Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 11/10/2011
Vraag om uitleg van de heer Wim Wienen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het diversiteitsplan van de openbare omroep
- 2900 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het actieplan diversiteit van de openbare omroep
- 2905 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de voorlopige maatregelen omtrent mediawijsheid en het actieplan diversiteit van de VRT
- 21 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, het diversiteitsplan van de VRT was al lang aangekondigd. We hebben al het genoegen gehad om in de plenaire vergadering naar aanleiding van een actuele vraag te debatteren over de streefcijfers. Dat was zeer boeiend. Intussen is de openbare omroep bevallen van een diversiteitsplan, het actieplan 2011-2012. Daarmee wil de VRT een afspiegeling van de samenleving zijn en dat ook vertalen in haar aanbod.
Opmerkelijk is wel dat de VRT in een eerste fase vooral wil focussen op meer kleur. Ik vind dat opmerkelijk, omdat uit de diversiteitsmonitor blijkt dat het aantal allochtonen en mensen die voor meer kleur moeten zorgen, gestegen is, op een moment dat zelfs het aantal vrouwen bij de VRT afneemt. De vraag die we bij dat eerste punt dus al kunnen stellen, is waarom men er in een eerste fase vooral voor kiest om in te zetten op kleur.
In de voorbereiding van de uitvoering van het plan lezen we ook dat er rekening zal worden gehouden met de verschillende betrokken bevolkingsgroepen. De VRT zal daaromtrent vier overlegmomenten organiseren. Twee daarvan zijn overlegmomenten met de belangengroepen gender, kleur, leeftijd, seksuele identiteit en handicap. Hoe zal dat concreet in zijn werk gaan? Hoe gaat men die groepen selecteren? Bijvoorbeeld aan de kant van de allochtonen zijn er heel veel belangengroepen. Welke zal men vragen? Welke niet? En om welke reden?
Ook de opsomming van de concrete acties die de VRT wil ondernemen, roept bij mij heel wat vragen op. Zo spreekt men over speerpuntprogrammas op radio en televisie, waar men zal werken rond beeldvorming over bepaalde bevolkingsgroepen. De vraag is wanneer en hoe men bepaalde beeldvorming gaat bijsturen als dat beeld negatief blijkt te zijn. Is het wel correct om dat te doen? In sommige gevallen zijn er concrete redenen om met een negatieve beeldvorming te zitten.
Het wordt zeker deontologisch problematisch als men die lijn ook gaat doortrekken naar de nieuwsdienst. Ik heb in het plan en in de persmededeling gelezen dat men de nieuwsdienst gaat sensibiliseren om de beeldvorming over bevolkingsgroepen bij te sturen, indien er een negatief beeld zou zijn. Ik vraag me af of dat wel journalistiek correct is. Hoe gaat men dat praktisch doen? Gaat men er werkelijk op letten dat men evenveel vrouwen als mannen aan het woord laat in de nieuwsuitzendingen? Nieuws dient zich nu eenmaal aan. Nieuws is genderneutraal en afkomstneutraal, heeft geen kleur, geen gender, geen handicap en noem maar op: nieuws is nieuws, punt. Het dient zich als dusdanig aan. Ik vrees een beetje dat men op een gegeven moment nieuwsitems gaat selecteren op basis van dat diversiteitsplan. Vanuit journalistiek standpunt kan dat geenszins de bedoeling zijn.
Ook de aanvulling van de redactie met allochtonen en vrouwelijke experten op verschillende terreinen lijkt mij problematisch. Op zich is dat geen probleem, als die zich aandienen. Maar wat als die zich niet aandienen? We weten allemaal dat er een tekort is aan allochtone journalisten. Ik vind dat op zich niet zo problematisch, maar als u zegt dat u meer allochtone journalisten wilt, moeten we toch zien dat het op zijn minst, zoals het in de nota staat, experten zijn. We mogen mensen niet in de eerste plaats selecteren op hun kleur, gender of eventuele handicap. Wat gaat de VRT doen als men niet die experten vindt die in dat plaatje thuishoren?
Er wordt ook gesproken over de streefcijfers. Waarop heeft men zich gebaseerd om die streefcijfers te bepalen? In de algemene toelichting lees ik dat de VRT een steekkaart van de bevolking wil zijn, maar dat uit zich mijns inziens niet volledig in de streefcijfers. Als de VRT een staalkaart van de bevolking wil zijn, zou er bijvoorbeeld een meerderheid aan vrouwen moeten werken en zou er een meerderheid aan vrouwelijke journalisten moeten zijn. Dat wordt niet uitgesproken in de streefcijfers. Waarop zijn die streefcijfers gebaseerd? En wat is concreet de bedoeling van die cijfers? Zijn het streefcijfers die niet gehaald moeten worden? In dat geval vraag ik me af wat daar het nut van is. Als de streefcijfers wel gehaald moeten worden, spreken we over quota. En dan gaan we volgens mij een brug te ver.
