Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 01/06/2011
Interpellatie van de heer Jan Penris tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de nieuwe overheidssteun (aankoop kortlopend schuldpapier) voor de Gemeentelijke Holding
- 174 (2010-2011)
Interpellatie van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand en tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de financiële steun van het Vlaamse Gewest aan de Gemeentelijke Holding en het mogelijke scenario voor regionale opdeling
- 175 (2010-2011)
Interpellatie van de heer Sas van Rouveroij tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de onrust bij de Gemeentelijke Holding
- 176 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris : Voorzitter, minister, collegas, op 19 mei raakte bekend dat de Gemeentelijke Holding opnieuw voor steun heeft moeten aankloppen bij de overheid. De drie Belgische gewesten moesten in totaal voor 120 miljoen euro kortlopend schuldpapier van de holding kopen om de liquiditeitsnood te verhelpen.
De Gemeentelijke Holding, die 14 procent van de Belgisch-Franse financiële groep Dexia bezit, is in handen van de Belgische steden en gemeenten. De Vlaamse Regering, die 40 miljoen euro betaalde voor schuldpapier op twee maanden, merkt op dat de steun de overbrugging van een beperkte periode mogelijk moet maken, tot andere financiers kunnen instappen. Vlaanderen zou daarna nog eens voor twee maanden 14 miljoen euro willen aanbrengen. Wallonië betaalde 50 miljoen euro voor het schuldpapier, terwijl Brussel voor 30 miljoen euro instapte.
De financiële toestand van de Gemeentelijke Holding, met ruim 14 procent een grote aandeelhouder van Dexia, baart steeds meer politici zorgen. Door de lage beurskoers van Dexia kampt de holding met verliezen, waardoor de dividendenstroom naar de steden en gemeenten tegenvalt.
De Gemeentelijke Holding moest ruim twee jaar geleden 500 miljoen euro lenen om Dexia te kunnen bijspringen. Daarvoor kreeg de holding van de overheid een staatswaarborg. De Gemeentelijke Holding wilde na de zomer van 2009 tegelijkertijd een kapitaalverhoging van net geen 500 miljoen euro doorvoeren. Dat gebeurde via de eigen aandeelhouders, namelijk de gemeenten en de provincies.
De kapitaalverhoging was noodzakelijk geworden ten gevolge van de aangegane lening ten behoeve van Dexia. Als borg voor de aangegane leningen golden tot voordien de aandelen-Dexia, maar de forse koersdaling had die garantie in waarde verminderd. Daarom vroeg en kreeg de Gemeentelijke Holding voor haar verdere financiering een overheidswaarborg. Die liep aanvankelijk tot 30 september 2009. De federale overheid en de gewesten hadden een verlenging van die borg van 800 miljoen euro afhankelijk gemaakt van structurele ingrepen bij de Gemeentelijke Holding zelf, zijnde een versterking van het eigen vermogen. De meeste gemeenten en provincies tekenden in op nieuwe A-aandelen en er werd hun een preferent dividend van 13 procent beloofd. De Gemeentelijke Holding maakte zich sterk dat ze, mede door de afbouw van de schulden een verwachte vermindering met 446 miljoen euro tussen 2009 en 2013 en de verwachte herneming van het Dexiadividend, die 13 procent kon garanderen. Verder zou er ruimte ontstaan door het wegvallen van de kosten voor de overheidswaarborg.
Uiteindelijk bleek een maand geleden dat de Gemeentelijke Holding over 2010 een kleiner dividend zal uitkeren dan voordien. Dat was en is slecht nieuws voor de gemeenten, vooral voor zij die in 2009 intekenden op de kapitaalsverhoging en daardoor de beloofde coupon van 13 procent zien terugvallen tot 7 procent. De Gemeentelijke Holding kan minder uitkeren omdat ze zelf ook afhankelijk is van de evolutie van het Dexia-aandeel. De winst over 2010 zou volgens De Tijd uitkomen op 26,1 miljoen euro, amper een derde van het te bestemmen resultaat in 2009. De steden en gemeenten die in 2009 cash op tafel legden, zien hierdoor maar 2,87 in plaats van 5,32 euro per aandeel hun richting uitkomen. De algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding moest daar op 25 mei 2011 mee instemmen. Sommige gemeenten die leenden om de kapitaalverhoging te financieren, dreigen volgens de krant in de problemen te komen.
Om de getroffen Waalse gemeenten en steden wat ademruimte te geven, bood Waals minister Furlan hun de mogelijkheid om de terugbetaling van een lening bij het gewest uit te stellen. U, minister, stelde drie weken geleden dat u niet meteen een gelijkaardig initiatief plant, aangezien er bij u nog geen steden of gemeenten zijn komen aankloppen voor steun. Bovendien kiezen de lokale besturen zelf om al dan niet ergens aandelen te kopen. Daar vanuit Vlaanderen plots in tussenbeide komen, zou een gevaarlijk precedent scheppen. De berichtgeving van 19 mei over de aankoop van schuldpapier door het Vlaamse Gewest staat dan ook nogal in contrast met uw eerdere uitlatingen.
Het blijkt nu zelfs dat de Gemeentelijke Holding zelf heeft aangeklopt bij de regionale overheden voor een kortlopende lening van 100 miljoen euro, waarvan dus 40 miljoen geleend werd bij het Vlaamse Gewest. De Waalse minister van Begroting André Antoine stelde op 18 mei in Le Soir dan ook voor om de Gemeentelijke Holding te splitsen. U noemde dat op dat moment een optie. Maar ook andere strategische pistes worden onderzocht. U vond dat de gewesten zich actiever moeten bemoeien met de toekomst van de holding. Dat is een piste die ook wij willen verdedigen.
Minister, kunt u dringend verduidelijking geven aan het parlement over uw beleidsstappen ter zake, inbegrepen de kortlopende lening aan de Gemeentelijke Holding door het Vlaamse Gewest?
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Voorzitter, minister, collegas, mijn interpellatieverzoek dateert van 18 mei, en inmiddels is er heel wat gebeurd. Het was het moment dat de Gemeentelijke Holding geconfronteerd werd met liquiditeitsproblemen en een beroep deed op de steun van de drie gewesten voor de aankoop van 120 miljoen euro schuldpapier, waarvan 40 miljoen euro kortlopend door de Vlaamse Regering, en daarna nog eens 14 miljoen euro waardepapier door de Vlaamse overheid.
De problemen zijn gekend en zijn voldoende geschetst door de heer Penris. Mij verwondert het een beetje dat men nu post factum allerhande analyses maakt. Op dat moment was het first things first. Men heeft de Gemeentelijke Holding ook gevraagd om 500 miljoen euro op tafel te leggen om Dexia te redden. Ik heb de discussies meegemaakt in het Vlaams Parlement. Wij hebben daar herhaaldelijk over gesproken. Er was een kamerbrede consensus omdat men toen de banken moest redden.
Inmiddels is er heel wat gebeurd. Men heeft de hele discussie gehad die heeft geleid tot de verhoging van het maatschappelijk kapitaal op 30 september 2009. De Vlaamse overheid vroeg of de gewestwaarborg zou worden gecontinueerd of dat men het kapitaal, het eigen vermogen, moest verhogen. Men heeft toen gediscussieerd over hoe het eigen vermogen verhoogd moest worden. Ik hoor dan de heer Termont, onze nieuwe energiegoeroe die tegen de grote privémaatschappijen in handelt. Dat is het socialistische etatisme uit de jaren 70. Het is bijna Ibramco-achtig u bent te jong om te weten wat dat is. De heer Termont, de Ibramco-socialist uit de jaren 70, was met zijn Publigas bereid om te lenen aan de Gemeentelijke Holding. Maar hij vroeg 11,5 procent. Daarover lees ik niets meer. Men is er niet op ingegaan. Toen kwam de constructie met nieuwe aandelen met een preferent dividend van 13 procent. Nu heeft men daar veel kritiek op. Maar op dat ogenblik zei de Gemeentelijke Holding dat, mede door de afbouw van de schulden, er een verwachte waardevermindering in het vooruitzicht werd gesteld en dat de verwachte herneming van het Dexiadividend deze 13 procent kon garanderen. Uiteindelijk hebben we de evolutie gekend die we hebben gekend: de daling van de Dexia-aandelen en ook het feit dat de Gemeentelijke Holding uiteindelijk te veel schulden heeft moeten maken, gelet op het eigen vermogen. We weten in welke context dat gebeurd is.
