Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 13/10/2011
Vraag om uitleg van de heer Jan Roegiers tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de dreigende stopzetting van de financiering van de Belgian Pride - Gay Pride door de Vlaamse Regering
- 79 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Irina De Knop tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het mogelijke einde van de Belgian Gay Pride
- 86 (2011-2012)
Vraag om uitleg van mevrouw Goedele Vermeiren tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de financiering van de Gay Pride
- 148 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Voorzitter, minister, collegas, twee weken geleden verschenen er onheilspellende berichten in de Vlaamse media dat de Vlaamse Regering haar subsidie aan de jaarlijkse Belgian Pride - Gay Pride zou stopzetten.
Ik neem zelf al jarenlang deel aan die Gay Pride. Enkele jaren geleden zat de hele organisatie in het slop, maar sinds twee jaar kent die optocht opnieuw een groot succes, met vorig jaar 45.000, veelal feestende deelnemers, die een boodschap van verdraagzaamheid en diversiteit met zich meedroegen. Het ging niet alleen om mensen die worden omschreven als lesbian, gay, bisexual, transgender and intersexual people (LGBTI), maar ook om veel gewone mensen en ouders die de Gay Pride mee wensen te steunen.
Blijkbaar dreigt de Belgian Pride het slachtoffer van zijn eigen succes te worden. De organisatoren verwachten volgend jaar nog meer volk, maar ze beschikken klaarblijkelijk niet over voldoende middelen om met de voorbereidingen te beginnen. Althans, zo staat het in de kranten. Meer deelnemers betekent immers meer personeel, meer animatie en meer veiligheidsvoorzieningen.
De Belgian Pride heeft inkomsten uit allerhande nevenactiviteiten, maar ook uit subsidies. Het is een organisatie van Çavaria, Arc-en-Ciel Wallonie en het Brusselse Regenbooghuis. De Vlaamse Regering betaalde vorig jaar 50.000 euro en de Vlaamse Gemeenschapscommissie 20.000 euro. Dat zorgde al voor twee derden van de bijdragen. Ook de Brusselse overheden deden hun duit in het zakje: de Brusselse Regering met 26.500 euro en de stad Brussel met 13.000 euro. Het Waalse Gewest, met 9000 euro, en de Franse Gemeenschapscommissie, met 4000 euro, bleven een heel stuk achter met hun subsidie. Dat was de Inspectie van Financiën opgevallen. Daarom geeft ze al twee jaar na elkaar een negatief advies, dat de Vlaamse Regering niet heeft gevolgd. Volgens berichten in de media zou dat nu echter op de helling staan.
Minister, klopt de berichtgeving dat het Vlaamse luik van de financiering van de eerstvolgende Belgian Pride - Gay Pride dreigt te worden stopgezet vanwege de ongelijke bijdrage door de Brusselse, en vooral de Franstalige overheden? Zo ja, waarop baseert de Vlaamse Regering die beslissing precies en waarom zou ze ditmaal wel het negatieve advies van de Inspectie van Financiën volgen? Is die beslissing definitief? Hebt u stappen gezet om uw Franstalige en Brusselse collegas te overtuigen om hun bijdrage aan de organisatie van de Belgian Pride gevoelig op te trekken en wat hebben die stappen tot nog toe opgeleverd? Hoe zien u en de Vlaamse Regering de toekomst en/of het voortbestaan van de Belgian Pride - Gay Pride?
Minister, hieraan wil ik nog een politieke vraag koppelen. Als sommige regionale overheden een duidelijk minder grote bijdrage leveren aan iets wat de Vlaamse Gemeenschap belangrijk vindt en wenst te subsidiëren, in welke mate moet die beslissing uw beslissing dan beïnvloeden? Dat is een politieke discussie waard die deze beslissing overstijgt.
De voorzitter : Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw Goedele Vermeiren : Minister, recentelijk is er wat discussie ontstaan over de financiering van de jaarlijkse Belgian Pride, de vroegere Gay Pride. De heer Roegiers heeft het belang daarvan zopas onderstreept. De optocht door Brussel, die aandacht vraagt voor de rechten van holebis in binnen- en buitenland, wordt mede mogelijk gemaakt door subsidies vanuit Vlaanderen, Brussel en Wallonië.
