Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid
Vergadering van 22/02/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Katrien Schryvers tot de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de meldpunten voor kindermishandeling, seksueel misbruik en intrafamiliaal geweld
- 1332 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw Katrien Schryvers : Voorzitter, minister, ik heb een vraag over de veelheid aan meldpunten die de laatste jaren ontstaan zijn. Voor een melding van kindermishandeling, seksueel misbruik of intrafamiliaal geweld kan men bij verschillende meldpunten terecht. Ook de Vertrouwenscentra Kindermishandeling fungeren als meldpunt. Child Focus heeft een meldpunt voor seksueel misbruik van kinderen recent uitgebreid en ook het Gemeenschapsonderwijs besliste om een laagdrempelig en open meldpunt voor seksueel grensoverschrijdend gedrag te installeren. In 2003 werd ook een meldpunt opgericht voor ouderenmis(be)handeling, en dat legt de focus op de mis(be)handeling van personen van 55 plus in een thuissituatie.
U kondigde ook aan dat de centra voor algemeen welzijnswerk (CAWs) vertrouwenscentra voor erkenning en herstel van misbruik zullen inrichten waar zowel meerderjarige slachtoffers van emotioneel, fysiek en seksueel misbruik terechtkunnen als slachtoffers die pas op volwassen leeftijd klaar zijn om te getuigen over het misbruik in hun kinderjaren. Ook de naasten van het slachtoffer moeten er terechtkunnen. Dit jaar zou er dan ook een sensibiliseringscampagne komen waaraan de Vertrouwenscentra Kindermishandeling en de CAWs zullen meewerken.
Een ander initiatief is de bepaling in het besluit van de Vlaamse Regering van december 2010 tot regeling van het kwaliteitsbeleid in de erkende kinderopvangvoorzieningen, om in elke voorziening van kinderopvang een procedure te lanceren voor grensoverschrijdend gedrag en om daarvoor een centraal meldpunt in het leven te roepen.
Kind en Gezin heeft intussen laten weten dat er eigenlijk al een meldingsplicht bestaat voor gevaarsituaties, dus ook voor grensoverschrijdend gedrag. Vanzelfsprekend zijn we er allemaal voorstander van dat mensen die geconfronteerd worden met bepaalde vormen van misbruik en geweld, ergens heel laagdrempelig terechtkunnen, ergens buiten de klassieke aangifte onmiddellijk bij het parket. De oprichting van verschillende meldpunten is ongetwijfeld ingegeven vanuit een positieve ingesteldheid om mensen die mogelijkheid te bieden en om de aangiftebereidheid te verhogen. Nochtans bestaat het risico dat de mensen in de veelheid van de thans bestaande meldpunten door de bomen het bos niet meer zien en dat ze niet terechtkomen waar ze zouden moeten terechtkomen.
Minister, ik heb hierover de volgende vragen. U kondigde de oprichting aan van een meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag in de kinderopvang. Wanneer zal het operationeel worden? Wat is uw standpunt met betrekking tot de bedenking van Kind en Gezin?
Wanneer zal een gelijkaardige procedure ingang kunnen vinden in de andere sectoren?
Is het onafhankelijke aanspreekpunt van de CAWs voor erkenning en herstel van misbruik al operationeel? Zo ja, hoe is dit georganiseerd? Zo neen, wanneer zal dit operationeel kunnen worden? Welke sensibiliseringscampagne is daar eventueel aan gekoppeld?
Bent u in het bezit van een overzicht van de verschillende meldpunten inzake mishandeling en misbruik en in de diverse doelgroepen?
Hoe kunt u garanderen dat de werking van de verschillende meldpunten op elkaar wordt afgestemd zodat de mensen niet verloren lopen tussen de verschillende meldpunten?
Na de melding is het ook belangrijk wat ermee gebeurt. Bestaat er een soort standaardprocedure voor het omgaan met meldingen? Wordt in dit kader een andere procedure voorgeschreven of afgesproken voor de meldingen die gebeuren door professionelen en door niet-professionelen?
Ongeveer veertien dagen geleden vond in Leuven een colloquium plaats met als thema Beroepsgeheim: hinderpaal of hefboom. Zijn er daar eventueel nieuwe elementen naar voren gekomen die kunnen bijdragen tot de aanpak van seksueel misbruik?
De voorzitter : Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mevrouw Mia De Vits : Voorzitter, minister, het is inderdaad zo dat er verschillende meldpunten zijn en dat we het risico lopen dat de mensen door de bomen het bos niet meer zien. Het is ook zo dat er op federaal niveau een discussie is over een federaal meldpunt voor kindmisbruik; het wordt door Renaat Landuyt bepleit. Ik meen dat het belangrijk zou zijn om een standpunt in te nemen over de vraag hoe we daaraan zullen meewerken. Vanuit het middenveld staat men hier wel wat weigerachtig tegenover, maar zon verplicht meldpunt is enorm belangrijk. Als men het misbruik niet aangeeft, kan dat perverse gevolgen hebben waarbij de daders worden beschermd. Het is belangrijk om hierover een debat te voeren en een standpunt in te nemen.
