Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 10/11/2011
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over het advies van de VREG en het VEA met betrekking tot het steunbeleid voor groene stroom
- 348 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) en het Vlaams Energieagentschap (VEA) vragen de Vlaamse Regering het steunbeleid voor groene stroom grondig te herschikken. Het pijnpunt is gekend: het ondersteuningsbeleid voor groene stroom jaagt via de distributienettarieven de stroomprijs de hoogte in.
U kondigde een evaluatie aan. Velen wensen ook een integraal nieuw steunbeleid. De VREG en het VEA willen het huidige certificatenbeleid blijkbaar behouden, maar dan wel met een aantal grondige wijzigingen. De huidige doorrekening van de groenestroomcertificaten in de nettarieven zouden de VREG en het VEA vervangen willen zien, een hervorming die pas ten volle zou kunnen doorgaan na een uitgevoerde staatshervorming.
Minister, de basisidee van de VREG en het VEA is om overdreven winsten te vermijden en investeerders meer zekerheid te geven, een bekommernis die zeer velen intens delen en die acuut actueel blijft. Hoe evalueert u de ideeën die de VREG en het VEA u zopas aanreikten? Binnen welke termijn wil de regering het ondersteuningsbeleid voor groene stroom effectief hervormen? Wilt u zo nodig een tweefasige aanpak bepleiten, met enerzijds maatregelen die op korte termijn kunnen worden ingevoerd, en anderzijds maatregelen die pas ten volle kunnen worden geïmplementeerd als Vlaanderen over meer bevoegdheden ter zake beschikt?
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Dit onderwerp werd hier al tot vervelens toe besproken. Dat vind ik vreemd. Een maand geleden had ik een gelijkaardige vraag om uitleg, maar die werd onontvankelijk verklaard. Dat gebeurt steeds vaker. Er wordt gezegd dat de vraag al werd behandeld.
De voorzitter : Mijnheer Decaluwe, uw vraag om uitleg was puur informatief. Daarom hebben we ze onontvankelijk verklaard. De vraag moet altijd een politieke insteek hebben. Ik sta open voor debat hierover.
De heer Carl Decaluwe : Dat vind ik niet juist. Vragen worden onontvankelijk omdat ze al behandeld werden of omdat ze informatief zijn. Ik zit hier al zestien jaar, en de laatste twee jaar werden al meer vragen onontvankelijk verklaard dan de vorige veertien jaar samen. Dat stoort me steeds meer. Ik heb dat ook al in het Bureau gezegd. Minister, u zult wellicht antwoorden dat u werkt aan concrete oplossingen. Dat hoop ik toch.
Ik klaag niet veel, maar nu en dan stel ik daar vragen over. Deze discussie is hier al uitgemolken. Iedereen wacht op concrete voorstellen om het debat en de evaluatie ten gronde te voeren.
De voorzitter : Mijnheer Decaluwe, als u zich onterecht behandeld voelt, mag u me dat soort zaken altijd voor de voeten werpen. Ik sta open voor discussie. Zeg het ons, en dan zullen we daar wel of geen rekening mee houden.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Mijnheer Reekmans, het beleidsadvies van het VEA en de VREG is het resultaat van de evaluatie die ik heb gevraagd. De aangekondigde evaluatie is inderdaad gebeurd. De doorlichting is met een jaar vervroegd. In het decreet is die pas in 2012 gepland. We hebben ze laten plaatsvinden in 2011 omdat het systeem herwerking nodig heeft.
Dit is het resultaat van een uitgebreide studieronde, waar de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) bij betrokken is. Maar ook alle stakeholders hebben hun bevindingen gegeven over het steunmechanisme zowel voor groene stroom als voor warmte-krachtkoppeling (wkk). Op basis daarvan zijn het VEA en de VREG inderdaad tot de conclusie gekomen dat het certificatensysteem het best wordt behouden, maar dat enkele grondige wijzigingen nodig zijn.
Een van de wijzigingen die ze voorstellen, is om de steun voortaan te laten variëren per technologie door meer of minder certificaten toe te kennen in functie van wat elke technologie precies nodig heeft, maar met gelijkblijvende waarden voor elk certificaat. Dat zou worden bepaald door de markt.
Zo zouden we bedrijven en huishoudens enerzijds de zekerheid kunnen geven dat investeren in groene stroom rendabel is voor bedrijven, en een redelijke terugverdientijd heeft voor gezinnen. Anderzijds zouden we ervoor zorgen dat de kost zo laag mogelijk blijft voor de gemeenschap, met andere woorden dat we geen winsten meer subsidiëren. Dat evenwicht is voor mij cruciaal. Het is belangrijk om die investeringen veilig te stellen, maar we moeten nooit meer steun geven dan nodig is. Dat principe heb ik al eerder uiteengezet.
