Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 09/06/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Patricia De Waele tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de concrete invulling van de voorgestelde huursubsidie
- 2314 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Marcel Logist tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de tegemoetkoming in de huurprijs
- 2327 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mevrouw Patricia De Waele : Minister, in uw beleidsbrief Wonen 2010-2011 stelt u dat het huursubsidiestelsel zal worden uitgebreid om tegemoet te komen aan de noden van personen die te lang op een wachtlijst staan voor een sociale huurwoning. Om de beloften in uw beleidsbrief na te komen, zo konden we recentelijk in verschillende kranten lezen, zult u voor 2012 zon 7,5 miljoen euro vrijmaken om huurders te steunen die al ruim vijf jaar wachten om een sociale woning te betrekken, dit om hen financieel bij te staan op de private huurmarkt. Vanaf de jaarwissel kunnen gezinnen die voldoen aan het wachtlijstcriterium, aanspraak maken op een premie van 120 euro per maand, vermeerderd met 20 euro per kind.
Eerder al plaatste ik vraagtekens bij het criterium dat u hanteert om huursubsidies toe te kennen. Bovendien bestaat de kans dat deze huursubsidie hetzelfde lot wacht als de vroegere OCMW-steunen, namelijk dat het geld niet altijd daaraan besteed wordt waarvoor het dient.
Daarom had ik graag een antwoord op de volgende vragen, minister. Hoe ziet u de toekenning van deze huursubsidie concreet? Wordt de subsidie rechtstreeks aan de verhuurder betaald? Zo ja, hoe ziet u dat gebeuren? Zo neen, wordt nagegaan of de huursubsidie daadwerkelijk naar de betaling van de huur gaat? Of is de huurder vrij te bepalen wat hij met de subsidie doet?
Op welke manier wordt de termijn van de huursubsidie bepaald? Is het met andere woorden een verworven recht als je eenmaal in aanmerking komt voor de huursubsidie? Zo niet, wanneer wordt de toekenning van een huursubsidie herzien? Wordt er met andere woorden gecontroleerd of de financiële situatie van de huurder wijzigt? Hoe zullen die controles dan gebeuren? Dient de huurder de eventueel onterecht geïnde subsidies terug te betalen?
Wat gebeurt er als men langer dan vijf jaar op een wachtlijst staat, maar toch over voldoende inkomsten beschikt in verhouding tot de huur die men moet betalen? Hoe lost deze subsidie acute problemen op van de huurders die meteen nood hebben aan een beperkte financiële hulp?
De voorzitter : De heer Logist heeft het woord.
De heer Marcel Logist : Voorzitter, minister, collegas, v oor al maar meer mensen wordt het vandaag onmogelijk om nog een kwaliteitsvolle woning op de private huurmarkt te vinden. De prijzen zijn vaak te hoog voor wie moet rondkomen met een laag inkomen. Een uitbreiding van de huursubsidie dringt zich dan ook op. In dat opzicht is de principiële beslissing van de Vlaamse Regering van 27 mei 2011 om een Vlaamse huurpremie toe te kennen, een belangrijke stap.
Naar aanleiding van deze uitbreiding heb ik een aantal vragen over het bestaande systeem van huursubsidies van 2007, over de nieuwe Vlaamse huurpremie en over andere mogelijke uitbreidingen van huurtoelagen. De huidige tegemoetkoming in de huurprijs bestaat uit een maandelijkse huursubsidie en een eenmalige installatiepremie. Een van de criteria is dat de maandelijkse huurprijs van de woning niet hoger is dan 530 euro. Per persoon ten laste mag men 37,10 euro bij dat bedrag tellen, met een maximum van vier personen. Deze grens werd ook overgenomen voor de nieuwe Vlaamse huurpremie, met een verhogingspercentage van 10 procent in centrumsteden en in Vlabinvest-gebied.
Als burgemeester van een middelgrote stad als Tienen en ik hoop dat de middelgrote steden wat meer aan bod zullen komen in het Vlaams beleid merk ik dat het niet zo gemakkelijk is om een kwalitatieve woning, goedkoper dan 530 euro, te vinden in Tienen en gelijkaardige steden. De strenge bovengrens van 583 euro duwt nogal wat minderbedeelden vanuit grote steden naar middelgrote steden zoals Tienen, wat daar deels zorgt voor een scheefgroei van de sociale mix en een grotere belasting op de diensten en de financiën.
