Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 06/12/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Irina De Knop tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de impact op de gemeentelijke financiën van het aanpassen van de distributienettarieven
- 2891 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Minister, deze vraag dateert al van enige tijd geleden. Ik heb ze wegens verplichtingen in andere commissies even moeten laten uitstellen, maar ik wil ze toch graag nog stellen, omdat ze nog steeds relevant is, gezien de actualiteit.
Begin september kwam de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) met het voorstel om de berekening van de distributienettarieven aan te passen. Daarmee wil ze de stijging van de elektriciteitsprijzen van de afgelopen twee jaren afremmen. Dat is uiteraard goed nieuws, of althans een goede intentie. Met het nieuwe tariefvoorstel van 8 september jongstleden wil de CREG onder meer de vergoedingen die de gemeenten ontvangen als vennoot van de distributienetbeheerders, op een andere manier berekenen.
De federale en Vlaamse saneringsoperaties als gevolg van de Europese schulden- en bankencrisis en de stilgevallen economische groei zullen wellicht ook hun impact hebben op de financiële mogelijkheden voor lokale besturen. Elke overheid zal in de toekomst de vinger op de knip moeten houden, om ervoor te zorgen dat ze financieel overeind blijft. De Hoge Raad van Financiën roept dan ook alle overheden in ons land op om te besparen, of om in elk geval mee te werken aan die operatie.
Minister, steden en gemeenten in heel Vlaanderen trekken aan de alarmbel, omdat hun kas in snel tempo leeg raakt. U kent de redenen daarvoor: niet alleen de stijgende pensioenlasten voor ambtenaren, maar ook het faillissement van de Gemeentelijke Holding baart ons allen heel wat kopzorgen. Ook de daling van de inkomsten uit energie zouden wel eens slecht kunnen uitvallen voor de gemeentelijke budgetten. Voor gemeenten in Eandis-gebied, ongeveer 80 procent van Vlaanderen, zou het voorstel van de CREG leiden tot een daling van de inkomsten met 30 miljoen euro. De Infrax-gemeenten zouden ongeveer 10 miljoen euro minder krijgen.
Voor gemeenten vormen de billijke vergoedingen uit de energiedistributie een bijzonder grote inkomstenbron. Alleen het gemeentelijke aandeel in de personenbelasting en de onroerende voorheffing leveren meer op. Zo is het in elk geval in onze gemeente. De CREG consulteerde van 15 september tot 14 oktober 2011 over haar voorstel. Ze beloofde ook om de ingediende adviezen grondig te bestuderen.
Intussen is er al veel gebeurd. Deze vraag om uitleg is ingediend op 21 september. Ondertussen hebben we een nieuw akkoord en een nieuwe Federale Regering. We hebben allemaal vernomen dat de distributietarieven naar de gewesten zullen verschuiven. Tot nu toe maakten de onderhandelingen elke mogelijke beweging op het vlak van de openbaredienstverplichtingen onmogelijk. Nu die onderhandelingen afgelopen zijn en er een regeerakkoord is, kan de Vlaamse Regering uiteraard wel kleur bekennen en kan ze haar eigen energiebeleid rond groene stroom voeren.
Dat betekent echter niet dat alle mist rond die energiefactuur, de distributienettarieven en de mogelijke inkomstenderving voor de lokale besturen is opgeklaard. Het omzetten van al die bepalingen in wetteksten en de uitvoering ervan zullen nog wel enige tijd in beslag nemen. Daarover kan ik u echter geen vragen stellen, minister, want het behoort tot de bevoegdheden van minister Van den Bossche. Het huidige voorstel van de CREG kan echter wel degelijk implicaties hebben voor gemeenten, en dus wil ik ook u een aantal vragen stellen.
Hebt u kunnen berekenen wat de financiële impact van het huidige voorstel zou zijn voor de Vlaamse gemeenten? Hebt u dat kunnen ventileren over de verschillende gemeenten? Hoe staat die vermindering van inkomsten van lokale besturen in verhouding tot de draagkracht van die gemeenten? Zullen kleinere gemeenten mogelijk meer hinder ondervinden van de inkomstenderving? Voor hen is het misschien een belangrijker bron van inkomsten dan voor andere gemeenten. Bent u bereid om het eventuele verlies aan inkomsten bij de lokale besturen te compenseren? Zo ja, op welke manier? Hebt u daarover een advies geformuleerd aan de CREG? Hebt u uw bezorgdheid over de inkomstenderving overgemaakt?
