Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vergadering van 25/05/2011
Vraag om uitleg van de heer Paul Delva tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de 11 juliviering in Brussel en de mogelijkheid van uitzending door de VRT
- 2189 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Ik las in de pers dat een deel van mijn vraag al begin deze week werd beantwoord.
Minister Pascal Smet : Ik heb dat gezien. Iemand kan zijn mond niet houden. Ik was het niet, want ik wou u de primeur geven.
De heer Paul Delva : Ik zeker ook niet. Maar ik zal mijn vraag behouden zoals ik hem heb ingediend omdat ik graag heb dat we er hier in deze commissie wat uitgebreider op kunnen ingaan.
De 11 juliviering in Brussel heeft een lange traditie. Traditioneel wordt er in de begroting een belangrijk bedrag aan toegekend. In de begroting voor 2011 is dat niet anders. Als ik het goed heb, staat daarin ad nominatim een bedrag van 445.000 euro vermeld op die post. Minister, daarmee toont u opnieuw aan dat in het Brusselbeleid van de Vlaamse Regering de band tussen Vlaanderen en Brussel belangrijk is.
Met het 11 julifeest op en rond de Grote Markt in Brussel plaatst de Vlaamse Gemeenschap Brussel duidelijk in de kijker als hoofdstad van Vlaanderen. Daarom wordt dit feest ook al jaren georganiseerd met de steun van de Vlaamse Regering. In de beleidsbrief Brussel stelt u: Het is mijn bedoeling de Vlaamse feestdag in onze hoofdstad een uitstraling te geven die naam waardig. Momenteel kent Vlaanderen verschillende 11 juli-evenementen, die zelfs in concurrentie met elkaar treden. Het moet de ambitie zijn van alle betrokkenen om tot een betere afstemming te komen, en door middel van een meer geconcerteerde aanpak 11 juli in Vlaanderen en ook in Brussel duidelijker te positioneren als een groot en breed volksfeest. Dan zegt u: Ik zal in overleg met de minister-president een voorstel tot vernieuwing formuleren. Ook de toekomstige relatie van de 11 juli-viering in Brussel met de openbare omroep VRT moet deel uitmaken van deze hervorming. Ik veronderstel dat we daarop straks in het debat zullen terugkomen. Dan zegt u: Het is nog te vroeg om het eindpunt van deze oefening te bepalen, al is het mijn bedoeling reeds een eerste zichtbaar resultaat op 11 juli 2011 te presenteren.
Minister, kunt u, op basis van de evaluatie van de vorige editie, het concept en de organisatie van de editie 2011 toelichten? Ik veronderstel van wel, want de editie vindt al over een kleine anderhalve maand plaats. Wat zijn, op basis van deze evaluatie, de aanpassingen voor deze editie? Kunt u aangeven hoe de verenigingen en het middenveld betrokken worden bij dit 11 julifeest in Brussel? Welke afspraken zijn er gemaakt met de VRT over de eventuele uitzending van de 11 juliviering op de Grote Markt van Brussel? Wat is de rol van de VRT in de hervorming van de 11 juliviering in Brussel? Zijn er nog andere mediapartners bij betrokken, zoals tvbrussel? Welke financiële middelen worden hiervoor vrijgemaakt? Hebt u hierover overleg en/of maakt u afspraken met andere Vlaamse ministers, bijvoorbeeld met de minister van Cultuur, van Toerisme, en/of met het VGC-college, het stadsbestuur enzovoort?
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Minister, ik sluit me volledig aan bij de vraag van de heer Delva. U weet dat we bij de bespreking van de beleidsbrieven en van de beleidsnota ook bijzondere aandacht hebben gevraagd voor deze passage, die u terecht in de nota en de brieven hebt aangehaald. Het gaat niet alleen over het volgende programma en wie daarbij betrokken is, maar ook over de mediabelangstelling en de beloofde samenwerking met de VRT. Blijkbaar is daar iets anders aan de hand. Ik zou graag weten hoe u daar tegenover staat.
