Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 07/06/2011
Vraag om uitleg van de heer Dirk Van Mechelen tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de globale aanpak van zonevreemde bossen
- 2286 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Van Mechelen heeft het woord.
De heer Dirk Van Mechelen : Enkele dagen geleden zijn er opnieuw berichten opgedoken over de achteruitgang van het bosareaal in Vlaanderen. Dat is niet nieuw, het is al vele jaren bezig. Concreet werd erop gewezen dat de procedures voor de afbakening van agrarische en natuurlijke structuur die moeten leiden tot meer natuur en bos, niet vlot genoeg verlopen. Tegelijkertijd werd er ook bij stilgestaan dat het netto bosareaal niet stijgt, omdat de nieuwe bosaanplant in feite net volstaat als compensatie voor het kappen van bomen elders in Vlaanderen.
Tot slot wordt er ook nog eens uitdrukkelijk op gewezen dat er meer bossen zijn dan de officiële cijfers aangeven. Gelukkig, zou ik zeggen. Het gaat hier in feite om zonevreemde bossen, dus om bossen die gelegen zijn in een andere bestemmingszone dan de gekende groene zones op het gewestplan bos of natuur.
Minister, ongeveer anderhalf jaar geleden heb ik u, naar aanleiding van een concreet dossier in de gemeente Kapellen over het niet goedkeuren van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP), een schriftelijke vraag gesteld. Enkele maanden later, in mei 2010 werd dat gevolgd door een vraag om uitleg aan u en aan minister Muyters. In uw antwoord wordt een gezamenlijke actie aangekondigd, met name een plan van aanpak dat moet zorgen voor een duidelijk kader.
Ik heb het antwoord opnieuw opgezocht, en er stond letterlijk in: Mijnheer Van Mechelen, om tot een plan van aanpak voor het beschermen van planologisch bedreigde bossen te komen, is een overleg opgezet tussen mijn kabinet, het kabinet van minister Muyters, de afdeling ruimtelijke planning van het departement RWO (Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed), het agentschap voor Natuur en Bos en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Een eerste overlegvergadering vond plaats in oktober 2009, een tweede in april 2010. INBO heeft een actualisatie gedaan van de inventarisstudie uit 2003.
Het kwam erop neer dat we stilaan klaar waren voor een globaal plan van aanpak. Nu, meer dan een jaar later, is nog niet duidelijk wat de stand van zaken is in dit dossier. Het is regionaal gekleurd, maar het geldt voor veel bospartijen in Vlaanderen. Ik heb de discussie over het Lappersfortbos meegemaakt. Het is ook nog niet duidelijk welke aanpak de regering verkiest. In uw antwoord hebt u de vorige keer enkele sporen naar voren geschoven: de planningsinitiatieven die van toepassing blijven, het Bosdecreet en de good practices.
Minister, hoever staan we vandaag? Hoever staat het met de aangekondigde actualisatie van de zonevreemde bossen in Vlaanderen? Wat is de stand van zaken van het aangekondigde globale plan van aanpak voor de problematiek zelf? Welke stappen werden ondertussen gezet en wie was hierbij betrokken? Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden van die globale aanpak? Het gaat dan over de planologische aanpak die ook te maken heeft met centen. Ondertussen is beslist dat het Boscompensatiefonds daarvoor zou kunnen worden ingezet.
Ik heb begrepen dat het niet goedkeuren van het GRUP Klinkaardbos te maken had met planschade. Hoeveel planschade werd in 2010 betaald voor het omzetten van zonevreemde bossen naar zone-eigen bestemmingen? Geloven we nog in een planologische aanpak of gaan we dat op een andere manier doen? In het verleden zijn heel wat hectaren zonevreemde bossen verloren gegaan. Is dat gestopt of gaat het verder? Is de informatie beschikbaar voor de jaren 2009 en 2010? We zijn nu exact een jaar later. Hoe gaan we dit aanpakken?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Er is ondertussen heel wat gebeurd. Ik had gezegd dat we een actualisatie zouden opmaken van de inventaris van de zonevreemde bossen. Het klopt dat een aantal van die bossen niet bekend of niet opgenomen zijn.
De nieuwe actualisatie is klaar. Na de actualisatie blijkt dat de zonevreemde bossen in Vlaanderen ongeveer 43.000 hectare in beslag nemen. Deze zonevreemde bossen liggen verspreid over verschillende ruimtelijke bestemmingen: 20.000 hectare van deze bossen is gelegen in agrarisch gebied, 5500 hectare in woongebied, 4300 hectare in recreatiegebied, 2500 hectare in industriegebied en 10.600 hectare in overige bestemmingen, zoals militaire domeinen en zones voor gemeenschapsvoorzieningen.
