Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 15/12/2011
Vraag om uitleg van de heer Bart Van Malderen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, en tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de uitbuiting van het personeel in wegrestaurants
- 139 (2011-2012)
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Muyters.
De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen : Minister, deze vraag dateert van begin oktober. Toen startte in Gent een proces tegen een Duits bedrijf dat Oost-Europeanen voor een hongerloon aan het werk zette in wegrestaurants langs de E40 in Wetteren en Drongen, en langs de E17 in Kalken. In de krant typeerde men de werksfeer ik denk niet ten onrechte met de term moderne slavernij. Het personeel werkte zeven dagen op zeven, zeventien uren per dag, voor een loon van ongeveer 3 euro per uur. Ik vond het opmerkelijk dat de uitbater van die restaurants, Carestel/Autogrill, als mededader voor de rechter moest verschijnen. De these was dat zij op de hoogte waren en wetens en willens die firma hebben toegelaten om die praktijken uit te voeren.
De uitbating van de snelwegparkings wordt geregeld via een concessie die wordt toegekend door het Agentschap Mobiliteit en Openbare Werken. Daarom stelde ik de vraag aan zowel minister Muyters als aan minister Crevits. Naast ethische vragen heb ik hier ook politieke vragen bij.
Minister, hoe reageren u en minister Crevits op de misbruiken in die wegrestaurants? Kunt u toelichten welke sociale criteria zijn opgenomen in de concessieovereenkomst of -overeenkomsten van de betrokken restaurants? Kunt u toelichten hoe de naleving van deze concessieovereenkomst wordt gecontroleerd? Kunt u bevestigen of de Vlaamse sociale inspectie is opgetreden in dit dossier? Zo ja, op welke manier? Hebt u of uw collega overleg gehad over dit incident? Acht u bijsturing van de bestaande of andere maatregelen nodig om situaties zoals deze in de toekomst mee te vermijden? Ik ben er mij van bewust dat ook het justitiële en het federale niveau hier een taak hebben. Maar kan Vlaanderen hier ook een steentje bijdragen? Ten aanzien van dat soort praktijken kunnen we niet intolerant genoeg zijn.
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Voorzitter, ik stelde enkele maanden geleden een vraag over de achteruitgang van het aantal krachten bij de sociale inspectie. Het aantal gewone, traditionele controles was met ongeveer 40 procent afgenomen. Die mensen moesten zich ook richten op de controles en de regularisaties van buitenlanders. Dat was een prioriteit. Daardoor werden er meer dan drieduizend werknemers minder gecontroleerd dan de jaren ervoor. U zei toen dat u dit zou onderzoeken. Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Malderen vraag ik u nu of u daar een link ziet. In welke mate kan de sociale inspectie hier een klaardere rol spelen?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Dit antwoord is gecoördineerd met minister Crevits. Het heeft veel met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) te maken. Daarom houd ik mij dichter bij de tekst dan gewoonlijk.
Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) heeft geen kennis gehad van de wantoestanden in 2008. Daarentegen is er wel opgetreden tegen soortgelijke feiten op 20 oktober 2009. Het departement heeft hiervoor de concessiehouder NV Belgian Shell in gebreke gesteld met een proces-verbaal wegens het niet naleven van de concessievoorwaarden. In het bestek voor de concessie zijn geen bijzondere bepalingen opgenomen. Het bestek verwijst wel expliciet naar de toepasselijke wettelijke en algemene bepalingen. Elke uitbater is uiteraard verplicht de wet na te leven, dat moet niet in het bestek worden opgenomen.
Bovendien heeft de Vlaamse overheid geen concessieovereenkomst met Carestel afgesloten op de door u genoemde sites. Voor Wetteren was Belgian Shell concessiehouder op het ogenblik van de feiten, voor Drongen was dat Exxon Mobile en voor Kalken Total Belgium. Deze drie bedrijven hebben voor de exploitatie van het wegrestaurant een beroep gedaan op Carestel als onderconcessiehouder. Voor de Vlaamse overheid zijn Belgian Shell, Exxon Mobile en Total Belgium verantwoordelijk voor de niet-naleving van de concessievoorwaarden. Het zijn ook die bedrijven die ter verantwoording worden geroepen. Aan alle concessiehouders werd naar aanleiding van voornoemde wantoestanden het schriftelijk bewijs gevraagd dat het tewerkgestelde personeel voldoet aan de sociale wetgeving.
