Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 26/05/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Irina De Knop tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het holebi-actieplan
- 2038 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Hoewel er al een brede aanvaarding is van holebis in onze maatschappij, worden zij vandaag nog steeds geconfronteerd met discriminatie en structurele belemmeringen.
In de beleidsnota Gelijke Kansen 2009-2014 worden diverse cijfers aangehaald die een aantal probleempunten op het vlak van discriminatie aantonen. In dezelfde beleidsnota werd ook aangekondigd dat er in de lente van 2010 we zijn intussen een jaar verder een actieplan met betrekking tot holebis en transgenders zou worden voorgesteld, na overleg met academici en middenveld. Dat actieplan moet leiden tot een versterking van hun maatschappelijke positie. Krachtlijnen van dat actieplan omvatten: meetindicatoren ontwikkelen voor het welbevinden, de omgeving van jongeren holebivriendelijker maken, de sociale positie van oudere holebis versterken en de beeldvorming over holebis en transgenders genuanceerder maken.
In de met reden omklede motie tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota Gelijke Kansen 2009-2014 werd de volgende aanbeveling voor het Vlaamse gelijkekansenbeleid aangenomen: het aflopende holebi-actieplan te evalueren, een nieuw holebi-actieplan op te stellen met bijzondere aandacht voor de specifieke positie van lesbiennes, oudere holebis, allochtone holebis en het Vlaams Parlement daarover op regelmatige basis te informeren.
Minister, tijdens de bespreking van de beleidsbrief Gelijke Kansen 2010-2011 verklaarde u dat u bezig was met de opmaak van dat actieplan.
In de week van 6 tot en met 15 mei 2011werd er gewerkt aan de zichtbaarheid van de holebi- en transgendergemeenschap. De holebi- en transgenderbeweging wil van die gelegenheid gebruik maken om ieder jaar een update van haar eisenplatform door te voeren. Dat geeft weer waar de beweging nog voor moet strijden en wat ze nog wil veranderen en verwezenlijken. Verschillende standpunten uit hun eisenbundel komen overeen met de voorziene krachtlijnen in het actieplan.
Minister, wat is de stand van zaken van het actieplan met betrekking tot holebis en transgenders? Wanneer verwacht u dat het actieplan wordt gefinaliseerd en besproken in de commissie?
Hebt u in het kader van het actieplan al overleg gepleegd met de academici en het middenveld waar u vorig jaar naar verwees? Op welke manier zijn zij betrokken bij de definitieve opstelling van het actieplan?
Welke concrete acties zijn in het kader van het integrale actieplan al uitgewerkt?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Tijdens de bespreking van de beleidsbrief Gelijke Kansen heb ik inderdaad gesteld dat ik met een actieplan holebi- en transgenderbeleid naar buiten zou treden op 17 mei, de dag tegen de homofobie. Ik heb dat actieplan uiteindelijk enkele dagen vroeger verspreid, namelijk op 14 mei, tijdens de Belgian Pride. Ik weet niet of u daar toen was. Aan de stand van Gelijke Kansen in Vlaanderen werd een algemene brochure uitgedeeld met daarin een overzicht van wat we doen voor de holebigemeenschap. Dit was de ideale gelegenheid om veel holebis, transgenders en andere geïnteresseerden in het holebi- en transgenderbeleid te bereiken.
De bedoeling is om aan zoveel mogelijk stakeholders duidelijk te maken wat de Vlaamse overheid doet op het vlak van holebi- en transgenderbeleid en hen oproepen om hieraan mee te werken.
Er is inderdaad overleg geweest. Ik heb ook in mijn beleidsnota aangekondigd dat er een permanente dialoog is tussen beleidsmakers, vertegenwoordigers uit het middenveld en academici. Dat is een traditie die we in stand hebben gehouden.
Op 30 juni 2010 was er een overleg met zes werkgroepen die zich bogen over transgenders, lesbiennes, holebi- en transgenderouderschap, etniciteit en seksualiteit, jongeren en oudere holebis. Daarbij waren de volgende organisaties aanwezig: Çavaria, Casa Rosa, ILGA Europe, Tweestrijd, T-werkgroep, CAW Artevelde, Labyrint, L-Day/Folia, Polaris, Het Roze Huis - Antwerpse Regenboogkoepel, t Kwadraat, Clandestiene moeders, Regenbooghuis, Omnia, The Belgian Pride, Klein Detail, Wel Jong Niet Hetero, Open Minded en Mixed.
