Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vergadering van 17/03/2011
Vraag om uitleg van de heer Marino Keulen tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, over de strooizoutvoorraden en de controle erop
- 1311 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : We hebben over deze problematiek al een eerste gedachtewisseling gehad. Op 27 januari 2011 werden in deze commissie de laatste winterpieken en de strooizoutproblematiek besproken. Ik heb toen een aantal nieuwe vragen gesteld, vragen die ik niet op voorhand had ingediend en die om die reden niet meteen beantwoord konden worden. De minister zei toen dat ik een schriftelijk antwoord zou krijgen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV).
Ik heb dat antwoord intussen ontvangen. Daarin staan een aantal pertinente onduidelijkheden. Ik heb het gevoel dat er iets niet klopt. AWV geeft geen duidelijkheid of er nu al dan niet zouttekorten waren. Op punt 3, Zijn er controles uitgevoerd op de naleving van de reguliere contracten?, en punt 4, Waren onze leveranciers voldoende voorbereid?, wordt wel ingegaan.
Vanaf 20 december tot 24 december 2010 was de berichtgeving van AWV als volgt samen te vatten: De aanwezige hoeveelheid zout die het agentschap nu nog ter beschikking heeft, laat de diensten toe om ieder van de 300 trajecten nog 2 keer uit te voeren. Deze voorraad laat nog toe om, rekening houdend met de aangekondigde sneeuwval, voldoende te strooien op de snelwegen en de belangrijke gewestwegen. In de loop van de dag verwacht het agentschap nog kleine zoutleveringen. Indien deze leveringen uitblijven is het agentschap genoodzaakt om over te gaan op het strooien van enkel de prioritaire strooiroutes. In het schrijven van AWV van 24 december staat verder: Het agentschap kreeg de voorbije dagen met mondjesmaat zoutlevering maar door de hevige sneeuwbuien en het aanhoudende winterweer werd er meer zout gestrooid dan er werd geleverd. De reeds beperkte voorraad van het agentschap slinkt zienderogen. Om de komende dagen toch op de belangrijkste wegen de rechterrijstrook berijdbaar te houden zal er vanaf vanavond worden overgeschakeld op het strooien van enkel de prioritaire strooiroutes.
In totaal was er bij de aanvang van de winter 62.000 ton strooizout beschikbaar, waarvan 32.000 ton in voorraad zat bij AWV en 30.000 ton bij de leveranciers, dat exclusief bestemd is voor AWV. In feite was er bij de leveranciers 27.000 ton omdat slechts 9 van de 10 loten werden gegund. Volgens AWV was er tot en met 23 december reeds 45.300 ton gestrooid. Dit betekent een overschot van 16.700 ton de resultante van 62.000 min 45.300 zonder dat er rekening gehouden wordt met de contractuele verplichting aan de leveranciers dat zij steeds 27.000 ton in voorraad moeten hebben tot en met 31 december.
Collegas, minister, ofwel was er voldoende zoutvoorraad en waren er dus geen leveringsproblemen, ofwel was er niet voldoende zoutvoorraad en waren er wel leveringsproblemen. Bovendien verkreeg ik de informatie dat verschillende regies die reeds voor het weekend van 18 en 19 december met zouttekorten kampten, de opdracht hebben gekregen om in dat weekend alleen te ruimen en pas van zondag 19 december om 12 uur s nachts opnieuw te beginnen te strooien.
Eveneens verkreeg ik informatie dat een aantal bijkomende leveringen waarvan sprake in de berichtgeving van AWV, niet afkomstig waren uit de voorraden van de leveranciers, maar van het zoutschip dat in Rotterdam was aangemeerd. Dat betekent eigenlijk dat de leveranciers hun contractueel verplichte voorraad zout niet beschikbaar hadden.
Een tweede punt gaat over de prijszetting. We komen daar uit op een drogreden. AWV argumenteert dat de zoutprijs op zich niet hoger ligt, maar dat de prijszetting vooral bepaald wordt door de transportkosten. Deze reden wordt alleszins aangehaald om het prijsverschil te verklaren dat ligt tussen de nieuwe levering, waarvoor men 85 euro per ton moest betalen, en de gangbare leveringsprijs, die normaal 53 euro per ton bedraagt.
