Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vergadering van 06/04/2011
Vraag om uitleg van de heer Luckas Van Der Taelen tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de stand van zaken in de oprichting van de vzw Muntpunt
- 1471 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Van Der Taelen heeft het woord.
De heer Luckas Van Der Taelen : Voorzitter, minister, ik wou van u eens horen wat de stand van zaken is in verband met Muntpunt. U weet dat daar wat commotie over is geweest. Er is zelfs sprake geweest van een staking, van prikacties. Bij de vakbonden bestaat er blijkbaar wat onduidelijkheid over de toekomst van het personeel. U weet immers dat, zodra die vzw begint te functioneren, al dat personeel zal worden beheerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Nu doet het gerucht de ronde dat de grote werken aan de bibliotheek, die ik echt zeer inspirerend vind en die ons doen hopen dat dit een prachtig gebouw zal worden, toch wat vertraging hebben opgelopen. Dat is problematisch. De bibliotheek is tijdelijk ondergebracht in een ander gebouw. De huur daarvan kan echter blijkbaar niet worden verlengd, zodat er een continuïteitsprobleem zou kunnen rijzen. Een en ander loopt dus toch niet als voorzien, vrees ik. Ook meldt men me dat de raad van bestuur van Muntpunt nog altijd niet is samengesteld.
Minister, ik zou dus graag van u een stand van zaken horen, zonder dat dit polemisch hoeft te zijn. Op veel vlakken heerst er immers wat onduidelijkheid.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : De opening is gepland voor 2012, en we gaan er nog altijd van uit dat de opening in 2012 zal plaatsvinden. De vooruitgang van de verbouwingswerken is inderdaad een belangrijke factor en indicator. Niet alleen was er het getouwtrek van de aannemers bij de complexe juridische aftoetsing van het aanbestedingsdossier, dat u zich nog herinnert, maar de Vlaamse overheid werd als bouwheer ook geconfronteerd met bijkomende bouwtechnische problemen die tijdens de studiefase niet konden worden voorzien. Dan heb ik het over de asbesthaarden die zijn ontdekt en de stabiliteitsaspecten bij de afbraak van de nachtwinkel. Ook bleek het dak in een veel slechtere staat te zijn dan gedacht. Bovendien heeft de stad Brussel het zalige idee gehad om tegelijk de werken aan het Muntplein op te starten. Ook heeft de herstructurering van het Agentschap voor Facilitair Management (AFM), dat onder de bevoegdheid van minister Bourgeois valt en instond voor de werfopvolging, tot wat vertraging of opvolgingshindernisjes geleid.
Dat heeft een impact op de voorgestelde uitvoeringstermijn. Iedereen weet dat er bij bouwwerken van dien aard bijna altijd vertraging is, en dat is hier ook het geval. Ik heb ook gehoord dat er problemen zijn met de huurovereenkomst voor het gebouw waar men nu zit. Dat is trouwens met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), niet met de Vlaamse Gemeenschap. De verhuurder zou het gebouw vanaf een bepaalde datum verhuren aan een andere partij, aan een bedrijf, zodat de bibliotheek daar niet kan blijven. Na de paasvakantie zouden we een beter zicht moeten hebben op het totale tijdsbestek van de bouwwerken. Dan kunnen we meteen ook samen met de VGC bekijken waar de bibliotheek dan tijdelijk terecht kan, en hoe dat moet gebeuren.
Dan is er nog een ander traject, dat van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt. U weet dat het decreet is afgekondigd. Alle administratieve handelingen en voorbereidingen zijn getroffen. Er is een draaiboek met richtlijnen opgesteld door de projectcoördinator. Aan de vzws Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB) en Onthaal en Promotie Brussel (OPB) is gevraagd zich uitdrukkelijk akkoord te verklaren met de inhoud van het draaiboek. Het is immers noodzakelijk dat ook de betrokken vzws stappen zetten en voorbereidingen treffen om te komen tot een ordentelijke ontbinding, vereffening en rechtsopvolging.
Er is een boekenonderzoek van de vzws gebeurd, om de waarde van de over te nemen organisaties te bepalen. Ook is het patrimonium geïnventariseerd en zijn de risicos en onzekerheden beschreven waarmee die organisaties zullen of kunnen worden geconfronteerd als ze worden ontbonden of overgenomen. Ook heel het vereffeningsproces is op die manier voorbereid.