Op basis van dat advies werkt de Vlaamse Regering aan een hervorming van het steunmechanisme. Ik zou het goed vinden indien wij dat nieuwe steunmechanisme in 2013 kunnen implementeren. Dat kan natuurlijk alleen als daarover op korte termijn in de regering een consensus ontstaat. Ingrijpende wijzigingen vergen enige tijd vooraleer die in werking kunnen treden. Daarom zou ik graag tegen eind 2011 de contouren van het nieuwe systeem kennen. Veel hangt af van de onderhandelingen in de meerderheid of dat mogelijk is, maar dat is wel mijn ambitie.
U hebt gelijk dat het systeem dat het VEA en de VREG in hun advies aanbevelen, ervoor zal zorgen dat de kosten van de certificaten niet langer via de nettarieven zullen worden berekend, maar dat de opkoopverplichting volledig op de schouders van de leveranciers zal komen te liggen. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat het systeem van minimumgarantie dan niet meer zal bestaan en er dus geen reden meer zal zijn om via de netbeheerders te werken. Wij kunnen dat doen vooraleer de bevoegdheid over de nettarieven wordt overgeheveld. De aanpassing van de manier waarop de nettarieven worden doorgerekend aan de gebruikers, kunnen wij echter maar doorvoeren nadat wij extra bevoegdheden hebben gekregen.
Het is een euvel dat ook in de analyse van het VEA en de VREG aan bod komt: zonnepanelengebruikers zijn weliswaar gebruikers van het net, maar dragen er weinig of niets aan bij. Het is logisch dat zij geen facturen voor het gebruik van elektriciteit krijgen als zij die zelf produceren. Maar het is niet logisch dat zij het net blijven gebruiken om er energie op te zetten of af te halen, maar daarvoor geen bijdrage betalen. Het systeem voor de verdeling van de netkosten is bedacht toen de decentrale productie nog niet bestond. Om dergelijke euvels te verhelpen, hebben wij dus meer bevoegdheden nodig. Wij weten niet wanneer dat zal gebeuren. Het zou kunnen dat dit niet meer deze legislatuur zal gebeuren, maar als dat toch het geval zou zijn, dan verbind ik mij ertoe om te proberen daar iets aan te doen.
De heer Peter Reekmans : Ik heb nog één bijkomende opmerking en één bijkomende vraag. U zegt dat de implementatie tijd vergt omdat er in de meerderheid moet worden overlegd. Ik begrijp dat uiteraard. Maar u weet toch ook dat elke dag uitstel geld kost? Mag ik de meerderheid aanmanen om er snel werk van te maken? Die hervorming is noodzakelijk. Voorts lees ik in de pers dat er momenteel 1,6 miljoen groenestroomcertificaten en 4,5 miljoen warmte-krachtcertificaten te veel zijn. Klopt dat?
Minister Freya Van den Bossche : Er is inderdaad een groot certificatenoverschot. Bij de inleveringsronde van 31 maart waren drie keer zo veel warmte-krachtcertificaten beschikbaar als er moesten worden ingeleverd. Op jaarbasis worden nog altijd dubbel zo veel warmte-krachtcertificaten aangemaakt als er moeten worden ingeleverd. Het probleem is voor de groenestroomcertificaten gelijkaardig: er zijn er veel meer dan er moeten worden aangeboden. Momenteel zijn er 1,6 miljoen groenestroomcertificaten op overschot.
Ondanks dat structurele overschot blijkt er geen sprake van een investeringsstop te zijn. Dat noopt tot het herbekijken van de steunmaatregel. U weet wellicht ook dat de quota die in een Vlaams decreet zijn opgenomen te laag zijn om de Europese doelstelling te kunnen halen. Die quotacijfers zullen wij wellicht moeten verhogen, wat een van de manieren zal zijn om het bestaande overschot ten dele weg te werken.
De heer Peter Reekmans : Minister, dat is een reden te meer om er met de Vlaamse Regering echt snel werk van te maken. Het is een heel belangrijk dossier. Ik stel vast dat drie Vlaamse meerderheidspartijen in de media stellen dat Elio Di Rupo te traag werkt. Zij hebben gelijk. Maar bewijst u dan eens dat het in Vlaanderen echt sneller kan. Ook Vlaanderen werkt te traag, zeker omdat het zo een belangrijk dossier is.
De voorzitter : Het incident is gesloten.