Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 31/03/2011
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de aanwending van GOK-uren in de kleuterscholen om klassen te splitsen
- 1608 (2010-2011)
Vraag om uitleg van mevrouw Gerda Van Steenberge tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het gebruik van GOK-uren voor de splitsing van overvolle kleuterklassen
- 1693 (2010-2011)
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Voorzitter, gezien het gevorderde uur, vat ik mijn vraag samen tot de essentie. Ik zie dat het aantal aanwezigen niet meer toeneemt.
De Werkgroep Kleuterscholen Vlaanderen stelt dat een pak scholen genoodzaakt zijn zorguren te gebruiken om overvolle klassen te splitsen. Deze middelen zijn hier weliswaar niet voor bedoeld, maar de omstandigheden in de klassen dwingen hiertoe volgens de werkgroep.
Dit is dus opnieuw een noodkreet vanuit de kleuterscholen. Er zijn in het verleden al inspanningen gebeurd, minister, maar uit onze gesprekken met het werkveld blijkt toch wel dat de omkadering van de kleuterklasjes een van de allergrootste zorgen is. Onze fractie is vragende partij om daar effectief de nodige aandacht aan te besteden.
Minister, mijn vraag aan u is dubbel. Hoe evalueert u de situatie? Is deze noodkreet al of niet terecht? Is er mogelijk oneigenlijk gebruik van GOK-uren (Gelijke Onderwijskansen), of is het juist een heel bewuste keuze om deze GOK-uren te gebruiken om bijkomende splitsingen uit te voeren? In welke stappen voorziet u deze legislatuur om extra ondersteuning te geven aan de omkadering voor het kleuteronderwijs?
De voorzitter : Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Voorzitter, minister, collegas, mijn vraag is gelijklopend aan die van de heer De Meyer. Ik heb ze gesteld naar aanleiding van gesprekken met directeurs. Misschien is dat voor sommige collegas niet zo belangrijk, maar ik vind het wel belangrijk om mijn oor eens te luisteren te leggen.
Een van de directeurs zei dat 1 februari voor hen een belangrijke dag is. Die dag is bepalend voor het aantal leerlingen in een school, en dus ook voor de financiën van die school. Ze hebben te horen gekregen dat er een evaluatie zou komen van de GOK-uren en dat er zou worden op toegekeken dat de GOK-uren niet meer zouden worden gebruikt buiten de GOK. Zij gebruiken hun GOK-uren ook voor het aanwerven van leerkrachten. Op basis van de telling van 1 februari weten ze over welke GOK-uren zij kunnen beschikken op 1 september en dus over welke middelen ze zullen beschikken om leerkrachten aan te werven. In de praktijk worden deze GOK-uren in veel gevallen immers niet gebruikt voor zorg aan GOK-leerlingen, maar voor het inzetten van extra leerkrachten. Zeker in de kleuterklassen worden de GOK-uren gebruikt om kleuterklassen te splitsen om overvolle kleuterklassen te vermijden. Dit is niet nieuw, want ook bij zijn evaluatie van het gebruik van de GOK-uren had het Rekenhof al gesteld dat de GOK-uren niet altijd gebruikt werden waarvoor ze moesten dienen.
Minister, u hebt reeds aangekondigd dat u erop zult toezien dat het oneigenlijk gebruik van de GOK-uren niet meer zal kunnen. Sindsdien ontstaat er bij verschillende schooldirecties ongerustheid en onzekerheid over het behoud van het aantal leerkrachten. De nodige omkadering via de reguliere financiering is er immers nog altijd niet en staat ook niet onmiddellijk op de agenda. De hervorming van het GOK-decreet is met een jaar uitgesteld naar 2012.
Minister, ik heb gelijkaardige vragen als collega De Meyer. Wanneer en hoe zult u nagaan of de GOK-uren door schooldirecties al dan niet gebruikt worden om de lacunes in de reguliere omkadering op te vangen? Als de GOK-uren niet mogen worden aangewend om overvolle klassen te splitsen, hoe zult u de schooldirecties dan tegemoetkomen in hun probleem van de overvolle kleuterklassen?
