Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 07/04/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Fientje Moerman tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de bedreigde ontwikkelingsprojecten van de Vlaamse universiteiten
- 1381 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman: Minister, mijn vraag gaat over de bedreigde ontwikkelingsprojecten aan de Vlaamse universiteiten. Ik kan u dezelfde vraag stellen na de paasvakantie cut and paste over de interuniversitaire attractiepolen (IUAPs). De problematiek is immers dezelfde. Onderwijs is voor 95 procent een gemeenschapsbevoegdheid, maar een aantal zaken zijn nog federaal. Het gaat helaas niet om de drie restbevoegdheden maar om de bevoegdheden die samenhangen met federale materies. Een daarvan is ontwikkelingssamenwerking.
Aan de Vlaamse universiteiten heerst momenteel grote ongerustheid. Aangezien de Federale Regering momenteel in lopende zaken zit, is er geen definitieve begroting voor 2011. Daardoor dreigen heel wat initiatieven in geldnood te raken.
Het probleem doet zich voor bij de dienst Universitaire Ontwikkelingssamenwerking (UOS) van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), het overlegorgaan van de Vlaamse universiteiten. VLIR-UOS financiert de samenwerkingsprogrammas, maar de dienst wacht op de bekrachtiging van zijn budget.
Het koninklijk besluit daarover moest normaal gezien in maart verschijnen, maar die deadline is niet gehaald. Door deze onzekerheid heeft de VLIR beslist geen nieuwe projecten op te starten en een aantal geplande programmas on hold te zetten. Zo worden alle nieuwe korte opleidingsinitiatieven waarbij mensen uit ontwikkelingslanden les komen volgen aan een Vlaamse hogeschool of universiteit, tot nader order uitgesteld. Ook nieuwe programmas die uitgaan van de universiteiten zelf, moeten worden uitgesteld of opgeschoven.
Minister, technisch gezien is dat niet uw bevoegdheid. Het is echter wel een onderwijsmaterie die de algemene werking van de universiteiten beïnvloedt. Bent u op de hoogte van dit probleem?
Hebt u daarover al samen gezeten met de universiteiten? Hebt u overleg gepleegd met de federaal bevoegde minister om ervoor te zorgen dat die projecten niet plots worden afgebroken? Het probleem met de interuniversitaire actieprogrammas is net hetzelfde. Die zijn eind jaren 80 opgezet om een wetenschappelijk onderzoeksprogramma op te zetten tussen Nederlandstalige en Franstalige universiteiten. Zij worden federaal gefinancierd. Net hetzelfde probleem doet zich voor met de verlenging en de afloop van die programmas vandaag. We zitten dus met een aantal problemen. Strikt genomen is dat niet uw bevoegdheid. Het kan echter nuttig zijn om de federaal bevoegde minister achter de veren te zitten.
De heer Boudewijn Bouckaert : Mijn partij heeft aan het begin van de legislatuur nog een belangenconflict willen inroepen over deze kwestie. We hebben hier te maken met geüsurpeerde bevoegdheden. Het wetenschapsbeleid is Vlaams. De federale overheid heeft een aantal actieprogrammas ontwikkeld, zoals de IUAPs, die eigenlijk buiten het grondwettelijke boekje vallen.
Dit is uiteindelijk geen goede zaak. Ik vind dat er met betrekking tot dergelijke zaken een eenheid van beleid moet zijn. Dit moet tijdens de komende staatshervorming worden opgekuist. De exclusieve bevoegdheid van Vlaanderen voor het wetenschapsbeleid moet worden bevestigd. Vanaf dat ogenblik zullen we niet langer al die moeilijke coördinatieproblemen hebben.
Ik geef toe dat ik destijds als wetenschapper en als Vlaamsgezind politicus voor een dilemma stond. Ik heb destijds ook bij een interuniversitaire attractiepool gepostuleerd, maar ik heb ernaast gegrepen. Het ging om interessante projecten. Uiteindelijk is dit politiek echter niet in orde. Ik hoop dat de partijen die bij de staatshervorming betrokken zijn, deze zaak eindelijk zullen opruimen.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, ik weet dat de Federale Regering die beslissing niet heeft genomen. Ik wil echter enige nuance aanbrengen. Er zijn ondertussen drie koninklijke besluiten goedgekeurd met betrekking tot de toekenning van voorlopige twaalfden voor de financiering van het beurzenprogramma, van het Noordactieprogramma en van de opleidingsinitiatieven. Hiermee heeft de VLIR enige financiële ademruimte gekregen. De onzekerheid over het totale budget voor 2011 is natuurlijk nog niet weggewerkt. Er zijn nog geen voorlopige twaalfden goedgekeurd voor het programma Eigen Initiatieven en het programma Institutionele Universitaire Samenwerking.
Op 18 februari 2011 heeft de VLIR premier Leterme en minister van Ontwikkelingssamenwerking Chastel een brief geschreven om zo snel mogelijk meer duidelijkheid te krijgen. Ze hebben daar nog niet op geantwoord. Ondertussen heeft de VLIR de financiering van nieuwe projecten on hold gezet.
Ik heb zelf overleg met de universiteiten op 2 mei 2011. Dit punt staat op de agenda. Ik zal dan horen welke acties ik volgens de universiteiten ten aanzien van de federale overheid zou moeten ondernemen.
De voorzitter : Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik hoop dat de IUAPs tijdens het overleg aan bod zullen komen. De federale overheid probeert momenteel een verlenging voor een bepaalde periode tot stand te brengen. Dit biedt natuurlijk niet meer dan wat ademruimte. Er kan niets creatiefs meer worden gedaan. Aangezien het hoogstens om een verlenging gaat, kan er geen nieuwe call komen en kunnen geen nieuwe meerjarenprogrammas van start gaan. Er is, met andere woorden, nog altijd een structureel probleem.
Verder zou ik er de voorzitter op willen wijzen dat er nog steeds een federale bevoegdheid met betrekking tot het wetenschapsbeleid is. Er is een programmatorische federale overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid. Er zijn nog federale wetenschappelijke instellingen.
Ik ben het ermee eens dat we best tot homogene bevoegdheidspakketten zouden komen. Die bevoegdheid kan beter worden overgeheveld. Misschien kan de minister dit tijdens de komende Vlaamse begrotingsonderhandelingen ter sprake brengen. Indien de bevoegdheid wordt overgedragen, zal Vlaanderen voor die programmas inzake ontwikkelingssamenwerking en voor die IUAPs natuurlijk geld moeten ophoesten.
Deze week heeft een actie plaatsgevonden. Op de RTBF heeft dit veel weerklank gekregen. In Vlaanderen is dit bijna niet in de media verschenen. Ik vind dit vreemd. Het gewicht van die programmas is groter aan Franstalige zijde. Bij ons zijn er heel wat uitstekende onderzoeksprogrammas. Dit mag echter geen excuus zijn om dit in de toekomst te laten vallen. Het gaat immers om heel goede programmas. Die programmas worden regelmatig doorgelicht en geëvalueerd. Ze zijn van goede kwaliteit.
De heer Boudewijn Bouckaert : Ik wil me hier volledig bij aansluiten. Indien die bevoegdheid wordt overgeheveld, moet hierop geen 8/10- of 9/10-verdeling op worden toegepast. Dit gebeurt soms met betrekking tot andere bevoegdheden. Aangezien we, om het voorzichtig uit te drukken, op het vlak van innovatie niet worden verwend, moeten alle begrotingsmiddelen integraal meekomen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.