Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 29/09/2011
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over een snellere afhandeling van incidenten
- 2734 (2010-2011)
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de aanhoudende verkeerschaos
- 2786 (2010-2011)
Vraag om uitleg van mevrouw Lies Jans tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over het overleg in afwachting van nieuwe contracten in het kader van FAST+
- 2789 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de vertraging inzake de aanbesteding en toewijzing van FAST+- contracten
- 2791 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over het vrijmaken van de rijweg na ongevallen
- 2799 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over het vrijmaken van de rijweg na ongevallen
- 2804 (2010-2011)
Vraag om uitleg van mevrouw Griet Smaers tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over het sneller vrijmaken van de weg na een ongeval
- 2879 (2010-2011)
De voorzitter : Mijnheer Keulen, ik stel voor dat u uw beide vragen om uitleg samen behandelt.
De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Voorzitter, minister, collegas, mijn eerste vraag om uitleg is algemeen, de tweede is een toegepaste situatie.
De snellere afhandeling van incidenten steekt op gezette tijden de kop op. Touring heeft een aantal voorstellen gelanceerd waarbij het volgens zijn berekening mogelijk is het aantal verliesuren bij incidenten te verminderen met 70 procent. Touring heeft enkele provocerende, om niet te zeggen overdreven, stellingen gelanceerd. Tegelijk werd het debat daarmee opengetrokken, en dat heeft ook zijn verdienste.
In een van de voorstellen ging Touring te ver, maar de commotie daarover lanceerde wel het debat. Toch kan het nuttig zijn deze en andere voorstellen op hun merites te beoordelen. Immers, het aantal verliesuren op jaarbasis door incidenten ligt rond de 8 miljoen. Dat is 24 procent van het totale aantal van 32 miljoen verliesuren op jaarbasis. De kost van een verliesuur bedraagt in ons land gemiddeld 19 euro. Een significante vermindering kan een economisch verschil maken en dat kunnen we best gebruiken.
Praat maar eens met de transporteurs in Vlaanderen. Vroeger deden ze vanuit Limburg twee vrachten per dag op en neer naar de kust. Vandaag is dat in het beste geval nog één.
Touring stelde een aantal zaken voor.
Invoering van een gecombineerde federale auto- en vrachtwagenregeling, gericht op de snelle inzet van de bergers en hulpdiensten via een Centraal Meldpunt Incidenten. Dit meldpunt krijgt dan een oproep van de politiemeldkamer en kan meteen bergers inschakelen zonder dat de politie eerst ter plaatse moet zijn. De totale afhandeltijd van een incident wordt daarmee met gemiddeld 15 minuten verkort. Bij vrachtwagens is dat zelfs 90 minuten. Het aantal verliesuren vermindert met 40 procent.
Doorgedreven oefening van hulpverleners en evaluatie daarvan door de verschillende hulpverleningsdiensten. De tijdwinst bij de afhandeling van een incident kan daarmee oplopen tot 16 procent. Betere integratie van de meldkamers van hulpdiensten en verkeerscentra: tijdwinst 5,4 procent. eCall-meldingen waarbij voertuigen automatisch alarmcentrales contacteren bij incident: tijdwinst wordt geschat op enkele minuten. Snelle informatiedoorstroming gevaarlijke stoffen en niet pas bij aankomst van de brandweer: tijdwinst 20 minuten bij ongevallen met tankwagens. Doorsturen van de camerabeelden van de verkeerscentra naar de hulpdiensten maakt het makkelijker om meteen aangepast materiaal te voorzien: tijdwinst tussen de 5 en 10 procent.
De snellere afhandeling heeft ook een bijkomend positief effect op de verkeersveiligheid voor zowel hulpverleners, slachtoffers als weggebruikers omdat de kans op bijkomende ongevallen door onoplettendheid, inrijden op de staart van de file enzovoort, vermindert.
Nu wil ik het hebben over de praktijksituatie. Op 12 september moest ik om 10.30 uur op het partijbureau zijn. Ik vertrek thuis meestal om half negen. Die dag ben ik thuis gearriveerd om half een, maar Brussel heb ik niet gezien. Er was een ladingverlies van mout in Winksele. Daar knappen de mensen op af. Als de overheden aan elkaar zeggen dat ze ergens niet konden zijn omdat ze geen voertuig met bijzonder statuut hadden of omdat ze in de file stonden, dan zeggen de mensen: verdomme, u bent de overheid, los het op.
Meerderheid en oppositie moeten daarover elkaars rekening niet maken, we moeten dat oplossen. Dat is iets waar mensen op afknappen. Minister, ik weet dat u met het kabinet van federaal minister Turtelboom hebt gesproken.
Werden deze voorstellen in tussentijd door de administratie onderzocht en indien ja, wat zijn de bevindingen? Welke maatregelen zijn praktisch haalbaar voor omzetting in de praktijk?
Klopt het dat het materiaal dat noodzakelijk is om de rijvakken weer vrij te krijgen, niet over de pechstrook mag? Indien ze dat niet mogen, mag dat alvast wel onder politiebegeleiding. Hoe komt het dat dat dan niet werd toegepast? Er was ook sprake van om de civiele bescherming vroeger te mobiliseren. Op een bepaald moment hebben ze dat zelf naar buiten gebracht. Zij zitten een beetje in de verdrukking. Wat is hun verdere toekomst? Vandaag is dat een doorgedreven en sterk uitgebouwde brandweer, maar eigenlijk kunnen zij meer dan vandaag het geval is, worden ingezet. Bij overstromingen bijvoorbeeld zouden zij met hun materiaal en met hun professionele opleiding veel meer kunnen doen.
Hoe staat u tegenover de idee om ook voor ladingverlies iets dergelijks als FAST in het leven te roepen?
