Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 07/04/2011
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over de aansluitingsproblematiek van hernieuwbare energie in de kustregio
- 1673 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Voorzitter, minister, collegas, het hoogspanningsnet in de kustregio, driehoek Koksijde-Zeebrugge-Brugge, is al een tijdje gesatureerd. Investeringen in het elektriciteitsnet aan de kust dringen zich op en zijn gepland in functie van enkele belangrijke doelstellingen. De offshore windparken maken het nodig het net te verzwaren.
De hoogspanningsnetbeheerder Elia wil ook investeren in een nieuwe verbinding met het Verenigd Koninkrijk. Het gaat over interconnecties, die niet onbelangrijk zijn in het licht van de plotse sluiting van zeven kerncentrales door mevrouw Merkel. Alles hangt aan alles vast.
Sinds twee jaar blijkt dat de havens van Zeebrugge en Oostende enorm veel investeren in hernieuwbare energie en warmte-krachtkoppeling (wkk) aantrekken. De netcapaciteit raakt opgebruikt. De bevoorradingszekerheid van de provincie West-Vlaanderen en de regio rond de haven van Zeebrugge moet worden verzekerd. Naast de haven van Antwerpen is die van Zeebrugge ook belangrijk.
Minister, dit probleem is u waarschijnlijk niet onbekend. Iedereen weet dat we daar moeten op inspelen met gedecentraliseerde, nieuwe investeringen. Mensen doen veel inspanningen, maar ze komen op een wachtlijst terecht. Het gaat in totaal om 27 projectaanvragen. Er kwam echter goed nieuws dat er een schijf van 110 megawatt flexibele capaciteit vrijkomt, waardoor die 27 investeringen zouden kunnen doorgaan.
Begin 2011 zouden de modaliteiten hiervoor worden uitgewerkt. Ik weet niet of dat al is gebeurd. Projectinvesteerders, buiten de vernoemde 27, die zich nog aandienen, moeten geduld oefenen, want tot de versterking van het hoogspanningsnet naar Zeebrugge is afgerond via het zogenaamde Stevin-project (nieuwe lijn Zomergem-Zeebrugge) kunnen ze niet aansluiten. Het Stevin-project zal waarschijnlijk niet voor 2015 gerealiseerd zijn.
Minister, voor de zomer 2010 drong u aan op een oplossing voor deze blokkering. Er kwamen onderhandelingen met Elia, Eandis, Infrax, VREG, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen en de federaties voor hernieuwbare energie en wkk. Het resultaat is dat alle investeringen op de wachtlijst het aanbod zullen krijgen om aan te sluiten op het net, onder de zogenaamde flexibele voorwaarden. Als het net te vol is, zal er moeten worden afgeregeld. Algemeen is het zo dat hernieuwbare energie prioriteit krijgt op het net maar dat eventuele afregelingen in functie van ontlasting van het net in bijkomende orde toch mogelijk zijn.
De inschatting is dat de afregeling zeer zelden nodig zal zijn. Maar goed, men zou dan kunnen zeggen dat één keer een keer te veel is. Maar dat is iets anders.
We hebben het hier gisteren ook nog gehad over zonne-energie of biogas. Op het vlak van de rentabiliteit zit men telkens op de limiet. Als men met een aantal percentages daalt, dan kan dat gevolgen hebben op de rentabiliteit voor het betrokken bedrijf.
Ik denk dat er momenteel een goede overgangsmaatregel is, maar geen definitieve oplossing, want nieuwe potentiële investeerders maken momenteel geen enkele kans althans niet voor 2015-2016.
Minister, wat is de concrete stand van zaken? Hoe ver staat het met de verschillende modaliteiten? Wat is de concrete planning? Wanneer zullen de 27 investeerders kunnen aansluiten op het net? Wat gebeurt er met nieuwe investeerders die zich aandienen? Ik hoor dat dat er toch een pak zijn. Welke oplossingen kunnen daarvoor uitgewerkt worden? Wat is de planning hiervoor?
Minister, tot zover mijn vragen over de problemen in verband met de aansluiting in de kustregio. Ik verneem echter ook dat ze steeds meer in het binnenland opduiken.
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Minister, ik zou me graag aansluiten bij de vraag van de heer Decaluwe. Er is inderdaad een explosieve groei geweest aan decentrale productie. In 2008 was er in het werkingsgebied van Eandis 324,1 megawatt aan decentrale productie op de distributienetten. Eind 2010 is dat gestegen naar 976,9 megawatt.
De heer Decaluwe haalt de congestie aan in de kustregio. Ik wou van de gelegenheid gebruikmaken om u te laten weten dat ook in mijn regio, het Meetjesland, steeds meer investeerders te horen krijgen dat er niet meer op het net kan worden aangesloten met decentrale productie voor hernieuwbare energie. Ze krijgen de boodschap dat ze het nodige geduld moeten uitoefenen.
