Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 04/10/2011
Interpellatie van de heer Carl Decaluwe tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de transfercarrousel van personeel bij de VRT
- 227 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de leegloop van medewerkers bij de VRT
- 2768 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Minister, de laatste tijd is er een opvallend verloop van mediapersoneel. Ik trap een open deur in, de kranten hebben er vol van gestaan. Het gaat hier specifiek over de overstap van VRT-personeel naar de commerciële omroepen. De overname van VT4 en de problematiek van het voetbalcontract zijn mee de oorzaken van de globale transfercarrousel, met onder andere enkele VRT-sterkhouders. Ondertussen zijn er ook twee topfiguren opgestapt: de directeur-generaal van de Vlaamse Mediamaatschappij van vtm en de topman van VT4. Er is veel nervositeit in de sector. Ik ga al die transfers niet overlopen, minister. Het is allemaal in de media gekomen. De ene is al belangrijker dan de andere.
Moeten we over personeelsbeleid discussiëren? Ik pleit er eerlijk gezegd voor dat dat bij de gedelegeerde bestuurder en het directiecomité van de VRT blijft. Het is totaal geen inmenging, maar ik wil wel mijn bekommernis uiten. De huidige situatie doet vragen rijzen over het beleid en het toekomstige beleid. U zet ook in op talentmanagement, minister. Talent dat is gekweekt bij de openbare omroep verlaat de Reyerslaan.
Minister, nu weet ik ook dat er in de privésector voor cruciale functies meestal een niet-concurrentiebeding in de arbeidscontracten staat. Dat wordt onder meer gedaan om de bedrijfsknowhow en -strategie toch deels te vrijwaren. De vraag rijst natuurlijk wat een cruciale functie is.
U hebt er de jongste jaren terecht de nadruk op gelegd dat de openbare omroep moet proberen steeds meer op eigen mensen in te zetten, daarin te investeren en hen te vormen. Dat is ook deels bevestigd in de nieuwe beheersovereenkomst. Er is nu eindelijk ook een nieuwe humanresourcesdirecteur. Die functie is een tijd vacant geweest. Dat is dus positief.
Deze commissie heeft echter een aantal buitenlandse zenders bezocht en daaruit het volgende geleerd. Wat is een cruciale functie? Het schermgezicht is blijkbaar een bijzonder belangrijke functie, al was het maar omdat die bij een overstap naar een andere omroep gewoon kijkers meeneemt. We kennen een aantal van die gevallen in Frankrijk. Ik verwijs ook naar de BBC. Meestal hebben die het niveau van voetbalvedetten en gaat het over dezelfde transfersommen.
De openbare omroep heeft belastinggeld geïnvesteerd in die personen. Als zij plots vertrekken en kijkers of strategische beslissingen meenemen, dan vind ik dat dit parlement daar minstens aandacht voor moet vragen en dat we moeten bekijken hoe we daar op een zo correct mogelijke manier mee moeten omgaan.
Minister, hoe hanteert de openbare omroep het niet-concurrentiebeding in zijn arbeidscontracten? Welke richtlijnen liggen aan de basis ervan? Hoe wordt bij de VRT nieuw talent gerekruteerd om de lege stoelen die zijn ontstaan door de transfers, te vullen? Wat is het huidige talentbeleid? Hoe en binnen welk tijdsperspectief wordt er opgetreden om te voorkomen dat er nog meer ervaring en talent bij de VRT verloren gaat, door het vertrek naar de commerciële zenders door onder meer aantrekkelijke financiële voordelen? Beschikt de VRT over specifieke budgetten om daar eventueel een antwoord op te bieden? Is het geoorloofd dat een personeelslid dat wordt opgeleid met belastinggeld, zomaar kan vertrekken naar de commerciële media? In welke mate beïnvloedt de nieuwe beheersovereenkomst deze transfercarrousel? Die laatste vraag is misschien een kwestie van persoonlijke inschatting. Dit is natuurlijk geen exacte wetenschap, maar het is misschien toch goed om daarover na te denken.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik sluit me aan bij de heer Decaluwe. Zoals u ook hebt gemerkt, kende de VRT de voorbije maanden een leegloop qua werkkrachten, en subjectief bekeken van de verkeerde werkkrachten. Het gaat immers over personen die werken en iets kennen. Er zitten er sowieso een paar te veel bij de VRT. Het ware beter dat zij zouden vertrekken, maar dat is een opmerking in de marge.