Ik wil ook nog even herinneren aan de suggestie van de heer van Rouveroij om bijvoorbeeld bij calamiteiten schermen te plaatsen waardoor de kijkfiles kunnen worden gereduceerd of weggewerkt. Wij hebben dat voorstel ingediend op 31 mei. Ik zie vandaag dat dit een beetje is gekaapt door collegas, wellicht omdat het een goed voorstel is. Binnen 2 à 3 weken wordt dit voorstel van resolutie van de heer van Rouveroij, mevrouw De Ridder en mezelf in deze commissie besproken.
Hier bestaat geen algemene waarheid. Hier bestaan geen tovermiddelen. Men moet vertrekken van goede wil, redelijkheid en creativiteit. De burger moet terecht van ons kunnen verwachten dat wij dit soort van praktische euvels oplossen. Wij worden daar trouwens ook op afgerekend bij de verkiezingen.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Een aantal maanden geleden werd in deze commissie een discussie gevoerd over de contracten met FAST. In elk geval is het duidelijk dat de files ons land beheersen. Iedereen heeft er bij momenten de buik van vol. Dag na dag zijn er files die ons land verkeerslam leggen. Files zijn gevaarlijk. Ik denk dan aan de kop-staartaanrijdingen. Daarnaast zijn files ook heel duur en bijgevolg ook zeer schadelijk voor onze economie. Ik had gisteren nog een gesprek met iemand van een bedrijf waarvan drie personeelsleden vast stonden in de file. Als dat een aantal keren per maand gebeurt, is zon bedrijf gewoon failliet. Files zorgen ook voor een slechtere luchtkwaliteit, wat de maatschappelijke kost nog verhoogt. Het is dan ook duidelijk dat de aanpak van het fileprobleem absoluut noodzakelijk is.
Minister, ik wil met u een aantal punten overlopen. Een daarvan is de rol van de Liefkenshoektunnel. We hebben het in deze commissie en in de plenaire vergadering al vaker gehad over het openstellen van de Liefkenshoektunnel zonder dat er een ongeval is gebeurd. Het zou zelfs ongevallen kunnen voorkomen.
Een ander punt is het opnieuw actief maken van FAST+ om obstakels na ongevallen snel te verwijderen. De heer Keulen verwijst terecht naar de civiele bescherming. Ik vind dat een heel goed voorstel dat zeker onderzocht moet worden.
Ik wil het ook hebben over de spreiding van het verkeer over de hele werkdag. Daarbij maak ik een link naar de PIEK-projecten. U had een PIEK-project lopen dat nu normaal gezien afgerond moet zijn.
Tot slot wil ik het nog even hebben over het rijden op milieuvriendelijke brandstoffen met als doel de luchtkwaliteit te beheersen.
Minister, in hoeverre werd onderzocht of de Liefkenshoektunnel voor de problematiek op de Antwerpse ring, in de nabije toekomst een belangrijke rol kan spelen voor vrachtverkeer? Ik heb gezien dat er intussen een affichecampagne is gestart voor het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel.
In hoeverre zal het contract met FAST vernieuwd worden? Zal er in elke provincie een FAST ingezet worden? Of wordt er een andere oplossing gezocht, onder meer met de federale politie, zoals momenteel gebeurt? Is dat project intussen geëvalueerd?
Het PIEK-project werd in samenwerking met twee bedrijven opgestart. Dit project moet ertoe leiden dat buiten de spitsmomenten, met andere woorden in de vroege uren of zeer late uren, op een stille manier kan worden geleverd met stillere voertuigen, en geluidsarm laad- en losmateriaal. Werd dit project inmiddels goed bevonden, en zal dit verder uitvoering krijgen in de strijd tegen de files?
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Minister, mijn vraag gaat vooral over de aanbestedingen en contracten inzake de FAST+-projecten. Onlangs vernamen we via de pers dat de nieuwe contracten voor FAST+ nog niet voor vandaag zijn. Het zou tot januari duren voor die nieuwe contracten klaar zijn.
In afwachting van de nieuwe contracten kondigde u aan in overleg te treden met de actoren om te kijken welke extra maatregelen kunnen worden genomen om de wegen sneller vrij te maken na een ongeval. U zou dat samen doen met de politie, de brandweer, het parket en het Vlaams Verkeerscentrum.
Het is niet de eerste keer dat deze problematiek hier wordt besproken. Op 19 mei gaf u in de commissie aan dat u aan uw administratie had gevraagd om een goede doorlichting te maken van de contracten en offertes. Een van de problemen was namelijk het lage of uitblijvende aantal inschrijvingen op een aanbesteding. Heel wat commissieleden drongen aan op meer transparantie en op de nood aan voldoende concurrentie bij de aanbesteding. U trad die opmerkingen bij.
Minister, wat zijn de resultaten van uw overleg van 9 september met als doel een aantal extra maatregelen te nemen om in afwachting van het afsluiten van nieuwe contracten het fileleed ten gevolge van ongevallen te beperken? Wat is het resultaat van de door u gevraagde doorlichting van de contracten in het kader van FAST+? Welke conclusies hebt u hieruit getrokken voor het opstellen van de nieuwe contracten? Kunt u toelichten waarom het afsluiten van nieuwe contracten opnieuw vertraging heeft opgelopen?
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Voorzitter, minister, collegas, het is naar verluidt nog maandenlang wachten op de nieuwe FAST+-teams om vrachtwagens na een ongeval of panne van de snelweg weg te takelen. Dat zulke files aanpakken door snelle tussenkomstprojecten nochtans vandaag onmisbaar is, bijvoorbeeld op de Antwerpse ring, werd helaas de voorbije periode meermaals aangetoond.
Minister, gisteren was er de primeur van de spitsstrook die geopend werd, maar die al de nodige vertraging had door files en andere problemen. Aan ambities en goede bedoelingen geen gebrek, maar het is nu eenmaal de spijtige realiteit.
