertussen is dat een heel stil bestaan gaan leiden, maar daar leven nog ambities. Is er een relatie mogelijk met andere Vlaamse instellingen? Is het niet aangewezen te onderzoeken hoe het staat met die slapende collectie? Ik ben bekommerd om die collectie, die bestaat uit filmrollen en apparatuur. Het belang van de apparatuur is groter, want van de films zelf heeft Cinematek een betere collectie. Komt dat in het verhaal voor?
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Minister, ik wil we aansluiten bij de vragen van de heer Delva en kijk uit naar uw antwoord.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Ik heb van Cinematek, het Koninklijk Belgisch Filmarchief, nog geen vraag voor ondersteuning ontvangen. Uit Brussel Deze Week van 26 oktober 2011 blijkt ook niet dat Cinematek in de nabije toekomst een dergelijke vraag overweegt. Het Koninklijk Filmarchief van België valt onder de bevoegdheid van het federale Wetenschapsbeleid.
Ik ben uiteraard bereid elke gemotiveerde aanvraag te onderzoeken, maar dit kan enkel op projectbasis, wat reeds gebeurt. De Vlaamse Gemeenschap draagt geen verantwoordelijkheid voor federale instellingen, en gelukkig maar. 90 procent van de vragen om uitleg in deze commissie gaan over meer middelen. Als we ook nog eens de federale instellingen extra moeten ondersteunen, buiten onze bevoegdheid om, dan komt dat zeker niet goed.
Een eventuele structurele werkingsubsidie aan een federale instelling gaat trouwens in tegen de Grondwet, die bepaalt dat de gemeenschappen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad enkel bevoegd zijn voor de instellingen die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd als uitsluitend behorend tot deze of gene gemeenschap, wat bij Cinematek duidelijk niet het geval is. Het zou ook een verkeerd signaal zijn. Dan zouden er meer vragen komen van federale instellingen.
Het probleem ligt niet bij Vlaanderen maar bij de federale overheid, die erop moet toezien dat de instellingen die tot haar bevoegdheid behoren over voldoende werkingsmiddelen beschikken. Een vorm van ondersteuning door de Vlaamse Gemeenschap is dus enkel mogelijk op projectmatige basis, wat al gebeurt, zoals de samenwerking tussen Cinematek en het Vlaams Audiovisueel Fonds. Eventueel kunnen er nog andere vormen van samenwerking worden afgesloten met andere Vlaamse filmarchieven. Mijnheer Caron, u verwijst naar Kortrijk, maar ook in Antwerpen zijn er nog veel filmarchieven aanwezig zoals Cinema Zuid en ook Film-Plateau in Gent.
Maar het is wel aan de instellingen zelf om hierin initiatief te nemen. We kunnen uitzoeken waar er filmarchieven zitten en hoe we daarmee omgaan. Ik denk ook aan de Waalse Krook om hieraan tegemoet te komen.
Of een eventuele overdracht naar de gemeenschappen een oplossing kan bieden, hangt af van de modaliteiten. Ik wil heel veel krijgen, maar dan wil ik ook boter bij de vis, en dus ook bijhorende budgetten. Ik meen te weten dat een overdracht niet is opgenomen in wat op de federale tafel ligt, maar never say never. Wie weet wat de toekomst nog brengt.
De samenwerking tussen Cinematek en het VAF zorgt vandaag voor een win-winsituatie en ik wens die verder te zetten omdat dat waardevol is. Voor het leveren van specifieke diensten binnen deze samenwerking wordt Cinematek ook vergoed door het VAF. Op dit ogenblik is er samenwerking op de volgende vlakken: van alle door het VAF ondersteunde audiovisuele creaties wordt een kopie bij Cinematek bewaard. Het Filmarchief beheert de vertoningkopieën van alle recente en oudere films, die in het bezit zijn van de Vlaamse overheid. Deze kopieën worden, ten behoeve van Flanders Image en van de Vlaamse overheid, geregeld ingezet voor vertoning op filmfestivals en voor retrospectieve activiteiten.
Het VAF biedt aan Cinematek de gelegenheid om via het Flanders (i)-magazine nieuwe dvd-uitgaven te communiceren. Binnenkort zal daarin een interview verschijnen met de nieuwe directeur van Cinematek. Er is dus wel een bepaalde sympathie en er wordt een forum geboden.
Cinematek kan gebruikmaken van de videotheek en filmzaal van het VAF. Het VAF heeft in Brussel een kleine, mooie filmzaal, die de moeite waard is om te gebruiken. Cinematek kan ook gebruikmaken van de contactdatabase van het VAF en kan oproepen versturen via de geregelde mailings van het VAF of Flanders Image.
Alsof dat nog niet genoeg is, wordt Cinematek geïnformeerd over nieuwe Vlaamse audiovisuele creaties, zodat ze op de hoogte zijn. Dit leidt tot speciale vertoningen van bijvoorbeeld Blue Bird van Gust Van den Berghe. Daar zullen wellicht mooie vormen van samenwerking uit voortvloeien.
In maandelijkse programmas zoals Belgorama of Een andere kijk op cinema worden geregeld Vlaamse films vertoond. Er zijn contacten in verband met de openstelling en organisatie van korte filmprogrammas. Op dit ogenblik ligt de klemtoon op de invoeging van Vlaamse audiovisuele creaties in bestaande programmas.
Samengevat, er is vandaag een goede projectmatige samenwerking. Dat is een beslissing van het VAF en Cinematek zelf. Ik ben niet geneigd om daarmee verder te gaan omdat er nog geen vraag is gekomen uit het veld. Een structurele ondersteuning van federale instellingen is niet wenselijk en zelfs onmogelijk.
De voorzitter : De heer Dehandschutter heeft het woord.
De heer Lieven Dehandschutter : Minister, uw antwoord heeft verduidelijking gebracht. In tegenstelling tot wat we vermoedden op basis van het eerste krantenbericht, is er geen expliciete vraag aan Vlaanderen gesteld. Dat maakt verdere discussie overbodig. Ik noteer dat de Vlaamse overheid bereid blijft projectmatig samen te werken en zo verder ondersteuning te bieden.
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Ik dacht ook dat er een vraag zou komen, maar blijkbaar is dat niet het geval. Ik begrijp en steun dat er geen structurele ondersteuning komt van Vlaanderen aan een federale instelling. Dat lijkt me de logica zelf.
Minister, u zegt dat u projectmatige ondersteuning blijft geven. Dat is heel nuttig en ik sta daar helemaal achter. Dat gebeurt ook bij de andere federale instelling Bozar. Dat is maar logisch ook. Uit een vorm van samenwerking met een federale instelling met een kwalitatief sterke werking, kunnen we nuttige zaken halen voor het Vlaamse cultuurleven.
Een goede samenwerking tussen het Vlaamse en federale niveau op cultureel vlak maakt dat een plus een drie is. Er is niet alleen uitwisseling van technische gegevens en projecten, die instellingen zitten ook in een andere institutionele logica. Ze kunnen van elkaar leren en zo, los van de samenwerkingsprojecten, elkaar wederzijds bevruchten. Ik ben er daarom een groot voorstander van de projectmatige ondersteuning van federale instellingen grondig te bekijken en uit te voeren waar dat nuttig kan zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.