Het veranderde medialandschap is voornamelijk verantwoordelijk voor die leegloop. Na de overname van de voormalige SBS-zenders werd er al een verschuiving in dat medialandschap voorspeld. De transfers kwamen eigenlijk vrij snel op gang. Nu wil ik me ook helemaal niet bezighouden met het personeelsmanagement van de openbare omroep, maar de VRT is nog altijd een overheidsbedrijf, betaald door de belastingbetaler, en dan kun je daar toch iets meer over vragen. Dat de commerciële spelers komen shoppen bij de openbare zender is natuurlijk ook wel een compliment voor die openbare zender, want dat betekent dat daar kwaliteit en talent zit.
Minister, ik stel deze vraag omdat dit me eigenlijk enigszins doet denken aan de tijd dat de BRTN nog bestond, met het marmeren logo, en vtm begon. Toen was er een absolute leegloop, die als gevolg had dat de BRTN in een neerwaartse spiraal terechtkwam. Er is immers tijd nodig voor nieuwe mensen opgeleid zijn. Men kan tegenwerpen dat nieuw talent dan mogelijkheden kan krijgen, maar zo gemakkelijk is dat niet. Dan vraag ik me af of de openbare omroep geen geheugen meer heeft, of men er niets heeft geleerd. Het zijn ook niet alleen de bekende namen die verhuizen: ook minder grote namen worden weggekaapt. De openbare omroep heeft erop gereageerd. Dat is altijd gemakkelijk. Dan krijgen we van u nog een andere reactie. De oproep stelt dat dit onvermijdelijk is in een mediawereld in transitie.
Wat zijn de motieven van de mensen die vertrekken? De ene heeft het over een nieuwe uitdaging. Lees: beter betaald. Iemand heeft het over de belemmering van de artistieke vrijheid door de nieuwe beheersovereenkomst, die de nadruk legt op de publieke opdracht van de VRT. Dat vond ik een hele mooie. Ook heeft men het over de houding van de VRT-directie. Die wordt een gebrek aan daadkracht verweten. Zo zou het aanbieden van een tegenvoorstel pas na lang aarzelen gebeuren. Er wordt weinig aandacht besteed aan carrièreplanning voor medewerkers. Dat moet blijkbaar nú worden opgelost, nu blijkbaar een aantal mensen plots vertrekken, door het aantrekken van een nieuwe humanresourcesmanager, die een talentbeleid moet ontwikkelen. Als ik dat goed lees, is er totaal geen talentbeleid bij de VRT. Mensen gaan er nu vandoor, en voor dat talentbeleid is ontwikkeld, staan we aan het tempo van de openbare omroep twee jaar verder voor daar misschien vruchten van worden geplukt. Het lijkt me dat de concurrenten dan al met al het VRT-talent zijn gaan lopen. Dan komt dat dossier hier netjes opnieuw in de commissie en wordt hier gevraagd waarom de VRT er niet in slaagt om talent te ontwikkelen.
Het is hier daarnet al aangehaald. Ik vraag me af welke contracten er eigenlijk worden afgesloten met mensen in sleutelfuncties, mensen die toch zeer veel verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van de netten van de openbare omroep en de producten die naar buiten komen. Veel van dergelijke contracten, zelfs in de sector van de IT, in de sector van de nieuwe media, in de privésector, bevatten inderdaad een niet-concurrentiebeding. Volgens de informatie die ik nu heb, stappen mensen doodleuk over van de ene baan naar de andere baan in een concurrerend bedrijf. Ik ben daar niet tegen: dat is de vrije markt. Ze kunnen dat echter gemakkelijk doen en de week erop bij de commerciële concurrent werken, terwijl er totaal geen niet-concurrentiebeding is, wat betekent dat de openbare omroep, of de cel die bezig is met personeelszaken, blijkbaar eigenaardige contracten afsluit. Ik blijf dus wat op mijn honger ter zake. Dat zou ik graag willen weten.
Minister, heeft men het bij de onderhandelingen over de nieuwe beheersovereenkomst ooit gehad over een mogelijke leegloop van VRT-medewerkers, nu het Vlaamse medialandschap veranderd is? Is er ook sprake van geweest om de VRT-medewerkers in te lichten over die nieuwe beheersovereenkomst en het groeien van die publieke opdracht? Dan had men dit eigenlijk wel kunnen zien aankomen. Men had zich proactief kunnen opstellen, maar proactief denken of vooruitdenken is soms het probleem bij de openbare omroep.
