Commissie voor Algemeen Beleid, Financiƫn en Begroting
Vergadering van 01/03/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Griet Smaers tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de betwistingen inzake registratierechten
- 1455 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Voorzitter, minister, ik stel deze vraag om uitleg naar aanleiding van het antwoord dat ik heb gekregen op mijn schriftelijke vraag van 20 januari en dat mij verraste.
In die schriftelijke vraag vroeg ik een aantal gegevens op omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en abattement inzake registratierechten en daarbij horende voorwaarde van twee of drie jaar verblijf vanaf het moment dat de aankoop werd gesloten met toepassing van abattement of verlaagde registratierechten. Een van de voorwaarden om een beroep te kunnen doen op het abattement registratierechten bij aankoop van een eigen woning, betreft een tweejarig hoofdverblijf in deze woning vanaf aankoop. De wet stelt dat indien deze voorwaarde niet wordt vervuld, er boetes verschuldigd zijn op dat ogenblik. Wanneer men een beroep wil doen op het verlaagd tarief van registratierechten van 5 procent, is het houden van de domicilie in deze woning gedurende drie jaar, en geen twee jaar, vanaf de aankoop een voorwaarde waaraan moet worden voldaan. Indien aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, zijn er boetes verschuldigd alsook een aanvullende heffing van 5 procent, zodat de normale heffing van 10 procent is dat geval verschuldigd is.
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 228 blijkt dat recentelijk een geautomatiseerde toepassing, LOCO FUN, is opgestart waardoor op automatische wijze kan worden nagegaan of aan de vereiste voorwaarde van twee of drie jaar hoofdverblijf in de woning is voldaan om te kunnen genieten van het abattement of verlaagd tarief. Het nagaan van het aantal dossiers waarbij een boete en/of aanvullende heffing werd opgelegd wegens het ex post niet hebben voldaan aan deze voorwaarde van twee of drie jaar hoofdverblijf, is op dit moment niet mogelijk, evenmin als het op gestructureerde manier nagaan van de door de belastingplichtige opgegeven reden voor niet-naleving van de opgelegde voorwaarden. Het verraste me dat blijkbaar tot in het recente verleden, die controle niet kon gebeuren omdat de databases er niet op waren afgestemd. Men legt een wettelijke voorwaarde op van twee of drie jaar hoofdverblijf en men legt ook boetes op wanneer die voorwaarde niet wordt vervuld, maar men kan niet controleren of aan de voorwaarde werd voldaan. Daarom wil ik u nog bijkomende vragen stellen, minister.
Welk doel wordt beoogd met de voorwaarde van twee of drie jaar wonen in betreffende woning om effectief in aanmerking te komen voor het abattement of voor het verlaagd tarief? Waarom werden deze voorwaarden opgelegd en welke meerwaarde ten aanzien van de finaliteit van het abattement en verlaagd tarief bieden deze tijdsvoorwaarden van hoofdverblijf? Waarom is voor het abattement een tweejarige termijn van hoofdverblijf vereist en voor het verlaagd tarief een driejarige termijn? Waarom dit verschil? Wat is het doel van de wettelijke voorwaarde als geen systematische controle mogelijk was of is naar navordering of boete bij niet-naleving van de opgelegde tijdsvoorwaarde? Heeft de administratie kennis van klachten of vragen die omtrent deze regeling en het doel van de tijdsvoorwaarden werden geformuleerd? Zo ja, welke klachten en vragen worden het meest geformuleerd? Hoe wordt hieraan tegemoetgekomen?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Ik wil eerst een aantal dingen rechtzetten in verband met de voorwaarde van hoofdverblijfplaats voor abattement en domicilievoorwaarde voor verlaagd tarief voor bescheiden woning.
Als men wil genieten van een abattement, moet de koper binnen de twee jaar na registratie van de authentieke akte zich op dat adres als hoofdverblijfplaats vestigen. Dat is dus niet de verplichting om er te wonen gedurende twee jaar. Binnen de twee jaar moet men zich daar vestigen. Dat is iets heel anders. Men koopt een woning, men kan daar nog werken aan doen, en binnen de twee jaar moet men zijn hoofdverblijfplaats op dat adres hebben. Voor het kopen van een bouwgrond is dat zelfs vijf jaar. Als men een grond koopt, moet men daar binnen de vijf jaar na de aankoop wonen. Er is geen termijn gedurende welke de hoofdverblijfplaats op het adres moet worden behouden.