Minister, wat zijn de gevolgen van deze hele operatie voor de financiën van de gemeenten? Ik pleit hier voor een dedramatisering van de situatie. Voor de begroting van de gemeente Zaventem en de voorzitter van de Gemeentelijke Holding is van Zaventem, ik denk dus dat wij het maximum doen betekent dit 120.000 euro. Dat is op 50 miljoen euro belastinginkomsten minder dan 0,2 procent. Ik lees dat het in Antwerpen gaat om 0,12 procent. Dan hoor ik de heer Termont, die wordt geciteerd door de media, dat de financiële situatie van de gemeenten dramatisch is door dat terugvallen van het dividend. Mijnheer van Rouveroij, u bent bondgenoot van de heer Termont: het gaat in een stad als Antwerpen over 0,12 procent.
De heer Sas van Rouveroij : Mijnheer Van Rompuy, dat doet hier toch niet ter zake.
De heer Eric Van Rompuy : In Oostende gaat het over 223.000 euro. We mogen dat toch eens dedramatiseren.
Maak er geen partijpolitieke zaak van. Het ergert mij dat bepaalde politici zich plots manifesteren als diegenen die het allemaal hadden voorzien, terwijl zij daar zelf een rol in hebben gespeeld. Ik verwijs naar wat ik zei over de heer Termont.
Het is duidelijk dat men zich vragen kan stellen bij de gemeentelijke participaties in beursgenoteerde bedrijven. De Gemeentelijke Holding heeft wat gediversifieerd. Maar dit punt is zeker een debat waard.
Er zijn te hoge schulden aangegaan. Dat is nu eenmaal zo. Ik pleit ervoor dat die gewestwaarborgen worden verlengd. De Vlaamse Regering voert hier een heel orthodox en correct beleid. Dat is de enige manier om daar op termijn uit te geraken. De Vlaamse Regering heeft terecht gezegd dat er geen dividenden kunnen worden uitgekeerd zolang de financiële situatie van de Gemeentelijke Holding is wat zij is. Dat is de juiste houding.
Mijn laatste vraag gaat over de regionalisering. Minister, u hebt ook gezegd dat dit nu niet aan de orde is. We moeten in eerste instantie de financiële situatie van de Gemeentelijke Holding stabiliseren. Daarna kan men discussiëren over een gewestelijke opsplitsing. Maar dat is technisch een zeer moeilijke zaak. We moeten daar nu niet aan beginnen. Eerst moet de situatie gesaneerd worden.
Minister, ik verneem graag over al die punten het standpunt van de Vlaamse Regering, die tot hiertoe in dit dossier correct is opgetreden.
De voorzitter : De heer van Rouveroij heeft het woord.
De heer Sas van Rouveroij : Voorzitter, minister, collegas, ten tijde van de financiële crisis is de Gemeentelijke Holding gaan aankloppen bij de overheden in dit land. Dit land is vele overheden rijk: Vlaanderen, België, de andere gewesten. Die zijn bijgesprongen, maar de voorwaarde was wel dat de Gemeentelijke Holding zich zou herkapitaliseren. Dat is gebeurd.
Die ellende was namelijk al vroeger gestart. Het heeft de ellende wel wat versneld. De buitengewone vergadering van de Gemeentelijke Holding heeft op 30 september 2009 onder meer het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap verhoogd door middel van een kapitaalsintekening vers geld van afgerond 250 miljoen euro en een gelijkaardig bedrag door de omzetting van certificaten in kapitaal.
Als je de rekeningen van de Holding bekijkt, zie je dat het in 2008 om gewone aandelen en certificaten ging en dat er vanaf 2009 en 2010 drie nieuwe categorieën verschijnen: de gewone aandelen, de aandelen A de preferente aandelen ten gevolge van de kapitaalsverhoging en de aandelen B de oude certificaten die werden omgezet in de kapitaalstructuur.
De Holding stelde in een schrijven aan de steden en gemeenten voorop dat in ruil voor een inbreng in speciën gedurende in totaal tien jaar maar dat hoeven geen tien opeenvolgende jaren te zijn een preferent dividend moet worden uitbetaald van 13 procent. Het vooropgestelde dividend zou de besturen, die deze verhoging wensten te financieren door een beroep te doen op een lening, toelaten om met het dividend de budgettaire last van de lening, interesten en kapitaalsaflossing te kunnen betalen. Deze solidariteit met de minder vermogende aandeelhouders was een bewuste prioriteit van de raad van bestuur, aldus de Gemeentelijke Holding toen.
Collegas, eind september 2009 kaartte ik deze problematiek aan in de plenaire vergadering. Minister, u zult zich dit wellicht nog herinneren. Ik stelde me toen ernstige vragen bij de stelling dat steden en gemeenten niet mogen investeren in risicodragend kapitaal. Het is inderdaad niet de taak van een gemeentebestuur om dat te doen. Ook de opbrengst van de preferente aandelen van 13 procent leek ongeloofwaardig. Bovendien verschafte je door het creëren van preferente aandelen aan de gewone aandeelhouders die niet bereid waren om in te stappen in het nieuwe kapitaal de zekerheid dat ze in de toekomst gedurende een langere periode geen dividend zouden kunnen opstrijken. Ik was toen de mening toegedaan dat er op die manier een ongehoorde druk werd gezet op de wilsvrijheid van de steden en gemeenten. Er werd hen immers eigenlijk meegedeeld dat ze niets kregen als ze niet meededen. Als ze wel meededen, kregen ze een dividend, maar dan wel op een niveau van de exotische opbrengsten die Zuidzee-dollars met zich meebrengen. We vonden toen al dat dit een rotte wortel was die nooit kon worden opgegeten. We zijn nu twee jaar verder en kunnen beschouwend nagaan wat er sindsdien allemaal is gebeurd.
Minister, u wenste toen niet te antwoorden op een aantal van mijn vragen. U was van oordeel dat we eerst die crisis voorbij moeten laten gaan vooraleer we een fundamenteel debat voeren. Vanuit het oogpunt van het algemeen belang, en niet het minst dat van de gemeenten, de gemeentelijke financiën en dergelijke meer, is het beter die fundamentele vragen niet nu te stellen, zo zei u toen. Toch hoopte u dat de herkapitalisatie zou gebeuren en dat Dexia via onder andere de Gemeentelijke Holding uit dat slechte vaarwater zou geraken. Impliciet stuurde de Vlaamse Regering er daardoor dus op aan dat de steden en gemeenten zouden instappen in de kapitaalsverhoging.
Begin deze maand werd ondertussen duidelijk dat de Gemeentelijke Holding krap bij kas zit en haar engagement van 13 procent niet zal kunnen nakomen. Er zal maar een coupon van 7 procent worden uitgekeerd. Het lagere dividend is een streep door de rekening van de gemeentebesturen. Ik zal daar straks een aantal cijfers over geven. Dan zullen we kunnen beoordelen of het slechts over futiliteiten gaat. In een aantal gevallen zal het ontbreken van die verwachte inkomsten in de gemeentelijke begroting toch wel pijnlijk zijn.
De Waalse minister van Begroting stelde deze week voor om de Gemeentelijke Holding te splitsen. U noemde dit een optie althans volgens de pers en liet weten dat er ook andere strategische pistes moeten worden onderzocht. Ik denk dat vooral dat laatste zal moeten gebeuren. Het splitsen op zich zal namelijk vennootschapsrechtelijk heel wat met zich meebrengen en vermoedelijk de minwaarde activeren. Die minwaarde is ondertussen nog altijd niet geboekt omdat PricewaterhouseCoopers als bedrijfsrevisor toelaat dat het actief, de aandelen Dexia in de portefeuille van de Gemeentelijke Holding, niet moeten worden geherwaardeerd op het niveau dat ze vandaag hebben. Ze staan nu in de boekhouding voor meer dan 8 euro per aandeel, terwijl de beurswaarde rond de 2,4 schommelt. Misschien is dat ondertussen wat meer, aangezien het aandeel het de laatste dagen wat beter doet.
