Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 04/10/2011
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het uitblijven van een structurele oplossing voor de regionale omroepen
- 2848 (2010-2011)
De voorzitter : Collegas, over dit onderwerp stond ook een vraag om uitleg van de heer Tommelein geagendeerd, maar hij is helaas verontschuldigd. Ik heb de minister gevraagd om toch ook het antwoord op die vraag om uitleg mee in zijn antwoord op te nemen.
De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik vraag me af of u de regionale televisieomroepen nog graag hebt. Na drie maanden onderhandelen over de auteursrechten met distributeur Telenet blijven de regionale omroepen nog steeds in het ongewisse over hun toekomst. Telenet deelde voor de zomervakantie mee dat het de auteursrechten per abonnee drastisch wou verminderen. Dat was de aanzet van de discussie. Telenet als distributeur liet verstaan dat het de omroepen wil betalen op basis van hun marktaandeel. Volgens Telenet zijn de bedragen die het tot nu toe betaalde, niet marktconform. Wel wil het via marketingafspraken nog wat extras doen, maar ook dit lijkt voor de regionale omroepen onvoldoende.
De omroepen benadrukten onlangs de beperkte steun die ze krijgen vanuit de politiek. Daarom staat het nu op de agenda. Als er niet gauw structurele oplossingen komen, lijkt het dat verschillende regionale omroepen hun activiteiten moeten stopzetten. Het is niet de eerste keer dat we daarover in deze commissie discussiëren. Voor het reces zijn er ook vragen gesteld en u hebt toen een en ander aangekondigd.
Zelfs wanneer men tot een vergelijk komt in het voordeel van de regionale omroepen, zullen verschillende omroepen de boeken moeten sluiten. Dat laten zij althans horen. Ze onderstrepen het gebrek aan bereidwilligheid vanuit de politiek.
Zowel Telenet als de omroepen zien een tariefverhoging wel zitten, maar dat zou niet worden gedragen door u, minister. Dat is de informatie die we tot nu toe hebben gekregen. Ook de plannen die u in juli voorstelde voor de regionale omroepen worden, om het vriendelijk uit te drukken, zeer lauw ontvangen bij die omroepen. Ofwel kunt u de regionale omroepen niet helpen, ofwel wilt u ze niet helpen.
En public wordt er gezegd dat de regionale omroepen belangrijk zijn, dat ze een extra functie hebben, een toegevoegde waarde, maar als er maatregelen moeten komen, komt er weinig van in huis. Die kritiek op uw beleid wordt nu openlijk geuit. Ook de nieuwe projectsubsidies krijgen heel wat kritiek omdat de regionale omroepen zo worden verplicht om eerst kosten te maken voor ze die kunnen recupereren. Die budgetten hebben ze niet.
De regionale omroepen zijn niet zomaar commerciële omroepen. Ik weet niet wie dat gezegd heeft op uw kabinet, maar dat was de reactie aan de pers. Het klopt niet dat de regionale omroepen puur commerciële omroepen zijn. Ze hebben op dat vlak beperkingen en ze hebben een zeer duidelijke omschrijving gekregen. Blijkbaar worden ze vanuit uw kabinet nu omschreven als een commerciële omroep, genre VT4 of vtm. Ik vond dat nieuws. Met de voorgestelde maatregelen krijgen de regionale omroepen zogezegd genoeg garanties.
Aan de ene kant geeft u heel veel extra budget aan de openbare omroep VRT, een kleine 18 miljoen euro. Aan de andere kant staan de regionale omroepen. Als die nieuwe deal er komt met de distributeur, hebben zij minder inkomsten. Ze zijn beperkt omdat ze regionale omroepen zijn, en krijgen geen steun vanuit de politiek. Ze kunnen de deur dan sluiten. Dat is het worstcasescenario voor de regionale omroepen.
De vraag is: moet de overheid de regionale omroepen steunen? We hebben die discussie al gevoerd. Ik had toen het gevoel dat u ervoor open stond. Het wordt nu dringend. Het water staat de regionale omroepen aan de lippen. Het gaat over hun bestaan en hun bestaanszekerheid op termijn. U wilt ze dan wel helpen, maar het is te weinig. Hebt u die ruimte in uw begroting? Hebt u genoeg mogelijkheden?
Minister, concreet, vindt u dat de regionale omroepen voldoende middelen krijgen om hun opdracht naar behoren te vervullen? Is het actieplan nog steeds toereikend voor het steunen van de regionale omroepen? Als u vindt van wel, maar de regionale omroepen vinden allemaal dat het niets is, geraken we er niet meer uit. U trekt uw geldbuidel open, of u zegt dat u niet meer hebt. Dan weten we waar we staan.
Wat is uw positie nu uiteindelijk over die tariefverhoging? Ziet u dat helemaal niet zitten voor de regionale omroepen, of wel? Daar hangt een flou artistique over.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Ik heb de thematiek in het verleden al verschillende keren aangekaart, collegas. Minister, u hebt het onderzoek naar de leefbaarheid van de regionale omroepen gekregen en aan ons toegelicht. U hebt maatregelen mogelijk gemaakt, vooral op projectbasis, om de regionale omroepen te helpen. Dat is één element. Uit de studie blijkt dat het voor de regionale omroepen niet eenvoudig zal zijn in de toekomst.
Momenteel hebben de regionale omroepen geen overeenkomst bereikt met Telenet voor de kabelrechten. Die kabelrechten zijn de fundamentele financieringsbasis van de regionale omroepen: naast hun eigen inkomsten is het de belangrijkste externe bron van financiering. Ze krijgen vandaag van Telenet 1,67 euro per abonnee in hun gebied. Van Belgacom krijgen ze trouwens ook kabelrechten. Daar wil ik het even niet over hebben, omdat Telenet de leiding neemt. Het is de grootste en belangrijkste verdeler voor de regionale omroepen.
De regionale omroepen hebben net voor de zomer een brief gekregen dat ze in de toekomst maar 0,18 euro per abonnee in hun zendgebied krijgen. Dat zou marktconform zijn. Dat laat ik in het midden. Dat is overigens een transactie waarin we ons als overheid niet moeten mengen. Er zijn gesprekken geweest die collectief niets hebben opgeleverd. Nu zijn er gesprekken bezig op individuele basis, tussen Telenet en elke regionale omroep.
Ik heb begrepen dat Telenet vandaag bereid is om een halve euro per abonnee te doen bij die 0,18 euro. Dat geeft 0,68 euro per abonnee, in plaats van 1,67 euro. In West-Vlaanderen zijn er bijvoorbeeld 550.000 abonnees. De inkomsten dalen met 1 euro of om precies te zijn met 0,99 euro per abonnee. Dat is voor Focus-WTV 550.000 euro. We weten allemaal wat ongeveer de kost is van een loon en hoeveel mensen op die redacties werken. Het is heel eenvoudig: als zich dat doorzet, zal de helft van de redactie ontslagen worden. Twee omroepen staan heel dicht bij het faillissement en zijn van plan om effectief de boeken neer te leggen, omdat ze het hoofd niet meer boven water kunnen houden.
Minister, ik benadruk dat, niet om Telenet aan te vallen of de overheid, maar omdat we de keuze moeten maken of een regionale omroep een soort publieke opdracht vervult of niet. De heer Verstrepen heeft er eigenlijk ook al naar verwezen: zijn ze, door wat ze doen qua nieuwsgaring en nieuwsprogrammas, een soort publieke omroep? Ze zijn immers ook de enige speler in een zendgebied. Dat is een soort monopoliesituatie. Willen we als overheid die monopoliesituatie beschermen en bevorderen, en moet de overheid dus niet méér doen?
