Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 29/09/2011
Vraag om uitleg van de heer Johan Verstreken tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de financiering van de vzw Intro
- 2698 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Bart Caron tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, en tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de noodkreet van de vzw Intro
- 2725 (2010-2011)
Vraag om uitleg van mevrouw Mia De Vits tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, en tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de onduidelijkheid over de subsidiëring van de vzw Intro
- 2773 (2010-2011)
Vraag om uitleg van mevrouw Yamila Idrissi tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de noodkreet van de vzw Intro
- 2870 (2010-2011)
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Smet.
De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Voorzitter, minister, collegas, Intro vzw, de organisatie die festivals, cultuur-, sport- en andere evenementen toegankelijk maakt voor personen met een handicap, kampt met wat onduidelijkheden over de middelen waarover ze in 2012 zal beschikken. Intro heeft in 2011 zon 366.000 euro subsidies ter beschikking om haar werking te financieren, maar dit komt van verschillende subsidiekanalen. Gelijke Kansen in Vlaanderen: 93.000 euro, Participatiedecreet: 50.000 euro, Nationale Loterij: 150.000 euro uit een vraag die ik in 2009 stelde, bleek dat dit ter discussie stond, maar dat budget werd federaal toch uitgetrokken , Zon, Zee Zorgeloos: 23.000 euro en Project Sport: 50.000 euro.
Met de steun van de Nationale Loterij heeft Intro vzw het project Festivals voor Iedereen opgezet. Sinds 2007 kunnen festivals organisatorische ondersteuning en subsidies aanvragen om hun festivals toegankelijk te maken voor personen met een handicap. In 2009 dreigde de Nationale Loterij echter de subsidies drastisch af te bouwen waardoor het project in het gedrang kwam. Minister, ik heb u hierover op 8 oktober 2009 een vraag gesteld. De Nationale Loterij kwam toen op haar beslissing terug met een tussenkomst in 2010. Ik weet niet of het over een laatste tussenkomst ging, of een jaarlijkse.
Minister, in uw antwoord op mijn vraag antwoordde u dat u zou nagaan hoe we op lange termijn de toegankelijkheid van festivals structureel kunnen veranderen, samen met de minister van Cultuur, en eventueel de minister van Welzijn. U gaf mee dat u enkele ideeën had, maar die moesten nog verder worden uitgewerkt en onderzocht.
Daarnaast voert Intro een project uit in opdracht van minister Muyters met betrekking tot de toegankelijkheid van voetbal, topsportevenementen en veldrijden. Hiervoor zijn er 50.000 euro subsidies, maar ook over de verdere toekomst hiervan is momenteel geen duidelijkheid.
De inspanningen in het kader van het kustproject Zon, Zee Zorgeloos werden de voorbije jaren gefinancierd in het kader van het Kustactieplan. Deze subsidiëring loopt deze zomer ten einde. De provincie West-Vlaanderen zal wellicht instaan voor de kosten van dit project in 2012, als er geen andere oplossing wordt gevonden. Misschien moet hier ook een vraagteken achter geplaatst worden, gezien de reorganisatie van de provincies.
Samengevat heeft Intro momenteel nog maar de garantie over 143.000 euro subsidies voor 2012. Om de onduidelijke financiering aan te kaarten, heeft Intro een brief gestuurd naar de ministers van Welzijn, Gelijke Kansen en Cultuur. Omdat de versnippering aan subsidies de efficiëntie van de werking van Intro niet ten goede komt, pleit de vzw voor een eenduidige en toereikende subsidiëring over de verschillende beleidsdomeinen heen.
Het is geen gemakkelijke, maar wel een noodzakelijke materie. Personen met een handicap hebben ook het recht om naar sportevenementen en grote festivals te gaan. Je zou kunnen zeggen dat dit een opdracht is voor grote festivalorganisatoren. Wellicht hebben zij daarvoor de financiële middelen. De kleine festivalorganisatoren beschikken niet altijd over de nodige middelen, zij moeten roeien met de middelen die ze hebben en hun hoofd boven water zien te houden. Personen met een handicap moeten overal naartoe kunnen gaan, naar grote internationale popfestivals, maar ook naar kleinschalige activiteiten zoals een schlagerfestival. Er zijn natuurlijk middelen nodig om dit te kunnen garanderen in de toekomst. Het is best dat we die vragen nu stellen, en dat we niet wachten tot het festivalseizoen weer op gang komt.
Minister, hebt u al geantwoord op de brief van Intro vzw? Wat was het antwoord? Wat is uw visie als overkoepelend minister van Gelijke Kansen op een eenduidige en toereikende subsidiëring over de beleidsgrenzen heen? Zijn er reeds concrete ideeën om de toegankelijkheid van festivals structureel te veranderen? Zo ja, wat is de stand van zaken?
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Voorzitter, minister, collegas, ik sluit me volledig aan bij de vragen van de heer Verstreken. Dit is heel belangrijk voor personen met een handicap. Liefst 160 muziekfestivals en culturele evenementen bieden voorzieningen aan voor mensen met een of andere beperking. Dat gebeurt overal in Vlaanderen met de hulp van de vzw Intro. Aangezien Intro niet meer beschikt over federaal geld via de Nationale Loterij, komt dat neer op een verlies voor de vzw van 150.000 euro.