De voorzitter : Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen : Voorzitter, minister, ik sluit me graag aan bij de twee vorige sprekers. Ik was van plan om dezelfde vraag te stellen als mevrouw De Vits, om hier in deze commissie eens over deze problematiek en de talrijke aanspreekpunten, niet alleen op Vlaams, maar ook op federaal niveau, een grondig debat te voeren. Zoals mevrouw Schryvers terecht opmerkt, dreigt men op den duur door de bomen het bos niet meer te zien. Er zijn talrijke mogelijkheden om een melding te doen, en de vraag is ook wat daar allemaal mee gebeurt.
Minister, deze problematiek is eigenlijk niet nieuw. Ook al in de vorige legislatuur werd door uw voorganger aan de CAWs opgedragen om een duidelijk en toegankelijk aanspreekpunt te creëren. De problematiek is inmiddels heel erg verruimd door de omstandigheden die we allemaal kennen, maar ook toen al was er nood aan de creatie van één aanspreekpunt waar zowel de burgers, de diensten van politie en parket, als alle welzijns- en gezondheidswerkers een hulpvraag kunnen stellen, aanmeldingen kunnen doen enzovoort.
Minister, ik neem aan dat u vandaag niet onmiddellijk kunt antwoorden, maar misschien kan er in een debat ten gronde meer duidelijkheid worden gecreëerd.
De voorzitter : Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght : Voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij de opmerkingen die hier gemaakt zijn. Mevrouw Schryvers geeft een mooi overzicht van de kwaal waar we aan lijden binnen welzijn maar ook in Vlaanderen, namelijk de inflatie aan meldpunten. Ik zal de beeldspraak die de andere collegas gebruikt hebben, niet meer herhalen.
Minister, ik heb deze vraag ook al in de plenaire vergadering gesteld tijdens het debat naar aanleiding van het misbruik in de kerk. Zullen de mensen nog weten voor welk probleem ze naar waar moeten gaan? U hebt destijds gezegd dat u een nieuw hulpnummer voor de slachtoffers van misbruik in de kerk hebt gelanceerd binnen de centra algemeen welzijnswerk. Bij de begroting hebben de CAWs bijkomende middelen gekregen, onder meer voor de organisatie van die onafhankelijke aanspreekpunten. Waar zijn ze opgericht? Hoeveel zijn het er? Hoe zijn ze geografisch gespreid?
We moeten inderdaad, zoals de collegas ook al zeiden, eens onderzoeken wat we gaan doen met al die verschillende aanspreekpunten. Is het nog wel zinvol om voor elk probleem een aanspreekpunt te laten bestaan? Ik kijk met interesse uit naar uw antwoord.
De voorzitter : Minister Vandeurzen heeft het woord.
Minister Jo Vandeurzen : Voorzitter, collegas, ik kan u alleen maar bevestigen in uw vraag naar duidelijkheid. Er bestaat heel wat en er staat heel wat op stapel. Het is dus goed dat er wat uitgekristalliseerd wordt omtrent het installeren van meldpunten en onthaalpunten met betrekking tot grensoverschrijdend seksueel gedrag.
Sinds de invoering van het kwaliteitsdecreet vereist kwaliteitsbeleid een kwaliteitsmanagementsysteem en een zelfevaluatie. Dit staat weergegeven in het kwaliteitshandboek. In een nieuw besluit wordt nu geconcretiseerd dat elke voorziening een procedure moet hebben voor grensoverschrijdend seksueel gedrag en dat hiervoor een centraal meldpunt moet bestaan.
Op dit ogenblik heeft het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een samenwerkingsakkoord met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Vlaams-Brabant. Deze samenwerkingsovereenkomst voorziet in de gepaste slachtofferhulp bij grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van personen met een handicap, en ondersteuning van de begeleiders van de voorziening waar de gebruiker verblijft zodat de geschikte opvang ook binnen en door de voorziening zelf geboden kan worden. Concreet betekent dat de voorzieningen een visie moeten hebben op het referentiekader voor grensoverschrijdend gedrag dat ten aanzien van de gebruikers wordt toegepast, waarbij zeker preventie, detectie van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers aan bod komt. De nadruk moet liggen op de uitwerking van de procedures, het detecteren van en gepast reageren op misbruik en geweld. Het melden van grensoverschrijdend gedrag aan een meldpunt is een belangrijk aspect van deze procedure.
