Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 27/04/2011
Vraag om uitleg van de heer Marcel Logist tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over het principe 'niemand kan rechter zijn in zijn eigen zaak' bij het behandelen van bezwaarschriften bij een openbaar onderzoek aansluitend op de deontologische code voor de GECORO-leden (Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening)
- 1883 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Logist heeft het woord.
De heer Marcel Logist : Minister, deze vraag is geënt op een concrete bestaande situatie maar is geen lokale problematiek, want dit kan gevolgen hebben voor alle gemeenten. Het is niet de eerste vraag die ik stel over de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO). Aansluitend op de deontologische code voor de leden van de GECORO in het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 heb ik dus een vraag naar aanleiding van een situatie die zich in een GECORO voordeed.
De vertegenwoordigers van een geleding dienden namens de vereniging waarin ze actief zijn een bezwaarschrift in tijdens het openbaar onderzoek naar een RUP. Bij het uitwerken van het advies hierover heeft de voorzitter die vertegenwoordigers bij de beraadslaging en stemming over hun eigen bezwaarschrift, dat ze indienden namens de vereniging waarin ze actief zijn, gevraagd de vergadering te verlaten. Ze hebben met andere woorden de volledige beraadslaging en stemmingen kunnen meemaken, met uitzondering van die over het bezwaarschrift dat ze zelf indienden.
Over deze actie van de voorzitter van de GECORO hebben de vertegenwoordigers van de verenigingen hun twijfel geuit. Enerzijds is het duidelijk dat de betrokken vertegenwoordigers met hun bezwaarschrift geen persoonlijk belang hebben: ze handelen voor de verenigingen waarin ze actief zijn. Anderzijds is er ook het algemene rechtsprincipe: nemo iudex in propria causa of niemand kan rechter zijn in zijn eigen zaak.
De deontologische code biedt hierover geen duidelijkheid: mag een vertegenwoordiger van een geleding, bijvoorbeeld een natuurvereniging of een landbouwersorganisatie, aanwezig zijn bij de beraadslaging en stemming over een bezwaarschrift dat hij zelf indiende namens zijn vereniging, bijvoorbeeld als voorzitter van Natuurpunt of van een lokale afdeling van de Boerenbond? Heeft zijn vereniging dan geen voordeel ten opzichte van andere verenigingen van dezelfde geleding die niet in de GECORO zetelen? En wat indien een lid van een geleding dat bezwaarschrift van de vereniging zou laten indienen door een lid van de vereniging die geen GECORO-lid is? Formeel behandelt hij dan het eigen bezwaarschrift niet, maar volstaat dit om te voldoen aan voornoemd rechtsprincipe?
Onze bezorgdheid is dat bij een strikt formalistische redenering, zoals vaak door de Raad van State gehanteerd, het feit dat iemand mee beslist over zijn eigen bezwaarschrift dat hij heeft ingediend namens een vereniging, zou kunnen leiden tot de vernietiging van een RUP. Minister, kunt u meer duidelijkheid verschaffen?
De voorzitter : Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Mercedes Van Volcem : Ik wil de vraag uitbreiden. Het gaat niet enkel over de beraadslaging. Wat als die persoon deelneemt aan het debat en de toelichting en zijn pleidooi daar mondeling houdt, en misschien nadien vertrekt bij de stemming?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mijnheer Logist, het is niet de eerste keer dat we het daarover hebben. Net voor de paasvakantie, op 23 maart, behandelden we hier ook een vraag over belangenvermenging. Dit ligt wat in het verlengde daarvan, hoewel het toch een heel andere problematiek is.
De decreetgever heeft expliciet gekozen voor vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke geledingen in de GECORO. Dat staat in het decreet. Het is de gemeente zelf die kiest welke maatschappelijke geledingen precies in haar GECORO vertegenwoordigd zijn, maar er is duidelijk een decretale basis voor dat verenigingen die maatschappelijke belangen vertegenwoordigen worden opgenomen in de GECORO.