Het vrijmaken van snelwegen na ongelukken, is en blijft een groot aandachtspunt. Ik geef nog een voorbeeld van maandagochtend 12 september. Een vrachtwagen verloor rond half zeven zijn lading mout op de E314 tussen Lummen en Leuven, waardoor de rechterrijstrook tussen Winksele en Gasthuisberg versperd was. De opgeroepen bulldozer die de weg moest vrijmaken, kwam echter zelf in de file terecht, en mocht naar verluidt niet over de pechstrook. In elk geval duurde het tot omstreeks 10 uur eer de snelweg weer volledig vrij was. De file had zich tijdens die uren uiteraard sterk uitgebreid in de hele regio.
Minister, aan ambities en goede voornemens geen gebrek en we kunnen alleen maar toejuichen dat er spitsstroken bij komen, maar we blijven wel zitten met de problemen die we vandaag kennen. De files en de kijkfiles na ongevallen zijn een heel groot probleem. Daarom hebben we gisteren een voorstel van resolutie ingediend dat iets verder gaat dan dat van de collegas van Open Vld, die al eerder een voorstel van resolutie hadden ingediend over de calamiteitenschermen, die toen nog in de onderzoeksfase zaten. We hebben pas het voorstel van resolutie ingediend nadat we de praktijkkennis hebben kunnen opvragen over de ring van Londen en enkele locaties in Duitsland en Nederland. Daar waren heel gunstige effecten. Daarom hebben we een verregaand voorstel van resolutie ingediend, dat hier zeker ter sprake zal komen.
Ondertussen zijn ook de prijzen van die schermen bekend. Men mag op ongeveer 1500 euro rekenen voor een dergelijke aanhangwagen met een scherm dat tot 100 of 200 meter kan worden uitgetrokken. Als we kijken naar de resultaten die men er in Londen en in Nederland mee heeft geboekt, is het absoluut het onderzoeken en het bekijken waard.
Minister, waarom stellen we dit voor? Wat willen we concreet in dat voorstel van resolutie hebben en waar verschillen we qua concretisering met het eerdere voorstel van resolutie? In Nederland en Engeland worden deze calamiteitenschermen gebruikt wanneer de politie de vaststellingen komt doen. De politie is daartoe bevoegd. Wij stellen voor dit toe te wijzen aan de brandweer wanneer die ter plaatse komt bij ongevallen, in plaats van aan de politie. Dat debat zullen we binnenkort in de commissie kunnen voeren. Ik denk dat we over de partijgrenzen heen moeten bekijken hoe we op een verstandige manier steeds beter zullen kunnen omgaan met files. Men moet niet telkens dingen heruitvinden. Als we in sommige landen bepaalde dingen zien waarvan de kostprijs meevalt en die een maximaal rendement geven, dan moeten we daarop inzetten.
Het voorstel van resolutie is alleen door onze fractie ingediend. Nogmaals, onze fractie staat steeds open om het voorstel van resolutie partijoverstijgend te bekijken en zelfs te gaan naar een unaniem voorstel van resolutie van alle partijen in deze commissie. De file is een probleem van elke Vlaming en het heeft er niets mee te maken welke kleur die Vlaming heeft. Daarom denk ik dat we bij dergelijke zaken partijoverstijgend moeten durven werken.
We zullen vragen om ook hoorzittingen te houden met de bedrijven die dit in Engeland en Nederland produceren. Die mensen willen dat hier komen toelichten. We hebben meermaals contact gehad met deze firmas. Minister, er zijn contacten geweest met de federale staatssecretaris van Mobiliteit door die firmas, maar die hebben laten weten dat er de voorbije maanden niets meer is gebeurd. Laten we dus zeggen: wat we in Vlaanderen doen, doen we beter.
Minister, ik had graag van u een antwoord gekregen op de problemen die we hebben gehad, en zeker over de FAST+-contracten, waarover er totaal geen duidelijkheid bestaat.
De voorzitter : Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Minister, mijn vraag heeft betrekking op een drietal elementen Eerst en vooral is dat het voorstel van Touring en de commotie die daarover is ontstaan in de maanden juli en augustus. Het voorstel had betrekking op het sneller vrijmaken van de snelweg na een ongeval. U hebt op 7 september laten weten dat er een overleg zou worden gepland met alle betrokken partijen om meer in het bijzonder in te gaan op een aantal van de voorstellen over hoe de weg effectief sneller en efficiënter zou kunnen worden vrijgemaakt. Een van de voorstellen die toen werden gelanceerd, was om takelwagens eventueel gebruik te laten maken van de pechstrook in geval van een ongeluk.
Het tweede element van mijn vraag betreft het FAST- en het FAST+-project. Collega Jans en andere collegas hebben er ook al naar verwezen. Er is een bespreking geweest op 19 mei in de commissie waar er werd aangekondigd dat er wordt gewerkt aan een nieuwe overeenkomst in het kader van het FAST- en het FAST+-project. Er werd toen ook meegedeeld dat de huidige werking van het FAST-project zou worden doorgelicht en eventueel aangepast.
Ik wil deze vraag nog wat meer opentrekken en niet beperken tot de FAST+-projecten en de voorstellen van Touring en de reacties daarop. Ik wil ook verwijzen naar de gedachtewisseling in deze commissie en de toelichting van Metaforum K.U.Leuven, met onder meer professor Tampère en de visietekst Personenmobiliteit in Vlaanderen. In de commissie van 22 juni 2011 werd verwezen naar het feit dat FAST in vergelijking met gelijkaardige buitenlandse initiatieven nog veel beter zou kunnen presteren. Professor Tampère verwees daarbij naar het proces van incidentmanagement in Nederland onder leiding van professor Immers van de Technische Universiteit Delft. In het kader van de gedachtewisseling en in het kader van de visietekst die we toen hebben gekregen, bleek dat er heel interessante voorstellen in verband met incidentmanagement in Nederland te vinden waren en dat men daar een stuk verder staat dan in Vlaanderen wat betreft de snelle en efficiënte afhandeling van incidenten. Vandaar het opentrekken van deze vraag naar eventuele uitgebreidere voorstellen die geënt zijn op Nederland.
