Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vergadering van 22/06/2011
Vraag om uitleg van de heer Willy Segers tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de nieuwe VGC-invulling van natuureducatie
- 2421 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Onlangs besliste de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) dat de jeugdboerderij Het Neerhof een nieuwe koers moet varen. De boerderijfunctie, centraal in het succesverhaal, zou moeten worden afgebouwd. Het Neerhof is een kinderboerderij van de VGC gelegen in Dilbeek. Het is een mooi voorbeeld van een succesvolle samenwerking van Brussel en de Vlaamse Rand. Het is een stuk Brussel in Vlaanderen en omgekeerd een beetje ook.
Al meer dan 35 jaar zorgt de vzw ervoor dat kinderen en jongeren uit de stad voeling krijgen met de natuur. De laatste jaren speelde de animatieploeg volop in op het Kyotoprotocol en de trend naar biolandbouw met themas als biotifull en bio-boerderij. Door natuurbeleving worden kinderen en jongeren op een speelse manier ecologisch bewust gemaakt.
Aan dat succesverhaal dreigt dus een einde te komen. Op 11 mei werd het volgende beslist in een overleg met medewerkers van de VGC. Onder andere collegelid De Lille, bevoegd voor Jeugd en Cultuur, koos voor nieuwe beleidsoriëntaties voor Het Neerhof. Er werd verwezen naar het Brussels regeerakkoord, waarin natuureducatie voor leerlingen van het Nederlandstalig onderwijs in de hoofdstad, als centrale opdracht van Het Neerhof werd bevestigd. Ook in de VGC-beleidsnota Cultuur, Jeugd en Sport werd deze opdracht bevestigd.
Concreet betekent dit echter dat de bioboerderijactiviteiten zullen worden afgebouwd, ten voordele van een soort natuurpretpark, een zoveelste speelterrein. Dat is een vreemde keuze, aangezien de huidige invulling van de Neerhofwerking algemeen werd toegejuicht.
Nochtans past de huidige invulling van Het Neerhof ideaal in bepaalde doelstellingen, ook in uw Brusselbeleid, minister. U wilt het imago van Vlaanderen en Vlamingen in Brussel verbeteren. Het sluit ook naadloos aan bij de strategische doelstelling Brussel in Vlaanderen: de banden aanhalen. Bovendien werd deze beslissing niet echt afgetoetst met de betrokken leden van de algemene vergadering, al werd hun wel verzekerd dat er inspraak en overleg zal worden georganiseerd, om de overgang naar de nieuwe stijl mogelijk te maken.
Als inwoner van de gemeente waar de kinderboerderij ligt, kan ik getuigen van het wederzijdse succes. Brussel maakt gebruik van de kinderboerderij en het Pajottenland vaart er wel bij dat de VGC die kinderboerderij mogelijk maakt.
Minister, was u op de hoogte van deze beslissing van collegelid De Lille? Indien ja, gaat u akkoord met deze koerswijziging? Gaat u akkoord met de stelling dat de huidige invulling van Het Neerhof perfect past binnen de hierboven aangehaalde operationele doelstellingen? Indien ja, bent u van plan om op deze basis uw VGC-collega aan te spreken op de genomen beslissing? Indien nee, waarom niet? Vreest u niet dat hiermee de mogelijkheid wegvalt voor de betrokken Brusselse scholen om boerderijklassen in te richten?
De voorzitter : Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Ann Brusseel : Ik wil me graag aansluiten bij de vraag om uitleg van de heer Segers. Het gaat over natuureducatie, niet over bloemetjes en bijtjes, maar over de kinderboerderij. Dat is een belangrijk project. Niet alleen in Dilbeek, maar ook elders in Brussel zijn er kinderboerderijen en wordt er aan natuureducatie gedaan.
Ik wil toch wijzen op de nood aan coördinatie. Jette heeft een kinderboerderij, Brussel-Stad heeft er een, Dilbeek heeft Het Neerhof. Het zou goed zijn dat het beleid overlegt wat het wil doen. Ik zou het betreuren dat de functie van Het Neerhof wordt gewijzigd. Ik kijk dan ook uit naar uw antwoord, minister, en hoop dat we erover van gedachten kunnen wisselen.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Het Neerhof behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het college, aangestuurd door collegelid Bruno De Lille. Mevrouw Brusseel, uw partij heeft dat in Brussel mee goedgekeurd, neem ik aan.
Als voogdijminister is het niet aan mij om de koers te bepalen of op te treden. De voorzitter en stichtend lid van Het Neerhof heeft gezegd dat hij blij is met de hernieuwde aandacht voor Het Neerhof, dat er inderdaad samen een aantal richtsnoeren zijn bepaald, dat de educatieve werking als kinderboerderij voor jongeren in hun vrije tijd, met bijvoorbeeld animatie en workshops, sterker kan worden uitgebouwd en uitgebreid, dat wordt bestudeerd hoe een deel van onze groene landbouwoppervlakte als speelruimte voor de Brusselse jeugdverenigingen kan worden benut en hoe dat het beste aansluit bij de boerderijwerking, en dat ze ten slotte ook meer groenten en fruit zullen telen in hun eigen moestuin. Op die manier sensibiliseren ze de Brusselse kinderen en jongeren over streekgebonden groenten en wat dit kan betekenen voor de lokale keuken.