De volgende logische vraag is dan of er een andere transportmethode gebruikt werd. Nee, men transporteerde nu, net zoals vroeger, met een zoutschip. Is het schip dan maar gedeeltelijk gevuld vertrokken, waardoor de vaste transportprijs moet worden verdeeld over minder tonnages? Neen, het schip is pas vertrokken toen het volgeladen was. Er rest dus nog onduidelijkheid waaraan het prijsverschil, een stijging van 32 euro per ton of een stijging van iets meer dan 60 procent, te wijten is. Het prijsverschil is mijns inziens zeker niet te wijten aan de transportkosten. Trouwens, als iedereen zijn contractuele verplichtingen was nagekomen, met name de zoutleveranciers, dan was dit probleem nooit gerezen.
Collegas, het laatste punt dat ik wil belichten, gaat over de noodzaak van de bijbestelling door AWV. Volgens AWV was de bestelling van de provincies en gemeenten van 15.000 ton niet groot genoeg om een zoutschip gevuld te krijgen. Daarvoor is 28.000 ton nodig. Zolang dit zoutschip niet gevuld geraakt, vertrekt het ook niet. AWV bood aan om het resterende gedeelte van 13.000 ton voor zijn rekening te nemen, zodat men aan de noodzakelijke 28.000 ton komt. Volgens AWV is dit eveneens de reden waarom men een nieuw contract diende af te sluiten buiten de reguliere leveringen van het al bestaande contract.
Indien het hier ging om een bestelling van AWV bij een andere dan haar drie huidige leveranciers, dan zou deze redenering steek houden. De gekozen werkwijze van AWV was anders en bij nader inzien op zijn minst vreemd. Dat AWV enkel een offerte vraagt aan zijn huidige leveranciers die bovendien op dat moment zelf tekortschoten, en geen zout konden leveren wegens zouttekort en dus hun contracten met AWV niet naleefden roept vragen op. Het is op zijn minst een heel rare handeling te noemen om met de partners die hun contracten niet nakomen opnieuw in zee, of moet ik zeggen in het zout te stappen.
Nochtans moesten deze zelfde leveranciers volgens bestek hun voorraden bijvullen voor 10.300 ton. Dat lag contractueel vast. Men had immers op 23 december 2010 reeds 45.300 ton gestrooid, wat betekent dat AWV door zijn eigen zoutvoorraad heen zat en de zoutleveranciers reeds 13.300 ton moesten leveren, waarvan 3.000 ton geen contractuele verplichting was omdat maar negen van de tien loten waren gegund.
De leveranciers dienden hun voorraad dus opnieuw aan te vullen met minimaal 10.300 ton. Om aan de nodige 13.000 ton te komen die nog nodig was om het schip te vullen, diende AWV dus zelf nog maar 2.700 ton bij te bestellen. Deze berekening gaat uit van het feit dat iedereen zijn verplichtingen nakomt en er geen zouttekort is, niet alleen op papier, maar ook in de containers.
Bovendien was op 23 december al geweten dat er nog minstens één week zwaar winterweer te verwachten was. De 2.700 ton die nog nodig was om het schip vol te krijgen, zou niet volstaan, dus konden de leveranciers die zonder problemen bijbestellen om hun eigen voorraden opnieuw op peil te brengen. AWV diende dus helemaal niet bij te springen om het schip gevuld te krijgen, zoals in de communicatie altijd is verteld.
Minister, ervan uitgaande dat contracten moeten worden nageleefd, en dat iedereen zijn verplichtingen moet nakomen, heb ik enkele vragen. Was er nu wel of geen zouttekort en indien er toch een tekort was, hoe kwam dit? Zijn de leveranciers wel of niet hun verplichtingen nagekomen of zijn ze tekortgeschoten? Klopt de informatie dat aan verschillende regies de opdracht werd gegeven om op bepaalde momenten enkel te ruimen en niet meer te strooien? Hoe verklaart u het prijsverschil tussen de 53 euro per ton die normaal geldt voor AWV en de 85 euro per ton voor de nieuwe bestelling? Ligt dat aan de transportkosten zoals AWV stelt? Waarom verkoos AWV enkel haar drie vaste leveranciers te bevragen, dezelfde leveranciers die op dat moment reeds hun contracten niet naleefden, in plaats van een ruimere marktbevraging te doen? Is dit conform de wetgeving voor openbare aanbestedingen, omdat het gaat om een aanbesteding van boven de 67.000 euro? Dan moet men geloof ik meer dan drie leveranciers bevragen.
Minister, waarom diende AWV 13.000 ton te bestellen bij de reeds tekortschietende leveranciers? Uit de berekeningen blijkt dat als de zoutleveranciers hun contractuele verplichtingen zouden respecteren bovenop wat de steden en gemeenten wilden bestellen, dan was er geen probleem. Dan volstond dat en moest AWV geen bijbestelling plaatsen.