Je moet opletten dat je de trekker niet overhaalt als je een splitsing overweegt. Het pistool staat op het voorhoofd van de Gemeentelijke Holding gericht. Je mag de trekker niet overhalen door het moeten boeken van een gigantisch verlies.
Minister, Open Vld houdt er drie sporen op na. Het eerste spoor, zoals in september 2009 uitgetekend, was: geen overheidsgeld, geen geld van steden en gemeenten, in risicodragend kapitaal. Er is een uitzondering op, namelijk de energiesector. Maar banken behoren vooralsnog niet tot deze sector. Ik heb u die vraag in september 2009 ook gesteld: geef me nu eens de juiste juridische grondslag op basis waarvan steden en gemeenten, hetzij direct, hetzij indirect, mogen participeren in de kapitaalstructuur van een bank. Naar mijn aanvoelen is dergelijke juridische grondslag er niet. Los van het juridische in deze zaak, zeggen wij principieel-politiek: geen belastinggeld in risicodragend kapitaal, en al zeker niet in de bankensector.
Het tweede spoor is dat we uw bondgenoot zijn. We zijn dat dus niet alleen met burgemeester Termont op lokaal vlak, dat wil ik benadrukken. Daar gaat het zeer goed. We zijn loyale bondgenoten. De cohesie binnen het college is zeer groot en u begrijpt wat ik daarmee bedoel. Hier behoort sp.a tot de meerderheid en wij tot de oppositie. Minister, we zijn wel een bondgenoot van u alhoewel u tot de meerderheid behoort als u geen handelingen wilt stellen die het over kop gaan van de Gemeentelijke Holding zouden veroorzaken of bespoedigen, en wij willen u daarin steunen. Dat is heel duidelijk onze tweede beleidslijn. We willen met u zoeken naar de juiste strategieën om te bewerkstelligen dat we ooit eens uit dat woelige water van het risicodragend beleggen wegraken. We moeten eens een koers uitzetten. We moeten een haven kunnen binnenlopen en we moeten de steden en gemeenten toelaten om af te monsteren van dit schip. Maar we gaan in volle storm geen gaatje boren in de kiel. Het is niet de bedoeling om het schip op de klippen te laten lopen.
Het derde spoor is een politiek spoor. Voor de Vlaamse Regering en voor u qualitate qua, als minister, niet persoonlijk, is er een morele verantwoordelijkheid ontstaan sinds september 2009 ten aanzien van de steden en gemeenten. Ik herhaal nogmaals dat, hoewel u dat niet expliciteert, u toch impliciet hebt gezegd dat het met uw goedvinden en met het goedvinden van de Vlaamse Regering was dat steden en gemeenten zouden participeren in die kapitaalsverhoging. Lees uw eigen antwoord erop na, ondanks de caveat die wij daarover formuleerden.
Collegas, nu geef ik de situatie die zich vervolgens heeft voorgedaan. In totaal hebben 62 Vlaamse aandeelhouders zich toen niet ingeschreven op die kapitaalsverhoging. Ze waren goed voor 19,75 procent van het kapitaal. Dat waren de geweldloze burgerlijk ongehoorzamen, waaronder de stad Gent, de stad Aalst, en ik denk ook Brugge. Het zijn dus niet van de minsten. Er was een groep die aan die morele terreur en aan de aanzet van de Vlaamse Regering om toe te treden tot de kapitaalsverhoging heeft weerstaan. Dat zal vandaag niet onbelangrijk blijken als u bereid bent een inspanning te doen. Die inspanning kan niet alleen gelden voor diegenen die toen de rattenvanger zijn gevolgd. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
In september hebben we onze hand uitgestoken om daarover te onderhandelen. In alle discretie kan dat.
De heer Eric Van Rompuy : We gaan er niet over discussiëren, maar de heer Termont stelde aan Publigas voor om dat bedrag te lenen aan 11,5 procent. Daar praat u weer niet over. U hebt wel een hand uitgestoken, maar een hand die op termijn een veel slechtere piste zou zijn.
De heer Sas van Rouveroij : Neen, wacht maar. Nu kom ik op het thema of het gaat over veel of over niet veel, want alles is relatief, zeker als je het uitdrukt in procenten. Het percentage waarover de heer Van Rompuy het heeft, is juist. Nu wil ik het even in absolute cijfers uitzetten. Het dividend over het boekjaar 2007, uitbetaald in 2008, van de Gemeentelijke Holding was 131 miljoen euro, voor de crisis. Het totale dividend, alle aandelen samen, van het boekjaar 2008, uitbetaald in 2009, was 0 euro. Vanaf dat moment ontstaat een ander verhaal voor twee categorieën. In 2009 hebben alle steden en gemeenten dit moeten incasseren. Dat is al één keer gebeurd, zonder onderscheid. Vanaf 2010 ontstaat een onderscheid. Het totale dividend voor de gewone aandelen is 0 euro. Voor de aandelen A, degenen die in het kapitaal zijn ingestapt, en voor de aandelen B, degenen die de certificaten hebben omgezet daar hadden ze geen keuze in want wanneer de algemene vergadering met tweederde besliste, moest iedereen omzetten, ook de stad Gent heeft moeten omzetten is het totale dividendenpakket 38 miljoen euro. Nu spreken we over 2011. Het totale dividend van de gewone aandelen is nog altijd 0. De aandelen A, de preferenten, worden uitbetaald. De aandelen B, de omgezette certificaten, zijn weer 0. Dat betekent dat steden en gemeenten die indertijd niet zijn ingestapt in een eerste fase, geen geld kregen voor de gewone aandelen, maar nu in een tweede fase ook beroofd worden van een dividend op de omgezette certificaten, want de aandelen B krijgen ook niets meer. De enigen die nog langs de kassa passeren, zijn de dapperen van 2009. Die krijgen nog 17,5 miljoen euro.
Dit gaat over het totale dividend. Ik heb dat even uitgezet over de Vlaamse gemeentelijke aandeelhouders. De structuur is vrij complex, het gaat niet alleen over de gemeenten. De gewone Vlaamse gemeentelijke aandeelhouders die in 2009 weigerden in te tekenen, kregen in 2008 voor een gewoon aandeel nog een dividend zonder de certificaten, want in de certificaten is er geen onderscheid en moest iedereen omzetten van 8,5 miljoen euro. Door het feit dat ze niet hebben ingeschreven, verliezen deze steden en gemeenten dus in totaal 8,5 miljoen euro. Dat is de straf die men heeft uitgesproken door de wijze waarop de Gemeentelijke Holding heeft gewerkt en door het feit dat de minister de anderen heeft gestimuleerd om dit ook te doen. Had men niet gestimuleerd, dan was er op de algemene vergadering ook geen meerderheid geweest, en dan had zich dit debacle niet voorgedaan.
De andere welwillende Vlaamse gemeentelijke aandeelhouders waren in 2008 goed voor een dividend van 38,1 miljoen euro op hun gewoon aandeel nog altijd zonder certificaten. Ze kregen uiteraard in 2009 ook niets. In 2010 is hun dividend nog 11,8 miljoen euro waard. In 2011 is het nog 6,4 miljoen euro waard.
Het verlies voor diegenen die wel hebben ingetekend, bedraagt in 2011 ongeveer 5 miljoen euro. Is dat veel of niet veel? Ik laat dat aan uw beoordeling over. Ik denk dat het niet weinig is.
Minister, heeft de Vlaamse Regering reeds concrete plannen om hulp te verstrekken aan de Gemeentelijke Holding? Bent u dat van plan?
Als u dat van plan bent, wat gaat u dan doen? Als u dat niet doet, bent u dan eerder geneigd om een helpende hand te reiken aan de slachtoffers van deze zaak? Er zijn dan twee categorieën. De slachtoffers zijn uiteraard de steden en gemeenten. Er zijn diegenen die hebben ingetekend, aan wie 13 procent was beloofd en aan wie slechts 7 procent zal worden uitbetaald. Quid met het verschil? De tweede categorie is en blijft de groep van gemeenten die niet hebben ingetekend op de kapitaalsverhoging en die op die manier een groot dividend ontberen. Door het feit dat nu ook de aandelen B, zijnde de omgezette certificaten, niets meer opbrengen, worden zij nu voor de tweede keer in het kruis gegrepen.