Ik wil nog één bijkomende vraag stellen, gezien de actualiteit. Hebt u uw bekommernissen over de impact van het voorstel van de CREG aangaande de nieuwe tarifering ook meegegeven aan uw collega bevoegd voor de energie in de Vlaamse Regering? Zijn die bekommernissen ook overgemaakt aan de federale minister van Energie?
De voorzitter : De heer Kennes heeft het woord.
De heer Ward Kennes : Voorzitter, op een van de vragen denk ik het antwoord al te kennen.
Wat de gassector betreft, wil ik nog signaleren dat recent heel wat gemeentebesturen gevraagd zijn om deel te nemen aan een kapitaalsverhoging, waarbij een winst van 6 procent in het vooruitzicht werd gesteld. Mogelijk in functie van het inperken van tarieven en in het kader van het goedkoper maken van het energieaanbod in ons land voor gezinnen en bedrijven, maken een aantal bedrijven wellicht verkeerde berekeningen. Op basis van wat nu is voorgeschoteld, zegt men dat er 6 procent wordt gegarandeerd, maar ik denk dat het probleem zich ook daar kan voordoen.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Minister, een zekere heer Stevaert heeft hier destijds op een versnelde manier de liberalisering van de energiemarkt en andere zaken doorgevoerd. Dat zou leiden tot lagere tarieven. Nu stellen we vast dat de tarieven stijgen in plaats van te dalen, en zelfs nogal fors.
Dat heeft natuurlijk deels te maken met de stijgende internationale prijzen van aardolie en gas, maar als je ziet welke inkomsten de gemeenten halen uit een aantal diensten die ze aanbieden, bijvoorbeeld de distributietarieven, die nu opnieuw onder druk staan, dan zullen de gemeenten zich binnen afzienbare tijd de vraag stellen wat ze daar nog in doen met hun kapitaal en of ze hun kapitaal niet beter zouden verzilveren, om met die centen iets anders te doen. Als dat vrijkomt, betekent dat dat je hoogstwaarschijnlijk opnieuw zult worden geconfronteerd met stijgende tarieven als je de marges kent die de gemeenten daaromtrent nu krijgen. De privésector zal nooit akkoord gaan om in de toekomst aan zon lage tarieven te werken.
Wat is mijn boodschap, minister? Als je de inkomsten bekijkt die de gemeenten de afgelopen vijftien tot twintig jaar uit de energiesector hebben gehaald, zie je dat die constant onder druk staan. We hebben het verhaal van de Gemeentelijke Holding gehad, waarop ik absoluut niet meer zal terugkomen. Nu hebben we het Fluxysverhaal, waar er opnieuw een gegarandeerd rendement van 6 procent naar voren wordt geschoven. Dat is al aan bod gekomen naar aanleiding van een vraag van de heer Van Rompuy in de plenaire vergadering, waarop u omstandig hebt geantwoord. Maar uw antwoord was deels in tegenstrijd met een vorig antwoord over de participatie in risicodragend kapitaal. Dat blijft voor een deel risicodragend kapitaal. De kern van mijn boodschap is: als we opnieuw dreigen centen te verliezen door lagere distributietarieven, dan denk ik dat de gemeenten zich binnen afzienbare tijd wel eens zullen beraden over wat we daar nog te zoeken hebben.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Mevrouw De Knop, ik heb alle begrip voor de omstandigheden waarbij u de vraag tot twee keer toe hebt moeten uitstellen. Alleen brengt dat met zich mee dat het nu gaat om een debat dat we al voor een deel hebben gevoerd. Ik verwijs ook naar het debat in de plenaire vergadering naar aanleiding van een vraag van de heer Van Rompuy. Hier hebben we in oktober al een debat gevoerd over de druk op de gemeentelijke financiën. We hebben de diverse factoren daarvan besproken. Wat dat betreft, zal ik dus eerder summier zijn.