De voorzitter : De heer Van Der Taelen heeft het woord.
De heer Luckas Van Der Taelen : Voorzitter, wat mij vooral interesseert, is een evaluatie van de vorige 11 julivieringen. Hoe indrukwekkend die ook waren en zullen zijn, toch had ik de afgelopen jaren steeds meer het gevoel dat ik naar een soort plaatselijke versie van een goed uitgebouwd rockfestival zat te kijken. U moet me er nu niet van verdenken dat ik iets heb tegen rockfestivals. Op de duur had ik het gevoel dat het product eigenlijk een passe partout was, om het in de taal van Molière te zeggen.
Ik pleit niet voor een terugkeer naar aloude festiviteiten met vendelzwaaiers en Vlaams volksgezang, wel integendeel. Ik vraag me wel af of we niet moeten nadenken over wat de beste manier is om Brussel als Vlaamse hoofdstad te promoten. Een dergelijk festival op de Grote Markt kost handenvol geld. Dat is dat geld waard. Ik vind het zeer goed georganiseerd. Maar als dat jaar na jaar na jaar wordt gedaan, dan krijgt men iets met een beetje gebrek aan respect gezegd als Idool of Eurosong. Dat is goed geëvolueerd, maar is het nu niet de tijd om dat te evalueren? Misschien moeten we gaan naar iets dat kleinschaliger is, naar iets dat meer te maken heeft met Brussel en dat minder een festival is, dat men eigenlijk ook zou kunnen zien in Antwerpen of Gent. Hoe kunnen we op lange termijn die specificiteit vergroten om daardoor de aantrekkelijkheid van onze hoofdstad bij de Vlaamse kijkers te vergroten?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Feest in Brussel, De Gulden Ontsporing, de Brusselse 11 juliviering volgen hetzelfde concept als vorig jaar en, zoals de heer Van Der Taelen zegt, de afgelopen jaren, waarbij verschillende artiesten samenkomen.s Avonds vindt op de Grote Markt traditioneel het slotconcert plaats. s Middags zijn er dan de zogenaamde satellietoptredens in de Steenstraat, het Brussels Parlement en de Goede Bijstandskerk. Namen als Philippe Catherine, Pieter Embrechts, Paul Michiels of Lady Linn treden op onder leiding van Jean Blaute. Ook jonge muzikanten als Senne Guns en Annelies Monseré krijgen een plaats. Daar wordt dit jaar speciaal aandacht aan besteed.
De muziekwedstrijd Het Groot Geweld vindt dit jaar plaats op 11 juli en geeft iedereen de kans mee te doen. Als er mensen zijn die zich geroepen voelen, dan kunnen ze zich nog inschrijven tot 3 juni. Ik doe hier dus een warme oproep om dat te doen. De geselecteerden mogen dan optreden op het podium van de AB en zich bewijzen voor een professionele jury met als prijs een opnamesessie in de AB-muziekstudio. Ik zal nu even in de camera kijken voor de oproep aan alle jonge Brusselaars: de inschrijvingen lopen tot 3 juni en er is een heel mooie prijs te winnen.
Ik ga direct over tot het beantwoorden van de vraag ten gronde over het al of niet uitzenden van het evenement. De vraag daarover van de heer Van Der Taelen was terecht en pertinent. We hebben samengezeten met de VRT. De VRT heeft samen met de vzw Vlaanderen Feest!, en getrokken door de minister-president, dit jaar geopteerd voor Brasschaat als centrale locatie voor haar evenement, en dus niet voor Brussel. Al een paar jaar wordt geopteerd voor een rotatie in Vlaanderen. Ik wil me niet uitspreken over de keuze van Brasschaat en over de vergelijking met Brussel, laat staan over de vergelijking tussen de schaal. De keuze is echter gemaakt om van de ene naar de andere plek in Vlaanderen te gaan. De minister-president is die keuze blijkbaar ook genegen.