Minister, wat is de uitkomst van het overleg dat u gepland had met de betrokken partijen na de ophef over de voorstellen van Touring? Zijn er uit dit overleg concrete voorstellen uit de bus gekomen? Zo ja, welke? Wat is de stand van zaken in de nieuwe aanbesteding voor het FAST- en het FAST+-project? Werden de voorwaarden voor deze aanbesteding aangepast aan de wensen tot verbetering en efficiëntieverhoging van incidentmanagement in Vlaanderen? Wat zijn de conclusies van de doorlichting van het FAST-project waarvan u melding maakte in de commissievergadering van 19 mei 2011? Welke zaken verliepen goed? Welke zijn voor verbetering vatbaar? Plant u aanpassingen of nieuwe initiatieven na de doorlichting van het project? Zo ja, welke? Tot slot, verwijzend naar de gedachtewisseling met de K.U.Leuven: zal Vlaanderen zich laten inspireren door het Nederlandse voorbeeld in het kader van incidentmanagement? Zal hierop verder worden gebouwd en gewerkt?
De voorzitter : De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers : Voorzitter, de vragen zijn door de voorgaande sprekers al overgenomen. Ik hoef ze dus niet te herhalen. Ik wil enkel principieel het woord nemen en me aansluiten bij de verontwaardiging van een aantal collegas met betrekking tot een aantal van de voorstellen van Touring die er echt over waren. Ik luister graag naar het antwoord van de minister.
De heer Jan Peumans : Collegas, wat me verwondert in uw vraagstelling, is dat niemand een link legt naar de federale overheid. Twee weken geleden om 12 uur s nachts gebeurde net voor mij een ongeval. Een Nederlander vloog de berm in en zat vervolgens te kermen in zijn verhakkelde auto. Een hoop mensen stopt dan en begint te gapen. Ik heb onmiddellijk de hulpdiensten gebeld en de brandweer van Hasselt was als eerste ter plaatse. De volgende die aankwam, was de MUG, en de derde was de wegpolitie. De dag nadien is een wegenwachter van minister Crevits gekomen om de schade op te nemen en een bestek op te maken van de schade aan de borden, de reling en dergelijke. De dag nadien of de avond zelf treedt er dan ook een verkeersdeskundige van het Openbaar Ministerie op om de nodige vaststellingen te doen.
De calamiteitenschermen werden geplaatst door de brandweer. Ik moest het gapende publiek eerst weghouden van de man, want die raakte nog meer in paniek. Het hele verhaal van incidentmanagement en FAST+ is de enige bevoegdheid van de minister, maar alle andere dingen zijn puur federale bevoegdheden die door de federale ministers in samenspraak met minister Crevits zouden moeten worden opgelost. Als de politie oordeelt dat een verkeerskundige ter plaatse moet komen door de aard van het ongeval met een of twee doden, dan zal niemand zeggen dat men de zaak meteen gaat opruimen. Het hangt van de aard van het ongeval af. De wegpolitie geeft gewoonlijk aan wanneer er wordt weggetakeld. Ik hoef minister Crevits niet te verdedigen, ze is daar veel te sterk voor.
Ik heb me vorige legislatuur beziggehouden met het incidentmanagement. U kunt een aantal vragen van mij daarover terugvinden. Ik stel vast dat de federale overheid op dat vlak nog niets is veranderd. Ik wil geen steen werpen naar welke minister ook. Het gaat over het snel op elkaar afstemmen van deze diensten. Het was nacht en dan denk je dat iedereen sneller ter plaatse is, maar de file was zeer lang op een bepaald ogenblik. Men wilde zelfs het verkeer afleiden. Ik ben verwonderd over al deze vragen, die allemaal zeer waardevol zijn, maar de federale overheid heeft hier een heel belangrijke rol in te spelen. Dat mis ik in de opmerkingen die zijn gemaakt. Ik heb het woord federaal niet één keer horen vallen.
De heer Jan Penris : Voorzitter, ik ben blij dat u voor een splitsing pleit. (Opmerkingen)
De heer Jan Peumans : Wie zich daar tijdens de vorige legislatuur intens mee heeft beziggehouden, is toenmalig minister van Mobiliteit Landuyt.
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Voorzitter, het is een beetje een jaarlijkse traditie als augustus ten einde loopt en september eraan komt. Dit is het vierde jaar dat ik minister van Openbare Werken ben en elk jaar heb ik cyclisch hetzelfde beleefd. In september zijn er steeds opnieuw veel ongevallen.
Het verkeer komt weer op gang. De voorbije weken hebben we echter echt spectaculaire ongevallen gezien. Op een bepaald moment stond heel het land op stelten. Het ging niet snel genoeg in de Kennedytunnel. We mogen echter niet vergeten dat daar twee vrachtwagens in elkaar waren gehaakt. Eén vrachtwagen vervoerde stellingen. Die stellingen zaten dwars door de andere vrachtwagen. Die vrachtwagens moesten met heel bijzonder materieel uit elkaar worden gehaald. Dat materieel kon de tunnel echter niet in. Dit was een zeer complex ongeval waar we niet aan hadden gedacht. Toch is het gebeurd.
Ik wil me nergens achter verbergen. Ik probeer enkel een stand van zaken te geven. Ik begin met een objectieve vaststelling. Het is echt enorm. Gisteren hebben bepaalde mensen me tijdens de plenaire vergadering misschien bleek zien wegtrekken. Vlak voor de spitsstrook in werking trad, viel er een vrachtwagen in panne. Een uur later heeft op een andere rijstrook een ongeval plaatsgehad. Iets later is een auto zonder brandstof daar ook nog in panne gevallen. Dit was werkelijk de wet van Murphy. Mijn woordvoerster had er buikpijn van. We konden er niets aan doen.
Hoewel de situatie vreselijk was, heeft de voorzitter terecht opgemerkt dat dit reclame voor de spitsstrook was. De spitsstrook is er. Ik hoop dat het vanavond iets beter loopt. Het betreft hier overigens een staaltje van innovatie dat we in Nederland hebben gehaald. Veel mensen hebben hier met gestage koppigheid aan gewerkt. Indien we niet koppig en doortastend waren geweest, was die strook er nooit gekomen. Ik heb dan ook een grote appreciatie voor de inspanningen die zijn geleverd.