Stel dat Telenet koppig bij zijn standpunt blijft. Ik wil me daar niet in mengen, maar ik vraag me wel af waarom ze bij Telenet destijds aan iedereen 1,67 euro hebben gegeven, om dan nu hun staart in te trekken, goed wetend dat dit iedereen verschrikkelijk veel pijn zal doen. Net Telenet verwachtte net als wij, natuurlijk een professionalisering door de mogelijkheden van de digitalisering, maar dat kan dan zogezegd niet worden bereikt. Het is het ene of het andere: als men de middelen niet heeft, zal men nooit die doelstelling kunnen bereiken. Men schiet zichzelf dus in de voet. Ik heb de indruk dat hier een soort spel wordt gespeeld, een schijnpartijtje armworstelen tussen Telenet en de overheid, om te bekijken wie nu over de brug zal komen om de regionale omroepen in leven te houden.
Er is natuurlijk een alternatief. De heer Verstrepen wijst erop. Men kan ook de kabelrechten op de rekening verhogen. Men kan daar 1 euro bij doen. Dan is het opgelost voor de regionale omroepen. Dat is 1 euro meer voor Telenet in de winstverdeling. Ik zal geen uitspraak doen over de financiële basis van een distributeur, want dan zou ik dat ook voor Belgacom moeten doen.
Minister, ik vind dat de Vlaamse overheid in eerste instantie een bemiddelende rol moet spelen tegenover Telenet. Dat is een essentiële kwestie. Als dat niet kan, dan zullen een aantal regionale zenders overkop gaan. Ik weet niet of Vlaanderen daar beter van wordt. Ik denk niet dat dit een winstsituatie is. Het is mijn overtuiging dat de verspreiding van regionale informatie bijdraagt tot de kwaliteit van het leven in een streek, tot de samenhang en de identiteit van mensen, tot sociale cohesie en gemeenschapsvorming. Al gaat het maar over nieuwsberichten, dit draagt bij tot de leefbaarheid en de kwaliteit. Overal in Europa dragen zeer kwaliteitsvolle regionale omroepen bij tot die sociale cohesie.
Minister, ik hoed me er dus voor om u verwijten te maken. Ik hoed me er ook voor om Telenet verwijten te maken, maar ik stel wel vast dat als niemand beweegt, het dramatisch zal eindigen voor de regionale omroep. Het is dus geen armworstelen: het is catch 22, waarbij er één zal sneuvelen. Er moet er één de slimste zijn, zeggen ze dan. Minister, u moet alles in het werk stellen om met Telenet en de regionale omroepen rond de tafel te zitten en een modus vivendi te vinden, met het oog op een oplossing.
Misschien moeten we ook de moed hebben en u kunt daarin een leidende rol spelen om de publieke opdracht van die regionale omroepen beter te definiëren en daar zo nodig ook een kleine extra inspanning van de Vlaamse overheid aan te verbinden, weliswaar met tegenprestaties. Zo is er een samenwerkingsovereenkomst voor de projectmatige steun voor ondertiteling, digitalisering en andere aspecten, zoals de vorming van journalisten. Als iedereen bij zijn positie blijft, dan zal het slachtoffer de kleine man zijn. Die zal geen regionaal nieuws meer zien op zijn regionale televisie. Dat is geen winst voor Vlaanderen. Ik wil die bekommernis uitdrukkelijk uiten, zonder een kamp te kiezen. Ik kan alleen naar u kijken. Als iemand een gezagspositie heeft om een dergelijk gesprek op gang te brengen, dan bent u dat, als minister van Media. Ik kan alleen mijn bekommernis ter zake uiten.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : In de krant De Morgen las ik de volgende, vrij scherpe krantenkop: Regionale omroepen hekelen minister Lieten. Dat verbaasde me, eerlijk gezegd. Ik lag mee aan de grondslag van de regionale omroepen in Vlaanderen. Ik heb mee het decreet gemaakt en mee omroepen opgericht. Ik ken veel van die mensen. Dat zijn mensen met enorm veel geduld, maar ik heb wel het gevoel dat dit geduld gewoon op is. Al twee jaar aan een stuk komen bekende politici allerhande beloftes doen op regionale televisiezenders. Het komt allemaal in orde. Er zal in geld worden voorzien. Het enige waar die mensen naar kijken is: komt er iets of komt er niets? Tot nu toe komt er niets.
Minister, mijn redenering is eenvoudig: als de overheid voorwaarden oplegt, zoals we dat destijds hebben gedaan, moet ze ook haar verantwoordelijkheid nemen. We hebben enorm veel modaliteiten opgelegd aan de regionale oproepen, over nieuwsgaring enzovoort. Ik was dan ook wat verbouwereerd toen ik las dat uw woordvoerster stelde dat de kritiek compleet onterecht was, dat het gaat over commerciële omroepen. Regionale omroepen zijn echter geen commerciële omroepen, noch zijn het overheidszenders. Ze bevinden zich tussen de beide, omdat men een aantal gemeenschapsopdrachten heeft gedefinieerd in het decreet. Ik vind dat de overheid verantwoordelijk is ter zake.
Ik heb begrip voor hun reactie, want ik heb gehoord dat ze niet goed zijn ontvangen op uw kabinet, door uw kabinetschef. Ze waren daar echt niet tevreden over. Men heeft hen uitgescholden. Dat is waarschijnlijk de reden waarom dit zo in de krant komt. Ik vind dat jammer.
Minister, u moet inderdaad uw verantwoordelijkheid nemen. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Het betoog van de heer Caron heeft echter opnieuw dezelfde ondertoon: we gaan op schattenjacht bij een aantal privéondernemingen, bij Telenet en Belgacom. Mijnheer Caron, natuurlijk zegt u dat. U hebt dat zelf ook in de media verklaard. Het was een frontale aanval tegen x, y of z. Vorige keer hebben we die discussie gevoerd. Er zijn een aantal beursgenoteerde privébedrijven die al veel meer hebben gedaan dan ze moesten doen. Het gaat over de conformiteit en de kabelrechten enzovoort. De overheid doet dat echter niet.
Minister, persoonlijk vind ik dat u uw verantwoordelijkheid moet nemen. Ik geef een mogelijkheid. Als de privésector Belgacom en Telenet samen in het maximale geval 1 euro geeft, dan moet de overheid daar 1 euro tegenover plaatsen. Dan wordt dit opnieuw leefbaar op middellange termijn. Dat betekent dat de overheid meer inspanningen zal moeten doen dan vandaag. Ik begrijp die kritiek. Ik kijk echt uit naar de begroting 2012. Er is al een paar keer aangekondigd dat er extra geld komt in de begroting. Ik hoop dat er in de begroting 2012 extra inspanningen worden gedaan ten opzichte van 2011. Dat is de enige mogelijkheid om de toekomst van de regionale omroepen te verzekeren. Ik zal daar echt voor pleiten en daar echt voor blijven gaan. De privésector kan niet alles doen. Als er 1 euro bij komt op de factuur, gaat het inderdaad over extra bedragen. Ik ben er zeker van dat geen enkele kijker daarom maalt. Dat was ook zo bij de jongste aanpassing. Ik hoor dat men bang is dat dit dan de Lietentaks zal worden genoemd. Ik pleit er echter voor dat de overheid in dezen haar verantwoordelijkheid zou nemen. Het is te gemakkelijk te zeggen dat we dát en dát zullen doen en dat de privésector betaalt. Het zal een en-enverhaal zijn.