U weet dat het niet aan mij of minister Lieten is om aan de VRT op te leggen van waaruit wordt uitgezonden. Dat soort macht hebben we gelukkig niet over de VRT. Ik heb wel een vergadering georganiseerd met de collegas van het kabinet van minister-president Peeters, de vzw Vlaanderen Feest!, de AB, Onthaal en Promotie Brussel (OPB) en de Diensten Algemeen Regeringsbeleid Coördinatie Brussel en Communicatie. Daaruit bleek dat enkel samenwerking op het vlak van de communicatie tot de mogelijkheden behoorde, maar dat men voor het overige niet mee wilde stappen in het concept.
Ik heb ook vragen over de manier waarop we dat doen. We hebben met de VRT, met andere mensen die daarover ook hebben nagedacht, nagegaan om een ander programma op poten te zetten.
Er zou nog steeds een eindevenement op de Grote Markt worden georganiseerd. Dit evenement zou niet langer zo groot zijn. Het zou vooral gaan om een programma dat over verschillende weken loopt en dat op 11 juli een apotheose in de hoofdstad krijgt. Dit zou allemaal in samenwerking met het Vlaamse en Brusselse middenveld verlopen. Door veel te doen, blijft Vlaanderen bij Brussel betrokken. Dat is het totaalconcept.
Ik weet dat ik hier enigszins vaag blijf. Het is mogelijk dat dit concept in de toekomst nog verder zal worden uitgewerkt. In elk geval gaat het om iets anders. Mensen zouden heel de dag in Brussel vertoeven en s avonds zou het slotfeest plaatsvinden. Dit feest zou dan niet noodzakelijk op 11 juli worden uitgezonden. Dat kan ook later gebeuren. Bovendien kunnen ook in de voorafgaande weken al uitzendingen worden gepland.
Hoewel we de mening zijn toegedaan dat we met dit concept iets kunnen aanvangen, is onze pitch bij de VRT niet geslaagd. De pitch heeft niet veel opgeleverd. We moeten hieraan voortwerken. Indien er bij de Vlaamse volksvertegenwoordigers interesse zou bestaan, sluit ik niet uit dat we na deze viering eens een open brainstorming organiseren. Dit zou de mensen die hiermee bezig zijn, de kans bieden gezamenlijk over de mogelijkheden van dit evenement na te denken. Indien het Vlaams Parlement hier enige interesse in zou tonen, ben ik bereid een vergadering met de AB en met de andere betrokkenen te organiseren. Een gezamenlijke brainstormsessie zou kunnen uitwijzen hoe we dit evenement eventueel anders kunnen invullen. Ik sta hier in elk geval voor open.
In feite is het nooit een klassiek feest op de Grote Markt geweest. De vraag is of de VRT dit al dan niet moet uitzenden. De VRT is niet geïnteresseerd. Vorig jaar hebben we hiervoor wat bijkomende middelen toegekend. De VRT heeft het programma echter pas tegen middernacht uitgezonden. Dit was uiteraard geen groot succes. Dit jaar hebben we dan ook besloten dit niet te herhalen. Het lijkt ons immers geen goede investering van overheidsmiddelen.
Ik trek 445.000 euro uit voor de 11 juliviering in Brussel. Dat is veel geld. Dit geld is niet bestemd voor televisie-uitzendingen. Tvbrussel heeft 30.000 euro gevraagd om de 11 juliviering uit te zenden. We zijn om twee redenen niet op die vraag ingegaan.
Tvbrussel vraagt geen geld om de 20 kilometer van Brussel uit te zenden. Dat wordt zonder bijkomende middelen volledig gecapteerd en live uitgezonden. Ik zie niet in waarom we dan voor de 11 juliviering wel geld zouden moeten geven.