Minister, mag ik u daarom vragen welke obstakels er zijn om de bovengrens van 530 euro ook in steden als Tienen naar omhoog te trekken?
Waarom is in de nieuwe Vlaamse huurpremie de termijn op vijf jaar gesteld? Er zijn heel wat gemeenten waar de wachtlijst drie tot vier jaar bedraagt. Dat betekent dat geen enkele inwoner van zon stad of gemeente gebruik kan maken van deze uitbreiding. Kan de termijn niet naar drie jaar gebracht worden? En zo niet, waarom niet?
Momenteel wordt een groep mensen over het hoofd gezien, namelijk de mensen die niet verhuizen, maar die vanwege een beperkt inkomen of een plotse inkomensterugval echtscheiding, ontslag van een van de partners, technische werkloosheid enzovoort problemen krijgen met het betalen van hun huur. Ook voor hen zou een huursubsidie steun kunnen bieden. Plant u initiatieven die kunnen tegemoetkomen aan de woonnoden van deze doelgroep?
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Voorzitter, minister, collegas, het stelsel van de huursubsidie zoals het nu is uitgewerkt, is binnen de meerderheid een goed compromis geweest. Onze partij heeft een aantal voorstellen gedaan om het werkbaar te houden en vooral om het mogelijk te maken binnen de budgettaire contouren.
Dat wil niet zeggen dat de vraag die hier gesteld is, niet interessant is. Wat doe je met mensen die vandaag of morgen financiële hulp nodig hebben maar die nog geen vijf jaar op de wachtlijst staan? Het is een bedenking die we zelf ook hebben aangebracht tijdens de voorbereiding. De termijn geeft anderzijds ook het grote voordeel van duidelijkheid en biedt de mogelijkheid om de budgettaire contouren van het stelsel voor een bepaald jaar in te schatten.
The sky is the limit. Als het budget onbeperkt is, kun je natuurlijk het meest ideale systeem van West-Europa uittekenen. Er is slechts een bepaald budget, dus moeten er ook bepaalde keuzes worden gemaakt. De vorige regering heeft de beslissing van vijf jaar genomen. Het is aan ons om die beslissing te respecteren. In die zin is het stelsel ook uitgewerkt.
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Voorzitter, minister, collegas, ik wil me aansluiten bij mevrouw Heeren. Deze beslissing is de verdienste van deze regering en uiteraard moest ze rekening houden met de budgettaire beperkingen. Het is toch wel moedig dat we tot een besluit zijn gekomen. Het is een meerderheidsbeslissing die weloverwogen is gebeurd. Als er in de toekomst meer budgettaire ruimte is, kan er misschien worden gedacht aan een uitbreiding.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Voorzitter, minister, collegas, de huursubsidie is een instrument om de wachtlijsten aan te pakken. Er is een inhaalbeweging om sociale woningen te bouwen. We moeten uiteraard aandacht hebben voor mensen die problemen hebben, maar de huursubsidie is geen instrument om te gebruiken voor mensen die problemen hebben om hun huur te betalen. Dat is nog een andere zaak. Het gaat hier over mensen die op de wachtlijst staan. Het criterium is vijf jaar. Drie jaar zou ook kunnen, zeven jaar ook. Er is een consensus bereikt over vijf jaar. We moeten dat evalueren, maar de termijn nu verkorten zou geen goed signaal zijn om de betrokkenen te stimuleren om aan de afbouw van de wachtlijsten te werken.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Voorzitter, collegas, er zijn inderdaad grenzen ingebouwd met betrekking tot de maximumhuurprijs voor de Vlaamse huurpremie. Er is een grens voor het inkomen en een grens voor de huurprijs. Het gaat over een inkomen lager dan 15.830 euro, vermeerderd met 1420 euro per persoon ten laste. Dat zijn wel mensen met een heel laag inkomen. Het lijkt me bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijk voor die mensen om een huis te kunnen betalen dat duurder zou zijn dan de maximumhuurprijs zoals die is vastgelegd. Hun budget laat dat niet toe.
