Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 10/11/2011
Vraag om uitleg van de heer Johan Verstreken tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over plannen om de algemene vergadering van de UNWTO (World Tourism Organization) naar Vlaanderen te halen
- 237 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Voorzitter, mijn vraag om uitleg heeft betrekking op de United Nations World Tourism Organization (UNWTO). In de marge van de negentiende algemene vergadering van de UNWTO in Zuid-Korea heeft de minister verklaard dat hij die algemene vergadering in 2017 in Vlaanderen wil laten plaatsvinden.
De minister is ervan overtuigd dat we Vlaanderen hiermee op de kaart kunnen zetten. Bovendien zou de algemene vergadering in 2017 met de herdenkingsactiviteiten van de Eerste Wereldoorlog samenvallen. Dit is alvast een mooie link. Indien het financieel haalbaar zou blijken, zou dit een goede zaak voor onze regio zijn. De UNWTO is een agentschap van de Verenigde Naties en vervult een leidinggevende rol op toeristisch vlak. Vlaanderen is sinds 1997 geassocieerd lid.
Minister, wat houdt het voorstel om de algemene vergadering naar Vlaanderen te halen precies in? Welke gevolgen zal dit volgens u voor het toerisme in Vlaanderen hebben? Welke plaats zullen de herdenkingsactiviteiten van de Eerste Wereldoorlog hierin krijgen? Kunt u wat meer tekst en uitleg over uw visie hierop geven?
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Voorzitter, we kunnen alle initiatieven die tot meer aandacht leiden voor het project 100 jaar Groote Oorlog enkel toejuichen. Ik wil nu niet dieper op de herdenkingsevenementen zelf ingaan. Ik heb een interpellatieverzoek ingediend over de aanstelling door de federale overheid van de huidige gouverneur van West-Vlaanderen tot commissaris-generaal voor de herdenking van de honderdste verjaardag van de Groote Oorlog. Volgens mij is de federale recuperatie van het project hiermee definitief ingezet.
Ik heb evenwel een bijkomende vraag. Misschien moet ik hierover eens een vraag om uitleg indienen in de commissie Onroerend Erfgoed. Vandaag is in de Gazet van Antwerpen een mooi artikel met prachtige fotos over oorlogsrelicten in heel Vlaanderen verschenen. De titel is De Groote Oorlog in uw achtertuin. Uit dit artikel blijkt dat niet enkel in West-Vlaanderen, maar ook in de rest van Vlaanderen heel wat verdoken monumenten en oorlogsrelicten staan. Niemand weet van hun bestaan af. Op het einde van het artikel stelt de heer Vandael, die aan het Departement internationaal Vlaanderen is verbonden, dan ook dat er geen volledige inventaris van het erfgoed uit de Eerste Wereldoorlog bestaat. Er is enkel een inventaris voor West-Vlaanderen en niet voor het hele grondgebied van Vlaanderen. Wordt hier nog werk van gemaakt? Hoe zit het hiermee?
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, die bijkomende vraag zou best in de commissie Onroerend Erfgoed aan bod komen. Ik heb daar echter al herhaaldelijk tekst en uitleg gegeven. De heer Caron kan dat bevestigen.
Er zijn al meer dan 1300 items geïnventariseerd. We werken daar zeer stelselmatig aan voort. West-Vlaanderen is, ook met betrekking tot de beschermingsdossiers, al bijna volledig aan bod gekomen. De andere provincies volgen nog. Misschien kijkt u best eerst eens wat ik al op herhaaldelijke vragen heb geantwoord.
Mijnheer Verstreken, ik ben blij met uw vraag omdat ze mij de gelegenheid geeft de aandacht te vestigen op de relatie tussen Vlaanderen en het buitenland, en meer specifiek tussen Vlaanderen en de UNWTO. Het is zeer uitzonderlijk dat een deelstaat lid is van een dergelijke organisatie. U weet dat Vlaanderen geen lid is van de VN. We zijn heel actief in UNESCO, maar geen lid van UNESCO. Wel hebben we daar een heel goede positie en we zijn een van de grootste donoren.
In de UNWTO zijn we wel lid, zij het een geassocieerd lid, omdat we geen staat zijn. Ik ben nu naar de Algemene Vergadering geweest: of je een geassocieerd lid bent dan wel een stemgerechtigd lid maakt geen enkel verschil. Eigenlijk wordt er ook niet gestemd. Er zijn vooraf voldoende vergaderingen waarbij alle zaken worden bediscussieerd. Een enkele keer moet eens over een kandidaat worden gestemd, als er twee kandidaten zijn voor eenzelfde functie, maar dat is van ondergeschikt belang.