Bij een grondige analyse van de cijfers kunnen we vaststellen dat de oppervlakte zonevreemd bos licht gedaald lijkt sinds 2003: er is een nettoafname aan zonevreemd bos met bijna 3000 hectare. We moeten voorzichtig zijn met die cijfers omdat de analyses gebaseerd zijn op eenzelfde bosreferentielaag die altijd verandert en bijna altijd gedateerd is. Het is moeilijk dat echt up-to-date te houden.
Het plan van aanpak werkt verder op de resultaten van die actualisatie en een studie van het INBO. Van de 43.000 hectare zonevreemde bossen gaan we kijken wat ecologisch waardevol is. Je kunt immers die 43.000 hectare niet helemaal beschermen. Daarvoor wordt een klankbordgroep samengesteld die dat zal begeleiden. We zijn het engagement aangegaan dat we dat niet alleen met het INBO en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zullen doen, maar ook met de bossector zelf en met de lokale actoren. Het is belangrijk dat je een breed draagvlak hebt en dat iedereen kan inschatten welke bossen waardevol zijn om te beschermen.
Bossen vallen al onder de bescherming van het Bosdecreet, maar toch zijn een aantal bossen ruimtelijk bedreigd omdat ze in een zone liggen die voor andere doeleinden interessant kan zijn. Het gaat vooral over de hardere bestemmingen zoals woongebieden en industriegebieden, waar de bossen bijzonder kwetsbaar zijn. Niet alle zonevreemde bossen zijn dus in dezelfde mate bedreigd. We moeten vooral focussen op de ecologisch waardevolle zonevreemde bossen die bedreigd zijn en een groot risico lopen op verdwijning.
Het aspect van de ruimtelijke bedreiging moeten we verder verfijnen. We hebben nu een eerste actualisatie gedaan. Nu werkt men aan de verfijning. Dat gebeurt vanuit een opdracht van het ANB. Op die manier krijgen we een duidelijker zicht op welke bossen we willen redden.
Het plan van aanpak heeft de bedoeling een duidelijk kader aan te bieden zodat alle informatie aanwezig is. Er kan ook ingespeeld worden op eventuele nieuwe bedreigingen en noden. Het spreekt voor zich dat dat telkens zal moeten worden aangepast. Dat gebeurt samen met mijn collega bevoegd voor de ruimtelijke ordening.
Mijnheer Van Mechelen, u weet dat planschade zuiver behoort tot de bevoegdheden van de minister van Ruimtelijke Ordening. De middelen van het Boscompensatiefonds kunnen decretaal niet gebruikt worden voor de planschaderegeling. Dat zou een decretale aanpassing vragen.
U vraagt naar een volledig overzicht. Dat heb ik gegeven als antwoord op een schriftelijke vraag van 8 april 2011 van mevrouw Peeters. Ik heb de cijfers bij me van de vergelijking tussen de jaren 2009 en 2010 van de vergunde oppervlakte van ontbossing en welke ruimtelijke bestemming daaraan gekoppeld werd. In totaal is 4,56 hectare vergund voor ontbossing in bosgebied, in groengebied is dat 22,4 hectare en in parkgebied 1,6 hectare. Dat is redelijk beperkt. In het overzicht staat telkens waarvoor het werd ontbost. Het gaat dikwijls over een fietspad of een weg die moet worden aangelegd. Ik laat u het volledig overzicht graag overhandigen.
De voorzitter : De heer Van Mechelen heeft het woord.
De heer Dirk Van Mechelen : Voorzitter, ik denk dat hier sprake kan zijn van voortschrijdend inzicht, wat zeer positief is. We weten nu ongeveer wat het probleem is, 43.000 hectare bos dat zonevreemd is. Minister, zoals u terecht stelde, kan dat worden gelinkt aan twee zaken. Ten eerste is dat aan het feit of het ecologisch waardevolle bossen zijn. Ik neem aan dat de beoordeling op een aantal parameters gestoeld zal zijn, niet alleen de kwaliteit van de bebossing maar ook het feit of het bijvoorbeeld transitiegebieden zijn tussen natuurgebieden en daardoor zeer waardevol.
U voelt welke richting ik insla. In een bedreigde zone tussen enerzijds bossen zoals het Mastenbos of het Wolvenbos in de groene gordel van Antwerpen en anderzijds onze Kalmthoutse Heide die toch al wat te verwerken heeft gekregen, zijn er zeer grote alertgebieden aanwezig.
Het is goed dat er een globaal plan van aanpak komt, maar ik denk dat het heel snel nodig is dat er voor bepaalde zones duidelijkheid wordt gecreëerd zodat we heel snel uitsluitsel hebben over bossen die bijvoorbeeld niet waardevol zijn om een bepaalde reden. Dan weet ook iedereen wat de situatie is. Nu zitten we met een kapmes dat boven onze hoofden cirkelt. De klok tikt. Laat ons zorgen dat er ondertussen geen accidenten gebeuren. Daarvoor rekenen we op de minister.
De voorzitter : Het incident is gesloten.