Het probleem lijkt me te zijn dat niet goed is bepaald wie nu eigenlijk verantwoordelijk is ter zake. Mij heeft men gezegd dat er een dossier is ingediend bij de Vlaamse minister van Cultuur. Daarom was mijn vraag ook gericht aan diverse ministers. Er zou echter al geruime tijd geen antwoord zijn. Het dossier wordt eigenlijk wat doorgeschoven van de ene Vlaamse minister naar de andere.
Minister, klopt het dat er een dossier is ingediend bij de minister van Cultuur? In welk bedrag wil Vlaanderen voorzien om dat verlies aan federale middelen op te vangen? Het lijkt me vooral belangrijk om duidelijkheid te krijgen over de vraag onder welke bevoegdheid dit dossier nu eigenlijk zal worden bekeken. Welke minister neemt de verantwoordelijkheid voor dit dossier? Het lijkt me vrij dringend en belangrijk enig zicht te krijgen op wanneer de vzw Intro nu eigenlijk uitsluitsel zal krijgen over de subsidiëring.
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Voorzitter, ook ik had mijn vraag gericht aan de minister van Cultuur. Ik zal mijn inleiding, die eigenlijk ook helemaal aansluit bij die van de vorige sprekers, niet herhalen. Ik begrijp dat er nog maar 143.000 euro gegarandeerd is. Net nu de uitdagingen groter worden, dreigt de vzw aan slagkracht te moeten inboeten. Dat heeft rechtstreekse gevolgen voor de toegankelijkheid van mensen met een handicap bij heel wat evenementen. Nochtans ratificeerde België het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap, waarin sprake is van toegankelijkheid en de deelname aan het culturele leven als belangrijke items. Dan gaat het over respectievelijk artikel 9 en artikel 30 van dat verdrag. Daarom had ik mijn vraag gesteld aan minister Schauvliege. Volgens die inclusiegedachte, die onderschreven wordt door het VN-verdrag, is het immers aan Cultuur om ter zake een initiatief te nemen.
Ik heb minister Schauvliege gevraagd welke acties ze zal ondernemen om ervoor te zorgen dat de inclusiegedachte gegarandeerd kan blijven binnen de culturele sector. Minister, wat is de houding tegenover de eis van Intro dat er een eenduidige en toereikende subsidiëring zou komen in de diverse beleidsdomeinen Cultuur, Gelijke Kansen, Sport en Welzijn? Ik had de minister ook gevraagd of ze daarover ook al contact had gehad met de ministers van Gelijke Kansen, Sport en Welzijn. Zo, ja wat zijn hiervan de concrete resultaten? Zo neen, is ze bereid om ter zake het initiatief te nemen en zo de toegankelijkheid van cultuur voor iedereen te vrijwaren? Via het Participatiedecreet is jaarlijks tot 2012 in 50.000 euro voorzien voor Intro vzw. Is de minister bereid om die afspraak alvast te continueren, zodat Intro vzw alvast zeker kan zijn van die subsidie?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Voorzitter, minister, geachte leden, ik zal niet alles herhalen wat de collegas al hebben gezegd. Vier leden hebben een vraag gesteld met dezelfde teneur, dezelfde inhoud en vooral dezelfde bekommernis. Het gaat ook over vragen die aan bijna heel de Vlaamse Regering worden gesteld. Het gaat hier tenslotte over een inclusieve aanpak die een rol speelt bij zowel Jeugd, Sport, Cultuur als Gelijke Kansen.
Ik denk dat Intro vooral bekend is bij veel mensen in het festivallandschap, want daar is de vzw het zichtbaarst voor vele duizenden mensen. Ze hebben grote verdiensten als het gaat over het bijdragen tot de participatie aan een aantal cultuur-, sport- en jeugdevenementen van die kansengroepen die minder mobiel zijn. Het zou een schande en een doodzonde zijn mocht dat stoppen. Met loterijen is het nu eenmaal zo dat men niet elk jaar in de prijzen kan vallen. Na een bepaalde tijd zal ook hun subsidiëring ophouden en moet iemand anders dat overnemen.
Minister, mijn vraag was initieel aan uw collegas, minister Muyters en minister Schauvliege, gesteld. De commissie Sport en Cultuur is nu eenmaal enigszins onze commissie. Als er echter een gecoördineerd antwoord komt, is dat mij om het even. Mijn vraag is eenvoudig: kan er op een of andere manier een meer structurele subsidiëring komen voor de vzw Intro? Ik denk dat er kamerbreed eensgezindheid is over de maatschappelijke zin en het nut van die werking. Kan dat worden gecontinueerd? Wil de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid nemen wat dat kostenplaatje betreft? Laten we eerlijk zijn: het gaat hier niet over astronomische bedragen.
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Collegas, u hebt al heel wat gezegd. Ik heb daar niet zoveel aan toe te voegen. Ik had zelf een interpellatie voorbereid, maar uiteindelijk heb ik die wegens omstandigheden niet kunnen indienen. We mogen de kern van de zaak niet vergeten: hoe kunnen wij de toegankelijkheid voor personen met een handicap structureel verankeren in alle domeinen? De vzw Intro is een voorbeeld uit de vrijetijdssfeer.
