Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 09/06/2011
Vraag om uitleg van de heer Veli Yüksel tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over het beleid inzake het erfgoed van migrantengemeenschappen
- 2275 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Voorzitter, minister, collegas, Vlaanderen en Brussel kennen een bruisend migrantenleven, dat vaak onbekend is bij het grote publiek. Dit migrantenmiddenveld is niet alleen zeer divers, het heeft ook diepe historische wortels en vervult diverse, vaak mediërende functies. Het erfgoed van dit middenveld is echter bedreigd.
In 2008 gingen het Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving (KADOC) en het Archief en Museum van de Socialistische Arbeidersbeweging Instituut voor Sociale Geschiedenis (Amsab-ISG) van start met het project van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO) Stafkaart van het migrantenmiddenveld en zijn erfgoed in Vlaanderen en Brussel, 1830 tot heden. Dit project beoogt de realisatie van een repertorium van het hedendaagse en historische migrantenmiddenveld in Vlaanderen en van de daar bewaarde erfgoedgehelen. In totaal werden vandaag 450 verenigingen geregistreerd, 130 verenigingen geprospecteerd en 65 erfgoedcollecties beschreven. Het project wil ook het migrantenmiddenveld sensibiliseren voor het onderzoeks- en publieksgerichte potentieel van hun documentaire erfgoed.
Tijdens een studiedag in februari 2010 in dit parlement, georganiseerd in het kader van het stafkaartproject, werd vastgesteld: Het wetenschappelijk onderzoek heeft nog maar vrij weinig belangstelling getoond voor het historische en actuele migrantenmiddenveld. Nochtans vormen de verschillende organisaties een sociale realiteit in Vlaanderen en vervullen ze belangrijke functies, niet louter binnen de betrokken gemeenschappen, maar ook tussen hen en de bredere samenleving. Onderzoek kan bijdragen tot een beter begrip van de complexe processen van migratie en integratie. Het levert belangrijke inzichten, complementair aan de studie van het migratiebeleid en van individuele ervaringen. Structureel, ideologisch en operationeel worden de betrokken verenigingen niet zelden beïnvloed en/of gekenmerkt door de situatie in het land van herkomst. Daarom moet de dynamiek van dat middenveld ook worden gevaloriseerd in een internationale context, waarbij men de fluctuerende relaties met het moederland niet uit het oog mag verliezen.
De voorlopige resultaten van het stafkaartproject van Amsab-ISG en KADOC bewijzen de nood aan expertise en ondersteuning van de organisaties en dus aan een actieplan om het erfgoed op een duurzame wijze te kunnen ontsluiten en valoriseren. Het is dan ook positief dat het stafkaartproject als ontwikkelingsgericht erfgoedproject vanaf 2010 kon rekenen op subsidies van de afdeling Kunsten en Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap, zodat het kan worden voortgezet. De systematische prospectie en registratie gaan dus verder, gekoppeld aan sensibiliserende activiteiten. Op die manier kan men netwerken opbouwen met andere erfgoedactoren in Vlaanderen en de expertise verder verspreiden, onder meer via een tweede studiedag met workshops begin februari van dit jaar.
KADOC en Amsab-ISG hebben hiermee duidelijk gemaakt dat zij deze projectwerking ten aanzien van het erfgoed van het migrantenmiddenveld willen voortzetten en verankeren in hun courante werking. Hun belangstelling vloeit voort uit hun functie als bewaarinstelling en expertisecentrum. KADOC benadert dat middenveld en zijn erfgoed vanuit zijn interesse voor de evoluerende wisselwerking tussen religie, cultuur en samenleving, en voor Amsab-ISG sluit dit aan bij de focus op sociaal-progressieve bewegingen en hun erfgoed.
Minister, hebt u kennis genomen van het stafkaartproject en deelt u de conclusies van de studiedagen met betrekking tot de noodzaak aan een actieplan voor het erfgoedbeleid van het migrantenmiddenveld? Komt er in dat verband een vervolgtraject waarin het erfgoed van het migrantenmiddenveld op een structurele en wetenschappelijk verantwoorde wijze kan worden ingebed in Vlaanderen? Op welke wijze kan volgens u een duurzame strategie worden ontwikkeld voor een zorgvuldige bewaring en optimale onderzoeks- en publieksgerichte ontsluiting van deze archieven?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Ik wil me graag aansluiten bij deze zeer legitieme, terechte en goede vraag van de heer Yüksel. Hij vestigt de aandacht op een belangrijk veld in onze Vlaamse cultuur, namelijk de migrantengemeenschappen en hoe zij bij ons gekomen zijn, geleefd hebben en leven, en dus hebben gezorgd voor erfgoed.