Minister, u weet ook dat dergelijke dossiers niet op zich staan. U kunt inderdaad uw gezag gebruiken voor een totaalpakket voor de distributeurs. Dit is gekoppeld aan andere dossiers. Ze hebben een aantal angsten wat andere dossiers betreft die nog in het regeerakkoord staan. Daar moet ook duidelijkheid over komen. Als u daar geen duidelijkheid over verschaft, zal er nooit een fatsoenlijke oplossing komen. Minister, neem een initiatief. Ik kijk uit naar de begroting 2012 om de regionale omroepen een toekomst te geven.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Het probleem is inderdaad tweeledig. Er is de bijdrage van Telenet en in mindere mate van Belgacom. Er wordt gezegd dat die zal worden verlaagd. Als men uitvoert waarmee men dreigt, zou dat inderdaad de doodsteek voor de regionale omroepen zijn. Minister, dan is een eerste vraag aan u: hebt u in de loop van de vakantie gesprekken gevoerd die misschien een nieuw licht op de situatie werpen?
Men zou inderdaad dat bedrag van 1 euro of welk bedrag het ook moge zijn kunnen bijvoegen op de factuur. Telenet heeft van de prijzencommissie immers inderdaad de toelating gekregen om de prijzen te verhogen vanaf 9 oktober 2011. Misschien is dat niet zo gek. Ik geloof dat Wallonië dat systeem van 1 euro voor 1 euro heeft. Als de distributeur dat bedrag inbrengt, geeft de overheid eenzelfde bedrag. Dat is echter niet niets: bij een prognose van 0,75 euro zitten we al aan 1,8 miljoen euro per jaar. De overheid zal dus bijna 2 miljoen euro moeten bijpassen. Ik weet niet of die koppeling moet worden gemaakt tussen de overheidsbijdrage en de bijdrage van de distributeurs.
Het lijkt me zinvoller te kijken naar de afspraken die de Vlaamse overheid sowieso al heeft met die regionale omroepen. Ze krijgen om te beginnen een bedrag om te ondertitelen en een opleiding te verzorgen. Maar goed, veel halen ze daar wellicht niet uit, want dat kost ook. Ze moeten investeren om die ondertiteling te brengen en die opleiding te verzorgen. De Vlaamse overheid geeft echter ook steun voor het uitvoeren van de decretale opdracht. Dat gaat over ongeveer 120.000 euro per omroep per jaar. Dat is natuurlijk wel weinig. We moeten de dingen bij hun naam durven noemen: dat is echt wel weinig in het licht van de prijzen die we kennen in de mediasector.
Ook de N-VA is er niet tegen gekant dat de Vlaamse overheid die bijdrage optrekt, om die decretale opdracht uit te voeren. Ik herhaal echter wat ik vroeger al heb gezegd: we willen natuurlijk geen tien kleine openbare omroepjes creëren in Vlaanderen. Dat is niet de bedoeling. We kunnen het echter zeker eens zijn met een verhoging, als die middelen er zijn, om die decretale opdracht te ondersteunen.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, deze problematiek gaat al vrij veel jaren mee. We weten allemaal dat de regionale omroepen het al heel lang moeilijk hebben. Er zijn ter zake al allerlei mogelijkheden geopperd, zoals de gedwongen samenwerking tussen regionale omroepen. Nu is het echter inderdaad heel prangend aan het worden, zeker als we zien dat een van de belangrijkste bronnen van de financiering van die regionale omroepen deels wordt gereduceerd. Men kan er niet omheen: als de overheid decretaal bepaalde modaliteiten oplegt aan regionale oproepen, moet ze ervoor zorgen dat die omroepen dat kunnen uitvoeren. Dat lijkt me essentieel, maar ik wil in dezen ook vooral pleiten voor een tweesporenbeleid.
Ik hoor de heer Decaluwe zeggen dat we niet altijd op schattenjacht moeten gaan bij beursgenoteerde bedrijven. Misschien gaat de slinger daarmee iets te ver naar de ene kant, maar vanuit mijn overtuiging vind ik ook dat zelfs beursgenoteerde en grote bedrijven een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Ik vind het helemaal niet vies dat een groot bedrijf die verantwoordelijkheid op zich neemt. De regionale omroepen hebben in de loop der jaren erg veel aan maatschappelijke relevantie gewonnen. Ik stel vast dat wat ze nu produceren, beter is dan wat er tien à vijftien jaar geleden was. Maatschappelijk relevant zijn ze dus zeker. De distributeurs moeten dus op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid worden gewezen, maar als de regionale omroepen modaliteiten opgelegd krijgen, moet de overheid er ook voor zorgen dat ze de middelen hebben om dat uit te voeren.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Voorzitter, er is al veel gezegd. Ik sluit me aan bij het pleidooi dat de overheid wat meer inspanningen moet doen voor de regionale omroepen. Minister, u hebt een studie laten maken over de financiële situatie van de regionale omroepen. U hebt vastgesteld dat het voor een aantal omroepen zeer moeilijk wordt en dat ze finaal structurele ondersteuning nodig hebben. We moeten die conclusie hard maken.
De auteursrechten is één zaak, maar het lijkt me verkeerd regionale omroepen te beschouwen als privéomroepen. Ze hebben een decretale opdracht. Wie a zegt, moet ook b durven zeggen. De overheid moet daaraan tegemoetkomen. Natuurlijk kunnen er aan die steun ook voorwaarden worden gekoppeld, met betrekking tot reclame en andere zaken. Daarover kan worden onderhandeld met die omroepen.
Net voor het reces hebt u aangekondigd dat van een ad-hocfinanciering zou worden overgestapt naar samenwerkingsakkoorden gespreid over een langere periode. U zou wachten op voorstellen van de omroepen. Is ter zake al vooruitgang geboekt? Dat is immers ook belangrijk voor de financiële ondersteuning van regionale omroepen.
De heer Philippe De Coene : Minister, ook ik wil namens mijn fractie iets zeggen over deze kwestie. De regionale televisieomroepen hebben inderdaad een hybride statuut. Ook hun inkomsten zijn een hybride. Er zijn drie grote inkomstenpijlers. Er is het distributie- en transmissierecht dat ze hebben, krachtens de federale Auteurswet. Er zijn natuurlijk ook de commerciële inkomsten. Ten slotte is er de ondersteuning door de Vlaamse overheid, gedeeltelijk in ruil voor tegenprestaties. U hebt een studie laten uitvoeren naar de specifieke situatie van de regionale televisie. U hebt gemerkt dat er verschillen zijn naargelang de regionale televisieomroep. Er is ook gebleken dat de commerciële inkomsten, de inkomsten uit reclame, inderdaad zeer kwetsbaar zijn, wat voor de mensen natuurlijk niet zo leuk is.
De collegas hebben er al naar verwezen: destijds is een contract opgesteld waarbij er voor de kabel sprake was van 1,50 euro per abonnee. Geïndexeerd zou dat ondertussen precies 1,69 euro moeten zijn. Er is de niet zo blijde mare gekomen dat dit zou worden gedecimeerd, tot 0,18 euro. Die niet zo blijde mare kwam van een bepaald bedrijf. Het gaat inderdaad over een beursgenoteerd bedrijf. Daar worden nu zeer harde onderhandelingen mee gevoerd. Als ik echter even de cijfers bekijk, stel ik het volgende vast. Voor de zeer recente prijsstijging waarnaar de heer Vandaele heeft verwezen, werd er op de Vlaamse markt in totaal 72 miljoen euro per jaar opgehaald aan auteursrechten. Zo staat het op de factuur. Na de prijsstijging is dat ondertussen 80 miljoen euro geworden. De nieuwe prijsstijging zal, alleen maar voor het auteursrechtelijke gedeelte, in globo 6 tot 7 miljoen euro meer opbrengen ten laste van alle abonnees.