Mijn Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) beschikt niet over de knowhow om de CREG-voorstellen te beoordelen. Mijn kabinet heeft wel contact genomen met zowel Eandis als Infrax. De financiële dienst van Eandis zegt dat het in de pers genoemde cijfer van 30 miljoen euro voor de gemeenten van de gemengde sector, niet overdreven is ingeschat. Infrax zegt dat de voorstellen zouden betekenen dat de dividenden voor de gemeenten in het Infraxgebied zouden verminderen met 10 miljoen euro. Dat zijn de bedragen die ook in de media zijn gekomen.
Mijn diensten hebben contact genomen met de CREG. De CREG zegt dat ze, zolang ze in de consultatie- en beoordelingsronde is, daar geen details over vrijgeeft en geen beoordeling geeft. De CREG zelf heeft me daarover nog niets willen meedelen.
Tot vrijdag 14 oktober liep de consultatieronde. Tijdens deze ronde konden de distributienetbeheerders en andere stakeholders hun opmerkingen bezorgen aan de CREG. De CREG heeft me wel meegedeeld dat de consultatieronde daarmee niet is afgesloten. De CREG doet eveneens een benchmarkoefening inzake de efficiëntie van de verschillende netbeheerders. De netbeheerders hebben tot 15 januari 2012 de tijd om op deze oefening te reageren. Eind februari 2012 zou de CREG over het geheel nog een finale consultatie houden, waarna ze haar definitieve voorstellen over de berekening van de distributienettarieven zou bekendmaken. Als alles volgens schema verloopt, zou dat ten vroegste in maart 2012 gebeuren. Op dat moment zullen de definitieve voorstellen van de CREG bekendgemaakt worden.
Om op uw tweede vraag te antwoorden, geef ik u een paar cijfers om alles in zijn context te plaatsen. De ontvangsten uit de gas- en elektriciteitsdividenden bedragen ongeveer 3,5 tot 4 procent van de inkomsten gewone dienst van de gemeenten. Een verlies van 40 miljoen euro op het huidige budget van de gemeenten betekent dat de gemeenten zouden aankijken tegen ongeveer 0,4 procent minder inkomsten. Zoals ik al zei, is het wachten op de definitieve cijfers en voorstellen van de CREG om daar een exact en gedetailleerd zicht op te hebben.
U vraagt of ik bereid ben om het eventuele verlies aan inkomsten te compenseren. Ik verwijs daarvoor naar de discussie die we hier hebben gevoerd op 4 oktober 2011. Ik heb toen duidelijk gemaakt dat de tijden er niet naar zijn. Ik denk dat de gemeenten nu geen illusies moeten hebben op dit vlak, niet ten aanzien van de federale overheid en niet ten aanzien van de Vlaamse overheid. Ik heb altijd gezegd dat het zaak zal zijn dat de gemeenten de tering naar de nering zetten. Natuurlijk zal de fundamentele vraag moeten worden gesteld met betrekking tot die participatie ik heb daarop geantwoord in de plenaire zitting, mijnheer Verfaillie , maar ook het strategische belang van Vlaanderen moet daarbij aan bod komen. Je kunt niet over één nacht ijs gaan. Ik ga dat trouwens niet alleen bekijken, ik ga dat doen samen met mijn collegas, zoals ik heb aangekondigd.
De omstandigheden willen dat er nu een samenloop is van druk vanuit diverse aspecten op de gemeentelijke financiën enerzijds. Denk aan de pensioenregeling voor de statutairen en andere. Anderzijds is er een druk vanuit de CREG, vanuit de consumenten en vanuit de industrie op onze elektriciteitsprijs in dit land, die bij de hoogste van Europa is en waarvan u weet dat ongeveer 50 procent van wat we betalen, bestaat uit transport- en distributiekosten. Dat is enorm veel. Wat de distributie betreft, komen de gemeenten aan bod. Die twee zaken lopen nu samen. Dat kan zorgen voor nog meer druk op de inkomsten van de gemeenten.