Bij een verlaagd tarief voor een bescheiden woning moet de koper of zijn echtgenote op het adres van het onroerend goed zijn ingeschreven in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister binnen de drie jaar vanaf de datum van authentieke akte. Daarnaast moet de koper of zijn echtgenote zijn domicilie zonder onderbreking daar behouden voor een periode van drie jaar.
Ik kom nu tot uw vragen. De eerste vragen zijn zonder voorwerp voor het abattement omdat de gestelde voorwaarde om er twee jaar te wonen vanaf de aankoop er niet is. Je moet er binnen de twee jaar wonen, en voor een grond binnen de vijf jaar. Men moet er wel na twee jaar na het verlijden van de authentieke akte zijn hoofdverblijfplaats hebben. Dat volgt uit de memorie die zegt dat de Vlaamse overheid met het abattement een fiscale tegemoetkoming wilde doen aan een belastingplichtige die zijn enige woning aanschaft. Het voordeel wordt uitdrukkelijk gekoppeld aan de verplichting dat de belastingplichtige effectief zijn hoofdverblijfplaats zal vestigen in deze woning.
Voor het klein beschrijf is de voorwaarde er niet vanaf het moment van de aankoop. Nu wordt het wat moeilijker want er zijn wijzigingen in de wetgeving gekomen voor het klein beschrijf. In het oorspronkelijk artikel inzake het verlaagd tarief voor bescheiden woningen, stond een bewoningsvoorwaarde. Een koper was toen verplicht om binnen de vijf jaar na de aankoop van de woning zich er te vestigen voor een termijn van minimum drie jaar. Maar dat gaf een grote controlelast. In 1989 is er beslist dat de bewoningsvoorwaarde werd afgeschaft.
Er werd evenwel vastgesteld dat daardoor vooral buitenlanders konden genieten van deze gunstmaatregel voor een tweede verblijf dat ze in België aankochten. Dat was niet de bedoeling. Bovendien werd vastgesteld dat door de afschaffing van de bewoningsvoorwaarde, de prijzen voor woningen gingen stijgen omdat een aantal mensen dat kochten om het daarna te verhuren. Aangezien je er zelf niet in moest wonen, kon je een voordeel hebben van laag beschrijf zonder dat je er zelf in woonde. Ook dat was niet de juiste filosofie.
Het gevolg is dat bij wet van 19 mei 1998 ervoor werd geopteerd om opnieuw een voorwaarde in te voeren om er te gaan wonen. Deze keer werd het geen bewoningsvoorwaarde maar een domicilievoorwaarde, wat iets anders is. Ik ben gelukkig geen jurist, maar dat zijn de juridische verklaringen.
U vraagt naar het doel. Zoals reeds aangegeven is in mijn antwoord op de schriftelijke vraag die u mij hebt gesteld en waar u naar verwijst, is recent een systematische controle ontworpen voor dossiers waar er een beroep wordt gedaan op abattement of verlaagd tarief. Nu is de controle dus systematisch. U leidt daar verkeerdelijk uit af dat er tot nu toe geen controle was, maar die controle gebeurde geval per geval en manueel, bijvoorbeeld naar aanleiding van de behandeling van een transactie van onroerende goederen of andere elementen. Men deed eigenlijk een steekproef. Nu kan het systematisch. Dat is beter. De implementatie van het nieuwe systeem zal maken dat het niet naleven van de tijdsvoorwaarde sneller kan worden vastgesteld.
Uiteraard ontvangt mijn administratie vragen, maar er is vandaag geen sprake van meer vragen over de tijdsvoorwaarde bij het abattement of het verlaagd tarief.
Het is een ingewikkelde materie, maar ik hoop dat ze voor u duidelijker is geworden.
De voorzitter : Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mevrouw Griet Smaers : Ik zal uw antwoord nog eens moeten nalezen in het verslag om de juiste finesse van het antwoord te kunnen nagaan. Ik denk dat het belangrijk is dat er nu wel een systematische controle gebeurt. Volgens mij was dat de voorbije jaren een probleem waardoor er onduidelijkheid was over die regelgeving. Sommigen werden gecontroleerd, andere niet. Dat beweegt dus in de goede richting.
Over de exacte voorwaarden in verband met domicilie en hoofdverblijfplaats ben ik nog niet overtuigd waarom het verschil tussen enerzijds twee jaar en anderzijds drie jaar wordt gehanteerd. Ik zal uw antwoord nog eens nalezen en het laten bezinken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.