Bovendien vind ik dat mensen op 11 juli beter naar de concerten op de Grote Markt komen in plaats van thuis naar tvbrussel te kijken. Het lijkt me beter dat Nederlandstalige Brusselaars gezamenlijk en verenigd door een gevoel van samenhorigheid op straat samenkomen. Het lijkt me een contradictie de luie zetel te bevorderen. De 11 juliviering moet een feest zijn waarbij mensen samen zijn. De Nederlandstalige gemeenschap moet in de stad met de andere gemeenschappen samenkomen. Dit is, los van de financiële vraag, een fundamentele reden om het niet uit te zenden.
Er zijn natuurlijk mensen, zoals ouderen en mensen die moeilijk ter been zijn, die de 11 juliviering willen bijwonen, maar niet in staat zijn te komen. Ik heb de AB en de andere organisatoren gevraagd voor die mensen specifieke maatregelen te treffen. De geïnteresseerden moeten toch de mogelijkheid krijgen naar de Grote Markt te komen. Er zijn verschillende mogelijkheden, zoals taxicheques of het voorzien in een ruimte op het balkon van het stadhuis. Ze moeten dat maar organiseren.
Ik vat nog even samen. Dit jaar wordt de viering, net zoals de voorgaande jaren, volgens het klassieke model georganiseerd. We hebben dit jaar ernstig geprobeerd een andere formule te vinden. Die denkoefening is nog niet klaar. We overwegen momenteel een open oproep in functie van de viering van volgend jaar. We zullen dan wel zien welke nieuwe ideeën binnenlopen. Indien ik de indruk krijg dat het Vlaams Parlement geïnteresseerd is in een brainstorm met het Vlaams en Brussels middenveld, ben ik bereid een dergelijke vergadering te organiseren. We zullen, al dan niet met behulp van een open oproep, nagaan hoe we het feest in Brussel volgend jaar of het jaar nadien op een andere leest kunnen schoeien.
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik zit echter nog met een welbepaalde vrees. De 11 juliviering in Brussel ontvangt al jaren een belangrijke subsidie van 445.000 euro. Dit groot bedrag wordt volgens mij terecht aan het evenement in Brussel besteed. De 11 juliviering maakt al jarenlang deel uit van onze pogingen om het imago van de hoofdstad in Vlaanderen te verbeteren. Dat het belangrijkste Vlaamse feest in Brussel zoveel aandacht krijgt en op de VRT te zien is, is een goede zaak voor de positie van Brussel in Vlaanderen. Het bevestigt Brussel als hoofdstad van Vlaanderen. Een mooi, positief en vernieuwend feest toon Brussel in Vlaanderen. We zijn immers van een traditioneel evenement naar een leuk en eigentijds evenement gegaan.
Ik vrees dat het bedrag van 445.000 euro bewust of onbewust aan de uitzending van het grootschalig feest in Vlaanderen wordt gekoppeld. Dat op 11 juli een groot feest in Brussel wordt georganiseerd, heeft ermee te maken dat Brussel onze hoofdstad is. Het is tevens al sinds de vorige legislatuur de bedoeling Brussel in Vlaanderen duidelijk als hoofdstad te tonen. Dit aspect zou nu kunnen wegvallen. Naar aanleiding van de uitzendingen hebben mensen ons vaak aangesproken om te zeggen hoe prachtig ze het feest op de Grote Markt vinden en hoe mooi de stad is.
Dit aspect zou nu dus kunnen wegvallen. De tendens is duidelijk. Het werd uitgezonden op de VRT en dat gebeurt nu niet meer. Het werd uitgezonden op tvbrussel en dat gebeurt nu ook niet meer. Hoewel ik de redenering van de minister kan volgen, blijft de conclusie dat het feest niet meer op televisie te zien is. De uitstraling die de 11 juliviering aan Brussel gaf, valt hiermee ook gedeeltelijk weg. Enkel de mensen uit Vlaanderen die op het feest aanwezig zijn, zullen er nog iets van zien.