De bedoeling is dat Het Neerhof de natuurbelevingsplek bij uitstek wordt, waarbij de betrokkenheid van de kinderen vooropstaat, vertrekkende vanuit het concept van kinderboerderij. Het bestuur van Het Neerhof zal na deze eerste gesprekken een aantal scenarios uittekenen en terugkoppelen naar het collegelid.
Het gaat hier dus om een en-enverhaal. Meer aandacht voor spelende kinderen en vrijetijdswerking hoeft niet ten koste te gaan van de rol van Het Neerhof als educatieve kinderboerderij of als gezinsboerderij. Schoolse en buitenschoolse activiteiten zijn immers complementair, en de ervaringen die kinderen in vrijetijdsverband opdoen, laten soms intensere sporen na dan verplichte activiteiten in klasverband. Het een sluit het ander niet uit, het een kan het ander zelfs versterken.
Bovendien kunnen Brusselse kinderen ruimte vinden in de Rand. In Dilbeek is er een mooie vorm van samenwerking tussen de Rand en Brussel. Dilbeek is een gastvrije gemeente. Tot een derde van de leden van de jeugdclubs en jeugdhuizen in Dilbeek komt uit Brussel; veel Brusselse kinderen zijn lid van Dilbeekse sportclubs. Ik denk dus dat de onrust over de toekomst van Het Neerhof minder te maken heeft met de mogelijke nieuwe klemtonen van het beleid, dan wel met de manier waarop hierover is gecommuniceerd, die de onrust heeft doen ontstaan. Het Neerhof draait, ondanks de substantiële subsidie van 350.000 euro per jaar door de VGC, voor een groot stuk op vrijwillig engagement. Het is dan ook belangrijk en wenselijk dat die vrijwilligers even nauw betrokken zijn bij de besluitvorming zelf, dan bij de uitvoering ervan. Ik heb begrepen, mijnheer Segers, dat dit de onderliggende toon is van uw vraag om uitleg.
Samengevat, het hoeft niet problematisch te zijn. Er moet worden samengewerkt met de mensen van Het Neerhof. Als dat een en-enverhaal wordt, dan zie ik er geen problemen in.
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Mijn bekommernis is ingegeven door de ervaring van een succesvol verhaal, zowel voor Brussel als voor de gastgemeente. Daar kunnen we van getuigen. Minister, ik begrijp dat u er ook achter staat, en dat het een en-enverhaal wordt, waar we naar uitkijken. Dat de formule zoals die bestaat sinds 1974 wordt herbekeken, daar heb ik geen enkel probleem mee, integendeel, dat moet kunnen. Maar velen zijn bezorgd dat het een ander verhaal wordt.
De voorzitter : Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Ann Brusseel : Dilbeek is belangrijk. Het ligt aan een kant van Brussel waar voor jonge Brusselse ketjes weinig ruimte is. In de krant staat dat er in Molenbeek 15.000 inwoners per vierkante kilometer zijn, in Dilbeek zijn er dat 980. Het spreekt voor zich dat Dilbeek wat meer groene ruimte heeft. Molenbeek grenst aan Dilbeek. Natuureducatie, spelen en ontspannen in het groen, de dieren leren kennen: in de stad hebben de kinderen daar niet vaak de gelegenheid voor. Het is op termijn ook niet bevorderlijk voor het dierenwelzijn.
Minister, ik heb me al gemoeid met de kinderboerderij van Brussel-Stad. Hier gaat het over een instelling die wordt betaald door de VGC. Mijn collegas van Open Vld zitten inderdaad mee in dat college. Ik zal het zeker met hen bespreken. Maar in deze commissie kunnen we er ook even bij stilstaan. We zijn allemaal even bekommerd om Brussel en daarom is het zinvol een totaalvisie te ontwikkelen, niet alleen voor natuureducatie, maar ook voor speelruimte.
Het dringt niet overal door dat er nood is aan visie. In Brussel-Stad heb ik de toestand van de kinderboerderijen dikwijls aangeklaagd. De dieren worden niet verzorgd zoals het hoort. De bevoegde schepen heeft mijn klachten niet ernstig genomen. Els Ampe en ikzelf hebben er de media bijgehaald, maar dan nog is er weinig veranderd. Op dat moment heb ik ervoor gepleit dat men er beter iets anders van maakt, als men de dieren niet goed verzorgt en op een treffelijke manier aan natuureducatie doet.
Als dat ooit wordt geïnterpreteerd als zou ik geen voorstander zijn van kinderboerderijen, dan wil ik hier benadrukken dat ik wel voorstander ben van gediversifieerde projecten van natuureducatie, maar we moeten kijken waar dat op welke manier gebeurt. In Jette gebeurt dat heel ordentelijk, dus zijn er mogelijkheden.
Ik wil ook aandacht hebben voor het probleem van het dierenwelzijn. Als men kinderboerderijen een nieuwe bestemming gaat geven en de dieren daar blijven, dan moet er niet alleen aandacht zijn voor speelruimte en mogelijkheden voor kinderen, maar ook voor het welzijn van dieren. Ik zal mijn collegas vragen om me daar meer informatie over te bezorgen. Ik ben benieuwd naar die nieuwe bestemmingen, en naar de invulling van het woord pretpark. Wat wordt dat? Zal dat passen in de landelijke sfeer? Misschien kunnen we daar op een heel vrijblijvende manier een gesprek over organiseren. Het is zeer belangrijk. Je zit met een groot stuk van Brussel waar kinderen én te weinig groen hebben, én te weinig speelruimte hebben, én waar er veel te weinig aandacht voor natuureducatie is.
De voorzitter : Het incident is gesloten.