De voorzitter : De heer Watteeuw heeft het woord.
De heer Filip Watteeuw : Voorzitter, minister, collegas, er is al heel veel gezegd, en ik ga niet alle elementen herhalen. Ik heb enkele bedenkingen.
De heer Van Rompuy heeft gelijk dat het makkelijk is om achteraf naar die hele operatie te kijken en te zeggen dat het verkeerd was, maar men kan niet om de vaststelling heen dat er een onbetamelijke druk is uitgeoefend op de gemeenten. Er werd 13 procent voorgesteld als dividend gedurende tien jaar. Diegenen die niet intekenden op de kapitaalsverhoging van de Gemeentelijke Holding, krijgen eigenlijk geen dividend meer omdat ze pas na de preferente aandelen kwamen. Dat is inderdaad een onbetamelijke druk.
Men kan niet zeggen dat er geen waarschuwingen geweest zijn. Er zijn een aantal steden en gemeenten, onder meer Gent, die niet mee wilden doen. Er zijn er een aantal die gezegd hebben dat dit geen correcte operatie was.
Als burgemeester Termont spreekt over een dramatische situatie, dan heeft hij het niet alleen over het dividend van 13 procent dat niet wordt uitbetaald. Ik voel me niet echt geroepen om Daniël Termont te verdedigen. Ik heb het regelmatig lastig met hem en ik ben geen lokale bondgenoot van Daniël Termont, maar hij heeft het over de manier waarop de Gemeentelijke Holding geleid wordt en hoe men regelmatig een aantal omstreden beslissingen neemt. Als je ziet wat het verschil is tussen de marktwaarde van de Dexia-aandelen en de boekwaarde, dan vraag je je af hoe het komt dat men daar zo lang mee blijft omgaan. Dit is een beslissing die men genomen heeft en die voortdurend het functioneren van de Gemeentelijke Holding hypothekeert. Het lijkt erop dat de Gemeentelijke Holding voortdurend beslissingen neemt die de eigen kracht van de Gemeentelijke Holding te boven gaan.
Ik vraag me af wat de rol van de Vlaamse Regering is. Bij mijn weten zit er een afgevaardigde van de Vlaamse Regering in de raad van bestuur van de Gemeentelijke Holding. Als ik me niet vergis, is dat de heer Van Driessche. Ik dacht dat de heer Van Driessche op een aantal kabinetten heeft gewerkt. Ik veronderstel dat de heer Van Driessche voortdurend contact heeft met de Vlaamse Regering, waarschuwt voor delicate zaken en eventueel ook bezwaar aantekent tegen deze beslissingen. In die zin is de Vlaamse Regering ook moreel verantwoordelijk voor de situatie.
De Vlaamse Regering heeft de juiste beslissing genomen door te zeggen dat ze waarborgen onder voorwaarden wil. Het belangrijkste is dat de Gemeentelijke Holding nu wordt gestabiliseerd. Ik wil die beslissing zeker ondersteunen.
We zullen zien of er op 15 december een dividend wordt uitgekeerd, maar we moeten ook oog hebben voor de positie van de gemeenten. We moeten de financiële moeilijkheden niet overdrijven. Er zijn gemeenten die minder inkomsten hebben en dat amper zullen voelen, maar er zullen er ook zijn die wel moeilijkheden hebben, zeker als die 7 procent niet zou worden uitgekeerd, wat nog altijd kan. Dan is het maar de vraag wat de Vlaamse Regering op dat moment wil doen. De Vlaamse Regering moet op dat moment eventueel voorzien in een renteloze lening voor die gemeenten die duidelijk in budgettaire moeilijkheden komen.
Minister, wat is het oordeel van de Vlaamse Regering over de problemen van de Gemeentelijke Holding? Werd u voldoende op de hoogte gehouden van de beslissingen van de Gemeentelijke Holding? Op welke manier zult u de gemeenten ondersteunen die in de problemen komen als gevolg van de situatie in de Gemeentelijke Holding? Overweegt u om renteloze leningen toe te staan? Op welke manier wil de regering verder meewerken aan het stabiliseren van de Gemeentelijke Holding?
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Collegas, we moeten eerlijk blijven. De eerste gemeente die door het mislopen van de dividenden in financiële moeilijkheden komt, mag gerust met ons aan de tafel zitten. Er zijn inderdaad verschillen. Oostende is een van de zware slachtoffers omdat de stad via het Gemeentekrediet meer aandelen had die zijn omgezet. Dat is historisch gegroeid.
Voor de stad Veurne is dat tussen 0,15 en 0,20 procent van de begroting.
De toenmalige eenzijdige beslissing van de paars-groene regering om de energiemarkt versneld te liberaliseren, heeft de gemeenten tien tot vijftien keer meer gekost dan de bankencrisis vandaag. Het klopt dat het mislopen van dividenden voor de lokale besturen een financiële aderlating is, maar we kunnen en zullen dit overleven.
Ik hoorde geen politici spreken op het moment dat het goed ging. Ik denk aan 2004, 2005, 2006 en 2007. Op een algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding was er bijna een staande ovatie voor Francis Vermeiren omdat hij opnieuw het dividend kon optrekken. Er was geen enkel lokaal bestuur dat ook maar enige intentie had om uit die Gemeentelijke Holding te stappen. Als het slecht gaat, krijgen we meteen de discussie over de vraag of een lokaal bestuur in risicovol kapitaal moet investeren. We kunnen dat debat natuurlijk voeren, maar dat moet niet vandaag. We moeten eerst zorgen dat de precaire situaties worden gestabiliseerd voor we dat grondig onderzoeken.
Mijnheer Van Rouveroij, ik nodig u uit om contact op te nemen met de voorzitter van de Gemeentelijke Holding, de heer Francis Vermeiren, die de kapitaalsverhoging heeft gepromoot bij de lokale besturen. Op dat moment was hij Open Vld-volksvertegenwoordiger in het Vlaams Parlement, en nu is hij nog steeds burgemeester van Zaventem. Hij heeft net een verlenging gekregen van zijn mandaat in de Gemeentelijke Holding.
Ik heb stilaan mijn buik vol van politici die zelf niet in de raad van bestuur zitten, en op alles schieten. De heer Termont zit in een aantal andere beheersstructuren. Misschien zouden wij onze bazooka kunnen bovenhalen en op sommige beslissingen kunnen schieten die daar zijn genomen. In die structuren in de energiesector worden er eigenaardige beslissingen genomen. Als je er zelf niet in zit, moet je erover zwijgen. Je moet met kennis van zaken spreken. Je moet niet spreken aan de vooravond van de algemene vergadering, en dan zelf niet naar die algemene vergadering gaan. Was de heer Termont aanwezig geweest op de algemene vergadering en had hij daar de visie van de stad Gent verkondigd, dan kon ik daar nog mee leven, maar die visie in de media verkondigen en zeggen dat het financiële problemen zal opleveren, wat achteraf onjuist blijkt te zijn, is vergezocht.
Bijna alle politieke partijen hebben in de Gemeentelijke Holding vertegenwoordigers in de raad van bestuur. Voor de sp.a is de heer Janssens bijvoorbeeld een prominent figuur. We moeten binnen de partijen eens kijken, in plaats van de minister te overstelpen met vragen.
Er wordt vandaag met een bazooka op een mug geschoten. We worden geconfronteerd met problemen in de Gemeentelijke Holding gelieerd met Dexia. De vrijmaking van de energiemarkt heeft tien tot vijftien keer meer gekost aan de lokale besturen. Toen werd dit door Groen!, sp.a en Open Vld enorm gepromoot. Het zou leiden tot lagere prijzen, en vandaag merken we dat dit niet het geval is.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voor ik inga op de concrete vragen, wil ik vooraf enkele zaken duidelijk stellen. Ook hier is gebleken dat het nodig is om dat te doen.