De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van de UNWTO. De Algemene Vergadering vergadert tweejaarlijks om het budget vast te stellen, het werkprogramma goed te keuren en te debatteren over actuele themas die cruciaal zijn voor het wereldwijde toerisme. Daarnaast verkiest de Algemene Vergadering, op voordracht van de Uitvoerende Raad, de secretaris-generaal en de samenstelling van adviescomités. Meer dan 600 vertegenwoordigers van UNWTO-lidstaten, geassocieerde leden en geaffilieerde leden waren aanwezig in Korea. Delegaties van meer dan 120 UNWTO-lidstaten tekenden present, onder wie een 70-tal ministers bevoegd voor toerisme. In totaal heeft de organisatie het over meer dan 1000 deelnemers aan de Algemene Vergadering, waarmee deze editie de meest bijgewoonde ooit was.
Ik nam in Gyeongju deel aan de ministeriële rondetafel. Het was een zeer interessante dialoog onder ministers. Ik sprak ook de Algemene Vergadering toe en had gesprekken met verscheidene collega-ministers van Toerisme van Zuid-Afrika, Mozambique, India, de republiek Korea en met de vicevoorzitter van de toerismeadministratie van China. In die gesprekken heb ik altijd onze projecten 100 jaar Eerste Wereldoorlog en Toerisme voor Allen naar voren gebracht. Met die twee zaken onderscheiden we ons en ze geven perfect uitvoering aan de doelstellingen van de UNWTO.
Tijdens de Algemene Vergadering werd beslist dat Vlaanderen de komende twee jaar de geassocieerde leden zal vertegenwoordigen in de Uitvoerende Raad of Executive Council, die het belangrijkste orgaan is. De komende twee jaar maken we daar deel van uit. Stilletjes hoop ik dat het ook de jaren daarna nog kan. Dat moet worden besproken. We hebben daarvoor voorbereidend werk geleverd. In september ben ik naar Madrid geweest voor een gesprek op het hoofdkantoor. In Zuid-Korea hebben we met de geassocieerde leden een voorvergadering gehad. Die wisten uiteraard al vooraf van onze kandidaatstelling. We zijn naar voren gedragen. Het is belangrijk dat wij in zon wereldorganisatie die naar mijn bescheiden mening enkel aan belang zal winnen, want ze wordt nu heel goed geleid met een duidelijke visie in de uitvoerende raad zitten. Het is de eerste keer dat Vlaanderen zon belangrijke positie kan innemen.
Er is ook beslist dat Koen Verlaeckt, de secretaris-generaal van het Departement internationaal Vlaanderen, als vertegenwoordiger van de geassocieerde leden in het Comité voor Programma en Budget zal zetelen. Dat is het belangrijkste comité naast de Executive Council. Met die twee aanstellingen, tot lid van de Executive Council en tot lid van het Comité voor Programma en Budget, neemt Vlaanderen een heel belangrijke positie in.
Vlaanderen onderhoudt al jaren goede contacten met de UNWTO. In Madrid had ik een zeer interessante ontmoeting met Taleb Rifai, de nieuwe secretaris-generaal. Ik heb geprobeerd de banden aan te halen, ik denk met goed gevolg. De heer Rifai is een bijzonder figuur, een man van Jordaanse afkomst. Hij is de eerste secretaris-generaal die de organisatie leidt met een duidelijke visie, ze herstructureert en zorgt voor gezonde budgetten en realistische doelstellingen. Hij kan zeer bezielend spreken.
De visie die wij in Vlaanderen vertolken in verband met toerisme, vertolkt de heer Rifai ook perfect. Hij spreekt veel beter dan ik, maar hij brengt hetzelfde discours. Toerisme is belangrijk en wordt wereldwijd de derde economische sector. Hij beklemtoont het belang ervan, ook voor de groei in het Zuiden. Toerisme is belangrijk voor tewerkstelling en voor de lokale economie. Tegelijk benadrukt hij ook dezelfde immateriële waarden als wij, namelijk dat we willen proberen iedereen bij toerisme te betrekken. Naar Toerisme voor Allen wordt echt wel met waardering gekeken, een beetje bewondering zelfs. Dat is een best practice voor hen.