Ook het aantal diversiteitsstages wordt opgedreven. Op welke basis selecteert men personen voor de stages? Wat zijn de verhoudingen op dit moment? Zijn die stages ook verdeeld tussen de verschillende kansengroepen waarvan sprake in de diversiteitsnota vrouwen, allochtonen, mensen die een andere seksuele voorkeur hebben dan bijvoorbeeld ikzelf, mensen met een lichamelijke beperking? Hoe is dat verdeeld? Hoeveel stages gaan er naar die groepen die in de kansengroepen zijn opgenomen?
Heel leuk vind ik dat men bij het VRT-personeel de interculturele competenties gaat bijspijkeren. Toch heb ik nergens in de nota gevonden w at interculturele competenties zijn. Wat is dat en hoe gaat men dat concreet aanpakken?
Tot slot is het altijd mijn vrees dat een dergelijk diversiteitsplan zal leiden tot discriminaties. Stel dat er twee mensen met een gelijk competentieniveau zijn, één man en één vrouw, dan kiest men in het geval van het diversiteitsplan voor die vrouw. Zelfs dat vind ik enigszins discriminatoir. Als u vindt dat dat geen discriminatie is, minister, had ik graag vernomen waarom.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, in de nieuwe beheersovereenkomst 2012-2016 werden diversteitsquota opgenomen. U had dat al lang aangekondigd. We hebben daarover al vaak gediscussieerd. De VRT moet ervoor zorgen dat het volledige intern en extern geproduceerde tv-aanbod minstens 33 procent vrouwen vertegenwoordigt en 5 procent nieuwe Vlamingen. Het aantal vrouwen in het totale personeelsbestand moet tegen eind 2014 40 procent bedragen, het aantal nieuwe Vlamingen 2,5 procent tegen eind volgend jaar en 4 procent tegen eind 2014.
Uit een ENA-onderzoek (Elektronisch Nieuwsarchief) blijkt nu dat de VRT dit voorjaar een aantal van die quota probleemloos heeft gehaald. Het aantal niet-blanke personen dat in 587 bestudeerde programmas aan bod kwam, ligt rond 14 procent, ruim hoger dus dan wat verwacht wordt. Het aantal vrouwen daalde van 36 naar 34 procent, maar dat is nog steeds voldoende. De VRT heeft een actieplan 2011-2012 klaar, waarin diversiteit voor en achter de schermen centraal wordt geplaatst. De krachtlijnen zijn terug te vinden op de website van de VRT.
Minister, wij vinden het belangrijk dat de publieke omroep aandacht heeft voor diversiteit in het beleid. Dat heb ik al herhaaldelijk gezegd. Ik heb enkele maanden geleden ook toegejuicht dat er een permanente diversiteitscoördinator werd aangesteld. Ik vind het dan ook goed dat de woordvoerder van de VRT verklaart dat de quota die de beheersovereenkomst ons oplegt niet de reden zijn waarom we aan diversiteit werken, maar omdat we dat zelf belangrijk vinden. Het is leuk op te merken dat de VRT in een onbewaakt moment toegeeft dat het gaat om quota, wat u altijd hebt ontkend, minister.
In het kader van het actieplan zou een viertal ontmoetingsmomenten met belangenverenigingen van verschillende bevolkingsgroepen op de agenda staan. Kunt u daarover meer toelichting geven? Over welke belangenverenigingen gaat het en wat zijn de concrete doelstellingen?
In mei heb ik u een vraag gesteld over de subsidiepot voor diversiteit van 500.000 euro, voor diversiteitsprojecten bij private media, op het vlak van bereik, aanbod en tewerkstelling. Ik heb u toen gevraagd of ook de VRT hieruit kon putten. Dat bleek gelukkig niet het geval. Ik stelde me ook vragen over de criteria, meetinstrumenten en verdeelsleutels die zullen worden gehanteerd. Daar kon u toen nog niet op antwoorden omdat de nieuwe subsidielijn nog verder uitgewerkt moest worden. Intussen naderen we de begrotingsbesprekingen. Ik veronderstel dat we die 500.000 euro daarin zullen terugvinden.
Minister, de VRT heeft een concreet actieplan afgewerkt voor 2012. Kunt u de doelstellingen en actiepunten toelichten?
De VRT zou een viertal ontmoetingsmomenten met belangenverenigingen plannen. Over welke gaat het? Hebben de betrokken belangengroepen zich al uitgesproken over de resultaten van het recente onderzoek? Wanneer zullen deze ontmoetingsmomenten plaatsvinden?
Worden er ook concrete acties ontwikkeld in het kader van een meer divers personeelsbestand? Hoe zal de VRT daarvan concreet werk maken?
Minister, kunt u met betrekking tot de diversiteitssubsidie toelichten op basis van welke objectieve evaluatiecriteria ingediende projecten zullen worden goedgekeurd en wie de evaluatie zal maken?