Ik zal beginnen met de vragen over Files Aanpakken door Snelle Tussenkomst (FAST). De voorzitter heeft terecht opgemerkt dat dit niet volledig bij mij ligt. Ik wil dit even duiden. FAST is een samenwerking tussen de federale wegpolitie en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Die contracten worden niet exclusief door mij beheerd. Ze vormen een samenwerking tussen de wegpolitie en AWV om files op een, zoals de term al zegt, snelle manier aan te pakken.
De wegpolitie en niet AWV is de instantie die de opdracht geeft voertuigen met panne of na een ongeval op een snelweg ambtshalve te laten takelen. De wegpolitie en AWV hebben samen de bestekken opgesteld en aanbesteed. Het verschil met de situatie in gewone omstandigheden is dat stukken van de snelwegen aan takelaars worden toegewezen. De snelweg tussen punt a en punt b is voor een bepaalde takelaar en zo verder.
Indien een calamiteit wordt vastgesteld, roept de wegpolitie deze vaste takeldienst op om snel te komen. Het voordeel is dat de takeldienst aan kwaliteitseisen met betrekking tot het materiaal, de kennis en de aanrijtijden is gebonden. Het contract legt een aantal administratieve bepalingen op die de verwekker van de hinder een correcte afrekening garanderen. Ik heb het niet noodzakelijk over de veroorzaker van de hinder. Indien een vrachtwagen met hespen kantelt, veroorzaakt dit hinder. De chauffeur van de vrachtwagen is echter niet noodzakelijk de schuldige.
In afwachting van nieuwe FAST-contracten hebben de wegpolitie en AWV afspraken gemaakt om de continuïteit van het takelen van voertuigen op autosnelwegen te regelen. Indien er geen FAST-contract is, valt de wegpolitie terug op een beurtrol. Hierbij zullen verschillende takeldiensten gedurende een bepaalde periode van wacht zijn. Het spreekt voor zich dat het om dezelfde takeldiensten gaat. De aanrijtijden en de eisen ten aanzien van het materiaal zijn ondertussen de standaard geworden.
Er wordt veel commentaar op die aanrijtijden geleverd. We hebben een evaluatie uitgevoerd. In feite zijn er met betrekking tot de voorbije accidenten niet veel inbreuken op de aanrijtijden geweest. De takelaar is niet altijd het probleem. Zo raakten de kuisers niet bij de mout. Dat had niets met de takelaar te maken.
Ik zal even de grootste verschillen tussen een situatie met en een situatie zonder een FAST-contract overlopen. De takeldienst handelt de administratie handelingen volledig zelf af. De wegpolitie of het AWV moeten dit niet controleren. Er kunnen geen boetes worden opgelegd indien de takeldienst te laat aankomt. Het grote voordeel van FAST schuilt in de garantie met betrekking tot en in de betrouwbaarheid van de dienstverlening. Het bestek is zeer betrouwbaar en moet zeer rigoureus worden gevolgd.
We hebben de snelheid van de aanrijtijden na een aantal ongevallen geanalyseerd. We hebben vastgesteld dat deze snelheid niet het grootste knelpunt is. De takeling zelf en het vrijmaken van de baan kunnen, afhankelijk van de situatie ter plaatse, enige tijd vergen. Ik heb al naar het ongeval in de Kennedytunnel verwezen. Die vrachtwagens moesten letterlijk uit elkaar worden getrokken. De variatie van de ongevallen die gebeuren, is in feite enorm.
Het is mogelijk een takelaar te roepen. Afhankelijk van het ongeval is echter soms een bepaald soort materieel nodig. Sommige ladingen vergen de inzet van gespecialiseerd materiaal en goed getrainde mensen. Diensten als de civiele bescherming kunnen hier een belangrijke rol bij spelen. De civiele bescherming was niet uitgenodigd voor het eerste overleg. Dat is ondertussen rechtgezet.
Het ergert me dat de FAST-contracten vertraging hebben opgelopen. De markt heeft eind 2010 bijzonder slecht op de aanbestedingen gereageerd. We hebben toen besloten opnieuw aan te besteden. Er is ook heel wat kritiek gekomen. Als de markt niet goed op een uitgeschreven aanbesteding reageert, kunnen we het best eens nagaan waarom er niet voldoende is gereageerd.
De werkgroep, die ook leden van de wegpolitie en het AWV telt, heeft getracht de problemen op te lossen. De bestekken voor personenwagens en vrachtwagens zijn na een lange discussie aangepast. Die wijzigingen zijn ingrijpend. Het heeft allemaal langer geduurd dan eerst werd verwacht.
Tijdens de vorige legislatuur heeft mevrouw De Ridder op een bepaald ogenblik verklaard dat die contracten veel te duur zijn en dat mensen klagen. De afhandeling moet tenslotte door iemand worden betaald. We hebben dan ook getracht alle problemen op te lossen.
Ik overloop even de wijzigingen. De inschrijvingsvorm voor de bestekken is veranderd. Vroeger werd de prijs door de overheid per post vastgelegd. De inschrijver moest dan een percentage voor het volledige bestek opgeven. De nieuwe bestekken werken met een vermoedelijke hoeveelheid. Achteraf moet dat worden bekeken. De administratieve procedure is herbekeken. De grootte van de percelen is geëvalueerd. Iedereen krijgt een bepaalde zone toegewezen. We moeten ervoor zorgen dat die zones niet te groot of te klein zijn. Er moet voldoende concurrentie zijn. We zijn nagegaan hoe groot de percelen moeten zijn om een realistisch werkvolume te kunnen aanbieden. Het moet haalbaar zijn voor een normale takeldienst. De zones moeten ook voor de politiediensten werkbaar zijn. De bestekken voor vrachtwagens en personenwagens bevinden zich in de laatste rechte lijn.