Indien de uitzending wegvalt, kan ook de uitstraling in Vlaanderen wegvallen. Dit is mijn vrees. Wat gaan we in dat geval met het feest doen? Zal het even grootschalig kunnen blijven? Ik bedoel daarmee niet dat het groot moet zijn, maar dat het belangwekkend en vernieuwend moet zijn en mensen moet aanspreken. Kan het feit dat het niet meer wordt uitgezonden op de VRT een impact hebben op de kwaliteit van het feest de komende jaren? Ik ben daar een beetje bevreesd voor. Ik heb natuurlijk geen antwoord op die vraag, maar zodra iets minder wordt gemediatiseerd, en dat is vandaag het geval, kan dat een impact hebben op de uitwerking van de 11 juliviering in Brussel. Ik zou dat bijzonder jammer vinden.
Ik heb nog twee kleine bijkomende bedenkingen. De VRT kiest voor Brasschaat. Dat is ongetwijfeld een mooie gemeente, maar behalve de eerste twee letters, weet ik niet of ze veel gemeen heeft met onze fantastische hoofdstad. Ik blijf erbij dat het goed zou zijn als de VRT op 11 juli aandacht zou hebben voor de grootste stad van Vlaanderen. Dat lijkt me ook logisch.
Ik ga helemaal mee in uw idee, minister, om samen met het middenveld en de verenigingen de komende maanden te bekijken of we nog een andere invulling kunnen geven aan de 11 juliviering zoals die vandaag bestaat. Alle Brusselaars, zeker de Vlaamse, zouden nog meer betrokken kunnen worden bij dat feest. Men heeft al grote inspanningen geleverd, men komt van ver. Vandaag staat het feest op punt, maar indien we nog een stap verder willen gaan, samen met het middenveld en de verenigingen, dan ben ik, net zoals vele collegas met mij, graag bereid om daar eens grondig over te reflecteren.
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Ik deel de bezorgdheid. Ik meen trouwens dat iedereen die deelt, maar misschien vanuit andere invalshoeken. Ik herinner me van tijdens de oorspronkelijke bespreking de opmerking van de heer Van Der Taelen, dat de belangstelling vanwege het hinterland als ik dat zo mag noemen voor onze Vlaamse stad Brussel er niet alleen die ene dag zou mogen zijn, maar uiteraard zou die er zeker die ene dag moeten zijn.
Ik deel de bezorgdheid van de heer Delva een beetje, want als zou blijken dat de mediabelangstelling wegvalt, dan zitten we op termijn in een scenario waarbij we die weer moeten aanwakkeren en zo meer. Dat neemt niet weg, en ik verwijs hiervoor opnieuw naar de heer Van Der Taelen, dat het concept inderdaad misschien wel eens mag worden herdacht. Het is immers geen format van een optreden dat evengoed op de grote markt van Sint-Niklaas, of in dit geval van Brasschaat, kan plaatsvinden. Het moet iets worden waarbij ook in de beelden de eigenheid van Brussel aan bod komt.
Ik deel het denkspoor: waarom niet opbouwen? Het hoeft niet allemaal dezelfde dag te gebeuren. Met de moderne technieken kan men daar een uitzending van maken nadien, een compilatie. Het moet misschien zelfs niet op 11 juli worden uitgezonden, maar dan toch wel in de buurt van die datum. Ik meen dat er heel wat belangstelling voor kan zijn, de kijkcijfers uit het verleden hebben dat trouwens ook altijd bewezen voor de rechtstreekse uitzending, ik kan me indenken dat ze ook voor dit type van uitzendingen mogelijk kunnen zijn.
Ik sluit me aan bij het voorstel om van hieruit samen met alle betrokkenen eens serieus te brainstormen over de aanpak. Een moderne aanpak, een gevarieerde aanpak, mensen op straat en daar de media bij betrekken, daar valt iets voor te zeggen.
De voorzitter : De heer Van Der Taelen heeft het woord.
De heer Luckas Van Der Taelen : Voorzitter, minister, ik denk dat we het in dezen over heel veel dingen eens zijn en ik merk ook bij de collegae de wil om daar eens serieus over te brainstormen.