Wat denkt u van het toenemende aantal vertrekkende VRT-sterkhouders? Zijn er op dit ogenblik accurate en snel te verkrijgen cijfers over in- en uitstroom bij de openbare omroep? Ik wil niet wachten op jaarverslagen, want dan zijn het weer vijgen na Pasen. Je kunt er toch niet omheen dat we in een snel veranderend medialandschap zitten. Wie een nieuw hrm-beleid wil voeren, moet minstens weten wat er aan het gebeuren is.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, de heer Decaluwe heeft erop gewezen dat het inderdaad niet gemakkelijk is om te beslissen of te definiëren wat dan wel die cruciale functies zijn. Geldt dat voor elk schermgezicht of elke presentator?
Het in contracten inschrijven van een niet-concurrentiebeding kost geld. Doorgaans staat daar een compenserende vergoeding tegenover. Wellicht kan de openbare omroep daar maar beter niet te licht over gaan.
Dat de beste werknemers worden overgenomen of overgekocht door andere bedrijven, is een fenomeen dat we overal zien. We zien het in de commerciële en in de niet-commerciële bedrijven en de non-profitsector dus ook bij de openbare omroep. Wellicht is de enige remedie dat je die mensen arbeidsvoorwaarden en contracten aanbiedt die aantrekkelijk blijven. Maar als de VRT op dat punt zou beginnen op te bieden, zouden wij waarschijnlijk de eersten zijn om daar kritiek op te hebben.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister, de vragen van mijn collegas verbaasden mij, maar anderzijds toch ook weer niet omdat er in het medialandschap voldoende flexibiliteit moet zijn voor mensen die andere uitdagingen willen aangaan. Maar het blijft wel een probleem. Het is niet iets recents. Is het ooit anders geweest? Bij de start van vtm zijn er heel veel mensen van de VRT naar vtm gegaan. De VRT kan, als zij er niet op een verstandige manier mee omgaat, dit commerciële opbod moeilijk winnen omdat de commerciële jongens over andere budgetten beschikken.
We hadden het hier al over het concurrentiebeding in bepaalde contracten. Wat zijn cruciale functies? Dat ligt voor de hand. Dat zijn schermgezichten, maar ook mensen die het beleid bepalen: hoofdredacteuren en dergelijke.
De aanleiding voor deze vragen is vermoedelijk de overstap van Liesbet Vrieleman naar SBS. Zij begint binnenkort bij De Vijver. Die overgang gaat veel te snel. Op die manier laat men heel veel knowhow van de VRT wegvloeien. De openbare omroep moet daar in zijn personeelsbeleid op een andere manier mee omgaan.
In de arbeidsovereenkomsten die de laatste vijftien jaar worden gesloten tussen de VRT en het personeel gaat het niet om statutairen maar om gewone medewerkers, die vandaag bij de VRT aan de slag zijn en morgen wellicht bij een andere omroep als er andere voordelen aan verbonden zijn. Als bevoegde minister moet u erover waken dat de expertise en de ervaring die worden opgebouwd bij de VRT, renderen en bij de VRT blijven. Of dat nu met belastinggeld gebeurt of niet, doet er weinig toe. U zult uiteindelijk finaal nooit kunnen vermijden dat mensen op een bepaald ogenblik de keuze maken om te vertrekken. Maar dan zou het zo moeten zijn dat ze een bepaalde periode niet in die sector kunnen werken, niet alleen niet bij de commerciële omroepen, maar in de hele sector niet. Dat is zeer courant in bedrijven. Dit moet ook bij de VRT een courante praktijk worden. Heel veel mensen gaan nu te gemakkelijk naar de concurrentie.
Omgekeerd komen er veel minder van de commerciële omroepen naar de openbare omroep. Het gaat meestal om VRT-medewerkers die naar de commerciële omroepen gaan. Het personeelsbeleid, het hrm en de contracten moeten hier transparant zijn, zodat mensen niet zomaar kunnen weggaan.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Collegas, i k heb jullie vragen voorgelegd aan de VRT. Ik kan u het antwoord op een aantal punctuele vragen geven. Daarna kunnen we daaraan een aantal bedenkingen toevoegen.