Ik ben nogal verrast door de bijzonder harde aanpak van die distributeur. Die boodschap kwam net op het moment dat hij zelf 50 miljoen euro had geboden om de belangrijkste voetbalmatchen uit te zenden. Blijkbaar is wat aan de ene kant geen probleem is, het aan de andere kant wel. Ik vind, in alle objectiviteit, dat de redenering die de distributeur in kwestie hanteert, een vergoeding te geven volgens marktaandeel, compleet haaks staat op de bepalingen van hoofdstuk 2 van de Auteurswet, dat zegt dat naburige rechten moeten worden betaald.
Minister, ik weet dat u al hebt proberen te bemiddelen en dat dit niet zo gemakkelijk loopt. De collegas hebben erop gewezen dat er nu inderdaad een soort terugvalvoorstel is geweest van de distributeur in kwestie om iets te geven tussen 50 en 60 eurocent. Maar niemand weet het, want het voorstel wordt niet concreet gemaakt. Ik heb het vermoeden dat het wel eens zou kunnen dat, als dit niet in de goede richting evolueert, een of meerdere regionale televisies naar de rechter stappen en de toepassing willen, met een bepaald redelijk niveau en niet in functie van het marktaandeel, van dat hoofdstuk 2 van de Auteurswet. Ik zou ze daarin kunnen begrijpen.
Ik heb veel sympathie voor het pleidooi van meerdere fracties om ook namens de overheid à la limite een extra inspanning te doen. Maar ik begrijp die regionale omroepen, want ze zien de bedreiging van alle kanten komen: je kunt in een situatie verzeild geraken waarin, omdat je minder auteursrechten krijgt, je rekent op een soort van compensatie door de overheid of waarbij je nog een prijsverhoging doorvoert, waarbij het bestaande groeiende volume van auteursrechten, dat nu al op de factuur staat, niet zou worden aangesproken.
Er wordt in deze commissie vaak en terecht gepleit voor transparantie. Ik merk dat als er transparantie wordt gevraagd over wat er aan wie inzake auteursrechtelijke vergoedingen wordt uitgekeerd, men doofstom blijft aan alle kanten. Je krijgt het nooit te weten. Ik heb destijds bedragen gekregen, maar dat werd dan niet bevestigd. We hebben hier de vraag gekregen in het kader van de hoorzittingen over de beheersovereenkomst. Dat was met betrekking tot de openbare omroep. We hebben nooit het antwoord gekregen. Maar je kunt niet zeggen dat je te veel betaalt als je niet zegt wat je betaalt, ook aan de anderen. Daarover moet klare wijn worden geschonken.
Minister, ik sluit mij aan bij het pleidooi dat zegt dat u al uw invloed moet aanwenden om dat te beslechten. Maar als ik de zeer harde positie zie die die distributeur aanhoudt en waar hij zich niet sympathiek mee opstelt, maar dat is misschien een kwestie van externe communicatie , vraag ik u daar alles op alles te zetten.
Uit een van uw vroegere antwoorden heb ik begrepen dat u op zoek bent naar alternatieve financiering door eventuele verplichtingen naar elders te kanaliseren. Dat is een goede zaak. Ik weet niet of het 1 euro voor 1 euro moet zijn. Het systeem in Wallonië waarnaar wordt verwezen, is niet hetzelfde omdat daar de dominante distributeur beduidend veel meer betaalt dan zelfs het bestaande niveau van 1,70 euro. Als ik me niet vergis, spreken we zelfs over een bedrag van 3,5 tot 4 euro. Je kunt het niet vergelijken.
We spreken over de tien regionale omroepen. Blijkbaar heeft de distributeur in kwestie met één omroep een akkoord ondertekend, maar die omroep zou zich dit nu al beklagen. De distributeur wil niet meer met alle omroepen samen, dus met de vereniging van de niet-openbare regionale televisies, gezamenlijk onderhandelen. Hij doet het gesaucissoneerd. Ik vind dat ook spijtig. Het is ook veelzeggend. We moeten een factuur niet socialiseren omdat men op een zeker moment niet meer bereid is om de vele auteursrechtelijke inkomsten op de factuur te plaatsen. Als ik het vermenigvuldig, rijft men vanaf nu elk jaar 80 miljoen euro auteursrechtelijke vergoedingen binnen. De abonnee betaalt dit. Men vraagt zelfs niet om het met eigen geld te doen. Men vraagt gewoon dat men wat men betrekt door middel van die factuur op een correcte, transparante manier zou doorstorten.
Ik heb het gevoel dat we hier in de richting van een juridisch geding gaan en ik zou het zelfs nog kunnen begrijpen.
Minister Ingrid Lieten : Collegas, in het verhaal van de regionale omroepen spelen veel partners een rol. De regionale omroepen zelf, de kijkers, de adverteerders, Telenet en Belgacom, de Vlaamse overheid en de federale overheid. Ik wil inzoomen op de rol van elke speler en zo het globale plaatje tonen.
Terecht werd hier gezegd dat de regionale zenders een gemengd statuut hebben. Ze zijn een private organisatie maar met gedeeltelijk een publieke opdracht: nieuws uit de regio brengen en daarmee de verbondenheid in die regio ondersteunen. Ik hoor dat iedereen hier daar 100 procent achter staat. Ik ook. In ruil voor die publieke opdracht hebben zij een erkenning gekregen. Die erkenning brengt meteen een monopoliepositie met zich mee want zij zijn in hun zendgebied de enige die regionale omroep mogen zijn. In ruil krijgen zij ook geld van de overheid, want wij betalen jaarlijks ongeveer 2 miljoen euro aan de regionale zenders.
In deze commissie en ook bij mij heerst grote bezorgdheid over de toekomst van de regionale zenders. Wij hebben daarover een studie laten uitvoeren. Uit die studie blijkt dat de regionale zenders tot en met 2010 winstgevend waren en er geen financiële problemen waren. Daaruit blijkt ook dat er een aantal uitdagingen of bedreigingen op de regionale zenders afkomen. Ten eerste het dreigement van Telenet en Belgacom, maar in eerste instantie van Telenet, om een kleiner aandeel van de auteursrechten aan de regionale zenders te geven. Ten tweede het feit dat heel wat van die zenders minder kijkers hebben en een ouder publiek. Zij zullen dus hun programmatie moeten moderniseren. Het blijkt ook dat sommige van die zenders minder eigen inkomsten te verwachten hebben. Het blijkt niet meer zo gemakkelijk om advertentieruimte te verkopen.
Vanuit die bezorgdheden heb ik samen met de regionale zenders een toekomstplan opgemaakt. Ik heb dat plan hier vlak voor de vakantie in de commissie gepresenteerd. Dat toekomstplan bestaat erin dat we zeggen tegen de regionale zenders dat ze belangrijk zijn, dat we willen dat ze hun taak blijven opnemen, maar ook dat ze misschien wat moeten moderniseren de ene al meer dan de andere. Ze moeten moderniseren in het financieel beleid en het beheer van de zender, en in de programmas. Zij moeten ervoor zorgen dat ze aansluiting blijven vinden bij de publieke opinie.
Ik heb middelen vrijgemaakt om de regionale zenders daarin te begeleiden en hun de mogelijkheid te bieden om daarin gecoacht en begeleid te worden door private partners die daar goed in zijn. Ik heb ook aan de regionale zenders gezegd dat ik begrijp dat zij zeggen dat het feit dat zij voor het beetje geld dat ik hun ieder jaar geef projecten moeten indienen, niet veel stabiliteit geeft. Daarom wil ik met hen een meerjarige overeenkomst afsluiten, zodat ze voor meerdere jaren zekerheid hebben over de financiering.
Het gaat om een soort beheersovereenkomst waarbij de regionale zenders zich ertoe verplichten om te werken aan een verbetertraject. Ik zal bekijken hoe wij extra middelen kunnen vinden naast de 2 miljoen euro die ik nu al vrijmaak voor de regionale zenders. Ik heb gezegd dat ik daarvoor nu al op zoek zou gaan naar extra middelen voor opleiding. Zo kunnen ze de opleidingskosten voor een deel verhalen op de Vlaamse overheid.