Ik hoop dat die procedures begin volgend jaar volledig zullen zijn afgehandeld. Het heeft allemaal lang geduurd, waarvoor mijn excuses. Indien we ten gevolge van een te laag aantal inschrijvers niet kunnen aanbesteden, kunnen we de gelegenheid beter aangrijpen om eens goed over onze aanpak na te denken.
Het is zeker de bedoeling dat de FAST- en FAST+-contracten blijven bestaan. Ze zullen ook worden bijgestuurd. Daarnaast is er de samenwerking tussen de wegpolitie en het Vlaams Verkeerscentrum, die voor de dynamische signalisatie langs de wegen en voor calamiteitenroutes moet zorgen. Dit heeft niets met de afhandeling van incidenten te maken. Dit gaat om de afhandeling van het verkeer na een incident.
Dit brengt me bij de vragen over crisismanagement. Dit staat los van de aanrijtijden en de takelaars. Incidenten op de verzadigde of bijna verzadigde snelwegen die tot het Vlaams wegennet behoren, zorgen voor enorme problemen. Grote delen van ons wegennet, zowel snelwegen als onderliggende wegen, hebben hier last van.
Wat het incidentmanagement betreft, ben ik blij dat de voorzitter daarnet heeft verklaard dat dit de inzet van enorm veel partners vergt. Vooral op het terrein moeten al die partners verschrikkelijk goed, snel en efficiënt samenwerken.
Er is een veelvoud aan mogelijke scenarios. Er zijn pannes, kleine ongevallen, ongevallen met een beetje blikschade, ongevallen met zwaargewonden en mensen die het leven laten en ongevallen met rare ladingen die op de weg terechtkomen. Dit is enorm divers.
Als we het sneller willen laten verlopen, moeten we nagaan of we de afhandeling van die kleintjes kunnen versnellen. Ik heb het al vaak meegemaakt dat een kleine aanrijding tussen twee autos voor een enorme file zorgt. Die autos blijven dan urenlang op de weg staan tot iedereen is gearriveerd. De vraag is of dit al dan niet nodig is. We moeten daarnaast ook naar de grotere ongevallen kijken.
Er zijn heel veel beleidsdomeinen bij betrokken: dat van mijzelf want ik ben wegbeheerder, federale diensten, politie, brandweer, civiele bescherming, medische interventiediensten, takeldiensten, parket, wegbeheerders, tunnelbeheerders en het verkeerscentrum. We hebben een draaiboek voor incidentmanagement opgemaakt. Ik zou dat verder op punt willen stellen, maar gezien de vele actoren is het maar normaal dat ik als minister van Openbare Werken federaal minister van Binnenlandse Zaken Turtelboom daarbij ga betrekken. De heer Keulen heeft het gezegd, het is logisch dat u dat weet natuurlijk. Ik heb persoonlijk contact met haar opgenomen om eens te praten over het Vlaams draaiboek en een eventuele aanpassing ervan zodat er een automatische aanpak kan ontstaan.
Ik geef een voorbeeld. Bij een ongeval, zegt Touring, moet de politie onmiddellijk de takelaar oproepen, nog vóór de ambulance. Maar dat heeft voor- en nadelen. Dat kan goed zijn als het takelen dringend is, maar als de takelaar daar anderhalf uur staat te niksen omdat hij moet wachten tot de medische diensten hun werk hebben gedaan, dan kost dat heel veel. En wie moet dat betalen? We moeten tot goede afspraken komen.
Er zijn in het verleden al grote inspanningen geleverd. Ik wil niemand iets wijsmaken, een ongeval zal altijd hinder veroorzaken en zijn afhandeling op het terrein vergen. Er zijn al verbeteringen gebeurd. Op 9 september 2011 was er overleg tussen het AWV, het Verkeerscentrum, de federale politie, het parket en de vertegenwoordiging van de lokale politie. Dat verliep zeer goed. Op 12 september 2011 was er het Minder Hinder-protocoloverleg. Er kwamen heel veel voorstellen, onder andere van Touring, VAB en de camionsector. Ik heb vooral het debat laten woeden zonder knopen door te hakken. De wereld zal morgen nog niet veranderen. Het is mijn bedoeling om nu met minister Turtelboom doorbraken te gaan realiseren.
Touring wil bijvoorbeeld één federale meldkamer. Op het overleg werden hier een aantal kanttekeningen bij geplaatst. Bij de invoering van het nummer 112 zullen de politie en brandweer een gezamenlijke meldkamer hebben. 100 + 101 is 112. (Gelach)
In de toekomst zal de communicatie tussen beide dus beter moeten verlopen. Op het terrein is men enorm tevreden over de prestaties van de brandweer. Er is geen kritiek, maar men moet elkaar begrijpen. De meldkamer krijgt alle oproepen binnen, ook de gewone medische noodoproepen en niet enkel de verkeersgerelateerde oproepen. Dit laten samenkomen in één gemeenschappelijke meldkamer is delicaat. Dat moet worden besproken met de federale collegas. Ik hoop dat we over enkele weken al enkele bijsturingen kunnen realiseren. Alle voorstellen worden besproken.
Waar we in het verleden schromelijk tekortschoten, is dat we veel te weinig lessen trokken uit grote ongevallen. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid. We hebben nu afgesproken om na zware ongevallen debriefings te organiseren. We gaan zoeken naar de fouten. Het is gemakkelijk om het allemaal op de takelaar te steken. Na een groter incident komt er voortaan minstens een telefonische consultatieronde. Het AWV zal tweemaal per jaar een overleg organiseren om een evaluatie te maken van incidenten. Dat moet al een en ander oplossen.
We moeten zeker de zwartepiet niet doorspelen aan elkaar. We willen dit allemaal oplossen. Ik verwijs naar federale initiatieven. Er zijn simulatieoefeningen georganiseerd op de R0 om iets bij te leren.