Als een vereniging representatief is voor een maatschappelijke geleding, mag worden verondersteld dat ze garant staat voor een bepaald collectief belang. Als die vereniging vervolgens in een openbaar onderzoek reageert en de vertegenwoordiger van die vereniging is in de GECORO aanwezig bij de bespreking en de beraadslaging, dan is er geen sprake van belangenvermenging. De decreetgever heeft er immers precies voor gekozen om een aantal collectieve belangen vertegenwoordigd te zien in de GECORO. Het is dus eigenlijk geen rechter-en-partijsituatie.
Het is niet omdat de voorzitter van de plaatselijke Boerenbond of van de groene beweging in de GECORO zit, dat die afwezig moet zijn bij de beraadslaging enzovoort. Die persoon vertegenwoordigt een collectief belang. Een vertegenwoordiger van een maatschappelijke geleding hoeft dus in principe de vergadering niet te verlaten bij de bespreking van een reactie in het openbaar onderzoek, zelfs niet als het de bespreking is van een opmerking gemaakt vanuit zijn vereniging.
Ik wil daar wel twee belangrijke kanttekeningen bij plaatsen. Ten eerste moet het bezwaarschrift in kwestie wel degelijk betrekking hebben op een collectief belang. Een landbouworganisatie of natuurvereniging bijvoorbeeld mag inderdaad opkomen voor landbouw of natuur in de gemeente en kan dat ook in openbare onderzoeken en in de GECORO bepleiten. Maar er kan sprake zijn van een individueel of persoonlijk belang en dan moet het verbod op belangenvermenging uiteraard worden gerespecteerd.
Ik geef een voorbeeld. Stel dat een natuurvereniging eigenaar is van een onthaalcentrum aan de rand van een natuurgebied en er wordt in de GECORO een plan besproken dat expliciet ingaat op herbouw- of uitbreidingsmogelijkheden van dat onthaalcentrum. Dan is er een persoonlijk belang en zit je in de andere situatie.
De tweede kanttekening gaat over de goede werking van de GECORO. We mogen van de vertegenwoordigers van maatschappelijke belangengroepen in de GECORO toch wel een volwassen houding verwachten. Als de vereniging die hen afgevaardigd heeft, een bezwaarschrift heeft ingediend in een openbaar onderzoek, moeten ze dat in de GECORO niet met hand en tand verdedigen of er minutenlang over uitweiden. Het punt is gemaakt in het bezwaarschrift. Zoals u zegt, hebben anderen misschien niet dezelfde kans, want het kan zijn dat de landbouw niet is opgenomen en de natuurbeweging wel of andersom. Die persoon is dan lid van een adviescommissie, met als taak het globale plaatje te bekijken en tot een geïntegreerd advies te komen. Het kan zijn dat zijn beweging een bezwaarschrift heeft ingediend, maar dat men in de bespreking toch tot andere conclusies komt. Dat is de volwassen houding die we mogen verwachten.
De leden van de adviescommissie hebben een rugzak bij van hun achterban. Die mogen ze in gedachten houden, maar niet met hand en tand komen verdedigen. Dat is niet de manier om te komen tot de goede werking van een GECORO. Het is de collectieve verantwoordelijkheid van alle leden samen om tot een advies te komen. Dat is zo vastgelegd in de deontologische code van de commissie. Om dezelfde reden kan het niet de bedoeling zijn dat leden van de GECORO om de haverklap minderheidsstandpunten laten noteren om aan de achterban te kunnen bewijzen dat ze het standpunt goed en hard verdedigd hebben.
Ik concludeer dat er zich in principe geen rechter-en-partijsituatie stelt, maar dat er, zoals in elk goed besluitvormingsproces, toch enige waakzaamheid nodig is om dergelijke situaties te vermijden. Ik denk dat de deontologische code daarvoor nog altijd een goed kader biedt.
De heer Marcel Logist : Ik dank u voor uw antwoord, minister.
De voorzitter : Het incident is gesloten.