De voorzitter : Mevrouw Celis heeft het woord.
Mevrouw Vera Celis : Minister, ik sluit me graag aan bij deze vragen omdat ik denk dat de kleuterscholen zoeken naar creatieve oplossingen om met de overvolle kleuterklassen te kunnen omgaan. Het is ons niet alleen bekend dat de GOK-uren oneigenlijk besteed worden. Het is niet juist wat men doet, maar als men de GOK-uren gebruikt om de klassen te splitsen, ga je minder GOK-problemen hebben door het feit dat je met kleinere klassen zit. Elk nadeel heeft zijn voordeel.
Het is ons ook bekend dat een aantal kinderverzorgsters worden ingezet om een tekort aan kleuterleidsters op te vangen. De twee vraagstellers hebben bijzonder pertinente vragen gesteld. De problematiek in de kleuterscholen is zeker niet onbekend en al een paar keer ter sprake gekomen. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Ik deel uw bekommernis voor de allerkleinsten. We moeten een onderscheid maken tussen de GOK-lestijden en de puntenenveloppe voor het voeren van een zorgbeleid. De lestijden in het kader van het GOK-beleid, de GOK-lestijden, zijn aanvullende lestijden en worden toegekend aan de school. Ze kunnen vrij aangewend worden in alle vestigingsplaatsen en/of niveaus van de school. Vrije aanwending houdt ook in dat ze gebruikt kunnen worden om klassen te splitsen. Uiteraard moet de aanwending steeds passen in het kader van het voeren van een GOK-beleid. In de schooleigen visie moet duidelijk gemotiveerd worden waarom de lestijden precies in die vestigingsplaats en/of dat niveau worden aangewend en waarom voor een bepaalde manier van aanwenden gekozen wordt. Als de GOK-lestijden gebruikt worden om klassen te splitsen, stelt er zich dus niet noodzakelijkerwijs een probleem. Men moet het alleen motiveren in het kader van een GOK-beleid.
Bij de integratie van de GOK-lestijden in het nieuwe omkaderingssysteem, is het van belang erop toe te zien dat gelijke kansen een aandachtspunt blijven binnen elke school. De onderwijsinspectie zal op dit vlak een belangrijke rol behouden. Het zorgbeleid daarentegen zorgt voor de coördinatie van alle zorginitiatieven op het niveau van de school of scholengemeenschap, het ondersteunen van het handelen van het onderwijzend personeel, het begeleiden van leerlingen en het bevorderen van de kleuterparticipatie. De zorgpunten kunnen dus niet gebruikt worden om klassen te splitsen.
Ten slotte wil ik er nog even op wijzen dat de overheid geen maximumaantal leerlingen per klas vastlegt. Elke school ontvangt jaarlijks, op basis van het aantal ingeschreven leerlingen, een lestijdenpakket. Het aantal ambten onderwijzend personeel dat aan elke school wordt toegekend, is afhankelijk van de grootte van het lestijdenpakket. Hoe het lestijdenpakket over de verschillende leerlingengroepen wordt verdeeld, wordt vooraf in de verschillende overlegorganen besproken en behoort tot de autonomie van de school.
Op dit moment zijn we bezig met het uitwerken van een nieuw omkaderingssysteem voor het basisonderwijs. Hiertoe voeren we de nodige gesprekken met de representatieve vakorganisaties als het gemeenschapsonderwijs en de koepels van de inrichtende machten. Het is de bedoeling dat dit nieuwe omkaderingssysteem zal worden ingevoerd vanaf 1 september 2012, dus in het midden van deze legislatuur.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Minister, ik dank u voor uw genuanceerd antwoord en voor uw engagement voor de invoering op 1 september 2012.