De Gemeentelijke Holding is een nv naar Belgisch recht met als enige aandeelhouders de Belgische gemeenten en provincies. Ze bezetten de algemene vergadering en vormen de raad van bestuur. Sinds kort kan zowel aan de federale overheid als aan de gewesten toestemming worden gegeven in het kader van het toegestane kapitaal om toe te treden tot dat aandeelhouderschap, maar dan in het kader van de uitvoering van de garanties die de staat of de gewesten zouden hebben gegeven. Daar moet de raad van bestuur toestemming voor geven.
Tot op heden is dat niet zo. Aandeelhouders, raad van bestuur, dat zijn zaken van de gemeenten en de provincies. Zij beheren de Gemeentelijke Holding. Mijnheer van Rouveroij, ik voel me helemaal niet aangesproken als u het hebt over beslissingen, dividendpolitiek enzovoort. U vergist zich. Zoals een aantal collegas hebben gezegd, is het zo dat als de stad Gent meent dat er een verkeerde politiek wordt gevoerd, die opmerkingen geformuleerd worden op de algemene vergadering. Een aantal vertegenwoordigers van steden zijn naar die algemene vergadering geweest.
Een van de redenen waarom ik gezegd heb dat dit een anachronisme is, is dat het toezicht volledig bij de federale overheid ligt, bij de federale minister van Financiën, bij de federale minister van Binnenlandse Zaken. Wij hebben daar inderdaad een waarnemer, maar het toezicht is in handen van de federale overheid. In die zin is dat een anachronisme. Toen de premier zei dat dit een zaak van de gewesten is, had hij gelijk. Het gaat echter wel om een unitaire holding. Het is een Belgische holding. Het zijn de gewesten die belast zijn met het toezicht op de gemeenten. Wij zijn bevoegd voor het binnenlands bestuur en wij zijn ook degenen die aangesproken worden als het erop aankomt waarborgen te verstrekken. Ik volg de premier daarin, maar er zit inderdaad een grote tegenstelling in.
Als burgemeester Termont zegt dat de federale overheid de toestemming moet geven om de Dexia-aandelen te verkopen, dan volg ik hem twee keer niet. Ten eerste gaat het niet over Dexia-aandelen. De gemeenten zijn aandeelhouder van de holding, die op haar beurt 14,2 procent aanhoudt in Dexia. Ik weet niet of er gemeenten zijn die rechtstreeks aandeelhouder zijn van Dexia. Als dat zo is, zie ik absoluut niet in waarom ze toestemming zouden moeten hebben van de federale overheid om die aandelen te verkopen. Daarenboven, als het gaat over aandelen in de Gemeentelijke Holding, dan zijn het de regels van de Gemeentelijke Holding die bepalen aan wie en of ze kunnen verkopen. De Gemeentelijke Holding bepaalt in haar statuten dat het de gemeenten en provincies zijn die een voorkeurrecht hebben. Als een van de steden of gemeenten wil verkopen, dan moeten de aandelen worden aangeboden aan de steden en gemeenten op de secundaire markt, die vervolgens kunnen kopen of niet kopen. Ik heb u gezegd dat zelfs het Vlaamse Gewest dat op dit ogenblik niet kan. In het kader van een constructie en in het licht van de uitvoering van de garanties die we geven of zullen geven, zouden we die toestemming eventueel kunnen krijgen. Het is niet onbelangrijk om dat nog eens te beklemtonen.
Ik kom straks terug op het Gemeentedecreet. We hebben al een paar keer, één keer op vraag van de heer Caron, dat debat gevoerd. Ik heb daar toen mijn mening gezegd. Ik blijf bij mijn mening. Ik kom daar nog op terug in mijn antwoord op de zeer pertinente vraag van de heer Van Rompuy.
Om het debat te duiden en om de manier waarop we daarmee omgaan duidelijk te maken, wil ik vooraf nog iets zeggen. Het balanstotaal van de Gemeentelijke Holding bedraagt 2,9 miljard euro. Aan de actiefzijde bestaat het uit 2,6 miljard deelnemingen, waarvan 2,1 miljard Dexiadeelnemingen in de boeken. Het Dexia-aandeel is, zoals u weet, op een korte periode spectaculair gezakt en eigenlijk gedecimeerd. In 2007 spraken we nog over 24 euro per aandeel. Nu gaat het over ongeveer 2,4 euro. Dat is letterlijk een decimering in de boeken van Dexia. Dat maakt meteen duidelijk hoe afhankelijk die Gemeentelijke Holding op dit moment is als gevolg van de financiële crisis. In de boeken van Dexia staat de waarde van het aandeel aan 2,1 miljard deelnemingen, en 8,2 euro per aandeel. We weten dat het aandeel op dit ogenblik op de beurs ongeveer 2,4 of 2,5 euro noteert. Het is iets verbeterd na de verkoop van de activa vorige week. Dat is de situatie. De toestand is zo dat het lot van de Gemeentelijke Holding in heel grote mate gerelateerd is aan de situatie bij Dexia. Dat is historisch zo gegroeid. Er zijn 2,6 miljard deelnemingen, waar 2,1 miljard in Dexia.
Aan de passiefzijde staat een eigen vermogen van 1,2 miljard euro en een vreemd vermogen van 1,7 miljard euro, waarvan 500 miljoen euro op minder dan één jaar. Dat is de situatie.
De revisor heeft inderdaad alles gevalideerd zoals het nu voorligt. Hij is akkoord gegaan met de verdere boeking van Dexia-aandelen tegen 8,2 euro, omdat dat een visie is op lange termijn. De revisor heeft gezegd dat, in tegenstelling tot Ethias, Dexia niet door eender welke instantie verplicht is om de Dexia-aandelen te gelde te maken. Ethias werd door de Europese Commissie verplicht dat op korte termijn te doen. De aandelen werden tegen een andere waarde geboekt. Als men vandaag de Dexiadeelnemingen boekt aan beurswaarde, dan weet u hoe delicaat de situatie is.
De vraag van de heer Van Rompuy over hoe de Vlaamse Regering daartegen aankijkt, is terecht. Dat is met bezorgdheid, maar ook met zin voor verantwoordelijkheid. Dat is de lijn die we al de hele tijd aanhouden. Het is de enige manier waarop men daarmee kan omgaan. Mijnheer van Rouveroij, u zegt dat u zich aansluit bij mijn stelling dat alles gedaan moet worden om te vermijden dat die Gemeentelijke Holding kapseist. Ik heb dat ook gezegd in de plenaire vergadering. Dat is geen optie. Ik heb ook gezegd dat het niet in het gemeentelijk belang is dat die holding kapseist, en dus moet daar op een verstandige manier mee worden omgegaan. We zijn geen aandeelhouder. We weten echter dat onze gemeenten uitsluitende aandeelhouder zijn. We weten ook dat die Gemeentelijke Holding 14,2 procent aanhoudt in Dexia, een op dit ogenblik Belgisch-Franse bank, en multinationaal ook in Turkije. In essentie kan men zeggen dat het aandeelhouderschap grotendeels Belgisch-Frans is. We weten ook dat Dexia nog altijd in moeilijk vaarwater zit. Dat zijn dus twee redenen voor ons om daar met zin voor verantwoordelijkheid mee om te gaan. Je kunt niet zomaar oplossingen uit je mouw schudden. Ook al zijn we geen toezichthouders, wij volgen de evoluties van zeer nabij op.
Destijds was het inderdaad first things first, zoals de heer Van Rompuy zei. Men ging daar toen parlementsbreed mee akkoord. Er is toen door de overheden een operatie opgezet om de banken op dat moment te redden. Ik neem aan dat iedereen nog altijd achter die beslissing van toen staat. Toen is inderdaad ook aan de aandeelhouders gevraagd om daar hun verantwoordelijkheid in op te nemen. Dat is ook gevraagd aan de Gemeentelijke Holding, en die heeft een kapitaalsverhoging gedaan door zijn aandeelhouders daarbij aan te spreken.