Tijdens de onderhandelingen over de beheersovereenkomst werden met de VRT diverse dossiers besproken met betrekking tot het personeelsbeleid van de openbare omroep in globo. Het specifieke luik dat vooral gaat over dat personeelsbeleid, werd ingeschreven onder punt 6.4, creativiteit en efficiëntie. Daarbij werd niet enkel gesteld dat de VRT een talentbeleid moet ontwikkelen om medewerkers aan te trekken, maar ook om deze in te zetten en te behouden.
De VRT meldt me dat de VRT-medewerkers sinds september in groepen stapsgewijs worden ingelicht over de nieuwe beheersovereenkomst en de toegenomen publieke opdrachten van de omroep. De beheersovereenkomst kwam immers tot stand in de zomermaanden, en in die periode en nadien is gewerkt aan de voorbereidingen om de nieuwe krachtlijnen en de verwachtingen ten aanzien van het VRT-aanbod, zoals ze zijn vermeld, goed te kunnen communiceren. Dat gebeurt sinds enkele weken aan de hand van interne informatiesessies bij de verschillende diensten. In die sessies wordt de nadruk gelegd op het belang van een goede uitvoering van de openbareomroepopdracht en op het feit dat de Vlaamse overheid een sterke en slagkrachtige openbare omroep belangrijk vindt.
Het is moeilijk in te schatten in welke mate de nieuwe beheersovereenkomst de transfercarrousel beïnvloedt. Een rechtstreekse invloed tussen het afsluiten van de nieuwe beheersovereenkomst en de huidige transfers in de Vlaamse mediasector is moeilijk aan te tonen. Natuurlijk weten wij allemaal dat er veel evoluties zijn in het medialandschap. Er zijn technologische evoluties en er verschijnen nieuwe partners op het terrein. Dat heeft natuurlijk ook een impact. De discussie over de onzekerheid of over de missie van de VRT zal ongetwijfeld voor sommige mensen ook een momentum vormen om een aantal zaken op een rijtje te zetten. Zo kan het dat er een aantal carrièrewissels gebeuren.
De wettelijke voorwaarden die aan het hanteren van een concurrentiebeding verbonden zijn, maken dat het voor een bedrijf als de VRT niet gemakkelijk is om dit toe te passen. De werknemers waarvoor een niet-concurrentiebeding in het contract wordt ingeschreven, worden volgens de wet in twee categorieën opgedeeld. Voor medewerkers met een jaarloon tussen 30.535 euro en 61.071 euro is het beding enkel toegelaten voor functies bepaald bij een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Voor medewerkers met een jaarloon van meer dan 61.071 euro kan dat ook, tenzij de functies in een cao uitgesloten zijn. Hier geldt dus de omgekeerde redenering.
Voor de VRT heeft dit gevolgen. De VRT valt als overheidsinstelling niet onder de wetgeving op de caos. Mutatis mutandis zou men hier een cao kunnen vervangen door een akkoord in het bevoegd onderhandelingscomité XVIII van de Vlaamse Gemeenschap. Dit veronderstelt met andere woorden een akkoord van de vakverenigingen. Bij ontstentenis van zon akkoord houden de loonvoorwaarden in dat het hoofdzakelijk om managementfuncties zou gaan waar we het toepassen van het concurrentiebeding zouden kunnen toepassen. Voor nieuwe contracten is dit dan ook steeds meer het geval. Daarin worden steeds meer dat soort formules opgenomen.
De tweede wettelijk bepaalde voorwaarde luidt: de kennis die door een concurrentiebeding kan worden beschermd, heeft enkel betrekking op een bijzondere kennis op technisch of handelsgebied. In meerdere vonnissen en arresten zijn deze bepalingen verder verfijnd. Uit lezing van deze vonnissen en arresten, samen met de wetgeving, blijkt dat je daar redelijk strikt mee moet omgaan. Voor de VRT betekent dit dat het aantal functies dat hieronder valt, eerder beperkt is.