We hebben al een wettelijk kader, namelijk het decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid. Dat decreet is in het Vlaams Parlement goedgekeurd in 2008. We zijn nu drie jaar later. Ik vind het bedroevend vast te stellen dat het momenteel slechts een lege doos blijkt te zijn. Om die doos te vullen, hebben we iets nodig. De vzw Intro lijkt mij daartoe een mooi vehikel. Daarvoor is er echter geld nodig. Kunt u, als minister van Gelijke Kansen, een coördinerende rol opnemen bij het bespreken van deze problematiek met de verschillende vakministers die hierbij worden betrokken? Als iedere minister zijn verantwoordelijkheid afschuift op een ander, gebeurt er niets. De vzw Intro mag daar niet het slachtoffer van worden. De problemen moeten worden aangepakt en opgelost, in het belang van de personen met een handicap, maar ook in ieders belang. Het kan niet de bedoeling zijn dat personen met een handicap worden uitgesloten van de samenleving. Er wordt veel gezegd, maar weinig gedaan. Het wordt tijd dat de wet in de praktijk wordt omgezet.
De voorzitter : Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Ann Brusseel : Ik sluit mij graag aan bij wat de collegas hebben gezegd.
Inderdaad, mevrouw De Vits, het gebeurt bij dergelijke dossiers rond gelijke kansen vaak dat ze worden doorgeschoven: van de vakminister naar de minister van Gelijke Kansen of omgekeerd. Dat is geen goede zaak. Op die manier zullen we het VN-verdrag dat we geratificeerd hebben, niet kunnen implementeren. Ik zal er geen doekjes om winden: ik ben pessimistisch op dat vlak. Als we verder doen zoals we bezig zijn, halen we het niet. Dan is het effectief een lege doos en zal het dat nog lang blijven.
Ook bij andere dossiers, zoals de mobiliteit rond het UZ Jette, wordt de hete aardappel al jaren doorgeschoven, van de ene minister naar de andere, tussen Brussel en Vlaanderen. Wat het dossier Intro betreft, vind ik dat zeer schrijnend. Zij hebben de voorbije jaren namelijk fantastisch werk geleverd. Daarom steun ik ook de vraag van de collegas.
Ik wil ook eisen dat evenementen waarin de overheid participeert, sowieso toegankelijk worden gemaakt. De voorbije decennia zijn in onze samenleving tal van zaken veranderd die men ondertussen een evidentie vindt. Zo vindt men het evident dat er in de meeste hippe cafés internettoegang is. Waarom zou het dan geen evidentie zijn dat er, naast toiletten in elke publieke voorziening, evengoed toegangen zijn die voor iedereen toegankelijk zijn? Van zulke ingrepen moet men standaardingrepen maken. Dat geldt evenzeer voor culturele evenementen. Wie in onze samenleving wordt uitgesloten van cultuur en vrije tijd, wordt uitgesloten van heel veel. Dat geeft een gevoel van armoede en uitsluiting. We kunnen dat niet aanvaarden.
Ten slotte heb ik positief nieuws. De vzw Intro was reeds vóór de betoelaging door de Nationale Loterij zeer welkom op Rock Werchter. Mijn goede collega, de heer Schueremans, heeft laten weten dat Intro daar altijd welkom zal blijven. Minister, wij wachten op u voor de rest van het verhaal.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, collegas, indien u, mevrouw Brusseel, zo goed bevriend bent met de heer Schueremans, zal het wellicht geen probleem zijn om hem ervan te overtuigen in middelen te voorzien voor een betere toegankelijkheid van het festival, al denk ik dat zich daar geen grote problemen stellen.
Ik spreek hier namens alle regeringsleden, met inbegrip van de minister van Cultuur. Dat is toch wat vervelend, want een aantal specifieke vragen hebben betrekking op keuzes die zij moeten maken. Ik heb natuurlijk een coördinerende bevoegdheid, maar zij moeten kiezen. De minister van Cultuur heeft een brief van de vzw Intro ontvangen waarin de penibele financiële situatie van de vzw, die wordt veroorzaakt door het wegvallen van federale middelen, uit de doeken wordt gedaan. Er was ook een onderhoud tussen de vereniging en het kabinet Cultuur. Er is echter geen sprake van een formele subsidieaanvraag binnen de huidige decretale subsidiemogelijkheden.
De recente brief van Intro is een terecht signaal van deze organisatie om haar penibel financieel toekomstperspectief onder de brede aandacht te brengen. Die toestand kan ertoe leiden dat het aantal festivals en sportevenementen die voor mensen met een handicap integraal toegankelijk zijn, zal verminderen. Ik betreur ten zeerste dat het stopzetten van een aantal subsidiestromen net deze groep van mensen zal treffen. Het zijn immers zij, die hoe dan ook al heel wat drempels opgeworpen krijgen wanneer zij zoals iedereen willen deelnemen aan het maatschappelijke leven, in dat geval met nieuwe drempels zullen worden geconfronteerd. Onderzoek toont ook aan dat uitgerekend personen met een handicap veel minder dan gemiddeld deelnemen aan allerhande vrijetijdsbestedingen. Ontoegankelijke evenementen zullen dit gegeven allerminst positief beïnvloeden.