Het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie dragen namelijk samen zon 9000 euro bij, de Franse Gemeenschap 4000 euro maar onder voorbehoud. Aan Vlaamse kant subsidieert de Vlaamse Regering de Belgian Pride met zon 50.000 euro. Daarbovenop komt nog eens 20.000 euro van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De Brusselse Regering sponsort zon 26.500 euro en de stad Brussel draagt 13.000 euro bij. Dat is een hele puzzel om de Belgian Pride mogelijk te maken.
Die ongelijke bijdragen zorgden ervoor dat de Inspectie van Financiën, die Vlaanderen moet adviseren, de voorbije twee jaar negatieve adviezen uitschreef. Ze stelt onder andere vragen bij de hoogte van de bijdragen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, en vooral bij de ongelijkheid van die bijdragen. Minister Muyters heeft twee jaar na elkaar de bijdrage van de Vlaamse Regering tegen het advies van de inspectie in goedgekeurd, maar overweegt dat volgend jaar niet langer te doen. Daarmee staat de Vlaamse bijdrage voor de Gay Pride op de helling, tenzij natuurlijk de Franse Gemeenschap een vergelijkbare inspanning levert.
De Belgian Pride stelt echter zelf dat het financieringsprobleem bij het evenement ruimer is dan de tegenstelling Nederlandstalig-Franstalig. Pridevoorzitter Deman liet in de pers verstaan dat om historische redenen in het verleden het grootste deel van de subsidie van de Belgian Pride van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kwam. Sinds twee jaar betaalt Vlaanderen het leeuwendeel.
Deman heeft alle regeringen en gewesten van dit land rond de tafel samengebracht. Volgens hem heeft elke partner daar het belang van het evenement onderstreept. Christos Doulkeridis, de minister-president van de Commission communautaire française (COCOF), liet inmiddels weten dat hij de financiële steun van 5000 euro volgend jaar wil optrekken tot 20.000 euro. Volgens Deman bereidt de Franse Gemeenschap eveneens voorstellen voor. Verder wordt nog steun verwacht van organisaties zoals de Nationale Loterij.
Minister, hopelijk is daarmee de toekomst van die manifestatie verzekerd. Al jaren zijn wij ook voorvechters van de rechten van holebis. Dat is toch niet te onderschatten. De agressie, onder meer in Brussel, ten aanzien van holebis, die voor het reces al ter sprake is gekomen in de plenaire vergadering, toont trouwens aan dat die strijd voor verdraagzaamheid nog lang niet is gestreden.
Minister, mijn concrete vragen sluiten deels aan bij die van de heer Roegiers. Was u aanwezig bij het overleg waarover de heer Deman het had? Wat is er op die bijeenkomst concreet beslist? Is er al iets beslist? Welke toezeggingen hebben de andere overheden gedaan?
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik heb ook nog enkele opmerkingen. Ik heb helemaal niets tegen die manifestatie. Onlangs heb ik nog een uitzending gezien over Brazilië, waaruit bleek dat daar per jaar 195 homoseksuelen worden vermoord wegens hun seksuele geaardheid. Die verdraagzaamheid tegenover homoseksuelen is dus absoluut nog geen verworvenheid in de wereld. Het is dus goed dat dergelijke manifestaties er komen. Of die moeten worden gesubsidieerd, moet eens worden bekeken in een algemeen debat over wat wij Subsidiestan noemen. Behoort dat tot de kerntaken van de overheid of moeten de deelnemers dat uit eigen zak betalen? Dat is echter een algemeen debat dat eens moet worden gevoerd.