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, we hebben al dikwijls gedebatteerd over diversiteit bij de openbare omroep en over mediawijsheid. Ook in de nieuwe beheersovereenkomst heeft diversiteit een prominente plaats. U hebt recent een oproep gedaan voor meer diversiteit in de media. Dat wilt u steunen met 1 miljoen euro. De VRT haalt blijkbaar nu al die diversiteitsdoelstellingen, voor haar kunnen de middelen dus niet bedoeld zijn. Ik neem dan ook aan dat ze uitsluitend voor de commerciële media zullen worden gebruikt. Kunt u dat bevestigen?
De 1 miljoen euro aan projectmiddelen is ook bedoeld om de mediawijsheid te promoten. In het regeerakkoord van 2009 heeft men zich geëngageerd om het Kenniscentrum Mediawijsheid op te richten. Daar hebben ik en de collegas in de commissie ook al vaak naar gevraagd. Tot op heden hebben we daarover nog niet veel gehoord. 2009 is toch al een tijdje geleden.
U hebt uw administratie de opdracht gegeven een meerjarenplan mediawijsheid uit te schrijven. De projectmiddelen die u nu uittrekt, maken deel uit van een gefaseerd traject. U hebt eerder laten weten dat de nodige budgettaire ruimte er wel moet zijn om het kenniscentrum te kunnen oprichten. Kunt u bevestigen dat die ruimte er is, minister?
Ik heb ook de diversiteits- en de gelijke kansenplannen van de VRT van 2010 en 2011 nog eens bekeken. Wat daarin opviel, is dat de VRT zelf zijn methodologie, die de diversiteit binnen het bedrijf meet, gebrekkig verklaart. Eind 2010 is er wel een vernieuwing doorgevoerd in die meting nadat in 2009 werd gezegd dat ze niet strookt met de realiteit. Maar blijkbaar heeft die eerdere vernieuwing niet geholpen, want de VRT geeft aan dat die meting geen exact beeld geeft van de realiteit, dat het gissingen zijn.
Het is heel moeilijk, als metingen niet relevant zijn en niet kloppen, om op die basis conclusies te trekken. Minister, is het niet aangewezen om een meting te vinden die de juiste cijfers geeft, die niet door de VRT zelf in vraag worden gesteld? Het is heel moeilijk om daar een langetermijnplan op te bouwen.
Er werd een strak tijdschema vooropgesteld. De dossiers moeten ten laatste worden ingeleverd op 21 oktober, terwijl de initiatieven vanaf 23 september werden bekendgemaakt. Ook het aanvangsmoment waarop de projecten mogen starten, is vrij snel. Bij mediawijsheid moeten de projecten ten laatste beginnen op 1 december, terwijl de diversiteitsprojecten mogen starten op 1 december. Zowel voor de actoren die hun dossiers moeten maken, als voor de beslissingnemers die de steun geven, is dit een heel beperkte tijdsspanne. Waarom is dat? Zijn deze condities optimaal in het aanleggen van een dossier? Dat kunnen toch vrij complexe dossiers zijn. Dit lijkt op een drafje te gebeuren, om te kunnen zeggen dat u ermee bezig bent en om een of andere deadline te halen.
Minister, kunt u informatie geven over de belangengroepen? Welke zijn die en op basis waarvan zijn ze geselecteerd? Wat is de opdracht van de ontmoetingsmomenten?
Minister, op mijn schriftelijke vraag over de mediawijsheid, deelde u mee dat er enkele initiatieven inzake mediawijsheid zouden worden genomen. Wanneer ziet u de operationalisering van het kenniscentrum werkelijkheid worden? U beweegt wel, maar ik zou graag uw concrete planning kennen. De VRT heeft vier ontmoetingsmomenten gepland met belangenverenigingen die werken aan diversiteit. Wat is de opdracht en over welke belangenverenigingen gaat het?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Voorzitter, minister, collegas, deze beheersovereenkomst is een trendbreuk met de vorige. Dat is een goede zaak. De voorbije maanden heb ik gepoogd de gegevens van de diversiteitsmonitor 2009 te krijgen. Die zijn pas recent, samen met die van de voorlopige diversiteitsmonitor 2011, bekendgemaakt. Tussen die periodes zijn grote verschillen. In 2011 zijn er veel zaken gebeurd. Er is een grotere schermaanwezigheid van de niet-witte medemens ten opzichte van het jaar 2009. Op Ketnet is die stijging sensationeel.
Het toont aan hoe belangrijk het is om daar in dit politieke forum, en vooral via een beheersovereenkomst, de nadruk op te leggen. Ik hoop dat de diversiteitsmonitor een open karakter zal blijven hebben. Het is een waardevol instrument. Ik hoop dat we volop kunnen doorgaan op de koers die is uitgezet in de beheersovereenkomst. Uit de resultaten van de diversiteitsmonitor blijkt dat de VRT-leiding overtuigd is van het belang hiervan. Ik wil de rol van de VRT benadrukken in de interculturele samenleving.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : De VRT heeft de krachtlijnen van haar actieplan opgesteld. Ze heeft die besproken met de belangengroepen en via de pers publiek bekendgemaakt. De VRT start een aantal nieuwe diversiteitsacties op omdat ze diversiteit belangrijk vindt. De VRT wil immers de omroep zijn van iedereen. Om daarin te slagen, zegt de VRT dat er nog veel inspanningen nodig zijn. Daarom zal de VRT de krachtlijnen van haar actieplan nu verder uitwerken.