De werkgever die dit beding zou inroepen, moet drie zaken aantonen: dat de medewerker dezelfde kennis gebruikt ten voordele van de concurrent; dat de medewerker die kennis bij hem heeft verworven; dat het gebruik van die kennis schade kan berokkenen. Dat vormt een hele bewijslast voor de werkgever. Het is voor de VRT moeilijk om aan te tonen dat iedere keer aan al deze voorwaarden voldaan is. Meer bepaald met betrekking tot creatieve kennis is het volgens de VRT zo goed als onmogelijk om te bewijzen dat de betrokken medewerker die niet van zichzelf had maar enkel door zijn vorige functie bij de VRT heeft kunnen verwerven.
Ten slotte moet de werkgever die een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst opneemt, een eenmalige vergoeding van minstens 50 procent van het brutoloon betalen, maximum voor 12 maanden loon, aan de medewerker die zijn contract wil opzeggen, voor zover de werkgever de toepassing van dit beding wil afdwingen. Als men de vrijheid van de medewerker beperkt, moet men bereid zijn om hiervoor een prijs te betalen.
Rekening houdend hiermee en met het gegeven dat de toenemende concurrentie een feit is van de afgelopen jaren, moet men voor nieuwe contracten die oefening maken. Men moet onderzoeken of men, rekening houdend met de wettelijke bepalingen, een concurrentiebeding kan inschrijven. Het is geen eenvoudige algemene regel die op al het personeel kan worden toegepast.
Hoe wordt er bij de VRT nieuw talent gerekruteerd voor de invulling van de lege stoelen? Wat is het huidige talentbeleid? Voor mediagerelateerde functies is de VRT nog altijd voor de meeste mensen een aantrekkelijke werkgever. Daarnaast zijn er bij de VRT, net als in de algemene markt, ook een aantal knelpuntfuncties waarvoor het een beetje moeilijker is om mensen te vinden. Dat geldt minder voor de creatieve sector dan voor de technologie.
De VRT-vacatures en ruimere informatie over werken bij de VRT zijn te vinden op de jobsite van de VRT. Voor sommige knelpuntfuncties doet de VRT soms een beroep op gespecialiseerde searchbureaus die in die specifieke profielen ervaring hebben. Soms wordt er een specifieke en gerichte campagne gevoerd. Er wordt ook ingegaan op opportuniteiten waarbij ervaren medewerkers uit de mediasector die op zoek zijn naar nieuwe uitdagingen, zichzelf aanbieden. In 2010 ontving de VRT 431 sollicitaties voor gepubliceerde vacatures. 132 mensen solliciteerden spontaan.
De VRT hecht ook veel belang aan het geven van kansen aan eigen medewerkers. Alle vacatures worden daarom ook intern bekendgemaakt. De VRT-medewerkers kunnen rechtstreeks solliciteren via een interne sollicitatiewizard. Zo werd in 2010 79 procent van alle vacatures door interne doorgroei ingevuld. De VRT stimuleert de groeikansen van de medewerkers onder meer door een breed aanbod aan interne en externe opleidingen.
De VRT bereidt de instroom van nieuw talent bewust voor en doet dit zowel via gerichte schoolstages als door haar aanwezigheid op jobbeurzen. De VRT maakt jaarlijks afspraken met de stageverantwoordelijken van de scholen of studierichtingen die jongeren voorbereiden op een job in de media. In 2010 deden zo 215 studenten een stage bij de VRT op een of andere dienst.
Hoe en binnen welk tijdsperspectief wordt er opgetreden om te voorkomen dat er nog meer ervaring en talent bij de VRT verloren gaat? Het retentiemanagement bij de VRT heeft verschillende dimensies. Het is immers niet alleen via attractieve financiële voorwaarden dat medewerkers kunnen worden gemotiveerd om te blijven, het betreft ook de jobinhoud en uitdagingen, de omgeving waarin wordt gewerkt, de doorstromingsmogelijkheden waarin wordt voorzien door interne bevordering enzovoort.
In een aantal van deze zaken kan de VRT buigen op een lange ervaring. Daarnaast zijn er een aantal zaken die in de nabije toekomst verder moeten worden bekeken. Laten we het hier maar zeggen: de problematiek van de huisvesting van de VRT is zeker een issue. Het is niet altijd de meest inspirerende werkomgeving.
Ook op het vlak van de financiële voordelen wil ik aangeven wat ook de heer Vandaele zei: daar moet de VRT wel wat rekening houden met de toegenomen concurrentie, maar moet als overheidsbedrijf geen zotte dingen doen. Dat is een evenwichtsoefening. De VRT is er zeker mee bezig om te bekijken hoe zij dat evenwicht kan bewaren.