Intro bekleedt op dit vlak in Vlaanderen en België een bijzondere positie. De inclusieve aanpak van Intro geniet zelfs belangstelling in andere Europese landen: Intro geeft niet alleen advies aan de organisatoren van evenementen, maar voorziet ook in praktische ondersteuning bij het integraal toegankelijk maken ervan, en dit voor een zeer gevarieerd spectrum van evenementen. De vzw Intro beschikt overigens niet alleen over een team van gedreven medewerkers, de organisatie kan ook een beroep doen op een brede basis aan vrijwilligers die instaan voor het informeren en, waar nodig, voor het verlenen van assistentie aan personen met een handicap.
Omdat Intro intussen ook hét aanspreekpunt is geworden waar mensen met een handicap terechtkunnen met hun ervaringen en problemen bij evenementen, is de organisatie als het ware de barometer geworden die in het brede landschap van evenementen de vinger op de wonde weet te leggen en zeer goed aanvoelt waar bijkomende inspanningen noodzakelijk zijn. Tot slot weet ook de innoverende aanpak van de vzw Intro de aandacht te trekken. De voorbije jaren werden concepten als audiodescriptie bij filmvoorstellingen of de blindentribunes in de voetbalstadions van onder meer Club Brugge en Anderlecht, alsook bij de wedstrijden van de Rode Duivels, met groot succes uitgebouwd.
Dankzij deze totaalaanpak bezet Intro in Vlaanderen een opmerkelijke positie. Maar zelfs al zouden we voorbijgaan aan de expertise die Intro heeft opgebouwd, dan nog moeten we stellen dat elk gelijkaardig initiatief over een gelijkaardig budget zal moeten kunnen beschikken om de missie van integraal toegankelijke festivals of sportevenementen te kunnen waarmaken. De recente brief en de financiële problemen van Intro kwamen voor mij overigens niet als een verrassing. Wij en met wij bedoel ik zowel mijn kabinetsadviseurs en mijn medewerkers in de Vlaamse administratie als ikzelf overleggen immers zeer frequent met Intro, zelfs in die mate dat een officieel antwoord op deze brief volstrekt overbodig is. De vzw weet immers perfect wat wij al hebben gedaan en nog doen, zoals het op andere ideeën brengen van de federale minister van Financiën Reynders en ervoor zorgen dat de Federale Regering geld ter beschikking stelde voor de vzw Intro. Binnen mijn mogelijkheden heb ik me ook ertoe verbonden op zoek te gaan naar een oplossing.
Het Vlaamse gelijkekansenbeleid kent zowel een verticale als een transversale werking. Het is mijn bedoeling om via de transversale werking systematisch een gelijkekansenperspectief te integreren in alle Vlaamse beleidsdomeinen en om de betrokken beleidsmakers te stimuleren en te ondersteunen bij het nemen van initiatieven die gelijke kansen bevorderen. Het centrale gelijkekansenbeleid is met andere woorden de stimulator voor verandering, maar de concrete maatregelen komen tot stand in de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen. Deze visie is overigens ook decretaal verankerd in het Gelijkekansendecreet.
In overeenstemming met deze inclusieve visie verstrek ik vanuit de begroting Gelijke Kansen dan ook middelen die het mogelijk moeten maken dat een vereniging als Intro bestaat. Ik investeer met name in de basiswerking die het Intro mogelijk maakt om haar centrale organisatie draaiende te houden, maar die haar tegelijkertijd ook verzekert dat zij haar innoverende rol in het kader van het toegankelijk maken van evenementen kan blijven waarmaken. Om de organisatoren van evenementen doeltreffend te kunnen sensibiliseren en te kunnen informeren, heb ik dit jaar ook een project gefinancierd waardoor Intro een nagelnieuwe brochure heeft kunnen uitwerken. Het is een brochure vol bruikbare tips en aanwijzingen om organisatoren te helpen om hun evenementen voor iedereen toegankelijk te maken.
Vanuit mijn bevoegdheid als Vlaams minister voor Gelijke Kansen engageer ik me ook om deze financiering voor de basiswerking van de vzw Intro die nu al meerdere jaren dankzij het Vlaamse gelijkekansenbeleid wordt gegarandeerd ook in de toekomst voort te zetten. Dat is een erg duidelijk engagement. Binnen de transversale eigenheid van het Vlaamse gelijkekansenbeleid zal ik ook mijn collega-ministers in de Vlaamse Regering blijven aanspreken over dit dossier, en hen wijzen op het belang om vanuit hun specifieke bevoegdheden de nodige aandacht te besteden aan het maatschappelijk waardevolle project van de vzw Intro.