De krachtlijnen zijn besproken en ik zal ze even toelichten. Een: meten is weten, twee: samenwerken is essentieel, drie: leren van speerpuntprogrammas, vier: meer mogelijkheden voor slechthorenden en slechtzienden, vijf: meer diversiteit in het VRT-personeel.
Een: meten is weten. Jaarlijks wil de VRT investeren in onderzoek, al dan niet in samenwerking met een externe partner. Het gaat om onderzoek naar het mediagebruik van nieuwe Vlamingen en de diversiteit in het aanbod. Het gaat dus over de aanwezigheid van specifieke bevolkingsgroepen in de programmas. De diversiteitsonderzoeken zijn belangrijk voor het goed kunnen opvolgen en evalueren van de diversiteit bij de VRT.
Twee: samenwerken is essentieel. Bij de ontwikkeling en uitvoering van haar diversiteitsplannen zal de VRT rekening houden met de mening van de betrokken bevolkingsgroepen. De omroep zal daarom, op structurele basis, vier ontmoetingsmomenten per jaar organiseren met de verschillende belangenverenigingen. Overleg met de belangenverenigingen gender, kleur, leeftijd, handicap en seksuele identiteit gebeurt twee keer per jaar. Overleg over de toegankelijkheid van het aanbod gebeurt jaarlijks. Het diversiteitsforum vindt ook jaarlijks plaats. Verder zal er bilateraal een informeel overleg zijn met verschillende verenigingen.
Het derde actiepunt is leren van speerpuntprogrammas. De VRT wil leren hoe ze meer diversiteit in haar programmas kan brengen. Daarbij kijkt ze naar goede voorbeelden uit het buitenland. Ze werkt met good practices die inspiratie moeten geven. Tegen 2014 moeten alle eigen VRT-programmas de samenleving weerspiegelen. De VRT zal hierbij stap voor stap te werk gaan.
De VRT ziet volgende concrete acties: in alle briefings naar programmamakers zal het aspect diversiteit extra aandacht krijgen. Aan de hand van geselecteerde speerpuntprogrammas bij Eén, Canvas en Ketnet wordt er gekeken naar de manier waarop men diversiteit op een creatieve manier in een productieproces kan brengen. Aan de hand van de good practices van die programmas zal de VRT haar briefings concreet kunnen bijstellen met nieuwe acties en doelstellingen.
Ook de radionetten van de VRT zullen, elk volgens hun netprofiel, werken rond de beeldvorming van bepaalde bevolkingsgroepen. Naast het inzetten van enkele speerpuntprogrammas zullen ze dat ook doen via inspirerende projecten.
De programmas van de nieuwsdienst zijn zeer belangrijk voor het beeld dat de kijkers en luisteraars zich vormen van de verschillende bevolkingsgroepen. Elke redactie van de nieuwsdienst zal op dat vlak worden gesensibiliseerd, onder andere via open debatten met diversiteitsexperten. Bij de uitwerking van nieuwsitems zal ernaar worden gestreefd om inderdaad evenveel vrouwen als mannen aan het woord te laten. Het VRT-nieuws zal haar expertenlijst verder aanvullen met meer vrouwelijke en allochtone experten in de verschillende domeinen, zoals sociale zaken, politiek, economie, financiën, mobiliteit, milieu, enzovoort.
Het vierde actiepunt omvat het uitbreiden van de mogelijkheden voor slechtzienden en slechthorenden. Het laatste seizoen van Witse zal ook met audiodescriptie worden uitgezonden. De VRT biedt al geruime tijd gesproken ondertiteling aan, via T889. Het gaat om een vertaling in spraak van open ondertitels van anderstalige programmas. Die ondertiteling is te beluisteren met een specifiek toestel.
Sinds de start van het nieuwe televisieseizoen wordt ten behoeve van de slechthorenden en doven ook Terzake ondertiteld. Daardoor zal tegen eind 2011 92 procent van de Nederlandstalige programmas ondertiteld zijn. De VRT zal haar aanbod van ondertiteling nog verder uitbreiden. In de loop van 2012 wordt er ook gestart met de ondertiteling van De zevende dag. In de loop van 2012 zullen Het journaal van 19 uur en Karrewiet via de website en de samenvatting van Karrewiet via het open net met Vlaamse gebarentaal worden aangeboden. Deze week worden trouwens de eerste proefuitzendingen hiervan uitgezonden via deredactie.be, ketnet.be en Net Gemist.