Wat daarbij is gezegd en aangekondigd als dividenden en dergelijke meer, is een zaak die in de holding aangekaart moet worden. Dat is geen zaak waartegen de Vlaamse Regering een standpunt heeft ingenomen. Integendeel, wij hebben met het oog op de algemene vergadering nu onze verantwoordelijkheid genomen en hebben met de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder gesproken om onze zorg uit te drukken met betrekking tot het dividend van 7 procent dat uitgekeerd zou worden. We hebben gezegd dat dat niet zomaar kan. Dat heeft geleid tot een bijkomende beslissing van de algemene vergadering vorige woensdag.
Die aangelegenheid is een zaak van gemeentelijke autonomie. Ik heb dat ook uitdrukkelijk en met zoveel woorden gezegd in het parlement. Ik neem de gemeenten niet bij de hand. Ik heb de pertinente opmerking, die door velen onder u wordt geuit, gedeeld dat je de vraag kunt stellen of dit nog spoort met wat in ons Gemeentedecreet staat. Ik heb ook gezegd dat dit een evolutie is die gegroeid is, waar niemand zich vragen bij heeft gesteld. Dat was een evolutie van Gemeentekrediet, bank van en voor de gemeenten, tot Dexia, dat een beursgenoteerde vennootschap is geworden en waarvan je, als je dit vergelijkt met artikel 195, paragraaf 3, van het Gemeentedecreet, inderdaad makkelijk kunt concluderen dat dit niet spoort met het Gemeentedecreet: Het is de gemeente verboden om rechtstreeks of onrechtstreeks rechtspersonen die niet belast zijn met welbepaalde taken van gemeentelijk belang op te richten, erin deel te nemen of zich erin te laten vertegenwoordigen.
Als men mij nu zon constructie zou voorleggen, zou ik als binnenlandminister zon oprichting niet goedkeuren. Maar de gemeenten zitten nu eenmaal in die situatie. Stel dat je in een andere situatie zat, zonder die grote afhankelijkheid ten aanzien van Dexia, dat nog altijd in zwaar weer zit, zou je daar strategische opties bij kunnen nemen. Maar om pragmatische redenen, ook uit het oogpunt van het gemeentelijke belang, kun je dat nu niet doen. Ik had graag gehad dat we in een andere situatie zaten. Toen ik aantrad als minister van Binnenlands Bestuur, heb ik gezegd dat we daar naar andere opties moesten kunnen gaan. Ik heb dat ook duidelijk gemaakt, zowel in plenaire als in commissie. Maar hic et nunc zit je met die situatie. Laat ons daarmee omgaan, met zin voor verantwoordelijkheid. We moeten dat debat voeren.
Mijnheer van Rouveroij, je kunt niet tegelijk zeggen dat het geen optie is om de Gemeentelijke Holding niet te versterken en te laten kapseizen, én er tegelijk allemaal uit uittreden. Ik heb u de balanssituatie gegeven. Dat is de manier waarop de Vlaamse Regering en ikzelf daarmee omgaan.
Mijnheer Penris, de Vlaamse Regering is inderdaad, net als de andere gewestregeringen, de afgelopen tweeënhalf jaar op diverse wijzen de holding te hulp gekomen. Dat is gebeurd door het toekennen van waarborgen. De federale staat heeft waarborgen verleend voor 400 miljoen euro. Die zijn op nul gekomen. De deelstaten hebben samen ook voor 400 miljoen euro waarborgen verstrekt. Die zijn nu gereduceerd tot 125 miljoen euro. Voor Vlaanderen betekent dat nu nog 62,5 miljoen euro waarborgen die we verstrekken.
Er is inderdaad ook ingeschreven op kortlopend schuldpapier. Die zaak is verlopen via mijn collega-minister Muyters. Op vraag van de Gemeentelijke Holding heeft de Vlaamse overheid ingeschreven op een programma commercial paper, dat voor de Gemeentelijke Holding door de bank Dexia wordt beheerd en waarop diverse private en publieke cliënten van de bank kunnen intekenen. Voor ons was dat een belegging op kortlopende middelen. Meer bepaald werd voor 40 miljoen euro ingeschreven voor een periode van twee maanden. Daarna is de Vlaamse overheid bereid om nog eens voor 14,7 miljoen euro in te schrijven op korte periode. De holding had de drie gewesten gevraagd om in totaal voor 130 miljoen euro in te tekenen op dat commercial paper. Minister Muyters heeft op dat bedrag de dividenden die uitgekeerd werden, namelijk 38,2 miljoen euro, in mindering gebracht. Van het restbedrag werd de 43 procent genomen waarvoor onze gemeenten aandeelhouder zijn in de Gemeentelijke Holding.
Wij hebben gezegd dat we dat deden uit verantwoordelijkheidszin, maar dat we ook serieus wilden praten met de Gemeentelijke Holding over de situatie op korte termijn en op lange termijn. We hebben de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder uitgenodigd. Op korte termijn is het duidelijk dat er activa gerealiseerd worden. Men is daarmee bezig. De Gemeentelijke Holding heeft zelf gezegd voor 150 miljoen euro activa te willen realiseren. Een dividend van 17,5 miljoen euro uitbetalen terwijl je verlies lijdt, is toch wel heel onorthodox. Ik denk dat de meesten onder ons de eerste vennootschap die verlies lijdt en toch een dividend uitkeert, nog moeten tegenkomen.
Die beslissing was genomen en was ook gevalideerd door de revisor, en zou dus hoe dan ook op de algemene vergadering komen. Wij hebben dat even on hold gezet en gevraagd dat er op het einde van het jaar een beslissing over zou worden genomen door de raad van bestuur in functie van de liquiditeitstoestand, van de previsie van de liquiditeit in 2012 én in functie van de algemene toestand. Dat is ook nagevolgd en goedgekeurd. Ik heb de beslissing bij. De raad van bestuur is op woensdagmorgen bijeengekomen en heeft een tekst ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering, en die heeft dat ook zo goedgekeurd, namelijk dat de uitbetaling fonction de la réalisation des opérations concernant en particulier les liquidités du Holding Communal, soit le remboursement de la dette et la réalisation des actiefs prévue a cet effet et dépendra des perspectives financières du Holding Communal.
Wij hebben daar, als overheid die die beslissing niet kon tegenhouden, een verstandige beslissing genomen, ook al zijn er gemeenten die gezegd hebben dat dat niet kon en dat het onverkort die 13 procent moest zijn. En als dat niet kon, moest het zeker onvoorwaardelijk 7 procent zijn. Er was in die zin veel protest vanuit Brussel en Wallonië. Wij hebben als Vlaamse Regering gemeend die dialoog te moeten voeren en die voorwaarden te moeten stellen.
Mijnheer Van Rompuy, ik wil dat inderdaad dedramatiseren ten aanzien van de gemeenten. Men mag niet doen alsof dit nu het einde is voor onze gemeenten. Ik geef u de cijfers van het dividend dat de laatste jaren is uitbetaald. Voor de totaliteit van de gemeenten betekende dat in 2006 0,46 procent van hun ontvangsten, in 2007 0,62 procent, in 2008 was er geen dividenduitkering en was het dus 0 procent, en in 2009 was het 0,15 procent.
