Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 27/06/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Valerie Taeldeman tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de evaluatie van de netheidsbarometer
- 2485 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Minister, vorig jaar hebt u de netheidsbarometer gelanceerd op de trefdag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Via dit instrument kunnen lokale besturen de algemene netheid van hun grondgebied in kaart brengen. Nu blijkt uit een publicatie van de VVSG, het tijdschrift Lokaal van 16 mei 2011, dat de barometer in de praktijk weinig wordt toegepast. De barometer heeft nochtans zijn nut bewezen inzake het efficiënter maken van het netheidsbeleid. De netheidsbarometer kan worden beschouwd als een richtinggevend managementinstrument.
Alle gemeenten kunnen gebruikmaken van de netheidsbarometer. Het is dus niet noodzakelijk om reeds over een uitgewerkt netheidsbeleid te beschikken. Een netheidsbarometer kan dus in een gemeente zowel leiden tot de opstart als tot optimalisatie van het netheidsbeleid. Er is wel gebleken dat de invoering van een netheidsbarometer vrij arbeidsintensief is. Ook hebben de personen, die verantwoordelijk zijn voor metingen, nood aan training en ervaring.
Minister, weinig gemeenten zetten momenteel de netheidsbarometer in. Om hoeveel gemeenten gaat het precies? Welke verklaring kan hiervoor worden gegeven? De opstart blijkt vrij arbeidsintensief te zijn. Welke modaliteiten moeten worden vervuld? Worden er opleidingen gepland? Welk soort gegevens worden er via de netheidsbarometer vooral verzameld door de lokale besturen? Welke conclusies kunt u trekken uit de reeds beschikbare gegevens op het vlak van zwerfvuilbeleid?
Ik las in de krant dat in antwoord op de enquête uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse overheid, u stelde dat er een positief zwerfvuilbeleid moet worden gevoerd. Wat houdt dit concreet in?
Mevrouw Marleen Van den Eynde : In het tijdschrift Lokaal van de VVSG las ik ook een artikel over de netheidsbarometer. Ik dacht dat dat zich vooral toespitste op de verschillende soorten afvalcontainers die in de gemeenten worden geplaatst. Er is een probleem met de netheid van de inzamelcontainers. Men is verplicht een aantal containers te plaatsen, een aantal misschien niet. Dat kan op het containerpark worden ingezameld.
Ik stel vast dat er glas wordt gedeponeerd naast glascontainers. Ik stel vast dat textiel naast textielcontainers wordt gelegd. Ik stel vast dat veel mensen hun afvalzakken niet meer in de afvalcontainers doen, maar ernaast of in de vuilnisbakken van de gemeente. Er is wel degelijk een probleem. Hoe gaat u dit oplossen met de netheidsbarometer?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mevrouw Taeldeman, o p dit ogenblik gebruiken twintig gemeenten de netheidsbarometer. Er wordt ook gewerkt aan een meer gebruiksvriendelijke toepassing die de gemeenten toelaat om parameters, locaties en externe omstandigheden in te voeren naargelang de eigen prioriteiten en de lokale situatie. Zoals mevrouw Van den Eynde terecht aanhaalt, is de situatie in elke gemeente immers verschillend. We zullen ervoor zorgen dat die netheidsbarometer flexibeler wordt, zodat de gemeenten beter kunnen bepalen waarop ze inzetten. De standaardversie is op dit ogenblik niet voor elke gemeente ideaal of geschikt. Omdat de nieuwe toepassing nog verder ontwikkeld moet worden, wachten een aantal gemeentebesturen nog even af tot ze er is. Het is de bedoeling dat dit tegen het einde van het jaar rond is.
De gebruiker van de netheidsbarometer moet eerst zelf duidelijk bepalen welke informatie hij uit het instrument wil halen. Er is een keuze. Ofwel kan hij de algemene netheid opvolgen: de hoeveelheid zwerfvuil, het sluikstorten. Ofwel kan hij zich concentreren op hotspots, zoals rond de container, of de evaluatie van het zwerfvuilbeleid in een gemeente. Er is ook afstemming nodig tussen alle betrokken diensten. In functie daarvan kiest men locaties, parameters die men wil meten, en externe omstandigheden die worden gemeten. Deze gegevens moeten eenmalig ingevoerd worden.