De bedoeling is dat dit zeer snel, hopelijk nog deze week, op de agenda van de Vlaamse Regering zou komen, zodat het decreet kan worden geoperationaliseerd. De ontwerpstatuten zijn al een tijdje af. We wachten op de voordracht van de stichtende leden. Dat is nu bijna ook rond. Zo zullen we de juiste mensen hebben om dit van start te kunnen laten gaan. Eigenlijk is dus al het voorbereidend werk gebeurd. Het enige dat we nu nog moet hebben, is een akkoord over de samenstelling van de raad van bestuur. Ik verwacht dat dit ofwel deze week, ofwel ten laatste tijdens de eerste regeringsbijeenkomst na de paasvakantie zal worden goedgekeurd.
Dan zijn er de vakbondsacties. Ik ken dit dossier, omdat ik in de vorige legislatuur bevoegd was voor Cultuur binnen de VGC. Ik heb heel dat proces mee begeleid. Ik heb toen altijd heel open en direct gecommuniceerd met het personeel van de bibliotheek. Dat was ook niet altijd gemakkelijk. Ik heb er echter wel voor gezorgd dat er garanties waren op het behoud van de tewerkstelling en ook met betrekking tot het vrijwaren van de statutaire verworvenheden van de personeelsleden. Dat lijkt me hier wel het belangrijkste. Met instemming van de vakbonden werd het personeelskader van de HOB de afgelopen jaren uitgebreid met contractuele en niet met statutaire personeelsleden, in functie en dat is ook altijd heel duidelijk gezegd van een soepelere integratie in de nieuwe structuur.
Tot en met de verhuis van de bibliotheek naar de nieuwe huisvesting had ik de indruk dat het personeel veeleer enthousiast was. Er waren weliswaar vragen of men tot 10 uur moest werken, of de bibliotheek langer open zou zijn. Dat is hier nu eenmaal inherent aan. Die dingen moeten bespreekbaar zijn. Ik merk echter ook wel dat dit enthousiasme de jongste maanden is omgeslagen in onzekerheid. Het spijt me dat te moeten zeggen, maar die onzekerheid wordt veeleer gevoed dan weggenomen. Nochtans zijn de garanties voor het personeel vandaag nog even duidelijk als vijf jaar geleden. Ik denk niet dat het uitblijven van de oprichting van het agentschap de hoofdreden is. Het is belangrijk dat dit agentschap wordt opgericht, dat dit er concreet komt. Mensen hebben daar vragen over en willen daar antwoorden op hebben.
Ik geef een voorbeeld van hoe die onvrede zo heb ik dat toch begrepen ontstaan en versterkt is. In juli van vorig jaar was er een vergadering gepland over een visieorganogram, dat de toekomst moest verduidelijken, maar de dag zelf werd die afgeblazen omdat het college van de VGC nog niet formeel had vergaderd over dat organogram, terwijl de stuurgroep, waarvan de VGC ook deel uitmaakt, het de maand ervoor al had goedgekeurd. Als vorm boven inhoud wordt geplaatst, dan begrijp ik dat de vakbonden zich afvragen wat er aan de hand is. Als dan niet duidelijk wordt gecommuniceerd over de lijnen, dan wordt de onzekerheid versterkt en niet weggenomen. Ik denk dat dat is gebeurd in deze kwestie.
De vakbonden vragen een volledig statutaire invulling van de voorziene statutaire formatie van de HOB vóór de overname. Daar wil ik heel duidelijk in zijn: dat kan natuurlijk niet. Dat is immers in strijd met de oprichting van het extern verzelfstandig agentschap en met alle beslissingen die daarover zijn genomen. Het is ook niet realistisch en niet wenselijk. Het legt een hypotheek op de autonomie en de slagkracht van de nieuwe instelling. Dat zou zelfs leiden tot het ontstaan van twee soorten werknemers in een en dezelfde organisatie , wat ingaat tegen de principes van de vakbonden. Dat kan niet.
Anderzijds vragen zij wel dat de mogelijkheden tot bevordering van de VGC-personeelsleden die opgenomen zijn in een bevorderingsreserve gehandhaafd blijven. Ik denk in dat verband dat alle kanalen moeten worden opengehouden om goede en gemotiveerde personeelsleden te laten doorgroeien in een organisatie, zonder dat ze daarom hun statuut moeten inleveren. Voor mij staat dan de continuïteit van de organisatie Muntpunt voorop, en de motivatie van het personeel van deze nieuwe instelling.
Ik maak het even heel concreet. Als een statutair personeelslid muteert of met pensioen gaat, heb ik er persoonlijk geen bezwaar tegen dat die plaats wordt ingenomen door een ander statutair personeelslid in de formatie van de HOB dat geslaagd is voor een bevorderingsexamen. Wie goed is en gemotiveerd, verdient alle kansen. Dat doet geen afbreuk aan het uitdoofscenario voor het statutair kader: als het gaat om het doorschuiven van mensen, blijft aan het eind een vacante statutaire plaats bestaan , die verder contractueel kan worden ingevuld door de vzw. Het einddoel blijft gehandhaafd, want op het moment dat er geen statutairen meer zijn en het kader is uitgedoofd, komen de contractuelen in beeld. Ik ben dus van mening dat op dat punt enige flexibiliteit mogelijk is.