De naleving wordt minimaal jaarlijks gecontroleerd door een ambtenaar die de kwaliteit van de dienstverlening en de conformiteit met de concessievoorwaarden inspecteert. Thans worden de dienstenzones meer dan eenmaal per jaar gecontroleerd. De vastgestelde feiten in 2009 werden ter kennis gebracht van de Sociale Inspectie met de vraag een controle uit te voeren op de parking in Wetteren.
De door u aangekaarte problematiek heeft betrekking op de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemer. Hiervoor is de Vlaamse Inspectie Werk en Sociale Economie niet bevoegd. De controles worden dan ook uitgevoerd door de federale collegas. Indien noodzakelijk en door de samenwerking tussen de gewestelijke en federale inspectiediensten binnen de arrondissementele cellen, zal mijn inspectie eventuele controles uitvoeren binnen haar bevoegdheden in wegrestaurants. Dat is een antwoord op uw opmerking, mijnheer Van den Heuvel.
De administratie van minister Crevits heeft alle concessiehouders gevraagd het schriftelijk bewijs te leveren dat zij voldoen aan de sociale wetgeving. Het antwoord was dat Carestel een contract had afgesloten met een onderaannemer voor het onderhoud van zijn sanitair en dat het niet verantwoordelijk gesteld kon worden voor de daden van deze firma en dat het contract met de firma was opgezegd. Voor haar administratie was daarmee de zaak afgesloten.
Er wordt door de regelmatige inspecties nu veel nauwer toegezien op dit soort toestanden. Overtredingen worden gerapporteerd en gesanctioneerd door het opstellen van een proces-verbaal.
De heer Bart Van Malderen : Dank u voor het antwoord, minister. Het lijkt me een typevoorbeeld van iets dat de nieuwe Federale Regering hopelijk zo snel mogelijk aanpakt. Ook Vlaanderen kan stappen zetten, daarvoor staan er aanwijzingen in het regeerakkoord.
De concessie-uitbater sluit een onderconcessie af en die gaat nog een onderaannemer in dienst nemen. Het is het systeem van de bouw, waar op een werf verschillende firmas door elkaar lopen en niemand weet wie waar aan de slag is, met alle gevolgen. Er zijn voorstellen om te werken met hoofdelijke aansprakelijkheid van de hoofdaannemer. Er moet federale wetgeving komen om dat te regelen.
Dat neemt niet weg dat het mogelijk is om in concessies uitdrukkelijk te verwijzen naar sociale criteria. Uit uw antwoord leid ik af dat dat niet het geval is. In het regeerakkoord staat nochtans dat men kan werken met sociale clausules bij overheidsopdrachten. Minister-president Peeters zou daaraan werken. Dit lijkt me een goed voorbeeld te zijn van hoe het kan: criteria inschrijven in een concessie. Dan maakt het mee deel uit van de evaluatie die de ambtenaren jaarlijks doen. Als die vandaag enkel kijken naar netheid en respect voor de infrastructuur, staat de radar niet op voor andere sociaalrechtelijke mistoestanden, die in een perfect nette omgeving kunnen gebeuren.
Belgian Shell zegt dat ze het niet weten, maar hetzelfde geldt voor hen: zij kunnen eisen stellen aan hun onderaannemers. Het is een kwestie van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Iedereen heeft er de mond van vol, maar als het over een onderaannemer gaat, is het blijkbaar niet meer van toepassing. Ik vraag met aandrang dat we daar bij toekomstige concessies de nodige aandacht aan besteden en dat de controlerende ambtenaren ook daarover vragen stellen. Er bestaat geen discussie over dat die praktijken op zich bijzonder laakbaar zijn.
Minister Philippe Muyters : Ik geef uw voorstellen aan minister Crevits, mijnheer Van Malderen, om te kijken wat ze er verder mee doet.
De voorzitter : Het incident is gesloten.