Uit die consultatie kwam een aantal conclusies naar voren. De krijtlijnen die werden uitgetekend in de beleidsnota zijn nog steeds actueel en prioritair. Zowel de concrete initiatieven die in de beleidsnota staan beschreven als die die in de pijplijn zaten voor opname in de beleidsbrief 2010-2011 wat ook gebeurd is , zijn voldoende concretiseringen voor het middenveld. Bijgevolg werd er niet aangedrongen op een uitbreiding van de scope of van het aantal initiatieven, wel op de uitvoering van de vooropgestelde plannen. Aangezien de beleidsnota Gelijke Kansen en de beleidsbrief Gelijke Kansen 2010-2011 al erg concreet en alomvattend waren, bleek er dus geen nood aan een klassiek actieplan dat nieuwe initiatieven zou introduceren op basis van eerder bepaalde doelstellingen. Het middenveld vond het wel nuttig om de contouren en de acties uit de beleidsnota en de beleidsbrief op een toegankelijke en overzichtelijke wijze voor te stellen aan een breed publiek van stakeholders dat niet vertrouwd is met officiële beleidsdocumenten. We hebben dan ook een dergelijke publicatie gemaakt. Op 14 mei, tijdens de Gay Pride, werd die uitgedeeld.
Het nut van een dergelijke publicatie schuilt niet enkel in het creëren van een betere kennis van het beleid, maar ook in het feit dat via deze weg organisaties worden aangemoedigd om mee uitwerking te geven aan het gelijkekansenbeleid.
U weet dat wij projectsubsidies ter beschikking stellen van organisaties die een nieuwe aanpak voorstellen. En uiteraard houd ik ook middelen beschikbaar om in te spelen op eventuele maatschappelijke evoluties. Uiteraard is dit geen statisch gegeven. Er is nog ruimte voor bijkomende initiatieven. Beleid is immers altijd een work in progress.
De uitvoering van de acties met betrekking tot holebis en transgenders die in de beleidsbrief worden vermeld, gebeurt volgens plan. Er werden en worden heel wat initiatieven ontwikkeld. De internationale conferentie LGBT and Education, die ik organiseerde ter gelegenheid van het Belgisch-Europese voorzitterschap, vond plaats op 17 november 2010. De Zzzip 2-bevraging een grootschalige survey over de leefsituatie van holebis op allerlei domeinen is afgerond. Momenteel gebeurt de dataverwerking. Het integrale rapport zal in het najaar worden voorgesteld.
Via de media en de brochure hebt u al kennis kunnen nemen van het feit dat 35 procent van de holebis in de voorbije zes maanden een of meer keer werd geconfronteerd met verbale agressie. 18,5 procent beweert het slachtoffer van fysieke agressie te zijn geweest. 12,6 procent gaf aan de voorbije zes maanden gediscrimineerd te zijn geweest omwille van de seksuele geaardheid.
Het onderzoek over de impact van een genderroltransitie op de levenskwaliteit van transgenders gebeurt volgens plan. De postenquête is afgerond en grotendeels verwerkt. Via focusgroepgesprekken worden de data momenteel uitgediept. In principe wordt dit rapport in het najaar gepresenteerd.
Gisteren, op 25 mei, werd in het Vlaams Parlement het project Open Boek officieel afgesloten, met een voorstelling van een checklist voor uitgeverijen van educatief materiaal. Die checklist moet hen helpen om mannen en vrouwen, holebis, heteros en transgenders, op een niet-stereotyperende en genuanceerde manier voor te stellen. Tijdens de voorstelling ondertekenden de uitgevers en ikzelf bovendien een charter met een engagement ter zake. Dat is erg positief.
Op 25 mei vond een overleg plaats tussen Gelijke Kansen in Vlaanderen en de Werkgroep Diversiteit van het Steunpunt Jeugd. Wij peilden bij de aanwezige jeugdverenigingen of zij geïnteresseerd zijn om aan de slag te gaan met het thema Tolero. Hiermee verwijs ik naar de gelijknamige campagne waarmee het Vlaamse gelijkekansenbeleid in 2008 de aanvaarding van holebis bij heterojongeren stimuleerde. Indien er na terugkoppeling nog steeds interesse is, zal het gelijkekansenbeleid een spel aanmaken dat door de jeugdverenigingen zal worden gebruikt.
Het project Gelijke Ouders dat zich richt op holebi-ouders en holebi-wensouders verloopt prima. Het meest recente publieke event in dit kader vond plaats op 30 maart 2011, toen De mamas van Sterre werd voorgesteld, het resultaat van een literatuurwedstrijd met het oog op de aanmaak van een verhaal dat het thema holebi-ouderschap bij kleuters bespreekbaar maakt.
De opdracht tot het organiseren van een Roze Belweek een week waarin oudere holebis en hun omgeving worden opgeroepen om ons hun behoeften en leefsituatie kenbaar te maken werd in december 2010 toegekend aan Çavaria. De voorbereidingen lopen. De stuurgroep kwam reeds samen, en het initiatief werd op 11 mei tijdens een persconferentie aangekondigd, in aanwezigheid van Will Ferdy. De eigenlijke Roze Belweek zal plaatsvinden van 24 tot en met 30 september, en zal worden voorafgegaan door een bekendmakingscampagne.