Naar aanleiding van deze vragen om uitleg zal ik overigens opnieuw een formele brief sturen naar mijn collegas informeel sprak ik hen daarover al, en dan denk ik aan de ministers Schauvliege en Muyters in het bijzonder om hun te vragen hun verantwoordelijkheid op te nemen. Om de specifieke expertise van de vzw Intro te ontsluiten met het oog op het verhogen van de slagkracht van het cultuur-, sport- en jeugdverenigingsbeleid is de vzw Intro sinds 2008 gesubsidieerd op basis van het Participatiedecreet, hoofdstuk Verenigingen met een specifieke opdracht met betrekking tot het verenigingsleven. Voor de vzw Intro bedraagt deze subsidie 50.000 euro. De huidige overeenkomst loopt tot eind 2012. Het is immers een fundamenteel recht dat ook mensen met een beperking toegang kunnen krijgen tot muziekfestivals of sportevenementen. Mevrouw Brusseel, u hebt terecht verwezen naar het VN-verdrag ter zake.
Er is overleg over de beleidsdomeinen heen in de commissie Gelijke Kansen, die de uitvoering van het actieplan Gelijke Kansen opvolgt. In het kader van het inclusieve karakter van het gelijkekansenbeleid is de toegankelijkheid van festivals in eerste instantie een bevoegdheid van mijn collega Joke Schauvliege, bevoegd voor de cultuur. Dat is geen afwijzen van bevoegdheden, dat is gewoon een bevoegdheidsverdeling. Het gelijkekansenbeleid is immers een inclusieve opdracht: cultuurbeleving voor mensen met een handicap is een opdracht voor Cultuur, net zoals mobiliteit ondersteunen een opdracht is voor Mobiliteit.
Ik wil hier nog even verwijzen naar dat laatste, en naar mijn collega-minister van Mobiliteit Hilde Crevits, die in het dossier rond het aangepast vervoer besliste om dit type vervoer te integreren in haar eigen generieke mobiliteitsbeleid en -begroting. U weet dat ik die bevoegdheid heb overgedragen aan minister Crevits. Dat is de normale gang van zaken: dit werd geïnitieerd vanuit Gelijke Kansen en dan komt het terecht waar het thuishoort, binnen het mobiliteitsbeleid.
Mobiliteit voor personen met een handicap is een opdracht van Mobiliteit, en dat geldt ook voor Cultuur, Onderwijs, Sport en voor elke Vlaamse bevoegdheid. Voor Cultuur, net als voor Jeugd en Sport, wordt de expertise van Intro gefinancierd op basis van het Participatiedecreet.
Ik vind het ook bijzonder jammer dat de federale minister, Didier Reynders, die, mevrouw Brusseel, zowat een geestesgenoot is van u, de middelen die door de Nationale Loterij ter beschikking werden gesteld om de toegankelijkheid van festivals te realiseren, niet meer wil handhaven. Deze middelen vormen in de eerste plaats een financiële steun en aanmoediging voor de festivalorganisatoren zelf al vind ik ook wel, naar aanleiding van de opmerking van daarnet, dat de grotere festivals in België de meerkost voor het toegankelijk maken van hun evenement best zelf integraal kunnen dragen. Dat moeten wij duidelijk stellen. Zij kunnen en moeten dat eigenlijk ook doen. Wij moeten vooral de kleinere festivals, voor wie het niet evident is, ondersteunen. De grotere festivals, de megas, moeten dat zelf doen. We doen hier dit duidelijke statement. Ik zie veel commissieleden knikken. Wij moeten dit heel duidelijk zeggen aan de organisatoren van die festivals.
We mogen ook niet vergeten dat een organisatie als Intro de nodige mensen en werkkracht moet investeren om organisatoren op te zoeken, te overtuigen en nadien bij te staan. Daarvoor hebben ze een budget nodig. Mijn collega-minister Schauvliege moet dat voor de culturele component doen en mijn collega-minister Muyters voor het sportieve aspect. Na deze interpellatie zal ik hun opnieuw formeel vragen daarvoor in de nodige middelen te voorzien.
Minister Schauvliege heeft op dit ogenblik één instrument: het Participatiedecreet. Zij heeft een budget van 300.000 euro voor verenigingen met een specifieke opdracht. Zij meldt mij dat dit budget volledig benut is. De overeenkomsten met de vijf verenigingen, waaronder Intro, die op basis hiervan op een subsidie kunnen rekenen, lopen eind 2012 af. Het Participatiedecreet laat toe dat de overeenkomst na 2012 wordt voortgezet. Ik ga ervan uit dat mijn collega dit effectief zal doen.
Minister Muyters heeft in 2010 een bijkomende subsidie van 50.000 euro aan Intro vzw ter beschikking gesteld voor het project Publiekstoegankelijke sportmanifestaties. De bedoeling van deze bijkomende ondersteuning vanuit Sport was om de toegankelijkheid van sportevenementen te verhogen. Hiermee wilde mijn collega ook andere organisatoren motiveren om inspanningen te leveren voor hun sportevenementen en om de expertise van Intro te benutten. Uit de tussentijdse evaluatie bleek dat die doelstellingen gerealiseerd werden. De huidige financiële ondersteuning loopt tot eind oktober 2012. Na de gunstige evaluatie van het lopende werkingsjaar zal Intro een nieuw dossier bij minister Muyters indienen. Hij zal vervolgens beslissen hoe dit voor een tweede werkingsjaar kan worden ondersteund. Ik ga ervan uit dat mevrouw Stevens er bij haar partijgenoot en mijn collega-minister Muyters op zal aandringen dat hij die overeenkomst zal verlengen.