De VRT wil haar personeelsbestand afstemmen op de streefcijfers voor diversiteit van de Vlaamse overheid. Die streefcijfers werden ook opgenomen in de beheersovereenkomst. Het aantal nieuwe Vlamingen moet 2 procent bedragen tegen eind 2012 en 4 procent tegen eind 2014. Het aantal vrouwen moet 38 procent bedragen tegen eind 2012 en 40 procent tegen eind 2014. Het aantal personen met een handicap ten slotte, moet 1 procent bedragen tegen eind 2012 en 1,5 procent tegen eind 2014. De omroep zal onderzoeken of haar huidige meetmethode in dat verband voldoende adequaat is.
De VRT wil die doelstellingen bereiken op verschillende manieren. Zo wil ze diverse kansengroepen actief benaderen, bijvoorbeeld via scholen, om te solliciteren bij de VRT. Ook wil ze het aantal diversiteitsstages uitbreiden van zes naar tien per jaar. Verder wil ze een arbeidsovereenkomst aanbieden aan een aantal van deze stagiairs. De VRT wil ook de diversiteitscompetentie bij haar medewerkers verhogen. Daarom krijgen alle VRT-medewerkers tegen 2014 een opleiding in het versterken van de interculturele competenties.
Wat is de reden om in een eerste fase vooral in te zetten op kleur? De omroep startte in het voorjaar met de ontwikkeling van zijn actieplannen. De VRT bouwde daarbij verder aan het diversiteitsbeleid dat zij al enkele jaren voerde. De omroep ging ervan uit dat het belangrijk was om in de eerste plaats rond kleur te werken. Op dat terrein bleek uit eerdere studies dat de VRT allochtonen minder goed bereikt. Allochtonen herkennen zich onvoldoende in het aanbod van de VRT. Dat heeft tot gevolg dat de VRT die mensen dan ook onvoldoende kan bereiken als kijker of luisteraar, terwijl de VRT wel de omroep moet zijn van iedereen in Vlaanderen. Daarnaast is het volgens de VRT duidelijk dat er op het vlak van personeelsbeleid werk aan de winkel is en dat men onvoldoende mensen met kleur tewerkstelt. Ten slotte is het zo dat de resultaten van de nieuwe monitor ook nog niet bekend waren bij de ontwikkeling van de krachtlijnen van de actieplannen.
Het is ook een leertraject, waarbij de VRT moet bekijken hoe ze haar plannen kan bijsturen waar nodig. Onder andere de feedback van de belangengroepen is daarbij belangrijk. De aandacht voor kleur wil niet zeggen dat de VRT niets aan gender zou hebben gedaan: zie bijvoorbeeld het feit dat de VRT in het actieplan voor de nieuwsprogrammas duidelijk tracht om meer vrouwen aan bod te laten komen. Er wordt dus op beide themas gewerkt.
Gender is een thema waar al lang aandacht voor is. De VRT stelt echter vast dat de resultaten blijven tegenvallen. Ze wil goed uitzoeken hoe ze die nog altijd tegenvallende resultaten grondiger kan en moet aanpakken.
Er werden ook wat vragen gesteld over de ontmoetingsmomenten. In het Charter Diversiteit staan er vijf themas waar de VRT prioritair aandacht aan besteedt: gender, afkomst, leeftijd, handicap en seksuele identiteit. In functie daarvan heeft de VRT vijf belangenverenigingen gekozen die representatief zijn en/of mediawerking of media-ervaring hebben. Dat zijn op dit ogenblik het Minderhedenforum, Grip, Çavaria, de Nederlandstalige Vrouwenraad en de Vlaamse Ouderenraad. Uit de praktijk zal blijken of dat inderdaad de meest aangewezen belangengroepen zijn of dat de VRT andere belangengroepen moet zoeken. De VRT vraagt immers ook een bepaald engagement van die partners om inbreng te geven. Aan de hand van die structurele ontmoetingsmomenten is het voor de VRT mogelijk om haar diversiteitsplannen voor te leggen aan de belangengroepen die elk in hun terrein veel kennis hebben inzake diversiteit. Dat geeft de VRT de kans om meer te weten over hoe zij haar plannen kan realiseren.
Zo werden de krachtlijnen van het VRT-Actieplan Diversiteit 2011-2012 op 21 september aan de belangengroepen voorgesteld tijdens een eerste ontmoetingsmoment. De belangengroepen hebben op een constructieve manier hun bevindingen over dit plan aan de VRT meegedeeld. Mocht dat nodig zijn, dan zullen er nog bijkomende overlegmomenten worden georganiseerd. De VRT wil immers haar beleid kunnen bijsturen en ook aanvullen. Ze zal dat doen op basis van nieuwe ervaringen en inzichten die ze zal opdoen bij de uitvoering van haar actieplan en op basis van verder overleg met de belangengroepen.
Daarnaast overlegt de VRT nog met een brede waaier aan belangenverenigingen over de toegankelijkheid van haar aanbod. Deze verenigingen zijn enerzijds belangengroepen die opkomen voor personen met een handicap, zoals de Belgische Confederatie voor Blinden en Slechtzienden, maar anderzijds ook organisaties zoals de Vlaamse Ouderenraad, waarvoor een goede toegankelijkheid ook specifieke bevolkingsgroepen dient. Een volgend toegankelijkheidsoverleg is gepland in november.