Daarnaast onderzoekt het Steunpunt Ruimte en Wonen de richthuurprijzen. Op basis van dat onderzoek zullen we weten hoeveel het kost welk woningtype te huren. Die informatie kunnen we natuurlijk gebruiken om het bestaand huursubsidiestelsel te evalueren en na te gaan of de huidige bedragen en de huidige grenzen van de maximale huurprijzen heel actueel zijn. Ongeacht de resultaten van dat onderzoekt, denk ik dat het voor die specifieke groep van mensen met een heel laag inkomen moeilijk tot haast onmogelijk zal blijken een huis te betalen dat meer kost dan de maximale grenzen van de huurprijzen.
We hebben de wachttijd op vijf jaar vastgelegd. De reden is zeer eenvoudig. We koppelen dit aan de wachttijd omdat we een laag inkomen en een reële woonnood samen willen bekijken. Mensen die hiermee worden geconfronteerd, schrijven zich in en komen op een wachtlijst terecht. We zien hoe lang het duurt voor we die mensen kunnen helpen. Personen die gebruikmaken van een huurpremie, mogen geen enkele woning meer weigeren. Indien ze toch een aanbod zouden weigeren, leiden we hieruit af dat de woonnood blijkbaar niet zo acuut is. Er is, met andere woorden, een duidelijke koppeling aan de woonnood.
Op basis van het beschikbaar budget hebben we een aantal voorzichtige schattingen gedaan. Hieruit blijkt dat ons budget minstens toereikend is om de huurpremie gedurende het eerstvolgende jaar en gedurende de daaropvolgende jaren te betalen voor al de mensen die minstens vijf jaar op een wachtlijst staan. We kunnen de volgende jaren immers een groei verwachten. Indien we nu plannen maken om nieuwe woningen te bouwen, mogen we niet vergeten dat die plannen pas binnen enkele jaren effectief tot meer bewoning leiden.
Het is belangrijk steeds goed te berekenen wat voor de Vlaamse overheid haalbaar is. Ik ben binnen het beleidsdomein Wonen al een paar keer met voluntaristische maatregelen geconfronteerd. Hoewel ik achter die maatregelen sta, moet ik soms vaststellen dat initieel niet in voldoende budgetten is voorzien. Dit kan pijnlijke gevolgen hebben. We hebben dat met betrekking tot de energievoorzieningen ook al meegemaakt. Indien we bepaalde zaken naderhand moeten aanpassen, worden de mensen ongelukkig. Ik speel steeds op veilig. We hebben hier zeker voldoende geld voor.
Daarnaast wil ik het bestaande geld aanwenden om een specifiek stelsel te ontwikkelen voor mensen die met pech worden geconfronteerd. Het gaat dan om huurders die, bijvoorbeeld ten gevolge van ziekte, plots een inkomensverlies lijden en hun huur niet langer kunnen betalen. Dit staat los van de vraag of ze al dan niet op een wachtlijst staan. We zoeken een systeem om die mensen te helpen. Dit hoeft niet aan een wachtlijst te worden gekoppeld.
In het licht van onze bezorgdheid en onze budgetten lijkt een wachttijd van vijf jaar ons het meest logische. Dit lijkt in elk geval logischer dan de wachttijd te verkorten. We willen daarnaast immers een complementair systeem ontwikkelen.
Indien ik ooit over bakken geld zou kunnen beschikken, zou ik dat geld met plezier uitgeven aan de mensen die dat het meest nodig hebben. Nu lijkt het verstandig naast het systeem van de huurpremie, die aan een wachttijd van vijf jaar is gekoppeld, een complementair systeem te ontwikkelen voor mensen die echt met problemen worden geconfronteerd en die, bijvoorbeeld, het risico lopen door de vrederechter uit hun huis te worden gezet.
De een-op-eenrelatie tussen de huursubsidie en de betaling van de huurprijs kunnen we natuurlijk niet controleren. Dat is onmogelijk. Hetzelfde geldt voor het kindergeld. We kunnen geen een-op-eenrelatie met de exacte uitgaven voor die kinderen vragen.