De voorzitter : Mijnheer Keulen, ik had van deze vraag, die oorspronkelijk als interpellatie was ingediend, een schriftelijke vraag gemaakt, maar het Uitgebreid Bureau heeft me gedwongen ze om te zetten naar een vraag om uitleg.
Het doet wat koud aan bij het begin van de lente met zon vraag te komen.
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Ik weet niet of u zich nog realiseert hoe het in Vlaanderen was in de maand december. We hadden toen 21 op 27 dagen sneeuw en elke dag vorst. Er was een enorme schaarste van strooizout in bijna alle Vlaamse gemeenten. De gouverneur van Oost-Vlaanderen bijvoorbeeld zei dat hij wel mocht coördineren, maar hij wilde vooral zout om aan de gemeenten te verdelen. Voor AWV was het onmogelijk om zout aan de gemeenten te geven uit onze eigen contracten. We mogen dat niet doen. We zaten dus in een situatie dat we wel zout hadden, maar we wisten niet voor hoe lang. We mochten nul gram zout geven om anderen te helpen. Met overheidsopdrachten mag dat niet, vandaar dat we een ander circuit hebben gekozen, en dat was de samenaankoop van AWV en een aantal gemeenten.
Mijnheer Keulen, ik ben blij dat u naar het antwoord van AWV verwijst. Ik was er zelf niet bij. In mijn antwoord heb ik me gebaseerd op wat AWV me heeft uitgelegd. AWV heeft de autonome bevoegdheid om voor die zaken in te staan.
Op geen enkel moment was er sprake van een zouttekort bij AWV. Net zoals in hele delen van Europa en van de wereld, was er wel een zoutschaarste. Op 27 januari 2011 heb ik in deze commissie al toegelicht hoe de voorraadopbouw door AWV werd georganiseerd. Naast de eigen voorraad, die bij de aanvang van de winter tot de nok was aangevuld, beschikt AWV ook over voorraden die de zoutleveranciers in hun eigen voorraadplaatsen moeten hebben. We hebben ons al afgevraagd waarom er minder leveranciers inschrijven. Misschien heeft dat te maken met de grote voorraden die ze moeten houden. Het agentschap kan zich dan op afroep laten bevoorraden.
Er is in heel Europa een zoutschaarste ontstaan. Ik heb onderdreven daarnet. Gemiddeld is er in december vier en een halve dag sneeuw, nu hadden we er 27. Er was een zeer acute en extreme nood aan zout.
Ik heb het de vorige keer al uitgelegd. De vraag naar zout in die korte periode was bijzonder hoog. Voor een permanente bevoorrading werd op x aantal strooibeurten gerekend. 27 dagen van sneeuw en ijs verplichtten ons echter om permanent te strooien. De vraag was verschrikkelijk groot. AWV berekent hoeveel zout er nodig is voor één ronde. Onze stocks raakten sneller dan voorzien uitgeput, ook al was de stock groter dan het jaar voordien. In Vlaanderen zijn hierdoor een aantal gemeenten in de problemen gekomen.
Er is dan kritiek gekomen dat AWV het zout van de gemeenten afnam, zelfs van provinciegouverneurs. Dit klopt totaal niet. Wij hebben contracten, en de aannemers moesten hun engagementen nakomen. Omdat ook AWV niet kon inschatten hoe lang de winterprik zou aanhouden, heeft het agentschap beslist om tijdens de kerstperiode het prioritair strooiplan te activeren. Dat werd niet beslist omdat het zout opraakte, maar omdat ze 100 procent zeker wilden zijn dat ze na het kerstreces voldoende gewapend zouden zijn om de wegen sneeuw- en ijsvrij te houden. In de kerstvakantie werd prioritair gestrooid, dat betekent strooien op de prioritaire wegen en niet of heel weinig op de andere. Er was dus nooit een zouttekort, maar wel een zoutschaarste, en dat gold voor heel Europa.
Op zaterdag 18 december 2010 werd voor een aantal fietspaden inderdaad de richtlijn gegeven om enkel te ruimen. Deze richtlijn werd gegeven omdat er gedurende dit weekend hevige sneeuwval verwacht werd. Strooien heeft op fietspaden geen enkele zin, er moet geruimd worden met een schop. Er is dan opdracht gegeven om de paden tegen de maandag vrij te maken. Het sneeuwvrij houden van de fietspaden is echter nog vatbaar voor verbeteringen. AWV zal tegen volgend jaar een aantal ruimers en kleine pekelstrooiers op remorque kopen om de fietspaden vrij te maken. Er zijn bijna geen aannemers te vinden die de fietspaden willen ruimen. Daarom gaan we zelf materieel kopen en dat aan de aannemers geven om op hun machines te monteren.