Samengevat: statutaire personeelsleden van de VGC blijven statutair en worden ter beschikking gesteld van de vzw. Het kader dooft uit. Dat betekent niet dat mensen in dat kader geen kansen op mobiliteit meer hebben, zowel in de nieuwe organisatie als in het geheel van de administratie van de VGC. Ook die laatste mogelijkheid blijft bestaan. De vzw Muntpunt kan wel geen eigen statutair personeel hebben. Alle contractuele personeelsleden van de VGC en van de vzw OPB krijgen een nieuw contract met de vzw Muntpunt, rekening houdend met de arbeidsvoorwaarden die het personeel vandaag heeft. Met de goedkeuring van het decreet zijn de rechten van het personeel van de VGC dus helemaal niet geschonden. De destijds gegeven garanties blijven geldig. Het komt er dus op aan daarover heel duidelijk te communiceren.
Eind 2010 is een humanresourcesbureau aangesteld om het visieorganogram om te zetten in een functioneel organogram en om individuele functiebeschrijvingen en competentieprofielen voor de nieuwe organisatie op te stellen. Momenteel worden er met de personeelsleden workshops georganiseerd om te brainstormen over hoe de toekomstige rollen in de nieuwe organisatie er zouden kunnen uitzien. Deze opdracht zal tegen eind april 2011 gefinaliseerd zijn. In een volgende fase zullen de individuele en collectieve arbeidsvoorwaarden juridisch worden uitgeklaard en zal er een arbeidsreglement worden opgesteld. Dan kan worden overgegaan tot de transitie en de overgangsregeling voor het personeel van de HOB in de praktijk worden gebracht. Het personeel van de HOB en van de OPB zal daar nauw bij worden betrokken.
Ik vat samen. De oprichting van het agentschap heeft wat vertraging opgelopen. Dat hoeft geen problemen op te leveren, want het werk is verricht en men kan van start gaan. Voorts zijn er de gebruikelijke problemen met de bouwwerf. Het is nu zaak om dat goed uit te klaren en erg strak op te volgen. Daartoe is een opdracht aan het Agentschap voor Facilitair Management gegeven. Dat agentschap hangt niet van mij af, maar we proberen wel om daar goed mee samen te werken. Hoewel ik soms de indruk heb dat de liefde van een kant komt, ben ik bereid om in het belang van Brussel nauw samen te werken met de VGC. Maar dat is een ander dossier.
De voorzitter : De heer Van Der Taelen heeft het woord.
De heer Luckas Van Der Taelen : Ik dank u voor het duidelijke en omstandige antwoord. Er rijst evenwel een klein probleem voor de bibliotheekgebruikers. Dat is jammer. Wij weten allemaal dat verbouwingswerken veel langer kunnen duren dan voorzien. Dat is bijna de regel. Wat gebeurt er als de bibliotheek dichtgaat?
Minister Pascal Smet : De bibliotheek mag niet dichtgaan. We moeten een plaats vinden.
De heer Luckas Van Der Taelen : Dat is niet evident.
Minister Pascal Smet : Inderdaad. Ik ben nog maar een week op de hoogte van het feit dat er een probleem met het huurcontract is. Ik heb gevraagd dat te onderzoeken. De Vlaamse Gemeenschap heeft daar niet rechtstreeks mee te maken: het is een zaak van de VGC, de bibliotheek en de verhuurder. Ik ben wel bereid om samen met de VGC te bekijken hoe we de bibliotheek kunnen openhouden. In de buurt zijn er toch wel wat mogelijkheden. Paniek is niet nodig. Sommigen vragen zich af of we de bibliotheek niet voor een bepaalde periode moeten sluiten, maar dat is geen goed idee. Op dit moment buigt een interkabinettenwerkgroep zich over de zaak.
De heer Luckas Van Der Taelen : Het moet snel gaan, want de geruchten zullen de ronde doen. Het zou jammer zijn mocht de opstart van dit project samengaan met de sluiting van de bibliotheek. Het valt niet te voorzien hoe lang de werken nog zullen aanslepen: zes maanden, een jaar? Het zou rampzalig zijn mocht de bibliotheek zo lang dicht blijven. Ik reken dus op u om daaraan te remediëren.
Minister Pascal Smet : Ik zal de VGC ondersteunen om dat probleem op te lossen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.