Doordat we in een situatie zitten waar er in de markt heel veel verandert, betalen sommige concurrenten volgens de VRT bovenmatige bedragen aan bepaalde profielen die ze absoluut willen aantrekken. Recent kregen ook sommige VRT-medewerkers dergelijke voorstellen. Dan vind ik ook dat de VRT niet kan meedoen aan dat opbod. Voor een overheidsbedrijf zijn daar grenzen aan.
Hoe sta ik tegenover de toenemende lijst van VRT-sterkhouders die andere oorden opzoeken? Moet de VRT zich proactiever opstellen? Het is evident dat in een sterk gewijzigd medialandschap dat volop in beweging is, er zich sterke personeelsfluctuaties voordoen. Deze situeren zich niet enkel tussen de openbare omroep en de commerciële omroepen, ook tussen de commerciële omroepen zelf zijn er verschuivingen en mensen die van job veranderen.
De VRT stelt dat ze zich er in het voorjaar van bewust was dat de groeiplannen van de voormalige SBS-zenders en de reactie van de VMMa hierop, aanleiding zouden geven tot op zijn minst een kleine oorlog om talent. Daarop is een beleid uitgewerkt waarbij de VRT zich proactief heeft voorbereid op eventuele verschuivingen. Het klopt dat een aantal VRT-medewerkers zijn vertrokken, maar van die vertrekkers zijn er ook al weer enkele teruggekeerd.
De openbare omroep stelt dat ze niet altijd op dezelfde manier talentvolle medewerkers aan zich kan binden als de commerciële omroepen. Vooral het financiële argument voor sommige high profiles kan de VRT niet altijd volgen. Ze kan wel op andere manieren mensen aantrekken en overtuigen om bij de VRT te blijven.
Ik wil er een persoonlijke noot aan toevoegen. Misschien is het niet zo slecht omdat de VRT als openbare zender toch altijd de functie van kweekvijver voor talent op zich heeft genomen. Als mensen een opleiding krijgen en een talent ontwikkelen, en ze kunnen daarna elders in de sector tewerkgesteld worden, hoeft dat in zijn totaliteit voor de kijker en luisteraar in Vlaanderen geen slecht nieuws te zijn, integendeel. Het is iets waar de openbare omroep misschien sowieso rekening mee moet houden. Misschien moet ze er iets flexibeler of ruimdenkender naar kijken dan een privébedrijf dat zou doen. Ik vind dat in se geen negatief issue. Natuurlijk mag het er niet toe leiden dat de VRT onvoldoende talent in huis zou hebben om kwaliteitsvolle programmas te maken. Het evenwicht moet bewaard worden. Maar de VRT zelf is zich daarvan bewust en bereidt zich voor. Er is al op gewezen dat er een nieuwe HR-manager is aangeduid die haar schouders eronder zal zetten om het HR-beleid met al zijn aspecten, verder te ontwikkelen.
Precies om die reden hebben we in de beheersovereenkomst het belang van talent te ontwikkelen en te behouden als een specifieke doelstelling ingeschreven. De VRT zal dat zeker opnemen.
Beschikt de VRT hiervoor over specifieke budgetten? De VRT bereidt zich uiteraard voor om haar sterkhouders te behouden en probeert daarmee om te gaan. Is het geoorloofd dat een personeelslid dat wordt opgeleid met belastinggeld, kan vertrekken? Daar heb ik al wat op geantwoord. Het arbeidsrecht voorziet voor de werknemer in de vrijheid om van werkgever te veranderen. Het gaat meestal ook om contractuelen. Daar moet de VRT mee omgaan.
Er was een vraag van de heer Verstrepen over de cijfers. In het kader van het besparingsplan werden in 2010 twee maatregelen genomen. Medewerkers konden op vrijwillige basis kiezen voor diverse uitstapmaatregelen. Daardoor stroomden in 2010 161 medewerkers vrijwillig uit. Tegelijk werd een selectieve wervingsstop ingevoerd. Die maakte dat in 2010 slechts 39 nieuwe medewerkers in dienst zijn getreden.