De rechtstreeks betrokken partijen hebben gereageerd op de CREG-voorstellen, met name de werkmaatschappijen Eandis en Infrax. Ze hebben daar de knowhow voor en zijn daar technisch voor uitgerust. De VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) heeft in een gezamenlijk schrijven met haar Brusselse en Waalse zusterorganisatie gereageerd. Het zijn de gemeenten die tot nader order, dat is op basis van federale wetgeving, bevoegd zijn voor distributienetbeheer. Ze zijn ter zake geresponsabiliseerd.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop: Minister, ik heb alle begrip voor de huidige budgettaire krapte op alle echelons. U zei dat het probleem niet alleen deze individuele maatregel is, die wellicht opnieuw een impact zal hebben op de gemeentelijke financiën. Het is net de som van al die verschillende gebeurtenissen: de Gemeentelijke Holding, de pensioenlasten enzovoort.
Ik ben burgemeester van een kleine gemeente, met minder dan 10.000 inwoners. Ik zie het ook in andere kleine gemeenten: wij zitten in de gevarenzone. Ook al trachten wij de dienstverlening te beperken tot de kerntaken van een gemeente, ondanks de belastingverhogingen die we hebben doorgevoerd, is het ieder jaar opnieuw moeizamer om de begroting rond te krijgen. Ik hoop dat bij het Gemeentefonds en met het voorliggende groeipad wordt gekeken naar die kleinste gemeenten. Een collega alludeerde erop: Sinterklaas viert vandaag zijn hoogdag, maar het zijn de lokale besturen die de zwartepiet krijgen. Ik heb het gevoel ik denk dat het meer is dan een gevoel, ik denk dat het steunt op objectieve informatie dat de kleinste gemeenten absoluut het gelag betalen. We moeten vandaag niet meer kiezen tussen het ene en het andere project. We moeten kiezen waar we kunnen snijden met zo weinig mogelijk pijn. Dat het pijn doet vandaag, is zeker zo. Ik doe een sinterklaasoproep om met een vergrootglas naar de lokale besturen te kijken.
Ik vernam vorige week in de pers een en ander over het Plattelandsfonds. Ik zag eens een lijstje van de VVSG met gemeenten die daarvoor in aanmerking kwamen. Ik denk dat lang niet alle gemeenten die het financieel moeilijk hebben op dat lijstje voorkomen. Vandaar mijn extra pleidooi.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Mevrouw De Knop, u gaat kort door de bocht. Een gemeente komt niet in aanmerking voor het Plattelandsfonds omdat ze het financieel moeilijk heeft. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
U moet het gesprek over de herverdeling van de parameters van het Gemeentefonds binnen uw eigen fractie voeren. Het Plattelandsfonds kan voor sommige gemeenten een oplossing bieden. U doet een oproep om de parameters van het Gemeentefonds aan te passen. U vindt in onze fractie een bondgenoot om aan de parameters en de voorafnames te sleutelen en dat op een democratische manier te verdelen. Ik wacht op uw democratisch voorstel om dat samen te bespreken.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mevrouw De Knop, ik wil beklemtonen dat de Vlaamse Regering niet de zwartepiet is. Het Gemeentefonds en zijn groei zijn overeind gebleven. Dat is exceptioneel, alle andere beleidsdomeinen op Welzijn na hebben moeten ingrijpen. Ik wijs op de stijgende efficiëntie door het elektronisch toezicht. We gaan de planlasten sterk reduceren. De fusie kan wettelijk niet, maar er zal nauwe samenwerking en synergie tussen gemeente en OCMW mogelijk worden. Dat is al mogelijk in gemeenten onder 20.000 inwoners, maar we verbreden dat nog op een aantal vlakken. We hebben de fusie van gemeenten willen faciliteren. Dat zijn allemaal zaken die verband houden met de bestuurskracht.
De heer Verfaillie heeft gelijk, er zal een oefening moeten gebeuren met betrekking tot het Gemeentefonds. Ik heb al verschillende keren mijn plannen daaromtrent aangekondigd, de stand van zaken gegeven en de uitgangspunten verklaard.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop: Uiteraard is de discussie over het Plattelands- en het Gemeentefonds niet dezelfde. Ik ging wat kort door de bocht omdat ik in een kleine landelijke gemeente woon. Ik vond het vreemd dat we uit de boot vielen. Dat is een andere discussie. Mijn algemeen pleidooi is duidelijk aangekomen bij de minister.
De voorzitter : Het incident is gesloten.