Ik heb ook een projectoproep gelanceerd met betrekking tot diversiteit. De regionale zenders kunnen daar ook aan meewerken. Dat is ook voor hen een belangrijke uitdaging. Nu zijn we volop bezig met de voorbereiding, dit najaar, van deze meerjarige beheersovereenkomsten.
So far so good. De regionale zenders die nu zeggen dat het water hun aan de lippen staat, zijn de regionale zenders die een probleem niet van vandaag, maar van de voorbije jaren niet goed hebben aangepakt. De regionale zenders krijgen vanuit drie hoeken centen: 2 miljoen euro en nog extra middelen van de Vlaamse overheid, vanuit Telenet en Belgacom 3,5 miljoen euro, en eigen inkomsten uit advertenties.
Telenet wil nu van vandaag op morgen het aandeel in de auteursrechten dat het aan de regionale zenders geeft, drastisch verminderen: van 100 procent naar 10 procent, en dat zonder enige reden. Natuurlijk klopt dan de rekening van de regionale zenders niet meer. Ik heb er van in het begin bij Telenet op aangedrongen om dat voorstel te herzien. Ik vind dat geen evenwichtig voorstel. Ik heb de voorbije maanden bemiddelingspogingen ondernomen en vooral aangedrongen bij Telenet en bij de andere partners om opnieuw aan tafel te gaan zitten.
Het gaat hier wel degelijk over onderhandelingen tussen twee private partijen: de regionale zenders enerzijds en Telenet anderzijds. Als wij van Telenet en van Belgacom, dat is hetzelfde een factuur krijgen, betalen wij enerzijds een abonnementsgeld en anderzijds auteursrechten. Dat staat als aparte kost op de factuur. Telenet int bij iedere gebruiker auteursrechten. Afhankelijk van waar je woont, betalen wij allemaal per jaar 32 tot 35 euro auteursrechten. Telenet en Belgacom verdelen die auteursrechten, die zij rechtstreeks van de klant innen, over alle partijen in de markt die daar recht op hebben: de verschillende soorten zenders. Hoe ze die auteursrechten verdelen, wie wat krijgt, dat is ook voor mij een onbekende. Alleen Telenet weet wat het aan iedereen geeft en waarom het de ene meer en de andere minder geeft. Maar het gaat uiteindelijk over het geld dat elke consument betaalt. Het gaat niet over giften van Telenet of over een stukje van de abonnementsgelden die wij betalen. Het gaat puur over de verdeelsleutels die Telenet eigenhandig toepast op de verdeelsleutel van de auteursrechten.
In het verleden heeft Telenet nooit aan de overheid gevraagd of wij dat geld wilden verdelen. Zij hebben gezegd dat zij dat wel zullen doen. Nu vinden zij de regionale zenders minder belangrijk en zij willen hun nu minder geld geven. Ik vind dat niet correct. Ik zie geen enkele reden waarom de regionale zenders nu maar 0,17 euro zouden krijgen per kijker terwijl ze vorig jaar nog 1,70 euro kregen. Ik heb Telenet dan ook gevraagd om die onderhandelingen opnieuw op te starten en ik zal dat blijven vragen. Ik vind het niet correct dat sommige mensen nu zeggen dat als die twee private partners, de regionale zenders en Telenet, er niet uit geraken, de overheid dan maar de factuur moet betalen. De overheid is de belastingbetaler. Wij betalen al via de auteursrechten en via de factuur. En dan zouden we nog eens moeten betalen via de belastingen? Dat vind ik een brug te ver. Nu probeer ik vooral permanent de partijen aan tafel te krijgen om tot een eerbaar compromis te komen.
Hoe staan wij voor het overige ten opzichte van die tarieven? De Vlaamse overheid bepaalt de tarieven van Telenet niet. Ook niet het deel van de auteursrechten. De federale overheid doet dat. Ik heb ook begrepen dat de federale minister Van Quickenborne een paar maanden geleden een tariefverhoging heeft toegestaan. Ik weet niet of er afspraken zijn gemaakt over het aanhouden van de verdeelsleutel voor de regionale zenders. Ik zie niet in waarom we nu opnieuw, nadat er twee maanden geleden een tariefverhoging is goedgekeurd, de discussie met de regionale zenders zouden aangrijpen voor een nieuwe tariefverhoging of een verhoging van de auteursrechten.
Collegas, ik stel nog een paar zaken heel duidelijk. Ik vind de regionale zenders heel belangrijk. Ik heb met hen een traject opgestart om hun toekomst te verbeteren. Ik zal mij voluit inzetten voor dat traject. We zullen onderzoeken hoe wij vanuit de overheid meer middelen naar de regionale zenders kunnen brengen. Wij hebben onder andere ook aangekaart hoe een groter aandeel van de budgetten die wij aan overheidscommunicatie besteden, naar hen zou kunnen gaan. Zij bereiken wel degelijk een publiek dat voor die overheidscommunicatie belangrijk is. Ik vind niet dat ik mij zomaar laat gebruiken in het spel van Telenet om de regionale zenders onder druk te zetten, waarbij Telenet zijn aandeel niet meer wil betalen en zegt dat de overheid zijn aandeel maar moet verhogen.
Mijnheer Decaluwe, ik volg ook niet de redenering waarbij Telenet zegt misschien nog eens over zijn hart te willen strijken, als de overheid een paar andere probleempjes oplost. Dat vind ik geen correct beleid. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Goed, ik ben blij dat u het niet zegt. Laten we alles afzonderlijk bespreken. Mijn deur staat open voor Telenet om alle andere problemen te bespreken, maar het probleem van de regionale zenders staat daar los van. Er is geen enkele reden waarom zij van vandaag op morgen eenzijdig moeten beslissen om veel minder geld te geven. Ik ben voor de status-quo.
Telenet heeft mij gezegd dat de kwaliteit niet meer goed is en dat er minder kijkers worden bereikt. Daarom hebben wij, samen met de regionale zenders, een actieplan ontwikkeld om ze te moderniseren en om ervoor te zorgen dat ze meer kijkers kunnen bereiken. Geef ons de kans om, samen met de regionale zenders en de overheid, dat verbetertraject op te starten.
Collegas, ik volg het debat op de voet omdat ik net zoals jullie de regionale zenders belangrijk vind. Ik vind niet dat wij zomaar kunnen zeggen dat, nu Telenet het niet meer wil betalen, de belastingbetaler nu maar de factuur moet betalen. Iedere gebruiker betaalt al heel veel aan Telenet. Wij mogen vragen dat zij de auteursrechten op een rechtvaardige manier verdelen.
Ik zal blijven aandringen en bemiddelen bij de twee partijen opdat zij tot een eerlijk en aanvaardbaar vergelijk zouden komen, waardoor we vermijden dat sommige regionale zenders op korte termijn op droog zaad staan. In die zin vind ik dat we enerzijds moeten blijven bemiddelen bij Telenet en de regionale zenders om opnieuw aan de onderhandelingstafel te zitten. Die gesprekken vinden plaats en ik zal ze opnieuw opvoeren. Anderzijds moeten wij goed ons traject met betrekking tot de toekomst en modernisering van de regionale zenders voortzetten, en ook met betrekking tot de blijvende financiële bijdrage die de overheid daarin zal vrijmaken.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Dank u, minister. Ik vind het onbegrijpelijk dat ik hier openlijk hoor pleiten om een privébedrijf, zoals distributeur Telenet, aan te pakken. Bij mijn weten is dat een privébedrijf en geen staatsbedrijf, zoals ten dele Belgacom nog altijd wel is. Als u de vraag zou stellen of de Vlaamse overheid en u als minister verantwoordelijk zijn voor de regionale omroepen, dan zeg ik: ja. De overheid legt dwingende modaliteiten op aan de regionale omroepen. En ten behoeve van uw kabinet, opdat het zich niet meer zou vergissen in de terminologie, geef ik artikel 165 van het decreet Regionale Televisieomroeporganisaties en er staat dus niet Commerciële Televisieomroeporganisaties. Daarin staan heel duidelijk hun modaliteit en taakomschrijving: Onder regionale informatie worden onder meer journaals, achtergrondinformatie, debatten, verkiezingsuitzendingen en serviceprogrammas verstaan.