De vraag van de heer Roegiers over het communautaire aspect is terecht. Als de andere partners, namelijk Brussel en de Franse Gemeenschap, niet meer willen betalen, moeten wij dan onze betaling stopzetten? Wat dat betreft, kampen we enigszins met het probleem dat men in de economie het free-ridership noemt: Brussel en de Franse Gemeenschap besluiten hun bijdragen te verminderen, want Vlaanderen betaalt toch. Mocht Vlaanderen als enige subsidies geven en de andere overheden betalen niets of bijna niets meer, dan vind ik dat we misschien kunnen vragen dat de Belgian Gay Pride de Flemish Gay Pride zou worden. Ik vind dat wie betaalt, bepaalt. Dat mag toch ook wel eens worden gezegd.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Ik was eigenlijk niet van plan om me in het debat te mengen, maar na uw betoog voel ik me toch enigszins genoodzaakt om dat te doen. Nu wordt immers gevraagd of dit al dan niet een communautaire discussie is, of het terecht is dat Vlaanderen dan zijn subsidies terugschroeft of zelfs afschaft omdat de anderen niet betalen. Zou het dan niet beter zijn om van de Belgian Gay Pride de Flemish Gay Pride te maken? Mijnheer Bouckaert, ik vind dat het daar niet om gaat. U was beter gestopt na het begin van uw betoog. Toen hebt u gevraagd of het subsidiëren van zoiets een kerntaak is van de Vlaamse overheid. Het is tenslotte een flink uit de kluiten gewassen betoging, met heel veel randanimatie erbij, waarbij wordt opgekomen voor holebirechten. Met rechten voor holebis heb ik geen probleem. Ik vind het ook terecht dat ook de Vlaamse Regering bezig is om daar een punt van te maken en dat ze sensibiliseert met betrekking tot dit onderwerp. Het is dus een goede zaak. Opkomen voor rechten voor holebis is geen foute zaak, maar om daarvoor dan een betoging te subsidiëren, vind ik dan weer enigszins van het goede te veel. De vraag moet dus eigenlijk zijn: is dit een kerntaak voor de Vlaamse overheid? Ik denk dat ik namens mijn fractie mag zeggen dat dit niet het geval is.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Voorzitter, de heer Roegiers heeft het probleem geschetst. Er blijkt inderdaad een probleem te zijn met de financiën. De Inspectie van Financiën zou vragen hebben gesteld bij het feit dat de bijdragen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap ongelijk zijn. Ze heeft haar bedenkingen kracht bijgezet door het verlenen van een negatief advies. Uit de cijfers blijkt dat de Vlaamse Regering met 50.000 euro en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) met 20.000 euro dit jaar hebben gezorgd voor twee derde van de bijdragen. De gezamenlijke bijdragen van het Waalse Gewest en de COCOF beperken zich tot een povere 9000 euro. Ondanks het negatieve advies van de Inspectie van Financiën heeft Vlaams minister van Financiën Muyters de bijdrage van de Vlaamse Regering toch twee keer na elkaar goedgekeurd. Voor 2012 zou de minister de vinger blijkbaar op de knip willen houden, tenzij de Franse Gemeenschap qua inspanningen gelijk oversteekt. Volgens de Waalse holebivereniging Arc-en-Ciel Wallonie kan de Waalse Regering haar bijdrage niet verhogen omdat ze enkel voor Wallonië bevoegd is. Bij de Franse Gemeenschap zouden er dan weer een aantal andere criteria gelden die maken dat men niet meer geld kan vrijmaken. Overleg tussen de verschillende overheden en de organisatie van de Gay Pride vonden plaats. Volgens coördinator De Bruyne zou de overheid vandaag moeten laten weten hoeveel ieder wil bijdragen.
Minister, b evestigt u dat uw collega van Financiën en Begroting heeft te kennen gegeven geen middelen meer te willen goedkeuren voor de Belgian Gay Pride indien de Franse Gemeenschap geen vergelijkbare bijdrage levert? Wat wordt er precies bedoeld met vergelijkbare bijdrage? Moet dit werkelijk identiek zijn? Bent u van oordeel dat de Vlaamse Gemeenschap toch de Belgian Gay Pride moet blijven steunen, zelfs als de Franse Gemeenschap haar financiële steun terugtrekt? Moet volgens u de Belgian Gay Pride sowieso verder kunnen blijven bestaan? Zo ja, onder welke naam en tegen welke voorwaarden? Welke acties zult u ondernemen om het voortbestaan van de Belgian Gay Pride te verzekeren?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, u hebt in de pers inderdaad een artikel over de Belgian Pride kunnen lezen.
De Pride wordt gefinancierd door verschillende overheden. Hoe ziet dat financieringsplaatje er uit? Vanuit mijn budget, zowel van Gelijke Kansen als van Coördinatie Brussel, kwam er respectievelijk 25.000 euro, in totaal dus 50.000 euro. De Vlaamse Gemeenschapscommissie droeg 20.000 euro bij, de Brusselse Regering 26.500 euro, de stad Brussel 13.000 euro, aangevuld met logistieke steun. De Waalse Gewestregering en de Franse Gemeenschapscommissie financierden slechts voor een bedrag van 9000 euro. Ten slotte was er een aangekondigde maar niet bevestigde bijdrage van 4000 euro vanuit de Franse Gemeenschapsregering.