Via de medewerkers van het netheidsnetwerk plannen we vormingssessies in elk intergemeentelijk samenwerkingsverband voor de personeelsleden van gemeenten die de netheidsbarometer moeten invoeren. De sessies zullen starten wanneer de nieuwe versie klaar is. Er zullen in alle geïnteresseerde intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vormingen worden georganiseerd.
Er worden in feite twee soorten gegevens verzameld: gegevens die een indicatie geven van de netheid van het straatbeeld, bijvoorbeeld hoeveel zwerfvuil is opgehaald, het aantal en de grootte van sluikstorten, de aanwezigheid van factoren die netheid beïnvloeden, en gegevens die informatie bieden over het gevoerde beleid, en dus een gemeente kunnen helpen om zijn netheidsbeleid bij te sturen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de toestand van de afvalbakken en over externe factoren. Een verkrotte site trekt bijvoorbeeld meer sluikstorten aan.
Alle gegevens zijn in het bezit van de gemeenten. Niet elke gemeente is bereid gegevens vrij te geven omdat ze willen vermijden dat een vergelijking wordt gemaakt. Dat ligt nogal gevoelig. Met de aangepaste barometer zullen de gemeenten op een anonieme manier hun gegevens kunnen delen. Dat zal het probleem van de baan helpen. Een vergelijking zal dan mogelijk zijn. Op die manier zullen we ook meer gecoördineerde gegevens hebben dan nu het geval is.
We willen de burgers positief benaderen. Om een verandering in gedrag te verwezenlijken, is een positieve benadering altijd effectiever dan een negatieve. Daarom gebruiken we in de nieuwe campagne een positieve boodschap: Zwerfvuil is niet meer van deze tijd. Zonder met de vinger te wijzen, willen we de burger attent maken op zijn gedrag en aantonen dat zwerfvuil maatschappelijk niet meer aanvaardbaar is. We willen de burger ook betrekken bij de strijd tegen zwerfvuil en aantonen dat we met zijn allen op de goede weg zijn. Een burger zal bijvoorbeeld zelf een affiche kunnen ontwerpen en aan zijn raam hangen. De bedoeling is dat het maatschappelijk bewustzijn uitdrukkelijker op de voorgrond komt, dat iedereen zich bewust wordt van het probleem en zijn verantwoordelijkheid neemt.
Mevrouw Van den Eynde, het is net de bedoeling dat gemeenten de netheidsbarometer gebruiken om na te denken over het probleem en na te gaan hoe ze ermee kunnen omgaan. Soms beslist men bijvoorbeeld om te zorgen voor ondergrondse containers, om ze op betere tijdstippen leeg te maken, te zorgen voor een betere controle, de mogelijkheid te bieden om het peter- of meterschap van een container op te nemen, wat in een aantal gemeenten al gebeurt. De netheidsbarometer verplicht de gemeenten wel om erover na te denken en alles in kaart te brengen. Nu wordt automatisch alles opgehaald, ook wat er rond ligt, en doet men met de rest niets. Het is goed dat die gegevens nu allemaal worden samengebracht.
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt gezegd dat momenteel twintig lokale besturen of gemeenten gebruikmaken van de barometer. Ik hoop dat die webapplicatie gebruiksvriendelijker zal worden gemaakt. Ik hoop ook dat als dat het geval is en er wordt gezorgd voor bijkomende opleidingen aan de lokale besturen of ambtenaren, steeds meer lokale besturen zullen instappen in het systeem.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Minister, de netheidsbarometer zal sommige gemeenten misschien wel aanzetten om zich meer toe te spitsen op de problematiek rond de containers. In het huishoudelijk afvalstoffenplan zijn er volgens mij een aantal zaken die misschien kunnen worden bijgestuurd. Er bestaan een aantal verplichtingen voor gemeenten om bepaalde soorten afvalfracties expliciet thuis op te halen of buiten het containerpark in te zamelen. Als men die verplichting laat vallen, kunnen er misschien propere gemeenten gecreëerd worden. Uw proefproject beperkt zich immers tot zeventien gemeenten. Er zijn heel wat andere in Vlaanderen waar het niet zo goed gaat.
De voorzitter : Het incident is gesloten.