Het kindergeld bestaat omdat we weten dat mensen met kinderen meer kosten hebben. Ten aanzien van de huurpremie volgen we een gelijkaardige redenering. Mensen die in woonnood verkeren, een laag inkomen hebben en geen toegang tot een sociale woning krijgen, hebben het moeilijk op de private markt huur te betalen. Er moet echter geen een-op-eenrelatie tussen de exacte storting en het betaald huurgeld worden aangetoond. We gaan er immers van uit dat mensen met een dermate laag inkomen niet veel andere uitgaven zullen doen. Ze hebben dat geld nodig voor hun huur en voor andere essentiële levenskosten. Het gaat hier tenslotte om mensen met een zeer laag inkomen.
Om oversubsidiëring te voorkomen, hebben we voor een grendel gezorgd. Het startbedrag van 120 euro wordt verminderd indien dit bedrag hoger blijkt te liggen dan een derde van de huurprijs. Dit kan het geval zijn met eenkamerwoningen en heel kleine woningen. De huurprijs bedraagt dan niet altijd 360 euro. In die gevallen wordt de premie van 120 euro afgetopt op een derde van de huurprijs. Dit staat los van het bedrag dat deze mensen voor elk kind ten laste krijgen. In die zin hebben we een bijkomende veiligheid ingebouwd om oversubsidiëring te vermijden.
We controleren het inkomen zodra iemand op een wachtlijst terechtkomt. Het inkomen wordt eveneens tijdens de tweejaarlijkse actualisering geverifieerd. Op dat ogenblik kunnen we nagaan of iemand nog steeds recht heeft op een huursubsidie. We kunnen dan ook merken dat sommige mensen die initieel geen recht op een huursubsidie hadden, er ondertussen wel recht op hebben gekregen.
De voorzitter : Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mevrouw Patricia De Waele : Ik dank de minister voor haar uitgebreid antwoord. Het huursubsidiesysteem is een mooi systeem. Het zou een goed instrument kunnen zijn. Wij staan hier op zich achter. Zoals ik al eerder in deze commissie en tijdens plenaire vergaderingen heb opgemerkt, wordt echter niet het juiste toekenningscriterium gebruikt.
Mensen moeten vijf jaar op een wachtlijst voor een sociale huurwoning staan. Dit is volgens ons geen goed criterium. Uit de vragen van de heer Logist blijkt nogmaals dat er nood aan bijsturing is.
Ik heb goed naar de inbreng van de vertegenwoordigers van CD&V en van de N-VA geluisterd. Uiteindelijk is het nieuw huursubsidiesysteem een compromisvoorstel. Vooral wegens de budgettaire beperkingen heeft de meerderheid zich gefocust op die aanwezigheid van vijf jaar op een wachtlijst. Een reden kan zijn dat dat misschien gemakkelijk te controleren is. Ik heb goed geluisterd naar uw inbreng. Dat zijn valabele argumenten, maar het geeft me toch het gevoel dat we in hokjes denken en dat een acuut probleem van een noodlijdende niet wordt aangepakt. Het doet er niet toe om welke reden die noodlijdend is, financiële redenen, echtscheiding, ziekte of eender wat. Mensen die daar nood aan hebben, worden door het huursubsidiesysteem niet echt geholpen.
Minister, u zegt dat er andere systemen zullen worden uitgewerkt voor mensen die minder lang op een wachtlijst staan en in acute nood verkeren. Ik heb het gevoel dat we het graag moeilijk en ingewikkeld maken. Het beste zou zijn dat er één transparant systeem is, dat gemakkelijk gebruikt kan worden, zowel door de noodlijdende huurder en als door de verhuurder.
Minister, iemand die vijf jaar op een wachtlijst staat voor een sociale huurwoning, heeft al vijf jaar lang zelf miserie gekend en heeft misschien ook al verschillende huiseigenaars in de miserie gebracht. U moet er toch eens goed over nadenken of we niet aan een uitbreiding van het criterium moeten werken, om huursubsidie in te richten.
De heer Marcel Logist : In de eerste plaats wil ik het beleid bedanken dat er budgettair een consensus is bereikt over de huursubsidie. Ik wil u bedanken dat u bezig bent met de sociale maatregelen in verband met de huursubsidie, minister. Ik wil u ook bedanken voor het onderzoek in verband met de kostprijs van de huur. Dat is een zeer belangrijk gegeven.