Uit dit overzicht blijkt dat de bijdragen vanuit de verschillende overheidsinstanties erg ongelijk verdeeld zijn. Vooral vanuit de Franstalige overheden kwam er zeer weinig financiële ondersteuning. Dat is de reden waarom ik, voor het krantenartikel, op 23 september een brief heb gestuurd naar mijn collegas Rudy Demotte, minister-president van de Franse Gemeenschapsregering, Christos Doulkeridis, minister-president van de COCOF, Fadila Lanaan, minister van Gelijke Kansen in de Franse Gemeenschapsregering, en Eliane Tillieux, Waals minister van Gelijke Kansen, om hen te wijzen op de ongelijke verdeling en op de financiële noden van de Belgian Pride. Ik vroeg hun om werk te maken van een meer eerlijke en substantiële financiering. De rondetafel, die op 15 september werd georganiseerd, kwam er mede op mijn suggestie. Het spreekt voor zich dat ik op dat overleg vertegenwoordigd was.
Ik wil toch iets zeggen over de Belgian Gay Pride. Eind 2008 nam ik het initiatief om met alle stakeholders aan tafel te schuiven. De Pride was op dat moment aan het wegdeemsteren, zoals de heer Roegiers terecht zei. Er was een conflict tussen de verenigingen die de Pride organiseren en de horeca, die erg belangrijk is voor het feestelijke element. Ook de relatie tussen de drie organiserende koepelverenigingen was niet opperbest. Dat maakte dat de Pride niet goed werd georganiseerd en onvoldoende werd gedragen door middenveld en overheid. De impact was navenant.
Achter de schermen heb ik er dan, samen met de heer Philippe Close, schepen van Toerisme van de stad Brussel, voor gezorgd dat de Pride zou verschuiven van een klassieke betoging zoals de heer Wienen dat noemt naar een feest van de diversiteit. U weet dat er heel veel niet-holebis naar de Pride komen kijken en zelfs meedoen. En dat is eigenlijk de bedoeling: net zoals in andere steden, moet het een feest van de diversiteit worden. Dat is ook de reden waarom ik eerst als Brussels minister en collegelid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een bijdrage heb gegeven, en later ook als Vlaams minister: omdat ik het belangrijk vind dat we, ongeacht de afkomst en zeker in de hoofdstad van Europa, er als Vlaamse Gemeenschap iets positiefs van maken. Aangezien we toch iets meer financiële slagkracht hebben, leek het me ook nuttig om dat te doen. Het feest is kunnen evolueren omdat een aantal mensen op het terrein van de oude ploeg aangevuld met de nieuwe ploeg en twee politici, Philippe Close en ikzelf ervoor gezorgd hebben dat er een beweging kwam die in de positieve richting ging.
Als het een Belgische manifestatie is, waar Vlaamse, Waalse, Brusselse maar ook Europese holebis komen, dan lijkt het me nuttig dat ook alle overheden correct financieren. Ik vind dat er nu een onevenwicht in de financiering zit. Het klopt dat de Inspectie van Financiën er vragen over stelt. Minister Muyters en ikzelf hebben die overruled in de regering. Ik ben nog altijd van plan om in de toekomst dat geld te blijven geven, maar ik vind dat ook de andere overheden moeten worden aangezet om meer te betalen.
De heer Roegiers heeft ook een vraag gesteld over mijn bevoegdheid voor Brussel. In de subsidiegids staat duidelijk vermeld dat voor tweetalige initiatieven naar een financiële inspanning van de twee grote gemeenschappen moet worden gestreefd. De organisator is verplicht hiertoe aantoonbare inspanningen te leveren. De subsidiegids legt echter niet op dat er uiteindelijk een gelijke subsidiëring moet zijn. Indien we dit wel zouden opleggen, zou de Vlaamse overheid zich om beleidsdaden te kunnen stellen aan de beslissingen van een andere overheid ondergeschikt maken. Dat lijkt me niet interessant. Het is mogelijk dat wij een tweetalig evenement belangrijk vinden en willen subsidiëren. We mogen ons niet afhankelijk maken van de beslissing van een andere overheid dat al dan niet ook te doen. Op die manier zouden we in ons eigen vlees snijden.