Net als de andere ministers van de Vlaamse Regering heeft de minister van Cultuur een aantal doelstellingen opgenomen met betrekking tot gender, seksuele identiteit en fysieke toegankelijkheid in het doelstellingenkader dat de Vlaamse Regering op 9 juli 2010 goedkeurde in de actieplannen. Een ervan is de engagementsverklaring voor de toegankelijkheid van culturele infrastructuur.
Voorzitter, ik denk dat ik op een uitvoerige manier op alle vragen heb geantwoord. Specifiek voor Brussel zal ik Couleur Café vragen om dat zelf te voorzien. In de mate dat dit om allerlei redenen niet evident zou zijn, wil ik wel overwegen of ik vanuit mijn bevoegdheid voor Brussel geen extra ondersteuning kan bieden om dat stadsfestival toegankelijk te maken. Ik denk dat ik hier mijn verantwoordelijkheid opneem. Ik zal niet aarzelen om mijn collegas te overtuigen, in de mate dat nog nodig zou zijn, om hetzelfde te doen.
De voorzitter : Mevrouw Stevens, uw interpellatie verviel omdat er al vragen om uitleg daarover waren geagendeerd. Dat is de normale gang van zaken. Snelheid is hier vaak belangrijk.
De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Dank u, minister, voor uw uitvoerige antwoord. Daaruit blijkt dat u deze materie genegen bent en dat u inspanningen hebt geleverd en in de toekomst zult blijven leveren. De vzw Intro heeft expertise opgebouwd en is innovatief. Wat zij hebben opgebouwd, mag natuurlijk niet verloren gaan.
Minister, u hebt enkele mooie voorbeelden gegeven. Het is een goede zaak dat die basiswerking behouden blijft. Maar het zou handig zijn indien er meer mogelijk mocht zijn. Ik dank u voor uw engagement, maar ik hoop toch dat u nog even contact kunt opnemen met de federale overheid en dat u aan de Nationale Loterij laat vragen dat zij de financiële middelen die zij in het verleden heeft gegeven om festivals toegankelijk te maken, niet ergens anders laat terechtkomen, zodat die budgetten ook in de toekomst structureel gegarandeerd kunnen blijven. Het moet heel moeilijk zijn voor de mensen die er werken om elk jaar opnieuw uit te zoeken wat ze kunnen doen. Voor de werking van volgend jaar weten ze niet of ze personeelsleden moeten ontslaan, en of ze projecten kunnen voortzetten.
Voor winstgevende festivals zou het evident moeten zijn dat ze die zelf toegankelijk maken voor personen met een handicap. De kleinere festivals moeten blijvend worden ondersteund.
Gisteren kreeg ik van minister Schauvliege antwoord op een schriftelijke vraag en dat ligt in de lijn van wat u zegt, minister. Het blijkt dat de toekenning inderdaad uit het budget van het Participatiedecreet komt, maar het totale jaarbudget van maximaal 300.000 is daarin gepland. Met inachtneming van alle lopende overeenkomsten is het budget voor deze expertiseverenigingen al maximaal benut. Er is dus geen mogelijkheid meer om Intro bijkomend te financieren op basis van deze regeling.
In het antwoord op mijn schriftelijke vraag staat ook dat er vanuit Cultuur meer middelen ter beschikking moeten worden gesteld voor dergelijke expertiseverenigingen, maar dat dit deel uitmaakt van de totale evaluatie van het Participatiedecreet. Dat is nog niet afgerond. Daar kunnen we op aandringen.
Minister, het is goed dat u een coördinerende rol speelt. Misschien kunnen we met alle vragenstellers samen een voorstel van resolutie opstellen, zodat dit niet verloren gaat en dat we hier niet elke maand opnieuw op moeten terugkomen.
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Als coördinerend minister kon u niet anders dan dit antwoord geven. Minister, het is belangrijk dat u zegt dat de basiswerking wordt voortgezet, en dat u de andere ministers gaat aansporen. Onze vragen om uitleg waren gericht aan verschillende ministers. Waarom werd deze vraag om uitleg aan deze commissie voorgelegd? De minister van Cultuur en de minister van Sport hadden onze vragen moeten ontvangen.
Ik zeg niet dat bepaalde grote organisatoren dit niet zelf ten laste kunnen nemen, maar de 160 muziekfestivals waarover het gaat, kunnen dat zeker niet. Er blijft dus een probleem. Het zal niet meer komen van de Nationale Loterij. Ik begrijp dus niet goed waarom deze vraag om uitleg aan deze commissie werd toegewezen, en niet aan de commissie Sport en de commissie Cultuur.