Een gemeente die met een dergelijke toestand geconfronteerd wordt en dat niet kan opvangen, daar scheelt fundamenteel iets aan. Je weet dat je in een holding zit die op de beurs belegt en die in allerlei activiteiten zit. De gemeenten moeten dat kunnen opvangen. Ik wil dat echt uit de dramatische context halen. Ik vind het ook niet nodig dat wij voor dergelijke kleine bedragen na de komma een financiële compensatie zouden geven. Bovendien biedt ook de Waalse Regering geen steun voor niets. Zij heeft gezegd dat de Waalse gemeenten een lening zouden kunnen aangaan om het dividendverlies te compenseren. Maar waar zijn wij mee bezig als wij zouden zeggen dat wij een lening zouden geven om die 0,10, die 0,12, die 0,20 procent van de ontvangsten te compenseren, wat dan volgend jaar of over twee jaar zou moeten worden terugbetaald? Komaan, laten wij dergelijke constructies toch niet onder ogen nemen. De Vlaamse Regering verleent onze gemeenten, onze Gemeentelijke Holding en dus ook onrechtstreeks Dexia, het best waarborgen op de manier zoals wij het nu hebben gedaan: vooral intekenen op die commercial paper en zeggen dat wij bereid zijn om in de toekomst met betrekking tot de waarborg aan de te bespreken voorwaarden onze verantwoordelijkheid te blijven nemen.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb met betrekking tot de mogelijke regionale opdeling geantwoord op wat minister André Antoine heeft gezegd. Hij zei dat de holding moet worden opgesplitst om te komen tot constructies die een structurele oplossing bieden. Een van zijn voorstellen was om de Waalse Gemeentelijke Holding te laten opgaan in een grotere investeringsmaatschappij van Wallonië. Ik heb gezegd dat dit een van de mogelijke opties is. Er zijn er nog andere om uit die situatie te geraken. De regering heeft zich daarover niet uitgesproken en ik zal dat nu ook niet doen. Wij hebben wel aan de Gemeentelijke Holding gezegd dat wij willen spreken over de strategie. Wij moeten dat doen met zin voor verantwoordelijkheid en met zin voor het algemene belang. Het gemeentelijke belang is nu wat het is, in de situatie zoals ze nu is. Ik heb gezegd dat het een van de mogelijke opties is. Maar als je komt tot constructies waarbij er wordt overgenomen of opgegaan in, dan kom je per definitie uit in een regionale opdeling. Ik weet dat dat niet evident is en dat daar studiewerk voor nodig is. Er zijn geen beslissingen over genomen. Dat hoeft vandaag, hic et nunc, ook niet te gebeuren. De regering is bezig met wat op korte en ook op langere termijn moet gebeuren. We moeten dat grondig voorbereiden, tot het moment is bereikt waarop de situatie zich voordoet dat we een optie kunnen nemen die strategisch op lange termijn in het belang is van onze gemeenten en van de Gemeentelijke Holding als vehikel.
Maar, collegas, men mag dit ook niet los zien van de verankering van Dexia. Dit is met 14,2 procent een grote aandeelhouder van Dexia. Wij zitten met de deelstaten met 5,7 procent in Dexia. Ook de Belgische staat en ARCO zitten daarin. Die verankering is dus een belangrijke zaak waar we rekening mee moeten houden. We moeten vandaag niet over één nacht ijs gaan. Wij zien de korte termijn sterk voor ogen. Daarom zijn wij bereid om onder voorwaarden waarborgen te verstrekken. Dat is het beste wat wij nu voor de gemeentelijke aandeelhouders kunnen doen. We zien ook de lange termijn onder ogen. Daar moeten alle opties bekeken worden.
De voorzitter : De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris : Minister, u hebt in fine uw antwoord goed samengevat. Ik verontschuldig mij trouwens omdat ik even ben weggeroepen naar mijn eigen commissie. Ik heb begrepen dat u uw verantwoordelijkheid blijft opnemen. Dat stelt ons gerust. U hebt ook de vennootschap gewezen op haar vennootschapsverantwoordelijkheid. Er zal voorlopig geen dividend worden uitgekeerd, tot de financiële situatie grondig gesaneerd is. Daar kan ik u ook in volgen.
Ik volg u ook in het feit dat er misschien nog niet onmiddellijk opties moeten worden genomen worden voor de strategie op lange termijn maar dat die toch al wordt voorbereid. Ik neem daar akte van. Om u daarin te ondersteunen zullen wij een met redenen omklede motie in die zin indienen.
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Minister, ik kan mij helemaal terugvinden in uw antwoord. In dit Vlaams Parlement zijn wij verantwoordelijk voor het beoordelen van de regering. Welnu, de Vlaamse Regering geeft op de juiste manier de juiste waarborgen en bezondigt zich niet aan overhaasting en improvisatie. Als ik hoor hoe de heer Termont gemeenten aanzet om hun aandelen te verkopen op een moment dat iedereen weet dat ze bijna geen waarde meer hebben: dat is bijna inciviek. Dat is de gemeenten ertoe aansporen om waardedalingen te incasseren. Voor iemand die doorgaat voor een nieuwe Vlaamse staatsman vind ik dat onverantwoord.
De Gemeentelijke Holding is de laatste jaren in een noodsituatie gekomen. Wie had vijf jaar geleden gedacht dat de overheid ooit nog zou moeten tussenkomen voor de banken? De overheid is er uiteindelijk in geslaagd om de banken overeind te houden. De Gemeentelijke Holding heeft zijn deel gedaan om op termijn op een heel andere manier te oordelen over de Dexia-constructie, die historisch is gegroeid vanuit het Gemeentekrediet.
Mijnheer van Rouveroij, u zegt dat dat de stelling is van Open Vld. Ik heb daar zeer ernstige twijfels over. U zet hier het Gentse petje op en niet het Vlaamse. Mijn burgemeester, in Zaventem, toch ook van Open Vld, heeft daarover als voorzitter van de Gemeentelijke Holding samen met de heer Van Mechelen in het Vlaams Parlement een lijn gevolgd die breed gedragen was door het Vlaams Parlement.
De heer Sas van Rouveroij : Over welke stelling hebt u het?
De heer Eric Van Rompuy : U moet mij niet ondervragen. Ik heb gehoord wat ik gehoord heb. Ieder moet er maar het zijne van denken. U bent hier totaal verkeerd.
De voorzitter : De heer van Rouveroij heeft het woord.
De heer Sas van Rouveroij : Ik geef drie stellingen en ik nodig de heer Van Rompuy uit om onmiddellijk te reageren. Ik herhaal nog eens de stellingen van Open Vld.
Eén. Geen overheidsgeld in risicodragend kapitaal, zeker niet in banken, en zeker niet uit de gemeenten. Steunt u dat of niet? Daar zijn we het toch over eens? (Opmerkingen van de heer Jan Verfaillie)
We weten met zijn allen dat we daar om historische redenen in zitten. Maar Open Vld vraagt of je net als in 2009 andermaal een operatie moet starten waarbij je andermaal overheidsgeld in risicodragend kapitaal pompt. Wij zeggen: neen. En al zeker geen gemeentelijk kapitaal. Dus geen tweede operatie zoals in september 2009.
Minister, ik meen te begrijpen dat u daar nu niet naar streeft. Ik kijk naar uw non-verbale reactie. Ik heb begrepen dat u er zeker niet naar streeft, en dat u aanvoelt dat het niet wenselijk is dat steden en gemeenten andermaal worden aangesproken om het kapitaal van de Gemeentelijke Holding te verhogen. Ik weet dat u daar juridisch niets over te zeggen hebt. Ik heb begrepen, collegas, dat daar niemand meer voor pleit, niet aan deze kant van de tafel maar ook niet bij de regering. Mijnheer Van Rompuy, dat is de eerste stelling: geen nieuw vers geld van gemeenten, en zeker niet in risicodragend kapitaal.
Uiteraard heeft de geschiedenis haar rechten. Dat is de tweede stelling. Vandaar dat we die holding niet over kop willen laten gaan. Maar we gaan het toch niet erger maken dan het al is? Tweede stelling: geen handelingen die het over kop gaan van de holding zouden veroorzaken of bespoedigen. Ik denk dat wij ook in die stelling elkaar kunnen ontmoeten.
Maar wil dat zeggen, derde stelling, dat er hier geen morele verantwoordelijkheid is? Ik heb toch iedere keer benadrukt dat er geen juridische verantwoordelijkheid en ook geen voogdijproblematiek is? Het gaat puur over de houding van de Vlaamse Regering met betrekking tot een probleem dat zich op het niveau van de steden en gemeenten afspeelt en waarover u bekommerd moet zijn en ook bekommerd bent. Minister, u houdt inderdaad wat dat betreft de vinger aan de pols en u doet in de mate van het mogelijke wat u moet doen.