Als u dat voorlegt aan de reclameregie en u zegt dat we daarover reclame gaan verkopen, dan weet iedereen in de sector dat je daar amper reclame over kunt verkopen. Het zijn de moeilijkst verkoopbare producten. Zelfs de commerciële zenders zijn niet verplicht om bepaalde van die programmas te maken, en als ze dergelijke programmas maken, worden die afgevoerd omdat ze commercieel niet interessant zijn.
Is dat uw schuld? Neen, het is de overheid die dat heeft bepaald voor de regionale omroep. Ze heeft gezegd in welk kader men kan werken. Dat is commercieel helemaal niet sexy. Heel veel van die regionale omroepen moeten dit soort programmas maken en verspreiden. Dat er dan minder mensen naar kijken, lijkt mij een logisch gevolg omdat sommige mensen wel eens graag naar gewoon amusement kijken. Dus bent u wel verantwoordelijk als minister van Media om deze situatie op te lossen. Het is gemakkelijk om te zeggen dat het een auteursrechtendiscussie is. Neen, het gaat ook over kabelrechten, niet alleen over auteursrechten. Het zou gemakkelijk zijn om alles op een hoopje te gooien, mist te spuien en met de vinger naar Telenet te wijzen als de schuldige. Dat vind ik veel te gemakkelijk.
Gaat Telenet zijn boekje te buiten? Het is niet aan mij om daarover te oordelen. Het is een privéonderneming die onderhandelt met regionale omroepen die de vorige ministers in een keurslijf hebben gezet. Ofwel zegt u dat het keurslijf af moet, en zoals uw kabinet zegt, dat het commerciële omroepen worden, maar dan moet u hun ook de mogelijkheden geven om door te groeien in hun inkomstenmodel. Als je een aantal dingen niet mag doen, geen volwaardige commerciële omroep mag zijn, is het onlogisch om dan te zeggen: als we niet genoeg geld krijgen gaan we ook niet betalen voor die zender.
Aan de ene kant zegt u: ik ga geen belastinggeld geven aan de regionale omroepen terwijl u ze eigenlijk heel de tijd in achtergrondinformatie en journaals duwt. Aan de andere kant hebt u zomaar 18 miljoen euro extra belastinggeld gevonden voor de openbare omroep. Als u de helft van dat budget aan de regionale omroepen zou geven, dan zou iedereen gelukkig zijn. U kunt blijven rondfietsen en blijven praten, en nog eens naar iedereen gaan luisteren, maar heel de situatie zit nu vast.
In ieder geval wordt u als minister gedwongen om in dezen verantwoordelijkheid op te nemen om te bepalen wat de regionale omroepen nu moeten zijn. Zullen ze moeten voortwerken volgens de mediadecreten? Dan merken we dat ze niet meer aan hun budget geraken en hun toekomst op het spel staat. U kunt wel doodleuk met de vinger wijzen naar Telenet. Het is heel gemakkelijk om de schuld altijd bij iemand anders te leggen. U moet beleid voeren. In dit verhaal moet u nu eens meteen beleid voeren. Dat is uw taak. U bent minister van Media. Het is gemakkelijk om te wijzen naar distributeurs en privébedrijven als de grote boze jongens. Ik had meer antwoord verwacht.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Minister, het is een moeilijke kwestie. Als we nu eens abstractie maken van het incident, zal ik eens herhalen wat ik al vaker heb gezegd. Ik pleit ervoor dat de regionale omroepen een overheidsdotatie krijgen om kwaliteitsvol aan nieuwsgaring te doen en nieuws te maken, ongeacht hun inkomstenmodel. Het probleem is dat er een incidenteel parcours is.
Zoals de heer Verstrepen zegt, zijn een aantal voorwaarden opgelegd. We verwachten van hen kwaliteit. Dat verwachten we ook van onze Radio 2-ontkoppeling. Het is niet oneervol om een soort grond te garanderen, hoewel ik weet dat het geen goede tijden zijn. Dat geeft de overheid de gelegenheid om een aantal kwalitatieve vereisten te stellen aan de regionale zenders, meer dan nu het geval is.
Ik stel dat als standpunt buiten de discussie omdat ik denk dat het goed zou zijn om die kwaliteit af te dwingen door regionale televisie te hebben die verschillende inkomstenbronnen heeft die elkaar in evenwicht houden: eigen reclame-inkomsten, kabelrechten, auteursrechten, overheidsdotaties en eventueel dingen van evenementen, line extensions, samenwerken met andere omroepen, bedenk het maar. Dat moet het uitgangspunt zijn.
Ik begrijp uw colère wel een beetje over de manier waarop Telenet de vergoeding voor de kabelrechten eenzijdig verlaagt. U moet op onze vragen antwoorden, terwijl u niet aan de basis ligt van het probleem. Dat is uw gevoel, en dat begrijp ik. Ik heb ook waardering voor wat u ervoor doet, laat dat duidelijk zijn. Maar ook omgekeerd is het zo. In de positie waarin ik zit, kan ik niet checken of wat aan rechten wordt uitbetaald door Telenet, vandaag, in het verleden en morgen, al dan niet marktconform is. U hebt zelf gezegd dat u geen inzage hebt: het is privaatrecht. De beheersvennootschappen van de auteursrechten zijn bovendien coöperatieven. We hebben geen inzage in die kassa en in die verdelingsmechanismen. We kunnen niet controleren of het marktconform is. Telenet zegt dat er al jaren veel te veel is betaald in verhouding tot de markt. Wat zeggen alle televisiezenders? We hebben een lussysteem, maar het verdeelmechanisme houdt geen rekening met het lussysteem. Zo blijven we in rondjes draaien in de discussie.
Minister, ik heb er geen belang bij om te pleiten voor een genuanceerde aanpak. Ik denk eerlijk gezegd dat ook de overheid erover moet waken dat de regionale zenders niet alleen afhankelijk zijn van die ene grote distributeur. In tegenstelling tot wat u denkt, mijnheer Decaluwe, wil ik Telenet helemaal niet in de hoek of op een podium zetten. Ik stel vast wat ik vaststel. Ik wil niet interfereren in hun commerciële politiek. Minister, ik denk dat als de Vlaamse overheid al is het niet meteen bereid zou zijn om financieel ook voor die semipublieke opdracht een inspanning te doen, dat ook Telenet bereid is om een inspanning te doen. Ik denk dat dat de enige weg is die op termijn leidt tot gezonde en kwaliteitsvolle regionale omroepen. Ik pleit voor een gemengd financieringsmodel. We laten ze privaat maar we gaan een soort basisfunctie cofinancieren. We doen dat in andere sectoren in de samenleving vaak ook, ook bij bedrijven en ook bij non-profitorganisaties.