De voorzitter vroeg ernaar, bij een ongeval moet er een deskundige ter plaatse komen. Daarom wil men nu fotogrammetrie inzetten als alternatief. Het is een fotografeertechniek waarmee men zeer snel fotos kan nemen en later als er meer tijd is een reconstructie kan doen. Het werkt zeer goed. Ook Vlaams-Brabant wil daar nu mee gaan werken. De Antwerpse politie spreekt van een zekere tijdswinst. Dat zou voor heel Vlaanderen zinvol zijn.
Een ander idee is het gebruik van de pechstrook. Zonder blauw zwaailicht mag niemand daarop behalve de prioritaire diensten en voertuigen. Takeldiensten zijn niet prioritair. Mijn diensten rijden niet prioritair. Toen ze de mout moesten gaan opruimen met dat incident in september, reden ze zichzelf vast in het verkeer. Ik ga met staatssecretaris Schouppe van Mobiliteit praten om die voertuigen prioritair te maken. Er is een voorstel om in het nieuwe ontwerp van wegcode vast te leggen dat iedereen die wordt opgeroepen door de politie automatisch de pechstrook zou mogen gebruiken, dus ook takelaars en mijn diensten. Ik heb daar niets op tegen. Maar dat blauw zwaailicht heeft wel nog als groot voordeel dat de mensen opzijgaan. Bij grote drukte en als de pechstrook gebruikt wordt als afrit, zit de auto van het AWV zonder zwaailicht toch nog vast.
Een interessant idee zijn de kijkschermen. Er bestaat op vandaag een protocolakkoord tussen de federale wegpolitie en de civiele bescherming over het ter plaatse brengen van kijkschermen. Deze dienen vooral om slachtoffers af te schermen en niet zozeer om kijkfiles te vermijden. Ik heb er geen probleem mee om uit goede voorbeelden te leren. We moeten nog uitvinden wie het best geschikt is om zulke schermen te komen plaatsen. Is dat het AWV? De politie? De brandweer? Ik kan er geen uitspraak over doen. Het is overigens niet altijd opportuun om een scherm te plaatsen. Het kan niet in alle omstandigheden. Het hangt ook af van de aard van het ongeval. Ik ben zeker bereid om dat te onderzoeken. Ik ben niet bereid om vandaag honderd schermen aan te schaffen. Misschien blijkt uit het overleg dat een federale dienst daar veel beter kan voor instaan.
Nederland staat vandaag inderdaad verder in het incidentmanagement. We moeten de goede punten daarvan bekijken. Wat het takelen op zich betreft, nogmaals, is het zeker niet zo dat de Nederlandse takelbedrijven beduidend beter of sneller zouden zijn dan de Vlaamse. Ik ben daar misschien wat chauvinistisch in. De markt van de Nederlandse takelbedrijven is er eerder een van vele kleinere takeldiensten, terwijl in Vlaanderen de markt bestaat uit minder maar grotere takeldiensten. Er bestaat trouwens nog een groot verschil tussen Nederland en Vlaanderen, en dat is het retentierecht. De takelaar kan daarmee het voertuig inhouden tot de takelfactuur betaald is. Dat kennen wij niet. Dat is een knelpunt. Ik wil dat alles goed geregeld geraakt. We mogen ons laten inspireren door Nederland maar dat kan gelet op de regelgeving niet altijd. Ik denk erover na.
Betreffende het moutincident had u heel wat vragen. Het ging om een incident waar geen takeling bij verricht diende te worden. De band met FAST was er dus niet. Dat er zon lange file ontstond doordat FAST er nog niet was, klopt niet. Het lijkt me niet wenselijk om het opruimen van de rijbanen binnen FAST onder te brengen. Dat is immers takelen. Het is de brandweer die instaat voor het ruimen van de weg en daartoe opdrachten kan geven aan het AWV.
Samenvattend kan ik stellen dat de contacten gelegd zijn met de diverse bevoegde federale ministers. De FAST+-contracten hoop ik binnenkort te kunnen lanceren. Ik hoop ook dat er binnenkort een doorbraak is om te zorgen voor een verbetering bij die knelpunten. We doen ook aan nazorg en zelfevaluatie.
Mevrouw Van den Eynde, het Piekproject wordt geëvalueerd. Ik verwacht het definitieve rapport eind oktober. Ik denk dat daarover een boeiende bespreking kan worden gevoerd in deze commissie. Het is de bedoeling een aantal leveringen buiten de spits te laten gebeuren. Dat betekent s ochtends vroeg of s avonds laat. Veel gemeenten stellen dat men dat niet mag doen. Hier zou het kunnen op voorwaarde dat wordt geïnvesteerd in geluidsarm laden en lossen. Twee warenhuizen werken daaraan mee in een aantal gemeenten in Vlaanderen. Het is volop bezig. Ik verwacht de evaluatie eind oktober. Dan is het de bedoeling om samen met de VVSG te bekijken hoe we een veralgemeend systeem kunnen inpassen, waardoor er toch wat ademruimte zou ontstaan, zeker met betrekking tot de fijnmazige distributie.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, ik heb vier korte replieken. Ik denk dat het sleutelbegrip en het werkpunt voor de nabije toekomst het concreet vorm geven van het incidentmanagement is. Daarvoor zullen inderdaad meerdere wegen bewandeld moeten worden.
U hebt ook zelf aangegeven dat een open geest nodig is als het gaat over de nieuwe technieken, de fotogrammetrie. Het komt erop neer dat de digitalisering wordt ingeschakeld. De verzekeringsmaatschappijen doen daar soms moeilijk over. Die hebt u nog niet vermeld. Die moeten ook mee rond de tafel zitten. Ze doen achteraf soms moeilijk als er onvolkomenheden zijn bij de pvs. U mag de verzekeringssector niet vergeten bij het overleg.
De calamiteitenschermen worden in Nederland al meer algemeen toegepast. Misschien moet u daar ook eens naar kijken. De goede samenwerking tussen overheden en autoriteiten lijkt een dooddoener, maar is in dezen letterlijk van levensbelang.