De voorzitter : Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Mevrouw Yamila Idrissi : Minister, ik hoor uw engagement voor deze bevoegdheid. Net als mevrouw De Vits was ik ook graag de discussie aangegaan met de concreet bevoegde ministers. Ik hoor van de heer Verstreken dat er na een evaluatie van het Participatiedecreet misschien wel een continuering van de middelen in zit. Ik hoop dat daarover vrij snel uitsluitsel komt, want ik denk dat de onzekerheid voor zulke verenigingen nefast is. Zij willen snel weten of er subsidiëring komt en hoeveel. Dan kunnen ze zich daarop voorbereiden. Ik hoop dat minister Schauvliege snel knopen gaat doorhakken.
Ik kijk uit naar het voorstel van resolutie dat de heer Verstreken aankondigt, om me daar eventueel bij aan te sluiten.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Minister, ik hoor uw engagement en vooral uw bekommernis, maar ik hoor geen perspectief, zeker niet tot eind 2012. Dan is de boodschap aan Intro alleen dat ze het met een pak minder gaan moeten doen. Dat betreur ik. Maar ik ben ook blij dat de continuïteit van de organisatie via Gelijke Kansen, Cultuur en Sport tot eind 2012 gegarandeerd blijft, maar het is jammer dat het met minder is. Dit is het levende bewijs dat een kleine stijging van het budget van de cultuurbegroting op zijn plaats zou zijn, al is het maar om dit soort zaken in een lopende periode te kunnen opvangen.
Intro levert voor een groot deel intelligentie over hoe je zoiets aanpakt, en de kosten worden grotendeels gedragen door organisatoren, ook van die kleine festivals. Misschien moeten we beter een onderscheid maken tussen profit- en non-profitfestivals. Een facturatie door Intro voor haar knowhow zou een bron van inkomsten kunnen zijn.
De Vlaamse overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen. We kunnen dit gemakkelijk op federaal minister Reynders en de Nationale Loterij afschuiven. Straks kunnen we misschien lobbyen bij de Federale Regering om daarvoor nog een extraatje uit de brand te slepen, maar eigenlijk is het een Vlaamse bevoegdheid. Op termijn moet het dus op het Vlaamse niveau worden geregeld. Het gaat over cultuur en sport.
Minister Pascal Smet : U pleit toch niet voor een Vlaamse loterij?
De heer Bart Caron : Helemaal niet. Ik pleit voor een structurele subsidiëring uit het Vlaamse budget.
Minister Pascal Smet : De Nationale Loterij investeert ook in gemeenschapsbevoegdheden.
De heer Bart Caron : Daarvoor krijgen alle ministers van de Vlaamse Regering jaarlijks een dotatie uit de winst van de Nationale Loterij. Dat is vrij toe te wijzen. Minister, met de middelen van de Nationale Loterij kunt u voor 2012 een oplossing creëren, ook op het Vlaamse niveau. Dat wordt elk jaar opnieuw toegewezen in de eerste of de tweede begrotingscontrole. Dit kan een oplossing zijn voor deze situatie.
Ik steun de heer Verstreken om hierover een voorstel van resolutie te maken. Daar moeten we niet flauw over doen. Het gaat om een klein budget tegenover een groot maatschappelijk resultaat. Participatie en inclusie van een heel belangrijke doelgroep in de samenleving wordt hierdoor symbolisch zichtbaar. Dit soort voorbeeldfunctie van het gelijkekansenbeleid is een absolute prioriteit.
De voorzitter : Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens : Ik zal de minister van Sport zeker aanspreken over zijn verantwoordelijkheid. We moeten een basiswerking kunnen garanderen zodat Intro in verschillende domeinen kan werken. Ik begrijp dat u de basisfinanciering zult blijven uittrekken voor vzw Intro. De vraag is echter of dat zal volstaan. Daarover kunnen we inderdaad discussiëren. Er is het domein Sport, maar zeker het domein Cultuur kan toch ook een duit in het zakje doen en zijn verantwoordelijkheid opnemen.
Misschien kan ik dat ook meenemen naar het federale niveau. De Nationale Loterij stelt immers inderdaad ook geld ter beschikking voor de Vlaamse Gemeenschap, voor Vlaamse bevoegdheden. Ik kan federaal dus ook vragen waarom ervoor is gekozen om de ondersteuning van Intro af te bouwen. De vraag is natuurlijk of dat resultaat zal opleveren. Dat weet ik niet. Ik denk het niet. Ik mag alleszins hopen dat Intro niet het kind van de rekening zal worden. Ik houd mijn hart vast daarvoor. Dat betekent immers dat mensen met een handicap ook het kind van de rekening zullen worden, wat natuurlijk niet de bedoeling is. Ik zal dit dossier met heel veel aandacht blijven volgen.
De voorzitter : Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Ann Brusseel : Voorzitter, ik ben het volledig eens met de heer Caron. Heel erg lang wil ik daar dus niet meer over uitweiden. Minister, ik zou graag hebben dat u het maximale haalt uit uw stimulerende en ondersteunende rol, en dat u meer afdwingt bij uw collegas. Daarom wil Open Vld ook het voorstel van resolutie steunen. We hopen van harte dat oppositie en meerderheid dat samen kunnen indienen. Ik denk dat de heer Caron dat ook fijn zou vinden.
