Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 18/05/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Sonja Claes tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over opleidingen inzake sociale economie en sociaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen
- 1655 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Claes heeft het woord.
Mevrouw Sonja Claes : Voorzitter, minister, collegas, bij de hertekening van de ondersteuningsstructuren in de sociale economie is een van de elementen die hierin opgenomen zijn: een wetenschappelijk onderbouwde managementopleiding sociaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Sociale economie op de campus is een project dat reeds vijf jaar door het Vlaams Overleg Sociale Economie (VOSEC) wordt uitgevoerd. Ik heb het jaarverslag doorgenomen en was onder de indruk van het goede werk dat is geleverd binnen dat project. Het project had de bedoeling om een verbinding te maken tussen sociale economie en onderwijs zodat er in de universiteiten en hogescholen ook kennisoverdracht zou zijn in verband met sociale economie. We zien dat er een grote uitbreiding is geweest in deze vijf jaar. Bij de start waren 25 universiteiten en hogeronderwijsinstellingen betrokken. Heel wat opleidingen werden gegeven en er werden ook heel wat andere sectoren betrokken waardoor het ruimer werd. Ook het aanbod werd gedifferentieerd. Er werden gastlessen, bedrijfsbezoeken en lessenpakketten aangeboden.
We hebben gezien dat het de voorbije jaren heel moeilijk was om dat steeds gefinancierd te krijgen. Eerst kwam de financiering vanuit sociale economie, later vanuit onderwijs. Naast de Vlaamse financiering werd de Cera Foundation ingeschakeld, de provincie en de lokale besturen. Het is altijd een lappendeken geweest van financiering.
Minister, hoe moet dat in de toekomst verder? Hoe beoordeelt u de vaststelling dat het blijkbaar niet evident is om binnen andere beleidsdomeinen financiering te genereren, laat staan structurele financiering? Op welke wijze wordt de afstemming tussen sociale economie en onderwijs bij de managementopleiding sociaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen vormgegeven? Past het daar volledig in? Wordt het daarin opgenomen? Hoe ziet u dat verder?
De heer Filip Watteeuw : Minister, is er ten aanzien van het probleem dat mevrouw Claes aankaart, in een overleg voorzien met de andere bevoegde ministers? Minister-president Peeters en minister Smet zijn hier ook bij betrokken. Ik veronderstel dat daarover overleg moet zijn om dat probleem op te lossen.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Het bevorderen en stimuleren van sociaal ondernemerschap is een van onze doelstellingen. Meer aandacht in het onderwijs voor die doelstelling zou daar zeker toe bijdragen.
U verwijst concreet naar twee initiatieven binnen het beleidsdomein sociale economie met duidelijke raakvlakken met onderwijs. Het eerste is de managementopleiding sociaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het aanbieden van die wetenschappelijk onderbouwde managementopleiding zou in de toekomst inderdaad een van de onderdelen moeten zijn van het nieuwe decreet dat de ondersteuning in de sociale economie zal regelen. De opleiding wordt dit academiejaar voor de tiende keer georganiseerd binnen de Antwerp Management School in samenwerking met de Universiteit Hasselt (UHasselt) met als doel de kwaliteit van de managers binnen de sociale economie te versterken.
Daartoe wordt voor een modulaire opbouw gekozen met zowel theoretische als praktische componenten. Per academiejaar wordt een deel van de loon- en werkingskosten voor de organisatie van de opleiding gesubsidieerd vanuit het beleidsdomein Sociale Economie. Deelnemers betalen mee in de opleidingskosten.
In het kader van de hervorming van de ondersteuningsstructuur wordt een opleidingsbehoefteanalyse opgestart door de huidige opleidingsverstrekkers met als doel een beter zicht te krijgen op de noden op vlak van managementopleidingen en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Op vlak van MVO bestaat er vandaag namelijk geen enkele wetenschappelijk onderbouwde managementopleiding. We willen daar een objectiever zicht op krijgen.
Op basis van die behoefteanalyse wil ik nog eens gesprekken met Onderwijs aangaan. Op dit moment is er geen structurele samenwerking met Onderwijs. Op onze vraag om dat toch eens in de begroting te proberen in te passen, is het antwoord tot op heden steeds geweest dat dat niet kan worden ingepast binnen de begroting Onderwijs zoals die er nu uitziet. Op basis van het nieuwe decreet op de ondersteuning van de sociale economie, gaan we die gesprekken opnieuw opstarten. Het is een goede suggestie van de heer Watteeuw om dat ook te doen met minister-president Peeters.
De tweede opleidingsmogelijkheid is Sociale economie op de campus, waar u naar hebt verwezen. Die heeft een heel ander uitgangspunt en een andere doelgroep. Het uitgangspunt is vooral informeren en sensibiliseren van studenten betreffende de organisatie en het werken in de sociale economie. Ook voor dat project is het niet evident om de financiering telkens rond te krijgen. Ik wil me dat als bevoegd minister blijven aantrekken. Naast de gesprekken die ik wil blijven voeren met minister Smet en minister-president Peeters, zou het nieuwe decreet op de ondersteuning van de sociale economie, wanneer dat is afgerond, ons meer mogelijkheden moeten geven om ook wat de opleidingen betreft, alles mooi te plaatsen.
De voorzitter : Mevrouw Claes heeft het woord.
Mevrouw Sonja Claes : Over het laatste punt blijft u heel erg vaag. U herhaalt wat de vraag is. U zegt dat de opleiding Sociale economie op de campus moet passen in het kader van de ondersteuningsstructuren. Dat is wel zo, maar we zien dat de financiering heel erg moeilijk is, ook dit jaar. Als we zeggen dat dit een zinvol project is en we stellen al vijf jaar lang vast dat er altijd middelen bij elkaar moeten worden geschraapt, bij de Vlaamse overheid, bij de provinciale overheid en bij de lokale overheid, is het belangrijk dat het mee wordt ingebed in de nieuwe structuur en ook een structurele financiering krijgt. Anders is een organisatie als dit met zoveel partners nagenoeg onmogelijk.
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : We gaan dat zeker inpassen. In het nieuwe decreet wordt het zelfs opgenomen in een apart hoofdstuk, alleen kan ik in mijn eentje niet instaan voor de financiering. U weet ook dat de begroting Sociale Economie helaas niet van die orde is dat we daartoe in staat zijn. Ik wil er wel voor zorgen dat die opleiding wordt voortgezet en verbeterd, ook op basis van de evaluaties die gebeuren. Ik heb daar mijn collegas voor nodig als we ervoor willen zorgen dat er vanuit de Vlaamse overheid meer geld komt, anders zal enkel met inspanningen van velen tegelijk de opleiding kunnen worden voortgezet. Ik beloof u wat ik kan beloven op basis van mijn bevoegdheden en begroting. Ik kan zeggen dat de gesprekken met Onderwijs voorlopig niet tot succes hebben geleid, in de zin dat ze hebben beloofd om middelen in te zetten, maar ik zal aan die kar blijven trekken.
De voorzitter : Mevrouw Claes heeft het woord.
Mevrouw Sonja Claes : Ik vind het heel moeilijk terwijl het heel belangrijk is.
De voorzitter : Het incident is gesloten.