Ik heb al gezegd en de collegas hebben mijn vrees een beetje beaamd dat het feest zoals het bestond, te veel mainstream wordt. Uw idee om het feest te herdenken en te laten vertrekken van een opbouw, kan veel meer stimulerend zijn. Ik denk hierbij aan de Zinnekeparade. We moeten geen Zinnekeparade 2 maken, maar dat feest heeft twee voordelen. Het bouwt zich langzaam op, er is een proces dat men kan volgen. Het tweede voordeel is ongelofelijk: je betrekt er echt de mensen van de stad bij. Dat is nu eigenlijk niet het geval, het is wel leuk om op onze grote markt het kruim van de Belgische rock te zien, maar uiteindelijk blijft het een vrij oppervlakkig spektakel.
Als we zouden willen dat het feest dat wij zullen organiseren, in welke vorm dan ook, op de Grote Markt in Brussel, wordt uitgezonden door de VRT, dan bestaat daar een vrij eenvoudig middel voor. U weet dat er een lijst bestaat waarop momenteel tien evenementen staan. Ik heb die deze week besproken in verband met mijn droefenis over het feit dat de Koningin Elisabethwedstrijd zo stiefmoederlijk werd behandeld. De lijst bestaat uit negen sportevenementen en één cultureel evenement. Is het zo ondenkbaar om daar iets aan te doen bij de onderhandelingen over een nieuwe beheersovereenkomst? Wij zijn als Vlaamse Gemeenschap toch een heel grote geldschieter van de VRT? Ik denk dat de lijst moet worden herdacht, maar dat is een andere zaak. Waarom zouden wij niet voorstellen en waarom zou u als minister van Brussel niet aan uw collegas in de Vlaamse Regering, de minister-president en minister Lieten, voorstellen om op die lijst ook de viering van 11 juli te zetten? De VRT zou dan verplicht zijn om de viering uit te zenden.
Als ik u dan raad mag geven? Als het ooit zover kan komen, zou ik er het adjectief rechtstreeks aan toevoegen, want anders zijn ze in staat om de uitzending achter de rode knop weg te steken en om kwart over vier s ochtends uit te zenden, want dan leven ze de wet ook na.
Het is een eenvoudige suggestie. Ik meen dat het geen absurde suggestie is. Ik meen dat het niet te veel gevraagd is van de VRT, die toch door de Vlaamse Regering wordt gesteund en gesubsidieerd, dat er ook een uitzending over de eigen hoofdstad rechtstreeks op het scherm zou komen.
De voorzitter : De heer Gatz heeft het woord.
De heer Sven Gatz : Vlaanderen laat Brasschaat niet los.
De heer Mark Demesmaeker : Ik deel voor een groot stuk de bezorgdheid van de collegas die hier het woord hebben genomen. Ik denk dat wat de heer Delva zegt, pertinent is. Als zon groot bedrag wordt uitgegeven aan een zo mooi evenement, dan moeten we het in de vitrine kunnen plaatsen in de rest van Vlaanderen, want anders zou het evenement zelf op termijn in vraag kunnen worden gesteld.
Ik heb een bijkomend vraagje. Ik vind ook dat het in de eerste plaats de opdracht is van een openbare omroep. Het is evident dat de openbare omroep als opdracht zou moeten hebben om dit soort evenement uit te zenden of er toch ten minste serieus over na te denken. Ik meen me te herinneren dat de 11 juliviering één keer is uitgezonden door vtm. Is eraan gedacht om ook eens contact op te nemen met de andere nationale spelers, de groep van vtm of de groep van VT4?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Wat dat laatste betreft, voorzitter, als je wilt dat VT4 of vtm het uitzendt, moet je betalen. Als je betaalt, zullen ze het wel uitzenden, dat was de vorige keer eenmalig ook zo.