Ook het vredestoerisme, zoals wij het brengen met ons project 2014-2018, past perfect in die doelstellingen. De bedoeling van toerisme is om mensen bij elkaar te brengen, om volkeren elkaar te laten kennen. Zo ontstaat er een betere verstandhouding en kunnen conflicten vermeden worden. Dat is zijn discours.
De heer Rifai wil toerisme op de agenda zetten van de lidstaten, als derde belangrijkste economische sector wereldwijd. De sector staat wereldwijd nu al voor één op de twaalf jobs, voor ongeveer 30 procent van de wereldwijde export van diensten en levert een bijdrage van 3 tot 5 procent aan het BNP. Bovendien verwacht de UNWTO dat het internationale toerisme verder zal blijven groeien. Een recente studie voorspelt dat het aantal internationale aankomsten wereldwijd jaarlijks gemiddeld met zon 3,3 procent zal groeien in de periode 2010-2030. Er zijn enorm sterke groeiers, collegas. Denk aan de BRIC-landen: Brazilië, Zuid-Oost-Azië. Het was heuglijk dat we na de crisis met Vlaanderen op het gemiddelde van de wereldgroei zaten. We zaten boven de groei van Europa, we zaten op de wereldgroei en dat is een prestatie op zich. Er zijn sterke groeiers, dat hoef ik u niet te vertellen. China, India en Brazilië zijn op dit vlak grootmachten in wording.
De UNWTO besteedt bijzondere aandacht aan ontwikkelingslanden. U weet dat ook wij op die lijn zitten. We hebben onze reisbureaus opgelegd dat ze om hun erkenning, hun vergunning, te krijgen de code van de UNWTO inzake het ethisch toerisme moeten onderschrijven. Het zijn belangrijke immateriële waarden die ook verdedigd worden door de UNWTO.
Doctor Rifai is een man die de grote lijnen trekt en die organisatorisch een nieuwe vaart steekt in de organisatie. Ik signaleer dat ik hem heb uitgenodigd naar Vlaanderen. Hij staat daar open voor. Ik geef alleen maar de suggestie mee aan deze commissie dat, mocht het lukken dat hij naar Vlaanderen komt, deze man een bijzonder interessante verschijning zou kunnen zijn in deze commissie. Het is een bijzonder boeiende man die fantastisch goed spreekt en een discours brengt dat uiterst boeiend is en die een kijk heeft op de wereldwijde evolutie van het toerisme. Ik heb natuurlijk maar een suggestie te doen aan dit parlement, maar ik meen persoonlijk dat als hij zou kunnen komen, het boeiend en mooi zou zijn om hem ook hier te kunnen ontmoeten. Als hij ingaat op mijn uitnodiging om eens naar Vlaanderen te komen ik denk dat dit wel eens zal lukken en ik hem kan ontvangen, dan zal ik dat ook signaleren aan de commissie en kunt u bekijken of het voor u interessant is dat hij naar hier komt en of het in uw en zijn agenda ingepast kan worden, want die man is natuurlijk permanent onderweg.
In de rand daarvan heb ik inderdaad ook gezegd dat het interessant zou zijn voor Vlaanderen om de Algemene Vergadering in 2017 te kunnen organiseren. Er is een geografische beurtrol. De vergadering vindt om de twee jaar plaats. In 2013 is het aan Afrika, in 2015 wordt het Amerika of het Noord-Amerika wordt of Zuid-Amerika, dat moet nog worden uitgemaakt en voor 2017 kan er in principe worden gezegd dat het tijd is voor Europa. Nu was het aan Azië. Ik heb dit al informeel aangebracht. Het is een idee dat ik daar gelanceerd heb, zonder dat dit natuurlijk al werd uitgepraat. Als we ervoor gaan met Vlaanderen, is het weliswaar nog heel vroeg, maar dan moeten we toch al informele contacten leggen. We moeten dat natuurlijk heel sterk voorbereiden en er enorm voor lobbyen, maar we hebben daar nog tijd voor, want 2017 is nog veraf.