Ik zou graag hebben dat niet alleen KADOC en Amsab-ISG middelen krijgen om dat verder te zetten, maar dat de middenveldverenigingen van de migrantengemeenschappen zelf, die vandaag erkend zijn in het decreet Sociaal-Cultureel Werk, op een actieve manier worden betrokken. Het is zinvol dat er in de migrantengemeenschappen in Vlaanderen een bewustzijn komt, nog meer dan vandaag, voor het eigen erfgoed. Ik merk dat er daar nog een hele weg is af te leggen. Ik pleit voor sensibilisering in alle gemeenschappen die ermee te maken hebben. Het is een extra bekommernis om zoveel mogelijk mensen in dat verhaal mee te zuigen.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Yüksel, zoals u zelf al hebt aangehaald, wordt het project Stafkaart van het migrantenmiddenveld en zijn erfgoed in Vlaanderen en Brussel, 1830- heden ondersteund als ontwikkelingsgericht project binnen het Cultureel-erfgoeddecreet. Dat initiatief werd ingediend door KADOC en Amsab-ISG. Voor de twee eerste fasen van dat project heb ik 155.000 euro uitgetrokken, op basis van de positieve adviezen van de beoordelingscommissie.
Tegen oktober 2011 wordt de projectafrekening verwacht van de eerste fase. Daarin zal de aanvrager een grondige verantwoording maken van de besteding van de subsidiemiddelen en van de inhoudelijke vorderingen die in de eerste projectfase gemaakt werden.
Het project krijgt veel weerklank binnen en buiten de cultureel-erfgoedsector. Ook de reacties op de door u aangehaalde studiedag in het Vlaams Parlement tonen dit aan. Op korte tijd verwierf dit project een rol als voortrekker en wegbereider in de omgang met het erfgoed van het migrantenmiddenveld in Vlaanderen en Brussel.
In de subsidieaanvragen voor de twee eerste projectfasen werd ook een derde projectfase in het vooruitzicht gesteld. Daarvoor wordt nog een subsidieaanvraag verwacht. Deze derde fase loopt volgens de planning over het jaar 2012. Het spreekt voor zich dat de resultaten van dit baanbrekende project achteraf niet verloren mogen gaan. We moeten continuïteit en blijvende beschikbaarheid van de projectresultaten garanderen voor alle gesubsidieerde cultureel-erfgoedprojecten.
De continuïteit van een project na de uitvoering ervan is een belangrijk criterium bij het beoordelen van subsidieaanvragen. Mijnheer Caron, binnen het project waarvan sprake is, wordt het opzetten van een duurzaam internationaal samenwerkingsverband rond het erfgoed van het migrantenmiddenveld ingepland als manier om in de continuïteit te voorzien. Een dergelijk samenwerkingsverband garandeert een vervolgtraject waarbinnen verder kan worden gewerkt aan een structureel kader voor de omgang met dit erfgoed. Bij het toekennen van de projectsubsidie heb ik aan de uitvoerders meegegeven dat het belangrijk is binnen het project een zo breed mogelijke invalshoek te kiezen. Op die manier zou de ruime cultureel-erfgoedsector moeten worden meegenomen, waardoor de resultaten zo breed mogelijk kunnen zijn.
Ook voor uw vraag over de zorgvuldige bewaring en ontsluiting van archieven, wens ik te verwijzen naar het lopende project Stafkaart van het migrantenmiddenveld en zijn erfgoed in Vlaanderen en Brussel, 1830-heden. De resultaten kunnen de andere, verspreide initiatieven en projecten die daar bestaan een structureel kader bieden. KADOC en Amsab-ISG worden structureel gesubsidieerd met respectievelijk 1.819.000 euro en 1.335.000 euro in het kader van de meerjarige subsidiëring van deze culturele-archiefinstellingen binnen het Cultureel-erfgoeddecreet. De zorgvuldige bewaring en optimale ontsluiting van de archieven van het migrantenmiddenveld wordt dan ook gegarandeerd door de bestaande erkende culturele-archiefinstellingen. Het duurzaam inpassen van de archieven van de organisaties uit het migrantenmiddenveld kan dus zeker verder worden ontwikkeld op basis van de resultaten van de stafkaart. Dat kan de basis vormen om daar verder structureel op te werken.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister, ik dank u voor uw antwoord.
De heer Caron spreekt over het betrekken en het sensibiliseren van het middenveld. De studiedagen van vorig en dit jaar hadden net tot doel dat te doen. De mensen zijn daar zelf vragende partij voor. Maar of ze daar al dan niet effectief zelf aan kunnen participeren, hangt natuurlijk af van de modaliteiten. Ze zijn zelf vragende partij om dat erfgoed te bewaren. Uiteindelijk gaat dat ook deel uitmaken van het Vlaams cultureel erfgoed.
Minister, u hebt inderdaad belangrijke bedragen uitgetrokken voor de bewaring en ontsluiting van archieven. Om dat echter structureel te doen en te verankeren, zou het misschien niet slecht zijn om dat mee op te nemen bij de bespreking van de beheersovereenkomsten van die twee instellingen voor de volgende periode.
Minister Joke Schauvliege : Dat is een zeer zinvolle suggestie, waar we zeker aandacht voor zullen vragen. Dat is trouwens ook zo gebeurd met dit project. De studiedagen hebben plaatsgevonden op ons aangeven. Zij hebben die erkenning voor het project gekregen omdat wij erop aandrongen het middenveld erbij te betrekken. We hebben dat op die manier gestuurd.
De voorzitter : Het incident is gesloten.