De VRT organiseert ook jaarlijks een belangenforum diversiteit, waarbij aan alle belangenverenigingen een open forum wordt geboden met betrekking tot diversiteit in de media. Het diversiteitsforum zal vermoedelijk in december plaatsvinden.
Mijnheer Wienen, u hebt me ook gevraagd hoe men het diversiteitsbeeld zal bijsturen. Laat dit duidelijk zijn: het is helemaal niet de bedoeling om de beeldvorming over bepaalde doelgroepen te manipuleren, wel integendeel. De VRT wil de omroep zijn van alle Vlamingen, en alle Vlamingen moeten zich herkennen in het aanbod. Dat aanbod moet ook een weerspiegeling zijn van de Vlaamse samenleving, met een evenwichtige vertegenwoordiging van en een genuanceerde beeldvorming over de doelgroepen.
Waar dat nodig is, zal de VRT acties ondernemen om het aantal actoren van die doelgroep op het scherm te doen toenemen. Zo zal de VRT er bijvoorbeeld in de gekozen speerpuntprogrammas voor zorgen dat er meer vrouwen in beeld komen. Dat alles staat ook vermeld in de beheersovereenkomst. De VRT wil ook dat die doelgroepen op een genuanceerde manier in beeld worden gebracht en dat doelgroepen ook worden getoond in alle mogelijke omstandigheden en rollen. Er wordt dan ook actie gezocht naar, bijvoorbeeld, mensen met een handicap die ook expert zijn in een wetenschappelijk domein.
Over dit soort acties gaat het, en dus zeker niet over het manipuleren van beeldvorming. Dat zou trouwens ook maar daarover zijn we het allemaal eens deontologisch onverantwoord en onaanvaardbaar zijn. Zowel het programmacharter als de deontologische code van de VRT verbiedt dit.
De nieuwsdienst wil de beste experten in beeld brengen. De geselecteerde items worden natuurlijk gestuurd door de nieuwswaarde en niet door diversiteit. Door een goede research moet het echter meer mogelijk zijn om ook experten te vinden uit diverse doelgroepen die in verhouding tot de bevolkingsgroepen nu de facto weinig aan bod komen. Dat is ook wat de belangenverenigingen van de openbare omroep verwachten en wat eveneens in de beheersovereenkomst wordt gesteld.
De streefcijfers die de VRT hanteert, zijn de streefcijfers die in de beheersovereenkomst vermeld staan. Ik wil benadrukken dat die zowel op het aanbod op het scherm als op de tewerkstelling en het personeelsbeleid betrekking hebben. De beide moeten we wel apart benaderen. Er werd me gevraagd of de VRT een actieplan zal ontwikkelen in het kader van een diverser personeelsbestand. De VRT wil haar personeelsbestand afstemmen op die diversiteitsstreefcijfers van de Vlaamse overheid. U weet dat de Vlaamse overheid ook streefcijfers heeft met betrekking tot haar totale personeelsbestand. De VRT wil die cijfers ook benaderen. Voor nieuwe Vlamingen komt dat neer op 2 procent tegen eind 2012 en 4 procent tegen 2014, voor vrouwen op 38 procent tegen 2012 en 40 procent tegen 2014 en voor personen met een handicap op 1 procent tegen eind 2012 en 1,5 procent in 2014.
De VRT wil die doelstellingen bereiken op diverse manieren, zoals het actief benaderen, de diversiteitsstages, het aanbieden van een arbeidsovereenkomst aan een aantal diversiteits stagiairs die voldoen en het werken aan de diversiteitscompetentie bij haar eigen medewerkers.
Mijnheer Wienen, u hebt me vervolgens gevraagd op welke basis we die mensen voor die diversiteitsstages selecteren. Een eerste selectie gebeurt op basis van het cv en de motivatie van de kandidaten. De geselecteerden worden dan uitgenodigd voor een gesprek met vertegenwoordigers van human resources en ook van de dienst waar de stagiair aan de slag zal gaan. In dat gesprek wordt ook gepeild naar de competenties en de meerwaarde die de kandidaat te bieden heeft, ook qua diversiteit. Momenteel zijn er zes stagiairs aan de slag, waarvan vier van allochtone origine en twee met een handicap. Die stagiairs vertegenwoordigen ook verschillende leeftijdscategorieën, van pas afgestudeerden tot veeleer ervaren medewerkers. Vanaf volgend jaar heeft de VRT tien stageplaatsen: twee voor personen met een handicap en acht voor allochtone kandidaten.
U vroeg me ook wat dan de interculturele competenties zijn. De VRT wil een werkklimaat bevorderen dat rekening houdt met de diversiteit van de medewerkers en dat ook kansen geeft aan divers talent om volwaardig aan bod te komen en zich te ontwikkelen, en waarbij de focus ligt op de meerwaarde die deze medewerkers voor de VRT kunnen betekenen. De VRT wil die programmamakers helpen om meer diversiteit in de beeldvorming van hun programmas te brengen. Dat gebeurt door aangepaste opleidingstrajecten, zowel voor leidinggevenden als voor medewerkers.
