Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 07/04/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Cindy Franssen tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de VLIOM-databank (Vlaamse instellingen, organen en mandaten)
- 1627 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mevrouw Cindy Franssen: Voorzitter, de verhoging van een evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in adviesorganen van de Vlaamse overheid en in de bestuursorganen van Vlaamse publiekrechtelijke rechtspersonen is een principe dat is opgenomen in het Vlaams regeerakkoord 2009-2014. De minister heeft dit principe ook opgenomen in zijn beleidsnota 2009-2014 en in zijn beleidsbrief 2010-2011.
Het gaat eigenlijk om meer dan een principe. Het is een decretale verplichting. Het decreet van 13 juli 2007 houdende de bevordering van een meer evenwichtige participatie van vrouwen en mannen in advies- en bestuursorganen van de Vlaamse overheid, beter bekend als het MEP-decreet, verplicht ons dit te doen. Op uiterlijk 1 januari 2009 moest de samenstelling van alle advies- en bestuursorganen die voor de inwerkingtreding van het decreet werden opgericht, aan de quotumbepaling zijn aangepast. Het decreet voorziet, voor alle duidelijkheid, ook in een uitzonderingsprocedure.
De beleidsnota van de minister is duidelijk. Op basis van de gegevens in de databank Vlaamse Instellingen, Organen en Mandaten, de zogenaamde VLIOM-databank, blijkt dat zeker een op vier organen niet evenwichtig is samengesteld. In de beleidsbrief 2010-2011 staat te lezen dat, ondanks de bekendmakingsactie van de administratie Gelijke Kansen eind 2008, uit steekproeven blijkt dat er nog steeds organen zijn die niet correct zijn samengesteld. Het is dan ook noodzakelijk de stand van zaken nauwgezet te monitoren. De repercussies van een niet-naleving van het decreet zijn immers niet min. Indien het advies- of bestuursorgaan niet aan de decretale verplichting voldoet, zijn alle adviezen en beslissingen ongeldig.
De administratie Gelijke Kansen, die de samenstelling op continue basis opvolgt en organen aanspoort die niet in orde zijn, zou jaarlijks een verslag opstellen en jaarlijks over de voortgang aan het Vlaams Parlement rapporteren. Om de stand van zaken adequaat te kunnen monitoren, is het belangrijk dat de VLIOM-databank over volledige en actuele gegevens beschikt. De databank moet operationeel zijn. Dit is een eerste en noodzakelijke stap om een zicht te krijgen op de samenstelling van alle advies- of bestuursorganen.
De minister heeft in zijn beleidsbrief duidelijk gesteld dat dit nog niet het geval is. Hij heeft ook aangekondigd dat hij het verslag over de voortgang in de loop van het voorjaar van 2011 bekend zou maken. Ondertussen is de databank nog steeds niet van volledige en actuele gegevens voorzien.
Minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot de operationaliteit van de VLIOM-databank? Wanneer plant u een rapportage over de VLIOM-databank? Dit moet ons in staat stellen de uitvoering van het MEP-decreet te evalueren en, waar nodig, verdere concrete stappen te zetten. Hebt u zicht op de uitwerking van de uitzonderingsprocedure? Wat is de impact hiervan op het algemeen principe?
In welke mate levert de VLIOM-databank accurate data over de minimaal verplichte samenstelling van advies- en bestuursorganen? Komen die data overeen met de steekproeven? Blijkbaar is nog steeds een op vier advies- en bestuursorganen ongeldig samengesteld. Welke initiatieven plant u in dit verband?
Wat zal, zodra de VLIOM-databank duidelijkheid over de samenstelling van alle advies- en bestuursorganen verstrekt, de impact zijn van de in het decreet voorziene repercussies op de geldigheid van adviezen en beslissingen uit het verleden en in de toekomst?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, de VLIOM-databank is sinds februari 2011 technisch operationeel. Er kunnen rapporten worden gegenereerd van de organen die conform het MEP-decreet moeten worden samengesteld. De gegevens in de VLIOM-databank zijn momenteel helaas nog onvolledig. De betrokken diensten en ministers vullen de gegevens immers niet correct in.
Een rapportage die de opvolging van het MEP-decreet in kaart brengt, zal in de loop van 2011 worden uitgevoerd. Ik heb vastgesteld dat de databank onvoldoende actuele gegevens bevat om een kwaliteitsvol rapport te genereren. Ik stel de rapportering dan ook uit. Op dit ogenblik zou een rapport een vertekend beeld geven. Bovendien wil ik de overige leden van de Vlaamse Regering de kans bieden de gegevens aan te vullen en te verbeteren.