Mijn vraag is dus niet van juridische maar veeleer van morele aard: zou de Vlaamse Regering, met u op kop, eens niet zoeken naar alternatieven, naar een koers die je moet uitzetten om het zinkende schip en laten we hopen dat het niet verder zinkt , om die Titanic tijdig te laten aanmeren in een haven opdat we niet met zijn allen zinken? Daarvoor bied ik u de hulp aan van Open Vld. Ik begrijp de lijdzaamheid van de Vlaamse Regering niet. Ik wil u een oplossing aanreiken, hoewel wij hier geen uitvoerende bevoegdheid hebben. Een exitstrategie die geen risicos inhoudt voor de Gemeentelijke Holding nu, maar wel een toekomst geeft voor de steden en gemeenten om eruit te stappen, zou kunnen zijn dat u een speciaal vehikel opricht. We moeten daarover niet in details treden. Via zon vehikel zouden beide doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.
Mijnheer Van Rompuy, u hebt zo vaak verwezen naar de heer Termont dat u niet geloofwaardig bent als u zegt dat we geen partijpolitieke zaak mogen maken van die Gemeentelijke Holding. U hebt de heer Termont er echt wel bij gesleurd. Het is niet aan mij om hem te verdedigen, maar is het nodig dat u hem hier noemt? De stelling van de burgemeester van Gent is de stelling van de burgemeester. Minister, u hebt een aantal dagen geleden trouwens gezegd dat u hem hier principieel in kunt volgen, maar in de uitvoering niet. Daar hebt u volgens mij trouwens gelijk in. Want als u dat zou doen, creëren we eigenlijk het faillissement. Dat willen we vermijden.
Minister, ik heb uw verklaringen op Kanaal Z genoteerd. Ik ga die hier niet herhalen, u weet goed wat u hebt gezegd. We verschillen daarover niet van mening. Ik vind uw reactie juist.
Er speelt hier wel degelijk partijpolitiek. Waarom is die Vlaamse Regering voor een stuk te lijdzaam? Wel, minister, u verwees daarnet naar ARCO. Het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW) is via ARCOFIN voor 12 procent aandeelhouder van Dexia. Er zijn hier gelijkaardige belangen. Het probleem van de Gemeentelijke Holding en de gemeenten krijgt wonderwel steun van de problemen die het ACW heeft door de aandelen die het in ARCO heeft via ARCOFIN. Ik las vandaag wat de voorzitter van het ACW, de heer Develtere, zegt over de reacties van de minister-president en de heer Jean-Luc Dehaene die wat minnetjes waren over de bonussen. De ACW-voorzitter vaart hier een eigen koers die, wat de bonussen betreft, ook de onze is.
De voorzitter : De heer Watteeuw heeft het woord.
De heer Filip Watteeuw : Minister, de Vlaamse Regering heeft inderdaad correct gehandeld. Ze heeft geprobeerd de Gemeentelijke Holding te stabiliseren onder bepaalde voorwaarden. Hiermee heeft ze ook Dexia voor een stuk uit de nood geholpen.
Ik heb zelf vrij snel na de verklaring van de heer Termont gezegd dat dat heel onvoorzichtig was en weleens negatieve effecten zou kunnen hebben op de positie van Dexia. Gelukkig was dat niet het geval. De gemeenten en de Gemeentelijke Holding moeten hun verantwoordelijkheid inderdaad verder opnemen ten aanzien van Dexia, zeker op korte termijn. De Vlaamse Regering moet dat ook doen. De heer van Rouveroij heeft echter gelijk dat ook de andere aandeelhouders van Dexia, namelijk ARCO en ARCOFIN, inderdaad ook hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Het lijkt er soms op dat die verantwoordelijkheid vooral wordt opgenomen door de Gemeentelijke Holding. Eigenlijk zitten we erop te wachten dat ook die aandeelhouders hun verantwoordelijkheid opnemen in het stabiliseren van Dexia.
U hebt terecht gezegd dat het toezicht niet bij Vlaanderen ligt, maar we hebben natuurlijk wel een afgevaardigde in de raad van bestuur. Die moet voluit zijn rol trachten spelen, expansief. Als er ook beslissingen worden genomen die omstreden zijn, moet hij daar toch ten minste bezwaar tegen aantekenen. Hij moet er ook voor zorgen dat er correcte informatie aan de gemeenten wordt bezorgd.
Ik steun u wanneer u zegt dat we een denkoefening op lange termijn moeten maken. We moeten ons daarbij de vraag stellen of de Gemeentelijke Holding niet moet worden omgevormd. Splitsing is daarbij een mogelijke piste, die echter het financiële probleem niet zal oplossen. Het uittreden van de Gemeentelijke Holding uit Dexia op lange termijn, moeten we ook bekijken, maar voorlopig is dit niet aan de orde. Eerst moeten we stabiliseren en nadien kan er inderdaad ook worden gekeken naar een nieuw vehikel, een soort lokale participatiemaatschappij die gemeenten helpt bij hun investeringen. Dat was oorspronkelijk de bedoeling van de Gemeentelijke Holding.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Ik ben vorige week naar de algemene vergadering geweest. Ik had verwacht dat de afgevaardigde van Gent daar grote verklaringen zou afleggen. Men kon daar vragen stellen, die door de heer Vermeiren werden beantwoord. Ik heb geen afgevaardigde uit Gent gezien of gehoord.
De heer Filip Watteeuw : Ik beloof de heer Verfaillie dat we daarover in de gemeenteraad een vraag zullen stellen.
De heer Jan Verfaillie : Kunt u mij daar dan het schriftelijk antwoord van bezorgen?
Minister, de situatie is acuut, maar toch mogen we hier geen overhaaste beslissing nemen. Tot het jaar 2007 kregen het bestuur, de afgevaardigd bestuurder en de heer Vermeiren staande ovaties voor het jaarlijks toenemend dividend. Stel dat we overhaaste beslissingen zouden nemen en er wordt een verlies geïncasseerd van bijna een miljard euro het verschil tussen de 8 euro in de boeken en de 2,4 euro. Indien de situatie binnen een aantal jaren stabiliseert en de beurskoers opnieuw naar 6 of 7 euro gaat, zouden dezelfde mensen die u vandaag vragen om een exit te zoeken, u kunnen interpelleren omdat u dan volgens hen te vroeg een exit hebt gezocht. Ze zouden de Vlaamse Regering dan kunnen vragen om de gemeenten te compenseren. Dat alles omdat we te snel naar een exit zouden zoeken en het verlies zouden doorslikken, in plaats van het voor een stuk te recupereren. We mogen zeker geen overhaaste beslissing nemen. Er moet denkwerk gebeuren. We moeten bekijken op welke manier we zulke zaken in de toekomst kunnen vermijden. We moeten niet op korte termijn handelen, want volgens mij zal die beurskoers in de toekomst alleen maar beter worden.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Ik ga niet meer alles herhalen, ik ben daarnet vrij volledig geweest.
Ik wil wel kort reageren op wat u, mijnheer van Rouveroij, zegt over de lijdzaamheid van de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering blijft niet lijdzaam toezien. We doen wat we moeten doen. We zijn ook zeer actief opgetreden ten aanzien van de mensen van de Gemeentelijke Holding. U moet het bedachtzaam, met zin voor verantwoordelijkheid omgaan met, niet verwarren met lijdzaamheid.
Ik heb u gezegd hoe belangrijk ik het persoonlijk inschat dat de Gemeentelijke Holding op dit ogenblik voor 14,2 procent aandeelhouder van Dexia is. Dat heeft niets te maken met de positie van ARCOFIN. Het gaat er gewoon over dat ze aandeelhouder zijn, zoals de deelstaten en de Belgische staat aandeelhouder zijn. Wij, die bezig zijn met het bonum commune, moeten daar aandacht aan besteden. We moeten bekijken hoe de situatie verder evolueert. Ik heb burgemeester Termont gevolgd op bepaalde principiële punten. Ik heb het Gemeentedecreet hier trouwens geciteerd. Ik blijf er wel op hameren dat er hic et nunc geen ondoordachte beslissingen zullen worden genomen. Ik vind het niet verstandig om nu een exit te plannen en de Gemeentelijke Holding uit Dexia te laten gaan. Ik denk dat er Frans kapitaal klaarstaat om die aandelen aan beurswaarde over te nemen. Waar zouden we dan staan?
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Watteeuw, door de heer van Rouveroij, door de heer Penris en door de heren Segers, Dehandschutter, Verfaillie, Van Rompuy en Van Malderen werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.