Dan was er de vraag over de discriminatie. In de beheersovereenkomst staat dat er aandacht moet zijn voor een evenwichtige vertegenwoordiging in het personeelsbestand. De VRT heeft precies de opdracht om niet te discrimineren, maar alle groepen evenwichtig aan bod te laten komen.
Ik kom dan tot de vraag over de diversiteitsdoelstellingen. Vooraf moet ik u zeggen dat de gegevens die via de diversiteitsmonitor worden gemeten, niet de enige zijn waarover doelstellingen zijn opgenomen in de beheersovereenkomst. In de beheersovereenkomst gaat het over meer dan alleen maar de schermaanwezigheid. Daarnaast zijn er een aantal zaken die niet expliciet in streefcijfers zijn opgenomen, maar waarvan de VRT het toch belangrijk vindt er verder in te investeren. De streefcijfers uit de beheersovereenkomst zijn gemiddelden voor het VRT-aanbod. In alle VRT-programmas samen programmas die intern en extern zijn gemaakt, dus niet de aangekochte programmas zouden 33 procent vrouwen en 5 procent nieuwe Vlamingen te zien moeten zijn. Die streefcijfers zeggen ook niets over radio, terwijl de VRT wel vijf verschillende radionetten heeft.
Wat zijn de redenen waarom de VRT zelf ook blijft investeren in diversiteit? Los van de concrete streefcijfers in de beheersovereenkomst, vindt de VRT dat zelf heel belangrijk. Ze wil immers de omroep zijn van iedereen. Dat is ook haar missie. Elke Vlaming moet zich dus kunnen herkennen in haar aanbod.
Inzake gender haalt de VRT het streefcijfer van 33 procent nog niet. De intern gemaakte VRT-programmas hadden 32 procent vrouwelijke sprekende actoren in beeld. De programmas die gemaakt zijn door externe productiehuizen, hadden 30 procent vrouwelijke sprekende actoren.
Als we kijken naar personen met een handicap en ouderen en jongeren, blijkt uit de diversiteitsmonitor dat de VRT het ook hier nog niet goed genoeg doet. De VRT wil dit beter doen. Zij wil verder investeren in een aanbod dat een genuanceerd beeld geeft van de verschillende bevolkingsgroepen in plaats van iedere keer opnieuw de stereotypen te herhalen. De samenstelling van het personeelsbestand weerspiegelt onvoldoende de Vlaamse samenleving. Er zouden nog meer vrouwen, nieuwe Vlamingen en personen met een handicap bij de VRT moeten werken.
De VRT zegt dus zelf op verschillende terreinen nog werk voor de boeg te hebben. Daarom willen wij blijven investeren in diversiteit.
Mijnheer Verstrepen, de administraties en kabinetten van Onderwijs en Media werken op dit ogenblik aan het stukje uit de beleidsnota over het Kenniscentrum Mediawijsheid. De planning is de nota dit najaar af te ronden. De tekst wordt definitief uitgeschreven. In de nota wil ik de algemene krijtlijnen van het Kenniscentrum opnemen. De operationalisering ervan komt er dus veeleer in het voorjaar 2012.
Mijnheer Tommelein, u vraagt of de Staten-Generaal er ook is voor de private media. Er werd aangekondigd dat de mogelijkheid er zou zijn om aandacht te geven aan diversiteit. Wij hebben daarover een oproep gelanceerd. Die heeft als doel alle actoren in het medialandschap te stimuleren om een doeltreffend diversiteitsbeleid te ontwikkelen dat impact heeft op het vlak van programmatie, personeelsbeleid, bereik en beeldvorming. Alle actoren kunnen binnen de mainstream media televisie, radio, geschreven pers en internet een projectvoorstel indienen. De steun zal worden verleend aan projecten die een duidelijke verandering in de huidige situatie kunnen teweegbrengen. Het moet gaan om nieuwe initiatieven die ook focussen op de beleidsdoelstellingen: streven naar een evenwichtigere vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen in het aanbod, zodat het aanbod voor iedereen herkenbaar wordt; de diversiteitscompetenties van de medewerkers verhogen om de doelstellingen met betrekking tot aanbod en bereik te realiseren; de Vlaamse maatschappelijke diversiteit nog meer trachten te weerspiegelen in het personeelsbestand.