Sinds 1 januari 2011 heeft de VRT opnieuw een 100-tal medewerkers in dienst genomen. Het gaat daarbij niet allemaal om voltijdse contracten van onbepaalde duur, maar ook om tijdelijke, projectgebonden contracten of om vervangingscontracten voor medewerkers die de VRT tijdelijk verlaten, bijvoorbeeld voor ouderschapsverlof. Die aanwervingen gebeuren binnen de toegewezen personeelscontingenten die deel uitmaken van het besparingsplan dat is heel duidelijk becijferd en maakt zo ook deel uit van de nieuwe beheersovereenkomst. Door dit besparingsplan is het totaal aantal personeelsleden bij de VRT in de eerste acht maanden van 2011 netto met 92 fulltime-equivalenten (fte) verminderd.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Er zitten positieve elementen in. De VRT doet inspanningen voor de nieuwe medewerkers misschien zou men dat voor de bestaande medewerkers ook moeten doen opdat die zich bewust zijn dat ze voor een publiek bedrijf werken.
Het is belangrijk dat men niet eindeloos kan en zal meegaan in het opbod. Men moet er zelf over oordelen hoe ver men daarin kan gaan.
Het is geen intrinsiek negatief verhaal, maar een bewustwordingsverhaal. Op het ogenblik dat we de vraag indienden, was er nog niet zo lang een HR-manager. Die plaats is meer dan een jaar vacant geweest. Het is geen zaak van de VRT. Heel de wetgeving omtrent het concurrentiebeding zit in hokjes. Ik heb de indruk dat dat destijds is geschreven vanuit de problematiek van industriële spionage, en dat het vooral te maken heeft met financiële, bancaire en industriële elementen. Als men bijvoorbeeld een cruciale pion verplaatst, kan dat misschien tot gevolg hebben dat men 5 tot 10 procent minder marktaandeel heeft. Ik ben altijd tegen de exclusiviteitscontracten geweest. Stel dat VT4 straks nog een groter marktaandeel wegkaapt, vooral op basis van knowhow die destijds jarenlang is opgebouwd bij de openbare omroep, dan was het misschien beter dat men daar anders mee had omgegaan.
Minister, mijn enige boodschap is dat men, via het signaal dat u van hieruit meegeeft, daar op een goede manier probeert mee om te gaan. Niet iedere functie is dezelfde. We moeten in het belang van de publieke omroep ons misschien niet protectionistisch opstellen want dat is een groot woord , maar we moeten er toch aandacht voor hebben om wat afscherming te hebben.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik dank u voor de zeer uitgebreide en duidelijke uitleg. Ik heb nog enkele aanvullende vraagjes.
Er is een oud zeer dat de kop opsteekt, daarom wil ik het onder de aandacht brengen. De VRT creëert mediamensen, leidt hen op, investeert met overheidsgeld en ziet dan op cruciale momenten deze afgewerkte producten vertrekken naar de privé en daar hun kapitaal opbouwen omdat ze dat bij de openbare omroep niet kunnen. Dat is een oud zeer. Je kunt het die mensen niet kwalijk nemen dat ze op andere plekken meer gaan verdienen omdat ze vinden dat ze het bewezen hebben. Daar zou toch meer aandacht aan besteed moeten worden.
Wat u hebt opgesomd, ging hoofdzakelijk over de contracten met mensen vast in dienst bij de openbare omroep. Je hebt natuurlijk ook een groot deel freelancers en freelancers die werken vanuit vennootschappen. Daarbij is het gemakkelijk een concurrentiebeding te creëren. Ik trek de lijn even door naar het management van de openbare omroep. Het zou interessant zijn om te weten volgens welke contracten het management op elk niveau van de openbare omroep werkt. Zijn dat vaste contracten of contracten via vennootschappen? Tony Mary en Piet Van Roe hebben via vennootschappen op een bepaald moment de VRT bestuurd. De vennootschap van Van Roe was eigenlijk de bestuurder van de openbare omroep. Nu werkt heel het management vast in dienst. Ook zij kunnen jobhoppen naar andere media zonder concurrentiebeding. Dat zou ik een verkeerd signaal vinden. Voor de rest kan ik me vinden in de uitleg.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Mijnheer Verstrepen, ik ben zelf absoluut tegenstander van zogenaamde vennootschapscontracten voor managers in de overheidsdienst. Ik kan natuurlijk niet spreken over het verleden, maar met mevrouw De Preter hebben we een gewoon arbeidscontract van onbepaalde duur afgesloten.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door de heer De Gucht werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.