Ik ga er wel van uit dat zowel de VRT als tvbrussel in hun normale nieuwsverslaggeving voldoende aandacht besteedt aan de 11 juliviering in Brussel. Maar goed, je weet nooit. We kunnen dat uiteraard gelukkig maar niet bepalen. Ik ga er wel van uit dat ze het doen en op die manier zal er toch verslag van worden gebracht in Vlaanderen.
Ik begrijp uw vrees, mijnheer Delva, in verband met die 445.000 euro gekoppeld aan een uitzending. Ik weet zelfs niet of dat destijds zo uitdrukkelijk gekoppeld was. Zolang ik hier minister ben en iets kan zeggen over die budgetten, zal ik het bedrag van 445.000 euro houden om 11 juli in Brussel te vieren, of dat nu wordt uitgezonden op tv of niet. Dat is voor mij niet aan elkaar gebonden. We moeten dat vieren in de hoofdstad en we moeten ervoor zorgen dat het een groot feest is.
Ik deel de mening dat het huidige concept en de manier waarop het op televisie wordt gebracht, ter discussie kunnen worden gesteld. Ik licht een klein tipje van de sluier op. Men dacht er bijvoorbeeld aan om een hele reeks te maken. Ik zeg maar iets: een Vlaamse frituurhouder komt in contact met een Brusselse topchef en ze bedenken samen een gerecht dat ze dan op 11 juli maken op een plein in Brussel. Je kunt er reality-tv in de betere vorm van maken. Je kunt er een heel verhaal rond vertellen, ook met mensen die Brussel voor de eerste keer ontdekken. Je kunt er iets heel moois van maken. We gaan dat ook doen. Ik hoor dat er interesse is.
Dat wil ik bespreken met OPB, in de toekomst vzw Muntpunt, maar misschien ook met de VRT. Er is hier toch een consensus dat het in de eerste instantie de taak is van de VRT om dat uit te zenden. Misschien kunnen we de VRT bij die vergadering betrekken. Daar moet ik nog even over nadenken. Misschien moeten we, ook juridisch, alle mediaspelers gelijke kansen geven. In september wil ik een eerste vergadering organiseren.
In verband met de beheersovereenkomst van de VRT heb ik minister Lieten aangesproken. Het zal een topic zijn voor de Vlaamse Regering. De werkelijkheid is nu ook heel duidelijk. Onder de vorige Vlaamse Regering, waar ook Open Vld in zat, is al beslist om voor een ander concept te kiezen: Vlaanderen Muziekland in een andere vorm, met rotatie. De beslissing om roterend te werken dateert dus al van de vorige regering. Er is geprobeerd om dat deels in Brussel te houden. Dat is al gelukt en niet gelukt, ook al half gelukt.
De Vlaamse Regering zal het bespreken. Ik garandeer niet dat men zal beslissen dat het in Brussel komt. Als het een andere formule wordt, moet je dan die 11 juliviering doen of beter iets anders? Dat wil ik ook bekijken. Als we een goed feest organiseren, moet dat in eerste instantie voor de Nederlandstalige gemeenschap in Brussel zijn en de Nederlandstaligen uit Vlaanderen naar Brussel doen komen.
Ik begrijp heel goed dat er een wens is om er concreet over na te denken hoe we het anders kunnen invullen. Ik ben bereid om dat samen met het parlement te doen. In september organiseren we een open denkoefening, met parlementsleden en andere mensen, om te bekijken hoe we tot een andere invulling kunnen komen. Ik zal zelf ook aanwezig zijn en ik zal uiteraard ook de VGC betrekken.
De heer Paul Delva : Ik ben blij dat het budget de komende jaren behouden blijft, hoewel de mediatisering minder sterk is dan vroeger. Ik ben ook heel blij met de vernieuwende pistes. Ik onthoud de brede consensus in de commissie over de vraag dat de openbare omroep de 11 juliviering in Brussel op het scherm zou brengen. Dat is een duidelijk signaal vanuit deze commissie.
De voorzitter : Absoluut, en we noteren ook de afspraak om meteen na het reces hierop door te gaan.
Het incident is gesloten.