Ik zou het liefst hebben dat de regionale televisie geen profitbedrijf is, maar een non-profitbedrijf en de publieke informatieopdracht centraal zou kunnen staan. Ik ben echter niet naïef en ik weet dat we de klok niet zullen terugdraaien. Mijnheer Decaluwe, het was trouwens initieel de bedoeling om een commercieel model van inkomstenbronnen te hebben en voor de redactie zelf een vzw. Dat is wat verwaterd. We kunnen daarvan dromen. Ik pleit ervoor om geen strijd tegen elkaar te voeren, maar om met deze regering te zoeken naar een gemengd model. In die sfeer zullen de onderhandelingen heel wat beter kunnen verlopen. Ik blijf erbij dat de slachtoffers niet Telenet, de Vlaamse overheid en zelfs niet de journalisten van de regionale televisie zijn, maar de Vlamingen die naar dergelijke zenders kijken en er deugd van hebben.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Voorzitter, ik vind het een merkwaardig debat. Ik heb goed geluisterd naar iedereen. Ik heb hier populistische dingen gehoord, ik heb veel dubbelzinnigheid gehoord, en ik vind dat een aantal mensen kort door de bocht gaan. Als men het voetbalcontract vergelijkt met gebrek aan steun aan de regionale omroepen, zeg ik: het ene heeft met het andere compleet niets te maken. Minister, de fout in de redenering die u maakt, is de volgende. De 1,69 is niet volledig auteursrechten. Meer dan 1 euro van die 1,69 heeft niets met auteursrechten te maken. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Vraag het aan de regionale omroepen hoe dat bedrag destijds is opgebouwd. Men heeft een aantal bedragen opgebouwd en men moest aan een aantal voorwaarden voldoen. Vorige keer heb ik dat uitvoerig uit de doeken gedaan naar aanleiding van de vraag van de heer Caron. Er is een hele discussie geweest over het feit dat een aantal modaliteiten al dan niet werden toegepast. De fout in de redenering is: de distributeurs geven iets meer dan verplicht was op het vlak van de auteursrechten en men denkt dat dat ten eeuwigen dage zo blijft.
Ik wil u uit de geschiedenis meegeven dat de Vlaamse overheid destijds meer geld gaf aan de regionale omroepen dan vandaag. Het ging toen over 4 tot 4,5 miljoen euro, en nu over amper 2 miljoen. Wie heeft destijds het verschil bijgepast? De distributeurs. Ik heb dat allemaal eens voor mezelf uitgezocht en op papier gezet. Dat is de harde realiteit. En nu maar schieten op een private speler, de kop van Jut, een beursgenoteerd bedrijf. Dat zal wel lammeren omdat het winst maakt. Wel, ik vind dat een kromme redenering. Mijnheer Wienen, ik vind het merkwaardig dat u, als Vlaams Belanger, ervoor pleit dat de private sector meer moet betalen. Het is maar best dat uw grote chef dat niet hoort, want hij zal niet tevreden zijn.
Minister, ik heb het gevoel dat men de vis aan het verdrinken is. De moraal van het verhaal is dat de overheid verschillende modaliteiten heeft opgelegd en dat ze haar verantwoordelijkheid moet nemen. Het is fout te redeneren: zij gaan wat afnemen, wij moeten bijpassen. Drie tot vier jaar geleden was het omgekeerd. Zij hebben bijgepast omdat de overheid de rol aan het lossen was. Minister, ik pleit ervoor om zeker niet in te gaan op het voorstel van de heer De Coene in verband met de problematiek van de auteursrechten, want dat zou niet wijs zijn. Ik zou als kleine jongen geen grote rechtszaak beginnen tegen een hele grote jongen. (Opmerkingen van de heer Philippe De Coene)
Ik hoor u pleiten om naar de rechtbank te gaan. Ik ben zeker dat de grote jongens zullen zeggen: we plooien ons terug, we gaan naar de oorspronkelijke situatie en we zien wel wat er zal gebeuren. Over vijf jaar is er dan een uitspraak van de rechtbank en ondertussen is iedereen failliet. Als je die strategie volgt, heb je het niet goed voor met de regionale omroepen.
Minister, het dossier is bijna verziekt. Ik weet waarover ik praat: ik ken het dossier van binnen en van buiten. Probeer nog eens een initiatief te nemen om in alle rust en sereniteit met alle actoren aan tafel te zitten om naar een oplossing te komen. Als je weet dat er met het regeerakkoord misschien nog eens een grote factuur komt, dan wil je als bedrijf op voorhand wel weten waarover het allemaal gaat. Die bedrijven zijn beursgenoteerd. Uit gemak zeggen bepaalde collegas: een miljoentje hier en een miljoentje daar. Alstublieft! Ik sta te kijken van de lichtzinnige manier waarop men daarmee omgaat.
Minister, doe nog een poging om dit tot een goed einde te brengen. Misschien kan dat een signaal zijn om de bestaande situatie een aantal maanden te verlengen in de hoop dat we tot een akkoord komen. Daar moeten we naar streven. Als we daar achter de schermen aan kunnen meewerken, minister, met alle plezier.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Ik hoor tussen de regels dat Telenet bereid zou zijn om opnieuw wat meer te betalen aan de regionale zenders als de overheid Telenet tegemoetkomt in de discussie over het openbreken van de kabel. Ik hoor dat gerucht in de wandelgangen, maar ik weet niet of iemand dat kan bevestigen.
Ik zei daarnet dat de N-VA akkoord kan gaan met een beperkte verhoging van de overheidssteun, maar dat ontslaat de distributeurs natuurlijk niet van hun verantwoordelijkheid. Ik vind ook dat het niet ernstig is om zich nu in de toekomst enkel te baseren op het marktaandeel om die verdeelsleutel te hanteren. Ik pleit er nog altijd voor het is misschien wat bekrompen, maar laat het dan zo zijn dat we de middelen die we bij ons ophalen, zo veel mogelijk ook bij ons houden. Dat kan niet altijd, we moeten uiteraard de auteursrechtelijke verplichtingen nakomen, ook al moeten we auteursrechten aan het buitenland betalen. Ik pleit ervoor om waar we het kunnen in dit geval kunnen we het blijkbaar zo veel mogelijk de middelen die we in Vlaanderen ophalen, bij ons te houden. De regionale omroepen zijn wat dat betreft mediabedrijven die kunnen worden ondersteund.
Naast de overheid hebben onze distributeurs ook een verantwoordelijkheid. De Vlaamse verankering van die distributeurs zelf, behoort ook al tot het verleden in het ene geval. In het andere geval zal dat straks misschien ook tot het verleden behoren. Dat moet ons des te waakzamer maken en de distributeurs moeten we telkens op hun verantwoordelijkheid wijzen in dezen.
Minister, u had het over uw plannen om in meer budget te voorzien voor projecten inzake opleiding en diversiteit. Dat is natuurlijk goed, maar dan moeten de omroepen daar zelf ook in investeren. Dat is voor hen geen pure winst. Structureel is dat niet echt een oplossing.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister, de maatregelen die u aankondigt inzake opleidingen en diversiteit, zullen weinig uithalen op korte termijn. Die mensen zitten daar niet op te wachten, er zijn ook andere gegadigden en andere instanties. Het budget dat u hebt uitgetrokken voor diversiteit, een half miljoen euro, is niet zo heel veel.
Wat betreft de meerjarenplanning wil ik aandringen om op korte termijn duidelijkheid te verschaffen, ook ten aanzien van de overheidscommunicatie. Ik heb begrepen naar aanleiding van vroegere discussies, dat daar niet zo heel veel ruimte meer is. Ik zou graag duidelijkheid willen krijgen van u of u een grotere brok van de overheidscommunicatie zult kunnen kanaliseren naar de regionale omroepen omdat de grote jongens, de commerciële zenders en de VRT, alle communicatie van de Vlaamse overheid in de huiskamers kunnen brengen. Wat is dan de toegevoegde waarde van de regionale omroepen?