Minister, ik ben niet ontevreden met uw antwoord. Ik hoor u echter zeggen dat ik eens met mijn geestesgenoot, minister Reynders, moet gaan praten. Het geld is min of meer op daar, en zo. De Federale Regering zal momenteel weinig beloven, voor zover er sprake is van welke regering dan ook.
Minister Pascal Smet : Dat was een plaagstootje.
Mevrouw Ann Brusseel : In dit dossier zomaar naar de federale overheid verwijzen, heeft eigenlijk geen zin. Dat weet u. Dat weet ik. Dat weten we allemaal. U zegt aan mevrouw Stevens dat ook zij eens met haar partijgenoot kan gaan praten. Als u wilt, kan elk commissielid dat dit dossier ter harte neemt, gaan lobbyen.
Minister Pascal Smet : Dat is een van uw basisopdrachten.
Mevrouw Ann Brusseel : U bent echter de minister. U bent de uitvoerende macht. Ik wil gaan praten met al mijn geestesgenoten. Ik denk dat mevrouw Stevens dat wil doen. Ik denk dat we dat allemaal wel willen doen.
Minister Pascal Smet : Zeer goed.
Mevrouw Ann Brusseel : Het gaat over een klein budget dat eigenlijk grote, belangrijke maatschappelijke gevolgen heeft. Dan is het aan de regering. We kunnen allemaal in alle richtingen gaan lopen en ieder kan zijn minister of zijn grote vriend bellen en schrijven, maar de ministerraad is een kleinere tafel dan deze tafel: dáár moet het worden besproken. Dat moet gebeuren voor Intro, dringend.
Minister Pascal Smet : De basiswerking is gegarandeerd. Daarvoor geven we ook de middelen. We hebben er de voorbije twee jaar altijd voor gezorgd dat die middelen er zijn en kunnen blijven.
U hebt nog geen deel uitgemaakt van de regering. Budgetten liggen vast, en het is aan de collegas om te bekijken of ze daar al dan niet meer aan willen geven. U zegt dat ik hen moet dwingen. Hoe doe ik dat? Ik kan hun alleen maar vragen om daarin te voorzien. Er zijn beperkingen. Ofwel komt er extra geld, ofwel niet.
Als mevrouw Stevens daar vragen over stelt, dan lijkt het me logisch te stellen dat ze dat ook doet bij haar partijgenoot die de verantwoordelijkheid heeft voor Sport. Dat is een van de essentiële opdrachten van een parlementslid. Uiteraard doe ik dat ook. Dat behoort toch tot de essentiële werking van een democratie. Hoe meer mensen in dezelfde richting gaan of worden geduwd, des te sneller kunnen we resultaat boeken. Ik denk niet dat u mij kunt verwijten dat ik mijn verantwoordelijkheid ter zake niet opneem of wil opnemen, integendeel. Ik begrijp dat Cultuur inderdaad veel vragen krijgt en dat het niet zo evident is om daar extra geld te vinden. Goed, we nemen dat mee in overweging. In die zin vind ik het ook goed dat het parlement ter zake een voorstel van resolutie opstelt. Dat is ook een middel om extra druk te zetten op de regering. Ik heb daar dus geen enkel probleem mee, integendeel.
Het is ook belangrijk structureel de toegankelijkheid te verzekeren, bijvoorbeeld als provincies iets groots organiseren. Dat hebben we ook gedaan, in overleg met de provincies, met de provinciale steunpunten. De provincies gaan in die richting. Ook heb ik in mijn subsidiegids voor gelijke kansen structureel als voorwaarde opgenomen dat de toegankelijkheid moet worden verzekerd om geld te kunnen krijgen van de Vlaamse overheid. Ik heb dus ook structurele maatregelen genomen binnen mijn bevoegdheden. Ook hebben we afgesproken in het actieplan dat, als er subsidies worden aangevraagd, organisatoren moeten aangeven hoe ze de toegankelijkheid zullen verzekeren. Samen met mijn collegas van Sport, Jeugd en Cultuur steun ik dat.
Dat lijkt me een heel duurzame en doordachte manier om stappen vooruit te zetten. Ik begrijp de frustratie hoewel dat misschien een te groot woord is van mevrouw De Vits, maar ik kan vanuit Gelijke Kansen alleen maar het gecoördineerd, transversaal antwoord geven. Ik kan zeggen wat ik heb gedaan. Uit mijn uiteenzetting blijkt, lijkt me, dat ik op structureel vlak toch al veel heb gedaan. Alleen zijn die andere beleidsdomeinen waarover de vragen gaan de individuele verantwoordelijkheid van de minister in kwestie. Dat kan ook niemand ontkennen. Ik kan niet in hun plaats zeggen wat ze zullen doen. Dat moeten zij eigenlijk antwoorden. De antwoorden die ik heb voorgelezen, zijn antwoorden die zij me hebben gegeven. Zo functioneert dat voor ministers die een gecoördineerde bevoegdheid hebben.
De voorzitter : Mochten er nog vragen komen specifiek over Cultuur of Sport, dan komen die in de commissie in kwestie terecht. De totaalproblematiek is hier goed besproken, lijkt me.
Het incident is gesloten.