Het antwoord is dus: neen, we koppelen dit niet. De organisatoren moeten er echter wel maximaal en aantoonbaar naar streven. Ze moeten de andere overheden om geld vragen. Indien die andere overheden geen geld willen geven, moet dit volgens mij ook publiek worden gemaakt. De deelnemers aan en de organisatoren van het feest mogen dat duidelijk weten. Ik zal dit feest vanuit de beleidsdomeinen Brussel en Gelijke Kansen in elk geval blijven ondersteunen.
De voorzitter heeft daarnet, zeker in het licht van Europalia, een mooie vergelijking met Brazilië gemaakt. Op sommige vlakken hebben we zeker nog een lange weg af te leggen. De situatie is hier gelukkig wel beter. Mensen worden niet langer vanwege hun seksuele oriëntatie uitgemoord. Ze worden in Brussel, in Antwerpen of soms in Gent wel nog in elkaar geklopt. Wanneer in Sao Paolo een Gay Pride wordt georganiseerd, zijn daar drie miljoen mensen aanwezig. De 45.000 aanwezigen in Brussel vullen slechts een klein straatje van Sao Paolo.
Ik vind het belangrijk dat de Pride in Brussel plaatsvindt. Ik ben blij dat het Vlaams Parlement het hiermee eens is. Op een bepaald ogenblik is er sprake geweest van een verhuis naar Antwerpen. Brussel is echter de hoofdstad van de EU en de positie van holebis in de EU is nog steeds niet goed. Het lijkt me beter dat iedereen die boodschap in Brussel uitdraagt. Dat is ook een van de wensen van de organisatoren.
Tot slot wil ik nog opmerken dat het krantenartikel enig effect heeft gehad. De bedragen zijn al vermeld. Het betreft hier echter mondelinge toezeggingen. Ik ken mijn pappenheimers ondertussen. Dat moet ook nog formeel worden bevestigd.
De heer Doulkeridis van de COCOF zou het bedrag van 5000 euro tot 30.000 euro optrekken. Mevrouw Lalaan van de Franse Gemeenschap zou het bedrag van 4000 euro tot 15.000 euro optrekken. Minister-president Demotte en zelfs minister Milquet zouden ook een bijdrage leveren. Zelfs minister Milquet heeft dit initiatief ontdekt en wil met geld over de brug komen. Bovendien zou zij door middel van een sociale maribel eventueel een oplossing voor de werknemers proberen te vinden.
De toekomst van de Pride ziet er wat rooskleuriger uit. Vandaag vindt hierover een nieuwe rondetafel plaats. We zullen zien wat daar de resultaten van zijn.
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Met enige zin voor dramatiek zou ik kunnen stellen dat de Pride gered is. Als ik het antwoord goed begrijp, is de Pride echter nooit in gevaar geweest. De minister heeft er eigenlijk nooit aan getwijfeld de Pride verder te subsidiëren.
Op zich is dat misschien geen wereldschokkend nieuws. Het is echter belangrijk dat die steun toegekend blijft en dat dat ook met zo veel woorden wordt gezegd. Dat is zeker een goede zaak. Ik dank dan ook de andere volksvertegenwoordigers die het woord hebben genomen en die het belang van de Pride hebben onderstreept. Zij hebben laten weten hoe belangrijk dat voor hun fractie is.
De minister heeft deze boodschap gebracht op een moment waarop het geweld ten aanzien van holebis, vooral in de hoofdstad, hand over hand toeneemt. We moeten dat niet onder de mat vegen. Het is belangrijk dat dergelijke manifestaties plaatsvinden.
Dat brengt me bij de woorden van de voorzitter, die zich vragen stelt bij subsidies voor dergelijke manifestaties. Hij vraagt zich af of dit een kerntaak van de overheid is. Ik denk dat ik namens mijn hele fractie spreek als ik zeg dat het antwoord op die vraag ondubbelzinnig ja is.
Ik heb de reden eigenlijk al vermeld. De Pride is een feest dat niet enkel om diversiteit draait, het is ook een boodschap van verdraagzaamheid. Het is een statement van 45.000 mensen en, hopelijk, de komende jaren van nog veel veer mensen. De boodschap is dat geweld ten aanzien van holebis onaanvaardbaar is en met alle mogelijke middelen moet worden bestreden.