De vooropgestelde initiatieven die zijn gericht op het stimuleren van een positieve en genuanceerde beeldvorming van holebis werden eveneens gerealiseerd. Ik verwijs naar het holebi-filmfestival in Leuven in november 2010, de Lesbian Day op 11 november 2010 en de Belgian Pride op 14 mei 2011.
Bovendien hebben wij heel veel tijd gestoken in het coördineren, voeden en bijsturen van de omzetting van de OCM-doelstellingen (open coördinatiemethode) in actieplannen. De bundel actieplannen inclusief diegene met betrekking tot holebis en transgenders werd op 29 april 2011 ter kennis gebracht van de Vlaamse Regering. Zij zullen eerstdaags ook in deze commissie worden besproken.
Later dit jaar besteden we de opdracht uit tot voorbereiding van een mensenrechtenconferentie in het kader van de World Outgames 2013, besteden we een opdracht uit tot organisatie van lezingen door Marokkaanse en andere kunstenaars die in hun land van herkomst publiekelijk een genuanceerd standpunt innamen over holebiseksualiteit, en starten we met de aanmaak van een informatiebrochure voor werkgevers met betrekking tot transgenders op de werkvloer.
Samengevat: het actieplan zit vervat in onze beleidsnota- en brief. Het middenveld liet blijken erg geïnteresseerd te zijn in een brochure waarin in mensentaal wordt uitgelegd waar we allemaal mee bezig zijn. De concrete acties die zijn aangekondigd, worden op dit ogenblik ook uitgevoerd. Wij kunnen daar in de commissie nog op ingaan wanneer we het actieplan in het kader van de OCM-doelstellingen bespreken.
Mevrouw Irina De Knop : Ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Blijkbaar is het zo dat we een vraag om uitleg moeten stellen om te weten te komen hoe een actieplan wordt geconcretiseerd. Ik vind het een vreemde gang van zaken.
Ik herhaal wat ik al zei: u kondigde aan dat in de commissie een actieplan zou worden ingediend. Tot vandaag is dat nog niet gebeurd. U schijnt nu te zeggen dat de commissieleden maar in een brochure moeten gaan kijken hoe het zit, want daarin zou de concrete uitwerking staan van wat u in uw beleidsbrief hebt gezegd.
Dat lijkt me toch de wereld op zijn kop. In uw beleidsbrief staan de aandachtspunten. Die wilt u concretiseren in een plan. Er is trouwens een met redenen omklede motie goedgekeurd waarin de aanbeveling staat dat het aflopende holebi-actieplan zal worden geëvalueerd dat is niet gebeurd , dat het nieuwe actieplan zal worden opgesteld, en dat het Vlaams Parlement daarover zal worden geïnformeerd.
Als ik deze vraag niet zou hebben gesteld, dan waren wij niet op de hoogte. Ik zal in het verslag uw antwoord nalezen: het was zo omvangrijk dat ik onmogelijk op al die acties kan ingaan. Was dat misschien de bedoeling? In elk geval blijven we uitkijken naar een concreet actieplan dat we hier bespreken. Dat was toch de bedoeling? Het is jammer dat dit niet gebeurt.
Op het einde van uw betoog zei u iets over een document dat aan de Vlaamse Regering wordt overgemaakt. Kunt u dat iets meer toelichten?
Minister Pascal Smet : U weet dat in het kader van de open coördinatiemethode de doelstellingen worden bepaald, nadien wordt dat vertaald in actieplannen. Mevrouw Franssen heeft daar al vragen over gesteld en dat is in deze commissie al aan bod gekomen. Zij zijn aan de Vlaamse Regering overgemaakt en inmiddels zijn ze in het Vlaams Parlement ingediend. Als dat niet zo is, moet ik dat nakijken. Dan is het gebruikelijk dat het wordt besproken. Ik dacht dat het was ingediend. Het gaat dus over de actieplannen in het kader van de doelstellingen voor de open coördinatiemethode. Dat is de gebruikelijke procedure. Ik kijk het na.
Mevrouw Irina De Knop : Dat is nog iets anders.
Minister Pascal Smet : De holebi-verenigingen vonden onze beleidsnota voldoende concreet en vroegen om dat uit te voeren. Dat hebben we gedaan. Daarom heb ik u een uitvoerige opsomming gegeven. We hebben niet opnieuw een actieplan opgemaakt.
Mevrouw Irina De Knop : Die uitvoering is het actieplan. Minister, u zou daarmee naar de commissie, naar het parlement komen.
Minister Pascal Smet : U stelt nu toch een vraag. Ik wil daarmee nog eens opnieuw komen, als u dat wilt.
De voorzitter : Het incident is gesloten.