Ik meen dat het interessant zou zijn om dit te doen, ook al is er een kost aan verbonden. Het gastland moet een aantal uitgaven op zich te nemen die voortvloeien uit het organiseren van die vergadering. De UNWTO maakt er een punt van om de Algemene Vergadering altijd ergens anders te organiseren, ze vindt niet altijd plaats in Madrid. Het is dus niet zoals met de VN die de Algemene Vergadering altijd in New York laat plaatsvinden, de UNWTO gaat per definitie altijd op reis. De UNWTO doet altijd een ander continent aan. Ze hebben de wereld ingedeeld in zes gebieden en die doen ze met een beurtrol aan.
Het gastland moet instaan voor de reis- en accommodatiekosten van de personeelsleden van de organisatie, de huur van conferentiefaciliteiten, het lokaal transport voor alle deelnemers en een sociaal programma. De deelnemers komen op eigen kosten en logeren op eigen kosten, de kost voor het gastland is dus wel beheersbaar, maar er is natuurlijk een kost aan verbonden. Ik denk dat het om minimum 1 miljoen euro gaat. Het gastland moet ook voldoen aan een aantal voorwaarden die de UNWTO vooraf formuleert inzake congrestoerisme en dergelijke.
Ik heb opdracht gegeven aan het Departement internationaal Vlaanderen om de haalbaarheid te onderzoeken. We kunnen dit vergelijken met de voorbereidingen voor 2014-2018: zulke zaken moeten grondig worden voorbereid. Eerst moet er een haalbaarheidsstudie worden gemaakt en als daaruit blijkt dat het niet haalbaar is, dan blijft het bij een idee. Toont de haalbaarheidsstudie aan dat het wel mogelijk is, dan moeten we bekijken of we de ambitie hebben en of we de nodige middelen willen uittrekken om dit te doen. Ik denk dat het voor Vlaanderen inderdaad belangrijk kan zijn.
U vraagt naar de gevolgen voor het toerisme. Ik denk dat het directe gevolg is dat er op dat moment 600 tot 1000 deelnemers zijn die hier logeren en consumeren, die hier op hotel gaan, en natuurlijk is er ook afgeleid verteer. U moet dit natuurlijk niet vergelijken met het nut van het aantrekken van de Olympische Spelen of het aantrekken van een Wereldbeker Voetbal, daar gaat het niet over, maar er is wel een beperkte toeristische en economische impact met de bestedingen die gebeuren.
Het grootste voordeel op dat moment is dat we de wereldtop inzake toerisme naar Vlaanderen halen en dat we het Vlaamse toeristische product op dat moment bekend kunnen maken, want er is een grote persaandacht voor. Het is een organisatie die sterk in de aandacht loopt op dat moment. Het is niet alleen een kwestie van naambekendheid, maar het kan voor onze toeristische sector en voor onze kunststeden in het bijzonder, heel belangrijk zijn om dit te doen, los van de algemene mediabelangstelling die ervoor ontstaat.
Het zou heel goed zijn om dat te kunnen doen in die periode, want dan zullen we hoop ik op een hoogtepunt zitten van ons herdenkingstoerisme. 2017 valt hopelijk samen met tal van evenementen die georganiseerd zullen worden. Zoals ik al zei, is de UNWTO bezig met duurzaam toerisme, met ethisch toerisme, met vredestoerisme en met Toerisme voor Allen en op dat vlak kan Vlaanderen nogal wat bieden. Rifai is bijzonder geïnteresseerd in ons project 2014-2018. Hij vindt het een fantastisch initiatief dat volledig in de lijn ligt van wat de UNWTO beoogt. Dat staat ook in de statuten: het fundamenteel doel van de organisatie is de promotie en de ontwikkeling van toerisme met het oog op bijdragen tot economische ontwikkeling, internationaal begrip, vrede, voorspoed en universeel respect voor en toezicht op de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Ik meen dus dat het een opportuniteit zou zijn om op dat moment, in dat jaar, de tweejaarlijkse vergadering te laten inpassen in de vierjarige herdenkingscyclus, in de The Great War Centenary. Op dat moment zullen we al heel veel aandacht krijgen, als we daar nog een toetje bovenop zouden kunnen doen, is dat volgens mij een opportuniteit.
Kan het lukken? Ik weet het niet, eerst moet er een haalbaarheidsstudie gemaakt worden, maar ambities moet je op een bepaald moment durven formuleren en laten onderzoeken. Het zal natuurlijk ook afhangen van heel wat andere mensen. We zullen ook zien wie er op dat moment de touwtjes in handen heeft inzake toerisme. Ik wil alleen zeggen dat we daar vroeg mee moeten beginnen, dus voor 2015. Vanaf 2015 tot 2017 moet men sterk gaan lobbyen. De voorbereiding gebeurt tussen 2013 en 2015. Het is al goed dat het Departement internationaal Vlaanderen die haalbaarheidsstudie uitvoert. We zullen dan zien welke stappen we moeten zetten.
De voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Minister, dit is inderdaad een mooie ambitie, zoals u zegt. Indien dit haalbaar is, is het een heel goede zaak voor onze regio. Het is ook een goede periode. De vraag is natuurlijk of dit ook budgettair haalbaar is. Die haalbaarheidsstudie zal daar een antwoord op moeten formuleren. Ik denk dat het haalbaar kan zijn. Ik denk dan aan alle mensen die destijds zijn gesponsord voor incentives voor een betere accommodatie. Er zijn ontelbaar veel mogelijkheden van steden en gemeenten. Een recent voorbeeld is de Elisabethzaal in Antwerpen, en ook andere zaken die met overheidsmiddelen zijn gemaakt. In return zou men ook iets kunnen doen om de kosten te drukken.
Wat houdt die ethische code die de toeristische bureaus moeten onderschrijven, juist in? Wat moet er precies ondertekend worden?
Duurzaamheid is een belangrijke zaak bij de UNWTO. U hebt het over de link met ontwikkelingslanden. Ik hoop dan dat de link met natuur ook behouden blijft en dat de ontwikkelingslanden niet de fout maken die de industriële landen intussen hebben begaan. Rust, stilte en natuurbeleving zijn ook belangrijk. Het is goed dat Vlaanderen daar de volgende twee jaar in vertegenwoordigd is. Misschien kan ook met dat punt rekening worden gehouden.
Het Vredesinstituut heeft eergisteren in dit parlement een wetenschappelijke studie voorgesteld over de Eerste Wereldoorlog. Daarin staan een aantal zaken waarmee in de toekomst rekening kan worden gehouden, ook voor dit initiatief.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Ik zal die ethische code bezorgen. Ik heb daar ook tijdens de vorige legislatuur al ruchtbaarheid aan gegeven. Ik heb daar ook vragen over gekregen in dit parlement. Die ethische code is opgesteld door de UNWTO met het oog op bijvoorbeeld duurzaamheid, en het vermijden van een aantal zaken zoals sekstoerisme, misbruik van minderjarigen enzovoort. De reisorganisatie onderschrijft die code en werkt daar dus absoluut niet aan mee. Bij ons is dat een voorwaarde om een vergunning te krijgen. Bij schending ervan kan de vergunning worden ingetrokken.
Ik heb het niet gehad over duurzaamheid. Ik heb dat niet vermeld maar wij schrijven ons ook in in dat programma. Los van UNWTO-programmas waren wij ook tijdens de vorige legislatuur al bezig met de ontwikkeling van duurzaam toerisme in het zuiden. Wij zijn een van de landen die meewerken aan het ST-EP-programma (Sustainable Tourism for Eliminating Poverty) van de UNWTO. De bedoeling is duurzaam toerisme in het zuiden te organiseren door eigen mensen en niet door grote ketens. De eigen mensen krijgen empowerment om logies te verstrekken en om met eigen producten te zorgen voor catering.
Wij hebben twee projecten waarvan er een is afgewerkt. We hebben een grensoverschrijdend project in Zuid-Afrika en Mozambique. Een ander is volledig op Mozambique gericht. Wij staan ook open voor nieuwe projecten binnen het kader van mijn budget Toerisme. Ik heb dat uitdrukkelijk meegedeeld aan de minister van Toerisme van Mozambique. Wij hopen dat zij nieuwe nuttige projecten indienen. Wat onze partnerlanden betreft, bijvoorbeeld Mozambique, bestaat er wel degelijk zon visie. Zij hebben daar een schitterende kust van 2600 kilometer. Zij willen die duurzaam ontwikkelen en niet vol bouwen met betonnen constructies. Zij willen vooral de eigen bevolking opleiden en haar de vaardigheden bijbrengen om zelf toerisme te kunnen organiseren. Ze pakken dat met hun bescheiden mogelijkheden en middelen vrij gepland en georganiseerd aan. Voor ons is het goed daar mee aan te kunnen werken. Dat is ook een van de programmas van de UNWTO. Ik wil daar verder vorm aan geven met het toerismebeleid in Vlaanderen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.