Onderwijsbeleid voeren als er jaarlijks heel wat middelen bijkomen, is natuurlijk iets makkelijker. Op dat vlak hadden uw voorgangers het minder moeilijk. Dat is evident. Voor onze fractie en ik begrijp dat dit voor de meeste andere fracties ook zo is moet kleuteronderwijs en de omkadering ervan voor de allerkleinsten en de allerzwaksten een prioriteit zijn.
Minister Pascal Smet : Daar ben ik het absoluut mee eens.
De voorzitter : Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Minister, ik denk dat uw antwoord veel directies zal geruststellen. Zij zullen die zorguren kunnen gebruiken voor de splitsing van hun kleuterklassen. Ik heb daar alle begrip voor, maar in feite is het oneigenlijk gebruik van die zorguren niet eerlijk tegenover scholen die minder GOK-uren hebben dan andere scholen. Die uren worden namelijk niet gebruikt voor GOK zelf.
Ik weet dat u een nieuwe omkadering aan het uitwerken bent. Ik pleit voor een betere reguliere omkadering voor alle scholen. Een splitsing van kleuterklassen hangt niet altijd samen met GOK-leerlingen. Overvolle klassen zijn overvolle klassen. Ik zou graag hebben dat er een financiering komt tussen scholen die gelijklopend is, ongeacht GOK-uren, en dat de GOK-uren, zoals het Rekenhof gezegd heeft, gebruikt worden voor GOK-kenmerken. Of men daar nu voor of tegen is, dat zullen we nog bekijken als we weten hoe de reguliere omkadering er zal uitzien. Maar momenteel is het wel een oneigenlijk gebruik dat in het nadeel is van een aantal scholen.
Minister Pascal Smet : U weet dat we één onderwijzeres per achttien leerlingen geven. Dat is een gemiddelde.
Mevrouw Gerda Van Steenberge : Ja, maar blijkbaar kunnen GOK-uren toch worden aangewend voor het aanwerven van extra leerkrachten, wat andere scholen niet kunnen doen. Minister, dat is een oneerlijk principe.
De voorzitter : Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Mevrouw Fatma Pehlivan : Het inzetten van kinderverzorgsters uit de kinderdagverblijven verbonden aan sommige scholen, zou ook een mogelijkheid kunnen zijn. Misschien kunt u daar een afspraak over maken met de minister van Welzijn. Die kinderverzorgsters zijn namelijk vrij tijdens bepaalde uren. Misschien kunnen zij dan worden ingeschakeld en zo de taak van een kleuterleidster verlichten.
We moeten rekening houden met de financiële middelen. Als we vanuit de Vlaamse Regering kunnen samenwerken en alle middelen die we ter beschikking hebben, efficiënter aanwenden, kan dat ten goede komen van de kleuterklas. Voor onze fractie is dat ook belangrijk. Bij sommige scholen zal dit niet kunnen, maar bij andere wel.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Minister, ik vind dat u de discussie rond de GOK-middelen, de omkadering en de werkingsmiddelen samen zou moeten kunnen voeren. Het is absoluut verantwoord meer middelen of meer omkadering vrij te maken voor sommige kinderen. Maar moeten die dan ook altijd meer werkingsmiddelen krijgen? Dat is een andere vraag. Het zijn twee discussies die je moeilijk los van elkaar kunt voeren. Ik denk dat de tijd nu te kort is om daarop in te gaan. Minister, we gaan nog voorstellen krijgen van u en daar uitgebreid over kunnen discussiëren. Maar eigenlijk vind ik dat men werkingsmiddelen, omkaderen en GOK samen moet nemen in de discussie.
De voorzitter : Mevrouw Celis heeft het woord.
Mevrouw Vera Celis : Minister, heb ik goed begrepen dat u dat omkaderingssysteem operationeel wenst te maken tegen 1 september 2012?
Minister Pascal Smet : Ja, het moet in werking zijn vanaf 1 september 2012.
De voorzitter : Het incident is gesloten.