In een antwoord op een schriftelijke vraag liet u weten dat u zult onderzoeken of de bestaande netten efficiënter gebruikt kunnen worden en of er geen mogelijkheden onbenut worden gelaten. Daarom hebben de netbeheerders in overleg met de VREG een studie aangevat om de mogelijkheden in kaart te brengen. In het antwoord op mijn vraag staat dat het resultaat in de loop van 2011 verwacht wordt, net als een rapport met mogelijke acties in het kader van de uitbouw van de slimme distributienetten.
Minister, wanneer worden de resultaten van die studie verwacht?
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Collegas, de VREG is in bespreking met Elia enerzijds en met Eandis en Infrax anderzijds over de contractuele voorwaarden die van toepassing zullen zijn voor de flexibele aansluiting. Dat contractueel kader moet natuurlijk consistent zijn, zowel op het vlak van de betrokken spanningsniveaus als op het vlak van de regeling van de toegang tot het net. Wat dat laatste betreft, is van belang dat niet enkel de titularis van de aansluiting betrokken partij is, maar ook de commerciële partijen die de energie van de producent opkopen en dat evenwicht dus bewaken.
De VREG heeft het voorstel ontvangen van Elia en Eandis en heeft ondertussen bemerkingen op die voorstellen overgemaakt. De VREG heeft intussen ook overleg gepleegd met de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), die bevoegd is voor de aansluitingen en netten op 350 en 380 kilovolt.
Daarnaast bereidt de VREG een aanpassing voor aan het technisch reglement voor distributie van elektriciteit. Tot vandaag is er geen regeling voor congestiebeheer van distributienetten, aangezien dat een probleem is dat zich in het verleden nooit heeft voorgedaan en waarvan men nooit had vermoed dat het zich zou voordoen. De voorgestelde aanpassing zal worden doorgevoerd samen met de aanpassingen die zich opdringen voor een regelgevend kader voor gesloten distributienetten. Ook dat moet worden geregeld.
In afwachting van de goedkeuring van dat door de Vlaamse Regering gewijzigd technisch reglement kan de verplichte plaatsing van een telecontrolekast bij de betrokken installaties, ondanks het feit dat daarin nog niet is voorzien in dat reglement, wel door de VREG worden gedoogd in afwachting van dat technisch reglement. Het alternatief zou immers inhouden dat de aansluiting geweigerd zou moeten worden door netbeheerders. Ik denk niet dat iemand naar dat alternatief op zoek is.
Zodra er een overeenstemming is bereikt over de modaliteiten van de contractuele regeling, kunnen de investeerders worden gecontacteerd en kunnen ze ook onmiddellijk te kennen geven of ze instemmen met de voorwaarden van die flexibele aansluiting. Ik heb aan de VREG gevraagd om daar sowieso de hoogste prioriteit aan te geven. Hij doet dat ook. Hij werkt er zeer snel aan. Het spreekt natuurlijk voor zich dat de regeling niet discriminatoir mag zijn, en dat ze evenwichtig, transparant en consistent moet zijn, en dat de VREG erop moet toezien dat de principes worden toegepast door de netbeheerders.
In de betrokken regel zal bovendien regelmatig de situatie geëvalueerd worden. Dat houdt in dat wordt nagegaan welke productie-eenheden effectief worden gerealiseerd, hoeveel ze produceren, in welke mate het verbruik in die regel evolueert. In functie van die cijfers kan bekeken worden of er daarnaast bijkomende installaties aangesloten kunnen worden. Voor de definitieve oplossing is de uitvoering van het Stevin-project noodzakelijk, omdat dat op termijn het prioritair netversterkingsproject is dat ervoor zal zorgen dat er geen problemen van congestie op dat net meer zullen zijn.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Misschien is het me ontgaan, maar wat is nu de concrete planning en timing? U hebt al inspanningen gedaan. Iedereen kent er de hoogste prioriteit aan toe. Het is inderdaad geen simpele materie. Wanneer kunnen die investeerders groen licht verwachten? Is dat nog dit jaar, komt dat voor of na de zomer? Hebt u daar een idee over?
Minister Freya Van den Bossche : De VREG zegt me dat hij hoopt dat het een kwestie van weken is. Het zouden een aantal maanden kunnen zijn. Het gaat wel veeleer om een relatief korte termijn. Hij heeft de zaak natuurlijk niet alleen in de hand. Vandaar dat ook de nodige voorzichtigheid aan de dag wordt gelegd en dat er geen exacte einddatum wordt gegeven. Het is wel een kwestie van weken of maanden.
Hetzelfde antwoord geldt vanzelfsprekend voor het Meetjesland. Ook daar kunnen we eventueel kijken of die flexibele contracten soelaas bieden voor investeerders. De definitieve oplossing zal er natuurlijk in moeten bestaan dat die congestieproblemen worden opgelost door dat Stevin-project, dat overigens ook langs de regio passeert. Maar we kunnen daar eenzelfde systeem hanteren in afwachting van de versterking van het net.
De voorzitter : Het incident is gesloten.