Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 14/06/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Fatma Pehlivan tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de aanpak en timing van de hervorming van de inburgerings- en integratiesector
- 2403 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Mevrouw Fatma Pehlivan: Minister, veranderingsprocessen gaan vrijwel altijd gepaard met onrust en onzekerheid bij de bestuursleden en het personeelskader van de betrokken organisaties. Het hoeft dus verder geen betoog dat de aangekondigde hervorming van de inburgerings- en integratiesector enige onrust heeft veroorzaakt in alle betrokken deelsectoren, gepaard gaande met onzekerheid en vele vragen over de toekomst. Dit zijn zeer begrijpelijke reacties. Alle betrokken partijen zijn in dit geval gebaat bij een vlot verlopend hervormingstraject van de inburgerings- en integratiesector. Des te belangrijker is dan ook dat onder meer aanpak en timing van de hele operatie duidelijk en transparant zijn.
In uw antwoord aan collega Segers inzake de hervorming van de inburgerings- en integratiesector hebt u gezegd dat het rapport over de consultatieronde eind juni beschikbaar zou zijn en dat het zeker moest kunnen om in oktober daarover een bespreking te houden. U hebt tevens gezegd: Het rapport dat de consultant zal opmaken en dat ik begin juni verwacht, zal mee de contouren van het verdere hervormingsproces bepalen. Het leek u ook aangewezen om de uitkomst van dit bottom-upproces af te wachten vooraleer uitspraken te doen over de concrete opvolging van het VLABEST-advies (Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken). Ik wil in het kader van mijn vraag om uitleg niet ingaan op het VLABEST-advies en talrijke andere adviezen, standpunten en reacties van onder meer de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), het Departement Onderwijs en Vorming, het Minderhedenforum, de centra voor basiseducatie en de provincie Vlaams-Brabant. Dit moet maar eens bij een andere gelegenheid gebeuren.
Een gunstige wind heeft de uitnodiging voor het afsluitende informatiemoment van de consultatieronde op woensdag morgen dus op mijn schrijftafel doen belanden. Daarin staat te lezen dat er in de tweede helft van juni vijf extra workshops worden georganiseerd, met name één workshop per deelsector en een gezamenlijke workshop met alle deelsectoren. Die hebben de bedoeling een inhoudelijk debat te houden met de sector teneinde een aantal vragen over de huidige (en toekomstige) werking uit te klaren waarvan het antwoord bepalend kan zijn voor het nieuwe werkingsmodel. Aansluitend daarbij wordt een extra workshop georganiseerd met een representatief staal van lokale besturen over de kwestie van hun regierol in de nieuwe structuur.
Minister, zal de oorspronkelijke timing van het hervormingsproces kunnen worden aangehouden? Is het met andere woorden nog haalbaar dat de commissieleden, zoals aangekondigd, eind juni over een volledig afgerond rapport van de consultant beschikken, maar dan wel met inbegrip van de resultaten van de extra workshops? Zullen de verslagen van de consultatierondes met de regios en deelsectoren ter beschikking zijn van de participanten van de extra workshops, om hen in staat te stellen goed gedocumenteerd te kunnen deelnemen aan het inhoudelijke debat? Hoe zal het representatieve staal van lokale besturen worden samengesteld? Wordt de VVSG als koepelorganisatie van de Vlaamse gemeentebesturen en OCMWs betrokken bij de extra workshop? Hoe zwaar zal het bijkomend inhoudelijk debat in de extra workshops nog kunnen wegen op de reeds uitgestippelde hervormingsplannen?
Ik heb nog een bijkomende vraag. Ik weet niet of u daar onmiddellijk op zult kunnen antwoorden. Ik vermoed van wel. Bij de herziening van het Integratiedecreet worden hoorzittingen georganiseerd. Mijn vraag is of die hoorzitting over de volledige sector over de inburgerings- en integratiesector gaat. Dat is niet duidelijk.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, collegas, d e oorspronkelijke timing van het hervormingsproces zou moeten kunnen worden aangehouden. De consultatieronde wordt enkele weken verlengd maar wordt eind juni afgesloten. Ik maak daarna een conceptnota over de geplande hervorming voor de Vlaamse Regering.
Ik ben ingegaan op het voorstel van de voorzitter van deze commissie naar aanleiding van de vraag om uitleg van collega Segers van 17 mei om de hervormingsplannen na het zomerreces in deze commissie te bespreken. Er is toen afgesproken om in oktober een bespreking te houden.
De verlenging van de consultatieronde met enkele weken zal dus geen impact hebben op de afspraak die gemaakt werd op 17 mei om in oktober in deze commissie een bespreking te houden over de hervormingsplannen.
De consultatieronde past in het traject dat binnen de Vlaamse Regering is afgesproken. Uit overleg met de consultant is gebleken dat de consultatiefase nog niet af is en dat het aangewezen is om enkele bijkomende initiatieven te nemen.