Ten laatste in de week na de paasvakantie zal ik de overige leden van de Vlaamse Regering schriftelijk vragen de VLIOM-databank na te kijken en aan te vullen. Ik zal aan die brief een overzicht toevoegen van alle organen die volgens de VLIOM-databank onder de bevoegdheid van de aangeschreven minister vallen.
Het is aan elke minister om, in uitvoering van het engagement betreffende de toepassing van de open coördinatiemethode, na te kijken of de lijst met organen klopt en of alle recente gegevens correct in de VLIOM-databank zijn ingevoerd. Ze zullen hiervoor met de betrokken administraties en met de aangestelde contactpersonen moeten samenwerken. De afdeling Kanselarij van het Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR) heeft de contactpersonen van de VLIOM-databank halverwege februari 2011 al op de hoogte gebracht. Nu de VLIOM-databank opnieuw operationeel is, kunnen de contactpersonen de databank zelf consulteren en de toegewezen organen opvolgen.
Het is onze bedoeling de VLIOM-databank tegen de zomer van 2011 voldoende aan te vullen. Dit moet toelaten in het najaar van 2011 een rapport met een stand van zaken op te stellen. Ik zal dit rapport uiteraard aan het Vlaams Parlement overmaken.
De uitzonderingsprocedure biedt organen die kunnen aantonen dat ze niet voldoende leden van het ondervertegenwoordigde geslacht kunnen aanstellen, de mogelijkheid af te wijken van de eenderde-tweederderegel af te wijken. Dit staat in het uitvoeringsbesluit van 26 oktober 2007.
Op dit ogenblik wordt slechts weinig van deze procedure gebruikgemaakt. Mijn administratie ontvangt slechts enkele aanvragen per jaar. Om een afwijking aan te vragen, moet een orgaan een uitgebreide argumentatie opbouwen en bewijzen dat de nodige inspanningen zijn geleverd om aan de verplichting inzake de evenwichtige vertegenwoordiging te voldoen. Enkel indien het voor het orgaan daadwerkelijk onmogelijk is conform het MEP-decreet te worden samengesteld, is een afwijking mogelijk.
Aangezien de uitzonderingsprocedure slechts weinig wordt gebruikt, is de impact op het algemene principe van de evenwichtige vertegenwoordiging klein. Het zal mevrouw Franssen trouwens plezieren dat ik niet langer vrouwenpolitie zoals ik dat in het begin wel eens al lachend omschreef hoef te spelen. Ik speel nu ook mannenpolitie. Het gebeurt immers dat er te weinig mannen aanwezig zijn. Dat is een voordeel van de evolutie. We proberen hier in elk geval op te letten als dit punt op de regeringsagenda terechtkomt. Ik heb al aanpassingen laten doorvoeren.
De in de vraagstelling aangehaalde steekproeven zijn in 2009 uit de VLIOM-databank gehaald. Aangezien we pas in februari 2011 hebben gemerkt dat de databank onvoldoende gegevens bevat, wens ik hierover geen nieuwe uitspraken te doen of een vertekend beeld te schetsen. Ik hoop dat we in het najaar over een duidelijker rapport zullen beschikken.
De adviezen en beslissingen van organen die niet aan de decretale verplichting voldoen, zijn niet rechtsgeldig. De VLIOM-databank is vrij consulteerbaar. Iedereen kan nagaan of een orgaan rechtsgeldig is samengesteld of de gegevens van een orgaan opvragen. Indien een orgaan niet rechtsgeldig is samengesteld, kan elke belanghebbende de beslissingen of adviezen van dat orgaan op basis van dit argument aanvechten.
D e voorzitter : Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mevrouw Cindy Franssen : Ik dank de minister voor het antwoord. Ik begrijp dat het om een coördinerende bevoegdheid gaat en dat de overige ministers hier een rol in spelen. Ik zal niet nalaten, vanuit mijn parlementaire bevoegdheid, ook bij hen op het gaspedaal te duwen.
Minister, het is een goede zaak dat de VLIOM-databank eindelijk operationeel is. De gegevens moeten nu accurater worden. Iedereen kan deze databank raadplegen. Weet u of op basis hiervan al beslissingen zijn aangeklaagd?
Minister Pascal Smet : Ik denk het niet. Het is ook moeilijk voor ons zoiets te weten. We houden immers niet al deze dossiers bij.
Mevrouw Cindy Franssen : Ik snap dat de minister hier niet onmiddellijk een antwoord op kan geven. We blijven dit in elk geval verder opvolgen. Ik hoop dat we in het najaar een ernstige vooruitgang van de evenwichtige samenstelling van advies- en bestuursorganen zullen kunnen waarnemen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.