We kunnen ons natuurlijk de vraag stellen of die boodschap door middel van een dergelijke manifestatie of op een andere manier moet worden verkondigd. Dit lijkt me een positieve manier om de boodschap naar buiten te brengen. De heer Sannen heeft me net gezegd dat we ook praatgroepen zouden kunnen subsidiëren. Hij pleit daar, vooralle duidelijkheid, niet voor. De Pride kan een belangrijke, positieve optocht zijn om een boodschap naar buiten te brengen.
Samengevat: ik dank de minister voor zijn antwoord en voor zijn engagement om de Pride verder te subsidiëren.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Minister, uw antwoord is ondubbelzinnig. U wilt de Belgian Gay Pride blijven ondersteunen. Volgens u moet dit een feest van de diversiteit worden. Aangezien ik u altijd over de Pride hoor praten, veronderstel ik dat er binnenkort in de vorm van sluipende besluitvorming een titelwijziging of naamsverandering zit aan te komen. Dit is overigens niet negatief bedoeld. (Opmerkingen van minister Pascal Smet)
Volgens mij is het een goede zaak dat u het feest breder wil opentrekken en de diversiteit wil bejubelen. In die zin zal het voor mijnheer Wienen op een dag misschien toch nog aanvaardbaar worden alhoewel.
De heer Wim Wienen : Wat voor een opmerking is dat nu weer?
Mevrouw Irina De Knop : U hebt het nogal moeilijk met diversiteit, maar dat is een persoonlijke noot.
Minister, het is inderdaad belangrijk en ik hoor u dat heel graag zeggen dat u de Pride in Brussel wilt houden. Brussel is nog altijd de hoofdstad van Vlaanderen, al vergeten sommigen dat wel eens. Het is ook symbolisch heel belangrijk om deze manifestatie in onze hoofdstad te houden. Zoals de heer Roegiers zegt, is het ook een belangrijk signaal voor de gemeenschap zelf die regelmatig wordt belaagd, hetzij met geweld, hetzij met verwijten en pestgedrag. Dat is, wat mij betreft, absoluut ontoelaatbaar. Alleen al daarvoor wil ik u feliciteren dat u die organisatie ondersteunt en dat u ook aan de kar van die organisatie trekt.
Wat u niet hebt gespecificeerd, is of het bedrag van de Vlaamse overheid hetzelfde zal blijven.
Minister Pascal Smet : Dat blijft in principe hetzelfde.
Mevrouw Irina De Knop : Ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat de holebigemeenschap vandaag verheugd zal zijn.
De voorzitter : Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw Goedele Vermeiren : Minister, u hebt een heel duidelijk en overzichtelijk antwoord gegeven. Ik onthoud dat de Pride, die een belangrijke manifestatie is in Brussel, niet in gevaar komt. Het moet een feest van de diversiteit worden. Ik ben verheugd, niet alleen omdat u aan de kar trekt om er wat meer leven in te blazen, maar ook omdat u de financiering bent gaan bekijken. U hebt de verschillende actoren rond de tafel gebracht en dat in alle openheid besproken.
Een aantal bedragen worden opgetrokken. Dat is bevestigd, maar voorlopig nog niet formeel. Eventueel gebeurt dat deze namiddag tijdens de rondetafel. We hopen daarop. Het is belangrijk dat de toekomst van die manifestatie in Brussel wordt verzekerd. Ik veronderstel dat we het resultaat zo snel mogelijk zullen vernemen.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Mevrouw De Knop, ik hoop uit de grond van mijn hart dat u nog heel lang parlementslid zult zijn en een lange parlementaire carrière zult hebben, zodat u binnen enkele jaren misschien een debat op een volwassen manier kunt voeren.