Normaal komt ons zout uit mijnen gelegen in Duitsland en Nederland. Dat verklaart de scherpe prijs van 53 euro per ton. Eind december kregen we evenwel de vraag van de verschillende provinciegouverneurs om de steden en gemeenten te helpen bij hun zoektocht naar zout. Onze zoutcommissaris, Bruno Heirbrant, krijgt alle telefoons van iedereen die zout te weinig heeft, ook van de gemeenten. Hij heeft iedereen rond de tafel gebracht, ook de provinciegouverneurs, om een gezamenlijke aankoop te doen. Aan de gouverneurs werd gevraagd om na te gaan welke gemeenten wilden meedoen en om minimaal 3000 ton af te nemen. De gegarandeerde afname van de provincies van 15.000 ton was echter te weinig om een schip te kunnen vastleggen en te laten overkomen. Eind december was er in Europa geen zout meer verkrijgbaar; het moest van veel verder komen. AWV wou geen schip van buiten Europa bestellen en gaf de garantie aan de leverancier om een afname te doen van een extra hoeveelheid van 13.000 ton. AWV wou op die manier tegemoetkomen aan de acute nood aan zout. We kunnen ons dat nu moeilijk voorstellen, de zon schijnt.
De prijs lag voor AWV lager dan voor de gemeenten omdat de transportorganisatie anders verliep. Het agentschap heeft de 13.000 ton afgenomen voor 77 euro per ton, dat is iets lager dan de prijs voor de gemeenten. Het was wel duurder dan normaal omdat het van veel verder moest komen.
Mijnheer Keulen, er werd inderdaad voor andere dan de drie vaste leveranciers gekozen. Er zijn pvs opgesteld omdat er niet voldoende werd geleverd. Alleen de basisstocks waren oké. De aannemers hebben natuurlijk recht van verweer. Die procedure loopt nu. Ze kunnen motiveren waarom ze niet voldoende konden leveren.
AWV moest in elk geval een nieuw contract sluiten. Binnen het bestaande contract mochten we geen zout weggeven of verkopen. Het nieuwe contract kon niet aan de prijs van 53 euro per ton. Eigenlijk is de basisprijs behouden maar is de transportkost erbij gekomen.
De Inspectie van Financiën heeft een onvoorwaardelijk gunstig advies gegeven op het contract en op de manier waarop dat gebeurd is. Ik vroeg ook waarom met die drie werd onderhandeld. AWV zegt mij dat het een zeer ruim zicht heeft op wat de prijzen waren, ook bij de andere aannemers, en het maakt zich sterk dat dat absoluut de gunstigste prijs was, blijkens navraag bij die drie. Een aantal gemeenten, die ook overal prijzen hebben gevraagd en die uiteindelijk ook op het aanbod zijn ingegaan, bevestigden mij dat alles wat zij eender waar probeerden te krijgen zeer veel duurder was en minder kwaliteitsgaranties gaf dan het aanbod van AWV.
Mijnheer Keulen, schoten die leveranciers tekort? Ze zijn op het bestaande contract in gebreke gesteld. Het is niet helemaal juist om te stellen dat ze dat binnen die prijzen van Chili konden laten komen. Dat zout kwam van leveranciers veel dichter bij huis. Ze hebben op een ander moment een nieuw contract gesloten. Had AWV er moeten op ingaan om daar extra zout te bestellen? Ze hebben het gedaan om zout naar hier te krijgen. Ze hebben dus meegewerkt aan de totstandkoming van een nieuw contract op een ander moment. Gelukkig maar, want er is nog heel veel zout nodig geweest. Maar ondertussen is AWV ook opnieuw beleverd uit oude contracten. De engagementen die daar bestaan, zijn ook nagekomen. Er is nog ongeveer 20.000 ton zout geleverd uit dat contract. Het is niet zo dat er nu plots een nieuw contract is en dat het oude contract niet meer telt. Het blijft tellen. Het nieuwe contract gold enkel voor die eenmalige levering van 13.000 ton.