De onthaalpunten misbruik en geweld vormen een belangrijke schakel in het realiseren van een toegankelijk onthaal en hulpverleningsaanbod voor personen die geconfronteerd worden met fysiek, emotioneel en seksueel misbruik in gezagsrelaties. Ik kom hier dadelijk op terug.
Er is dus een kwaliteitsdecreet en het is de optie om in alle sectoren die door het kwaliteitsdecreet gevat zijn, aandacht te hebben voor deze problematiek. Bijgevolg moet men ook aandacht hebben voor de procedure van melding aan een meldpunt.
Ik geef een voorbeeld van een uitvoeringsbesluit. De regelgeving voor de kinderopvangvoorzieningen legt een meldingsplicht op wanneer zich gevaarsituaties voordoen in de kinderopvang. Hieronder wordt ook grensoverschrijdend gedrag begrepen. Kind en Gezin volgt deze situaties op waarbij wordt nagegaan of voorzieningen de noodzakelijke stappen zetten in functie van de veiligheid van de opvangkinderen. De procedure wordt op regelmatige basis geëvalueerd, bij deze evaluatie zal, in de toekomst, ook nagegaan worden of de huidige werkwijze beantwoordt aan het meldpunt zoals hierboven is bedoeld.
Het is de bedoeling uiteindelijk te komen tot één centraal meldpunt voor alle sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Er zijn al een aantal bouwstenen, maar het is duidelijk dat er nog moet worden gestroomlijnd.
Op dit ogenblik gebeurt er een screening van de kwaliteitsregelgeving naar bepalingen met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag. Er wordt met andere woorden een geactualiseerde stand van zaken gemaakt met betrekking tot de uitvoeringsbesluiten van het kwaliteitsdecreet in de verschillende agentschappen. Op basis van deze analyse zal de verdere planning worden gemaakt.
Er is sinds 29 juni 2010 een tijdelijk centraal onthaalpunt of aanspreekpunt voor slachtoffers van seksueel misbruik opgericht in de CAWs, naar aanleiding van het stopzetten van de activiteiten van de commissie-Adriaenssens. Het aanspreekpunt werd opgericht om tegemoet te komen aan de toegenomen vraag naar hulp van slachtoffers van seksueel misbruik. De opdrachten van het aanspreekpunt zijn: het telefonisch en online onthalen van slachtoffers die zich melden, vraagverheldering en doorverwijzing naar de meest geschikte hulp. Dit is dus echt extern aan de sectoren. Het is ook veel breder: er zijn mensen die vroeger slachtoffer geweest zijn en nu de behoefte hebben om erover te spreken. Het aanspreekpunt is zowel telefonisch als per e-mail te bereiken. Dit meldpunt zal nog actief zijn tot 28 juni 2011. Ten laatste tegen dan wens ik onthaalpunten geweld en misbruik binnen het CAW te installeren. Mijn administratie werkt, samen met het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, een concreet voorstel uit over de organisatie en de werking van deze onthaalpunten. Slachtoffers van fysiek, emotioneel en seksueel misbruik in gezagsrelaties moeten vanuit het onthaalpunt professioneel onthaald worden en indien aangewezen en noodzakelijk verwezen worden naar het meest aangewezen hulpaanbod.
De sensibilisatiecampagne waarover u spreekt, rond kindermishandeling en seksueel misbruik, wordt concreet uitgewerkt door het Vlaams Forum Kindermishandeling. Dit forum is opgericht in navolging van het Protocol Kindermishandeling, dat ikzelf en minister van Justitie De Clerck in maart 2010 ondertekend hebben. Het Vlaams Forum zal de eerste keer samenkomen op 29 maart. Het is de bedoeling dat het forum ook het startschot zal geven voor de opmaak van de sensibilisatiecampagne.
De Vertrouwenscentra Kindermishandeling die ressorteren onder het agentschap Kind en Gezin zijn hulpverleningscentra waar iedereen die ongerust is over een kind of een gezin terechtkan. Deze ongerustheid kan gaan over geweld, mishandeling, verwaarlozing en/of misbruik. De vertrouwenscentra bezitten vooral expertise inzake intrafamiliale kindermishandeling, mogelijke kindermishandeling, misbruik of verwaarlozing van een minderjarige, een ongeboren kind of een verlengd minderjarige in de context van gezin of familie. Onder intrafamiliaal verstaan we wat gebeurt in een context tot en met de derde graad bloedverwantschap, in een context van een pleeggezin, van een nieuw samengesteld gezin of van adoptie. Daarnaast kunnen slachtoffers ook terecht in het hiervoor genoemde tijdelijk centraal aanspreekpunt voor slachtoffers van seksueel misbruik opgericht in het algemeen welzijnswerk.