Ik onthoud uit deze discussie, minister, dat u zegt dat u niet weet wat de distributeurs geven. U kunt dat niet bepalen, dat is federale materie. Het is echter niet gereglementeerd. Eigenlijk kan je één ding uit deze discussie concluderen, namelijk dat er in het decreet leemtes zijn en dat de overheid daarin duidelijkheid zou moeten verschaffen. Welke bijdragen moet wie leveren? Dan kan je die bedrijven duidelijk maken welke bijdrage ze moeten leveren. U kunt nu niet zomaar naar een bedrijf schieten omdat het dingen doet die niet omlijnd zijn. Die mensen doen het en ze beschouwen dat als een geste. We moeten daarvan afgeraken. Je moet dat duidelijk reglementeren zodat iedereen weet waar hij aan toe is.
Als bevoegd minister moet u duidelijke opties nemen voor de toekomst van de regionale omroepen. Het zijn semiprivate ondernemingen, behandel ze dan ook als semiprivate ondernemingen. Als je kijkt naar de resultaten, zie je dat de grote jongens die deel uitmaken van een grotere structuur, geen problemen hebben. Vooral de andere die los staan van een grotere constructie, hebben het moeilijk. Het is uw taak als minister van Media om naast de VRT ook rekening te houden met de regionale omroepen. Ik pleit ervoor om die mensen een perspectief te geven op langere termijn. Desnoods moeten we het decreet eens van dichtbij bekijken.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Ik had de indruk dat de heer Decaluwe de nuance in mijn uiteenzetting niet volledig heeft begrepen. Het gebeurt wel eens meer dat de nuance bij de heer Decaluwe een beetje zoek is. Ik heb niet gezegd dat Telenet alles moet ophoesten. Ik heb wel gezegd dat er een verantwoordelijkheid is voor de overheid die ze moet nakomen, onder meer gelet op de modaliteiten die de overheid oplegt aan die regionale zenders. Doet de overheid op dit moment genoeg? Minister, ik vind van niet, u vindt van wel. Daarin verschillen wij van mening. Ik vind dat ook bedrijven, zelfs beursgenoteerde bedrijven die opereren in onze samenleving, ook een verantwoordelijkheid hebben tegenover die samenleving. Dat onderscheidt mij als nationalist van een liberaal, of dat onderscheidt mij als sociaal voelend Antwerpenaar van de koude, zakelijke West-Vlaming, maar dat is nu eenmaal mijn manier van denken.
De heer Philippe De Coene : Voor alle duidelijkheid: ik heb de vergelijking gemaakt met het voetbalcontract omdat ik gewoon objectief vaststel dat op een zeker moment een distributeur bereid is om zelfs iets meer dan 50 miljoen euro uit te geven voor het uitzenden van de drie belangrijkste matchen op een moment dat men niet meer bereid is om te betalen voor het uitzenden van alle regionale zenders samen. Uiteindelijk is dat het uitzenden van content, twee keer, dat men niet meer bereid is te betalen. Men gaat van 4 miljoen euro naar 400.000 euro. Ik stel die twee fenomenen vast en ik stel me daar een maatschappelijke vraag bij.
Ik heb er niet voor gepleit dat de minister zich in zoiets moeit en zelf naar de rechter stapt. Ik denk alleen maar dat, als het nog enige tijd blijft duren en als de regionale omroepen zich baseren op de toepassing van de auteursrechterlijke vergoeding en de naburige rechten en de uitbetaling ervan, het wel eens zou kunnen en ik zou daar ook begrip voor hebben indien het gebeurt dat men dit laat beslechten door een rechter. Dat zou niet zo onnatuurlijk zijn.
Hier worden appelen met peren vergeleken. De Vlaamse overheid betaalt iets meer dan 2 miljoen euro voor de regionale omroepen. Een van de distributeurs is nog bereid om van 4 miljoen euro naar 400.000 euro te gaan, de geste. Wel, als we de gestes tegenover elkaar zetten, dan staat er een van 400.000 euro tegenover een van 2 miljoen euro, dat is nog één vijfde.
Puur wettelijk is dat volgens mij zelfs geen geste, het is een vergoeding zoals wordt opgelegd in de federale auteurswet. Voor die zogenaamde geste ontvangt die welbepaalde distributeur vandaag via de factuur die wij allemaal krijgen wij allemaal met ongeveer 2,3 miljoen abonnees per jaar recurrent 80 miljoen euro! Dat is de geste. Is het dan zo ongepast om te vragen of we even mogen weten wat er geïnd wordt bij de abonnee? Mag de abonnee als volwassen klant misschien ook weten wat de distributie van die auteursrechten is? Ze betalen die immers wel. Het enige waar ik voor pleit, is voor een soort consumer empowerment. Is dat te veel gevraagd? Ik denk het niet. Ik stap absoluut niet naar de rechter, dat is het laatste. We moeten proberen om invloed aan te wenden.
Verschillende sprekers zeiden dat de inspanning van de Vlaamse overheid verminderd is. Destijds was het inderdaad veel meer. Toen we op kruissnelheid zaten, was er sprake van 4 miljoen euro. Op een zeker moment ontbreekt het aan engagementen inzake overheidscommunicatie. We hebben gemerkt dat die de laatste tijd niet voor de volle 100 procent werden waargenomen, maar wellicht is overheidscommunicatie niet uw bevoegdheid, minister. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Minister Ingrid Lieten : Dames en heren, ik wil nog twee dingen duidelijk stellen. Een, de regionale zenders liggen me na aan het hart. Dat zult u begrijpen, want ik ben een Limburgse. We werken daaraan.
Twee, ik vind dat het niet kan dat in de onderhandelingen tussen Telenet en de regionale zenders, Telenet nu plots zegt dat het niet langer betaalt en dat de overheid maar moet bijspringen. Ik zal er inderdaad op blijven aandringen dat men opnieuw aan tafel gaat zitten om tot een rechtvaardige verdeling van de auteursrechten te komen. We zullen daarop verder inzetten.
Een paar zaken werden hier ten onrechte gezegd.
Mijnheer Verstrepen, het is niet zo dat de regionale zenders alleen maar nieuws mogen uitzenden. Er is een groot verschil tussen wat de regionale zenders vandaag uitzenden. Ze mogen ook andere programmas maken die wel sexy zijn en die wel adverteerders kunnen aantrekken. Sommige doen dat, andere niet.
Mijnheer Caron, we zitten nu al in een gemengd financieringssysteem. Ze krijgen inkomsten van de overheid, ze krijgen inkomsten van Telenet en ze kunnen extra inkomsten uit de private markt krijgen. Nu houdt de discussie de facto in dat de verhoudingen anders zouden moeten zijn, dat Telenet zegt dat het minder wil betalen en dat de overheid meer moet betalen. Daar gaat het nu eigenlijk over. Ik aanvaard niet dat Telenet nu zegt dat het eenzijdig het aandeel van de auteursrechten voor de regionale zenders op een andere manier zal verdelen. Ik zal erop blijven aandringen dat men met de regionale zenders tot een aanvaardbaar vergelijk komt. Dat doet trouwens niets af van de inspanningen die de overheid moet leveren en die misschien ook nog zullen moeten toenemen in de loop der tijden. We hebben samen een toekomstplan ontwikkeld inzake de regionale zenders, en daar zal ik ook verder uitvoering aan geven.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik volg uw redenering en ik hoop dat Telenet binnenkort de discussie over de kabelrechten en de auteursrechten begint met de VRT en dat ze verlaagd worden. Ik hoop dat we dan mogen vaststellen dat u ook dan weigert om bij te passen indien de VRT zegt dat ze er niet komt. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
De voorzitter : Het incident is gesloten.