Mijnheer Roegiers, u kunt dat wel, en om die reden respecteer ik u ook. Het is inderdaad een verschil tussen mijn fractie en de uwe gelukkig maar dat er verschillen zijn dat wij dat geen kerntaak vinden. U vindt dat wel. U hebt het ook over het toenemend geweld op holebis. Dat is een heel belangrijk punt. Alleen vrees ik een beetje dat de Belgian Pride, of binnenkort misschien de Flemish Pride of de Pride tout court, daar weinig soelaas zal aan bieden. We weten immers heel goed dat de toename van het geweld op holebis op dit moment vooral uit een bepaalde bevolkingsgroep komt, zeker hier in Brussel. Ik denk dat we dan andere maatregelen moeten treffen. Misschien kan men overwegen maar dat is natuurlijk een federale bevoegdheid om daar op justitieel vlak iets aan te doen. Wanneer men een misdrijf pleegt dat is ingegeven door racisme, dan is dat een bezwarende omstandigheid. In die zin kan daar ook aan worden gewerkt wanneer men geweld pleegt op holebis vanwege hun geaardheid. Dat zou eveneens een bezwarende omstandigheid kunnen zijn. Deze maatregel is misschien nuttiger in geval van geweldpleging, wat altijd te veroordelen is, dan het subsidiëren door de Vlaamse Regering van zoiets als de Belgian Pride.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik onderschrijf de doelstellingen van deze manifestatie. Daar bestaat geen twijfel over. Wanneer er een debat moet worden gevoerd over subsidies, dan gaat het niet over de subsidies van de Vlaamse overheid aan de Gay Pride maar over de vraag wat de Vlaamse overheid moet subsidiëren. Het verbaast me dat de kritische houding van de liberalen ten opzichte van de subsidiëring volledig wordt opgegeven.
Subsidies hebben allerlei neveneffecten. Er worden subsidies toegekend aan tal van verenigingen. Het gevolg is dat verenigingen worden opgericht om subsidies te krijgen. Men krijgt dus een lawine van aanvragen voor subsidies. Daarnaast worden subsidies ook vaak gebruikt om stemmen te kopen. Wie iets kent van public choice een liberaal zou dat toch moeten kennen , weet dat dit een van de technieken is waarmee politici stemmen kopen.
We moeten een kritische houding aannemen ten opzichte van subsidies. Gisteren nog zei minister-president Peeters dat hij in Vlaanderen wel gedwongen is om met veel subsidies te werken omdat hij geen fiscaal beleid kan voeren. Ik vind dat wel eens de vraag mag worden gesteld naar het toekennen van subsidies in het algemeen, maar niet alleen naar aanleiding van deze subsidiëring.
De heer Reekmans heeft een schriftelijke vraag gesteld over subsidies aan minister Bourgeois en minister Smet. Ik sta te kijken van de bedragen van die subsidies. Daar mag dan ook wel eens een kritische bevraging over zijn. Er zijn immers nog zoveel andere noden in Vlaanderen.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Ik word hier op twee flanken aangevallen. Het lijkt me belangrijk dat we hier een sereen debat voeren. Het mag niet de bedoeling zijn een welles-nietesspelletje tussen de fracties te ontketenen.
Mijnheer Wienen, ik heb gezegd dat uw partij het moeilijk heeft met diversiteit. U gaf te kennen dat u het zeer moeilijk hebt met de Gay Pride. Ik heb dus niet gelogen.
De heer Wim Wienen : Wanneer heb ik gezegd dat ik het zeer moeilijk heb met de Gay Pride?
Mevrouw Irina De Knop : Misschien hebt u dat niet letterlijk zo gezegd. Ik leid dat uit uw antwoord af. U had het ook over kinderlijke reacties. Ik zou u willen aanraden om het debat van gisterennamiddag te herbekijken. Afgaande op de reacties op sommige banken zouden wij een goed gesprek kunnen hebben over wat volwassen reacties zijn.
Mijnheer Bouckaert, de discussie over het subsidiebeleid is een interessante discussie. Wij moeten dat erg goed evalueren. Het lijkt me echter wat ongelukkig om dit dossier aan te grijpen om dat te doen. In het onderwijs worden allerlei subsidies aan allerlei vzws gegeven. Sommige worden goed besteed, andere dan weer minder. Als de overheid een initiatief zoals de Gay Pride wil promoten en de kwaliteit wil ondersteunen, dan moet zij ook een inspanning leveren. Hoe groot die subsidie moet zijn, is een andere kwestie. En natuurlijk moet worden toegekeken op de efficiënte aanwending van die middelen. Als wij echter een evaluatie maken, dan moeten wij dat doen op basis van een analyse van de subsidieverstrekking aan alle beleidsdomeinen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.