Op dit ogenblik beschikken het Agentschap voor Personen met een Handicap en Kind en Gezin over een kwaliteitskader waarin duidelijk omschreven staat dat elke voorziening een procedure moet hebben voor grensoverschrijdend gedrag en dat hiervoor een centraal meldpunt moet bestaan. De kwaliteitsregelgeving in de andere agentschappen wordt op dit ogenblik gescreend met betrekking tot bepalingen over grensoverschrijdend gedrag met de bedoeling ze te harmoniseren.
We zullen er zeer aandachtig op toezien dat er voldoende afstemming en uniformiteit is tussen de verschillende meldpunten en dat deze in onderling overleg en samenspraak met de andere sectoren van WVG zullen worden opgericht. Dit moet in de komende maanden worden uitgeklaard. Er bestaan bovendien ook nog meldpunten op het nationaal niveau zoals Child Focus.
Er bestaat geen standaardprocedure voor alle voorzieningen. Door de Vlaamse overheid erkende voorzieningen beschikken over een kwaliteitshandboek waarin het kwaliteitsbeleid van de voorziening wordt uitgeschreven. Zoals reeds aangegeven, gebeurt hiervan op dit ogenblik een screening naar de bepalingen met betrekking tot grensoverschrijdend seksueel gedrag. Het gepast reageren op meldingen staat ook ingeschreven in de regelgeving en de deontologie van hulpverleners.
Op 10 februari ging in Leuven een colloquium door met als thema Beroepsgeheim: hinderpaal of hefboom. Ik heb daar erg gepleit voor het behoud van het beroepsgeheim vanuit de finaliteit van de hulpverlening: recht op privacy en vertrouwensrelatie. Uiteraard moet er altijd een afweging worden gemaakt. Het is niet altijd zwart-wit te formuleren. Wat ik wel gezegd heb, is dat ik vind dat de tijd gekomen is om de afspraken en procedures niet meer te regelen ad hoc en per gerechtelijk arrondissement, maar dat het op Vlaams niveau met de actoren van justitie moet kunnen gebeuren. Bottum-up is er heel goed werk geleverd. Er zijn heel veel best practices die aantonen dat er in de praktijk kan worden samengewerkt met respect voor verantwoordelijkheid, als men dat wil. Het is nu wel het moment om te uniformiseren op een wat hoger niveau. Wat ik daar nog gezegd heb, is dat wanneer er gesproken wordt over de actoren van justitie, het niet alleen over de minister of het openbaar ministerie gaat, maar ook over de groep van de onderzoeksrechters met hun eigen specifiek statuut. Hoe kan men ook met deze groep algemene afspraken maken die geen afbreuk doen aan de individuele verantwoordelijkheden, rechten en bevoegdheden?
De voorzitter : Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw Katrien Schryvers : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat we allemaal dezelfde bekommernis hebben, namelijk dat mensen goed de weg vinden naar waar ze meldingen kunnen doen en dat deze op een goede manier worden opgevolgd.
Ik noteer dat u zult proberen om te komen tot één centraal meldpunt voor alle sectoren in het beleidsdomein Welzijn, in het kader van de uitvoering van het kwaliteitsdecreet. Dat is belangrijk.
We hebben nu toch ook meer concrete gegevens over de aanspreekpunten bij de CAWs die in de zomer operationeel zullen worden.
Minister, ik zou toch willen vragen om een en ander van dichtbij te volgen zodat de harmonisatie, waar u toch mee voor pleit, kan gebeuren.
De voorzitter : Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het was zeer uitvoerig en in een snel tempo. Kunt u nog even schetsen wat u tegen juni 2011 precies gaat doen?
Minister Jo Vandeurzen : Het is de opvolging van de onthaalpunten die we tijdelijk in de CAWs hebben geïnstalleerd. We gaan ze groeperen met andere taken die in de belendende sectoren zitten bij de CAWs. We gaan ze in een definitieve structuur gieten tegen juni 2011.
Mevrouw Vera Van der Borght : Hoeveel meldpunten zijn er dan juist?
Minister Jo Vandeurzen : Het wordt één centraal meldpunt, telefonisch of per mail bereikbaar, waar gedispatcht wordt naar de plaats in het CAW waar je het best terechtkunt.
Voor die hervorming moeten we ook met de provincie afspreken hoe zon meldpunt het best bemand wordt zodat het een definitieve structuur krijgt. Het is wel belangrijk dat het ook gaat over mensen die geen gebruiker zijn van een voorziening, maar ook over mensen die twintig jaar na de feiten willen spreken. Het is een andere benadering.
De voorzitter : Het incident is gesloten.