Ik eindig met een niet onbelangrijk detail: de mout op de weg. U moet het stelsel van prioritaire voertuigen uitbreiden. De aanleiding is banaal, om niet te zeggen triviaal. De gevolgen zijn echter catastrofaal op het vlak van tijdverlies en fileopbouw. Via het uitbreiden van het stelsel van de prioritaire voertuigen kunt u proberen daaraan te remediëren.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, uit uw antwoord maak ik op dat u toch opteert voor een samenwerking met FAST+ en dat de markt daarop momenteel onvoldoende reageert. Tijdens een eerdere discussie had u zelf de noodzaak in vraag gesteld om in elke provincie een FAST+-team in te zetten. Gaat u werkelijk door met het plan om in elke provincie een FAST+-team in te zetten? Gaat u verder overleg plegen over het voorstel om de civiele bescherming in te zetten en de brandweer meer in te schakelen? Ik weet dat er een grote hervorming is geweest binnen de brandweer in heel het land, waarbij de zones en de hulpverleningszones op gewestwegen duidelijk zijn afgebakend, zodat elk korps weet op welke plaats het moet ingrijpen. Als er een duidelijke afbakening is, kan dat een enorme meerwaarde betekenen bij de aanpak van de problematiek. Ik zou dat zeker meenemen als u daarover onderhandelt met minister Turtelboom.
Ik ben ook heel tevreden dat u zelf inziet dat het analyseren van ongevallen heel belangrijk is en zeker een meerwaarde kan betekenen. Ik hoop dat binnenkort de verkeersongevallenanalyse, die we in ons voorstel van resolutie hebben gevraagd, verder zal worden doorgevoerd.
Uit het antwoord op de schriftelijke vraag over het Piekproject had ik begrepen dat het eind augustus zou aflopen. U zegt dat u de evaluatie eind oktober verwacht. Met de commissie Leefmilieu zijn we naar een van de warenhuizen gegaan die aan het Piekproject deelnam. We hebben die wagens gezien. Ze waren enorm geluidsarm en ook nog eens milieuvriendelijk. Ze reden op CNG. Als we de wagens die vooral in de distributiesector voor de warenhuizen rijden, buiten de spitsmomenten kunnen inschakelen, dan zou dat een meerwaarde betekenen en positief zijn in uw beleid tegen de files. Ik hoop in elk geval dat het project een opvolging krijgt.
U hebt geen antwoord gegeven met betrekking tot de Liefkenshoektunnel. Ik denk dat dat een zwaardere discussie wordt.
Minister Hilde Crevits : Die wordt toch tolvrij gemaakt bij ongevallen.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Wel als er ongevallen zijn. Als u die tunnel echter permanent tolvrij zou maken, zou u misschien veel meer ongevallen kunnen voorkomen. Nu wordt die enkel tolvrij gemaakt bij ongevallen. Dat is eigenlijk het tegenovergestelde. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Als we moeten wachten op dat masterplan! Ik denk dat de regeling met de Liefkenshoektunnel gemakkelijker is.
De voorzitter : Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Lies Jans : Minister, u hebt een heel uitgebreid antwoord gegeven. De doorlichting en de evaluatie van de contracten is gebeurd. Ik ben benieuwd naar de nieuwe aanbestedingen en wat daar het resultaat van zal zijn. We zullen afwachten en, indien nodig, nieuwe vragen stellen.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat de collegas al duidelijk naar voren hebben gebracht wat er besproken is en waar de aandachtspunten moeten liggen. De komende periode moeten we zeker de debatten voeren, en zeker over die schermen, waarvan het effect in andere landen bewezen is. U stelde al de vraag wie die dan moet aankopen. Ik kan alleen het standpunt van mezelf geven: dat is Vlaanderen. Wij staan in voor het beheer van de wegen. We zijn ook verantwoordelijk voor de Vlamingen die de wegen gebruiken. Voorzitter, ik weet dat het geen Vlaamse bevoegdheid is, maar Vlaanderen kan perfect dergelijke zaken aankopen en ter beschikking stellen. Ik denk dat we dat het best bespreken als het voorstel van resolutie aan bod komt.
En, wie weet, misschien zijn er nu onderhandelaars vlijtig bezig om dat deel van de mobiliteit naar Vlaanderen te brengen.
De heer Jan Peumans : Mijnheer Reekmans, ik knikte daarnet even van nee. Ik moet niet namens de minister antwoorden, maar het punt dat ik wil maken, is dat de wegenwachter de eerste is die wordt aangesproken. Om 7 uur s avonds zit die ook thuis tv te kijken. De eerste die aanwezig is, is gewoonlijk de wegenpolitie ofwel de brandweer. De wegenpolitie kan moeilijk die schermen meenemen. Degene die het meest is aangewezen, is de brandweer. Die heeft de grote middelen om dat allemaal te vervoeren. De wegenwachter met zijn kleine Renault voorzien van een Vlaamse Leeuw kan dat niet. Het zal niet Aloïs van om de hoek zijn.
De heer Peter Reekmans : Mijnheer Peumans, daarnet heb ik al toegelicht hoe ik het zie.
De heer Jan Peumans : Dan zijn we het weer eens met elkaar. Er gaat iets groeien tussen ons beiden.
De voorzitter : Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : De FAST+-projecten moeten, letterlijk en figuurlijk, zo snel mogelijk van de baan zijn. We kijken natuurlijk uit naar die nieuwe contracten en hopen dat er wat efficiëntiewinst wordt geboekt.
Ik besluit ook dat er in samenwerking met de federale minister van Binnenlandse Zaken heel wat werk wordt geleverd inzake het incidentmanagement. Ik hoop dat er nieuwe ideeën ontstaan, onder meer vanuit Nederland. Alle andere goede voorbeelden vanuit Europa of daarbuiten kunnen natuurlijk helpen. Ik hoop dat we zo snel mogelijk een snellere en efficiënte afhandeling kunnen hebben met het incidentmanagement.
De voorzitter : Het incident is gesloten.