Een eerste bijkomend initiatief is het geven van feedback over de eerste fase van dit traject aan alle betrokkenen en het bieden van ruimte voor het stellen van vragen. Hiertoe wordt op 15 juni, morgen dus, een informatiemoment georganiseerd. Een tweede initiatief sluit aan bij de uitdrukkelijke wens van de vier deelsectoren om de hervorming zo vlug mogelijk te koppelen aan een inhoudelijk debat. De bedoeling is een aantal vragen over de huidige en toekomstige werking uit te klaren waarvan het antwoord bepalend kan zijn voor het nieuwe werkingsmodel.
Om hieraan tegemoet te komen, worden er de komende weken vijf extra sessies georganiseerd: een sessie per deelsector zijnde de integratiecentra, de onthaalbureaus, de Huizen van het Nederlands en de sociale tolk- en vertaaldiensten, en een gezamenlijke sessie met de vier deelsectoren. Zowel mijn kabinet als het agentschap voor Binnenlands Bestuur zullen aan elk van deze workshops deelnemen.
Het is mijn overtuiging dat de infosessie van morgen voldoende informatie zal bevatten om de inhoudelijke sessies te kunnen aanvatten. Deze bijkomende sessies worden georganiseerd om te bespreken wat in de voorbije workshops niet of in elk geval veel te weinig besproken werd.
Wat de verslagen van de consultatierondes betreft, kan ik u het volgende antwoorden. In het bestek dat gepubliceerd is voor de opdracht met betrekking tot deze consultatieronde, is bepaald dat de consultatieronde moet resulteren in een rapport met adviezen om de reorganisatie zo goed mogelijk te laten slagen. In het bestek is niet bepaald dat er van elke afzonderlijke sessie een verslag moet worden opgeleverd.
De verlenging van de consultatieronde met enkele weken maakt dat de oplevering van het eindrapport eveneens met enkele weken opschuift. Met andere woorden: het rapport is nog niet af. Het eindrapport van de consultant zal ook de verslagen van de verschillende workshops bevatten. Dit is het traject dat ik met de Vlaamse Regering heb afgesproken. Ik wil dat ook zo verder afleggen.
Een derde initiatief binnen het lopend traject sluit aan bij de vraag van de lokale besturen om op korte termijn na te gaan hoe de regierol van de lokale besturen concreet kan worden ingevuld en hoe de werkrelatie en hun rol kan zijn ten aanzien van een nieuwe structuur. Om hieraan tegemoet te komen is beslist om bijkomend een workshop Rol van de lokale besturen te organiseren met een representatief staal van lokale besturen. Het opzet van deze workshop is om samen met de lokale besturen na te gaan hoe zij hun regierol in de nieuwe structuur ingevuld zien.
Wat de samenstelling van deze workshop betreft, kan ik alvast meegeven dat het de bedoeling is dat er per provincie twee vertegenwoordigers van lokale besturen deelnemen, met dien verstande dat voor de provincie Oost-Vlaanderen een vertegenwoordiger van de stad Gent deelneemt, voor de provincie Antwerpen een vertegenwoordiger van stad Antwerpen deelneemt en er een vertegenwoordiging is van zowel centrumsteden als meer landelijke gemeenten. Een vertegenwoordiging van mijn kabinet en het agentschap zal eveneens aan deze workshop deelnemen.
Ik kan u ook bevestigen dat de VVSG zal worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze extra sessie. Ik heb de VVSG gevraagd om de delegatie van de lokale besturen samen te stellen.
Zoals ik reeds heb aangegeven in mijn antwoord op uw tweede vraag, past het inhoudelijk debat in het lopende traject en heeft het tot doel om voorafgaand aan het besluitvormingsproces binnen de Vlaamse Regering de inspraak van de deelsectoren in het hervormingsproces nog verder te verhogen. Op deze workshops zullen volgende punten aan bod komen. De categoriale en/of inclusieve benadering en het tweerichtingsverkeer van inburgering/integratie komt in alle workshops aan bod. De eerstelijns- versus tweedelijnswerking komt voornamelijk in de workshop voor de integratiecentra aan bod. De afstemming primair/secundair inburgeringsbeleid komt in de workshop voor de onthaalbureaus en voor de integratiecentra aan bod. De doelgroepen van de verschillende deelsectoren komen voornamelijk in de workshop voor de Huizen van het Nederlands aan bod. De probleemanalyse van de eigen deelsector komt uiteraard in elke deelsector aan bod.
De uitkomst van het inhoudelijk debat zal deel uitmaken van het eindrapport over de consultatieronde dat de consultant zal opleveren. Dit eindrapport zal, samen met de reacties en voorstellen die ik ondertussen vanuit diverse hoeken heb ontvangen, de input vormen voor het besluitvormingsproces over de geplande hervorming binnen de Vlaamse Regering.
De voorzitter : Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Mevrouw Fatma Pehlivan : Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord en voor de timing die u vooropstelt. Er is een grote betrokkenheid van de sector. Ik zie in de planning dat ze allemaal zullen worden gehoord en hun inbreng zullen kunnen hebben in de workshops. Ik ben blij dat ze volledig betrokken worden bij de hervormingsplannen. Ik hoop dat we in oktober in de commissie, aan de hand van de dossiers en de documenten, het inhoudelijk debat zullen kunnen voortzetten.
De voorzitter : Het incident is gesloten.