Bij de beoordeling van de projecten wordt rekening gehouden met een aantal criteria. Het eerste criterium is de inhoudelijke meerwaarde van het project: de inhoudelijke kwaliteit van het project, de wijze waarop de activiteiten worden ingevuld, de manier waarop het project een meerwaarde biedt ten opzichte van de huidige toestand ter bevordering van de diversiteit binnen de mediasector, de wijze waarop de doelgroepen kunnen worden betrokken. Het tweede criterium is de duurzaamheid van de projectresultaten: aandacht voor de activiteiten tijdens het project die ervoor kunnen zorgen dat de resultaten ook na afloop van het project niet verloren zullen gaan en een blijvende verandering kunnen realiseren. Het derde criterium is de realiseerbaarheid en de efficiëntie van de aanpak van het project: de kwaliteit en de aanwending van de in te zetten middelen, de geplande coördinatie van en controle over het project, de mogelijke knelpunten voor de haalbaarheid van het project. Het vierde criterium is de realiteitszin van het voorgestelde budget en de aard van de eigen inbreng: de indeling van het budgetplan, de eigen inbreng van de aanvrager en de bereidheid tot eigen financiële inbreng of investering in het project.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, dank u voor uw antwoord. De VRT moet een weerspiegeling zijn van de samenleving: ik weet dat deze preek vaak wordt afgestoken in de politiek correcte kerk. Maar ik kan mij daarin niet vinden. Ik vind ook niet dat een samenleving democratischer of menselijker is wanneer bedrijven of beroepssectoren een weerspiegeling zijn van de samenleving. Er zijn heel wat beroepscategorieën waar dat niet het geval is, bijvoorbeeld havenarbeiders: daar zal het al veel moeilijker zijn om een dergelijk diversiteitsplan in te voeren.
Bovendien vind ik een diversiteitsplan voor de personen zelf vernederend. Je zult je altijd moeten afvragen of je bij de VRT bent aangenomen omdat je de juiste competenties hebt of omdat je allochtoon of vrouw bent of met een handicap zit. Voor al die kansengroepen geldt: wanneer je de juiste competenties, kennis en kunde hebt, kom je er wel. Minister, ik denk ook niet dat u mevrouw Sandra De Preter hebt geselecteerd omdat zij een vrouw is. Ik denk dat u mevrouw De Preter hebt geselecteerd omdat zij de competenties heeft om de VRT te leiden.
Ik blijf het ook moeilijk hebben met de beeldvorming die men zal lanceren. U zegt dat het niet de bedoeling kan zijn om de beeldvorming te manipuleren. Ik wil daar een eindje in meegaan, maar we wandelen daar toch op een zeer dunne grens. U zegt dat het beeld van bepaalde bevolkingsgroepen wordt genuanceerd. De grens tussen nuanceren en manipuleren is zeer dun. Ik blijf dat deontologisch problematisch vinden. Uw antwoord heeft mij niet gerustgesteld.
Het is duidelijk wat dit diversiteitsplan eigenlijk is. Het diversiteitsplan bij de VRT staat voor meer allochtonen bij de VRT. De VRT wil in een eerste fase kiezen voor meer kleur. Waarom? Omdat de VRT dat wil. Ik vind dat een weinig wetenschappelijke benadering. Zij doen dat omdat zij dat vinden. Dat blijkt ook uit hun concrete acties. Als u mij zegt dat de selectie van stages op dit moment vier allochtonen betreft en twee met een handicap, dan kan dat binnen verhouding nog gaan, ook binnen de streefcijfers. Maar volgend jaar worden dat acht allochtonen en twee met een handicap. Dan weten we waar het kalf gebonden ligt en wat de bedoeling is van dit diversiteitsplan. Het gaat niet over vrouwen of seksuele identiteit of mensen met een beperking, het gaat in de eerste plaats over allochtonen. Dat is hier nog eens duidelijk bewezen.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, wat de laatste vraag betreft, hebt u gezegd op basis waarvan er geëvalueerd zal worden. Maar ook de vraag wie er zal evalueren, vind ik belangrijk.
Pas op basis van de evaluatie zelf en de manier waarop de projecten zullen verlopen en ingediend worden, zal ik mij een oordeel kunnen vormen over de noodzakelijkheid en de meerwaarde van een bedrag van 500.000 euro voor dergelijke projecten. Ik heb daar de vorige keer al mijn bedenkingen bij geuit. Ik heb toen ook gezegd dat ik een fan was van Kevin in het vtm-programma Idool. Hij heeft intussen ook gewonnen. Op dat vlak heeft vtm dus alvast aan diversiteit gewerkt, zonder subsidies van de overheid.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik heb aandachtig geluisterd naar uw toelichting en naar het tijdsframe waarin u dat wilt realiseren. Ik heb nog één vraagje over de nota die u gaat afronden. Ik vermoed dat wij die, naar goede gewoonte, ter inzage zullen krijgen zodra die er is. Of ziet u dat anders?
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Mijnheer Tommelein, de administratie organiseert die call. Zij zullen een jury samenstellen. Dat gaat om mensen van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media en van Gelijkekansenbeleid. Het gaat dus om vier mensen uit de administratie.
Ik ben evenzeer nieuwsgierig naar welk soort voorstellen er zullen komen. We zullen achteraf samen kunnen bekijken of die het verschil kunnen maken of niet.
Mijnheer Verstrepen, als we de nota over mediawijsheid klaar hebben en naar de regering gebracht hebben, zullen we die zeker ook aan het parlement toelichten.
De voorzitter : Het incident is gesloten.