Het stoort mij dat er telkens een onderscheid wordt gemaakt tussen de grote steden en de centrumsteden. De middelgrote steden vervullen hun regiofunctie ook naar behoren en wij doen dat met alle mogelijke middelen. Kijk naar de financiële stromen op federaal en Vlaams niveau naar die grote steden. Ik wil vragen om werk te maken van de financiële ondersteuning van de middelgrote steden, die eveneens de regiofunctie vervullen en ook de centrumfunctie zo goed mogelijk realiseren.
De voorzitter : Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw Griet Coppé : Voorzitter, minister, collegas, ik ben verwonderd over de repliek van mevrouw De Waele. Mevrouw De Waele, u vraagt hier al meermaals een ondersteuning voor de private huurmarkt, vooral voor de private eigenaars. De huursubsidie zoals ze hier voorligt, komt de private huurmarkt zeker ten goede. U hebt het gevoel dat we nog een nieuw systeem uitwerken. Misschien ontmoet u de zwakke huurders minder dan ik. Vlaanderen doet een grote inspanning en dat is een goed beleid, vooral in het voordeel van de zwakke huurder, en ook in het voordeel van de private huurder.
Mevrouw Veerle Heeren : Ik volg u dat het systeem vroeg of laat moet kunnen worden geëvalueerd, mevrouw De Waele. Maar laat dit huursubsidiesysteem nu starten en dan kunnen we het op het einde van de legislatuur evalueren. Zal dat alle gevallen oplossen, mijnheer Logist? Nee, maar dat was ook nooit de bedoeling.
Ik volg de heer Yüksel: mocht er morgen voldoende aanbod zijn in de sociale huurmarkt, heb je geen huursubsidie nodig. Persoonlijk ben ik tegen het systeem van huursubsidie, maar ik ben lid van een meerderheid. We zijn daarover tot een akkoord gekomen bij het opstellen van het regeerakkoord en dus voeren we dat uit. Als ik moet kiezen waarin ik die euro investeer, ga ik voor de baksteen, die ik dan kan verhuren gedurende twintig of dertig jaar. Dat vind ik veel zinvoller dan een huursubsidiesysteem zoals we het nu hebben moeten uitwerken.
Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we er de voorbije vijftien jaar niet in zijn geslaagd om onze aanbodzijde te verhogen. Daarom is er dat Grond- en Pandendecreet, met monitoring en middelen. Dat moet een aanzet kunnen geven om de volgende tien jaar bij te sturen en dat aanbod te verbreden.
Mijnheer Logist, de OCMWs vervullen ook een rol voor zwakke huurders. Ze hebben een aanbod van crisiswoningen, aanleunwoningen of doorgangswoningen. Het is de cumul van dat alles.
Minister Freya Van den Bossche : Aan dit systeem sleutelen nog voor het in werking gaat, zou geen goed idee zijn. Laten we het nu eens in de praktijk aan het werk zien en achteraf evalueren op zijn merites, zoals we dat nu ook doen voor het bestaande huursubsidiestelsel. Wat is goed, wat kan beter? Dat draait al een tijdje. Laten we het nieuwe systeem een kans geven. Zodra het goed en wel draait, kunnen we, zoals mevrouw Heeren zegt, concluderen of dat is wat we nodig hebben of dat het beter kan en moet, en dan zullen we dat altijd doen.
De voorzitter : Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mevrouw Patricia De Waele : Collegas, ik had zeker niet verwacht dat ik vanuit de oppositie erin zou slagen om het systeem bij te sturen. (Opmerkingen van mevrouw Griet Coppé)
Evalueren kan, maar bijsturen niet. Maar ik kan wel zeggen dat het huursubsidiesysteem, zoals het nu voorligt, een goed instrument zou kunnen zijn. Ik blijf daarbij, maar ik vind, mevrouw Coppé, dat het criterium van vijf jaar op een wachtlijst staan voor een sociale huurwoning niet het juiste criterium is. U hebt mij tot nu toe nog niet kunnen overtuigen dat dat het beste criterium is.
Uit het antwoord van mevrouw Heeren blijkt dat jullie hebben gezocht naar een compromis. Dat is lovenswaardig. De meerderheid moet een compromis vinden. Maar uit uw antwoorden blijkt toch dat er mensen zijn met verschillende meningen over het criterium voor huursubsidiesystemen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.