Ik hoop dat ik u wat meer inzicht heb verschaft. Ik heb mij gebaseerd op wat AWV heeft proberen uit te leggen. Ik heb u, denk ik, het onverwerkte antwoord van Tom Roelants zo gegeven. Het is voor mij een technische kwestie. Zij moeten de motivering voor wat ze doen bezorgen.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Minister, net als de voorzitter komen u en ik uit de meest perifeer gelegen gebieden van Vlaanderen. Maar ik denk dat het aan uw kant minder erg was dan aan onze kant. Voorzitter, wij hebben de meest extreme omstandigheden meegemaakt. Als het ergens in het land sneeuwde, hadden wij prijs. Ik heb mij daar 27 dagen moeten doorheen ploeteren. Ik troost mij met de gedachte dat de voorzitter in dezelfde situatie was.
Collegas, ik blijf met één belangrijk punt zitten en ik blijf terugkomen op die zoutleveranciers. Als iedereen had gedaan wat hij moest doen, dan had die 62.000 ton beschikbaar moeten zijn, de voorraden van AWV en de ijzeren voorraden die de leveranciers moesten aanhouden bij elkaar opgeteld. Ik heb bij onze eerste bespreking nog de zijgedachte ontwikkeld: precies omdat die voorraadverplichtingen zo hoog zijn, doen een aantal potentiële leveranciers niet mee aan dat contract. Voor voorraden heb je ruimte nodig en voorraad kost geld. Dat is een van de oorzaken van onze files: just in time-leveringen hebben, in het algemeen in de economie, te maken met de kostprijs van het aanhouden van voorraden. Minister en goede collegas, die contractuele bepalingen staan los van het noodweer en van het feit dat we 27 dagen zijn geterroriseerd door sneeuw en ijs want daar begon het op het einde toch op te lijken.
Ik neem akte van het enkel bestrooien van wegen en de protocols die daarover bestaan. Ik begrijp dat men dat doet. Het feit dat je op een zeker ogenblik 85 euro moet betalen en niet de courante prijs
Minister Hilde Crevits : 77 euro.
De heer Marino Keulen : Normaal is het 53 euro. Je moet dat betalen om aan die voorraad te komen, om dat schip vol te krijgen. Als de zoutleveranciers hun ijzeren voorraden hadden aangevuld, zoals zij dat contractueel moesten doen omdat zij ondertussen aan het leveren waren vanuit die voorraden aan AWV, en dat opgeteld bij de 15.000 ton waar de lokale besturen, de steden en gemeenten, om smeekten, en dat werd dan ook nog eens voor een deel versterkt door de provincies die stelden dat de steden en gemeenten moesten worden geholpen, dan zou dat schip ook gevuld geraakt zijn, dan had AWV die bijbestelling niet moeten plaatsen. En ik weet dat, want ik ben zelf ook gemeentenaar, ik heb daar ook verantwoordelijkheid in. Daar blijf ik op mijn honger zitten, daar klopt iets niet. Indien de zoutleveranciers hadden gedaan wat zij moesten doen, opgeteld bij datgene waar de steden en gemeenten nood aan hadden, dan had u dat schip ook gevuld gekregen.
Ik blijf ten slotte met één vraag zitten: als die leveranciers beweren dat zij voldoende voorraad hadden, waarom hebben zij u dan maar mondjesmaat beleverd?
De voorzitter : De heer van Rouveroij heeft het woord.
De heer Sas van Rouveroij : Voorzitter, ik heb mij niet verdiept in de materie. Maar het valt mij op dat het overzees transport vanuit Chili 23 of 24 dagen duurt. Dan moet het zout hier nog geladen en gelost worden, gebroken en gekuist. Het zout komt hier niet gebruiksklaar aan. Daar ben je nog een week of 2 zoet mee. Je hebt ook nog eens de bestellingprocedure. Ik snap niet hoe een bestelling van een schip hier de nood kan lenigen. Volgens mij moet dat schip al lang op weg zijn geweest van Chili naar Europa. Als je het schip hier eerst contractueel moet vullen, en dan in Chili laden, dan naar hier varen en hier nog eens het zout behandelen, hoe kan het dan in godsnaam op tijd hier zijn geweest?
De voorzitter : De heer de Kort heeft het woord.
De heer Dirk de Kort : Minister, ik wil u feliciteren voor de aanpak die u hebt georganiseerd met de gouverneurs. Ik merk dat de gouverneurs op hun beurt een verder overleg hebben georganiseerd met de burgemeesters. Ik was op onze laatste overlegvergadering van de gouverneur, toen het ook over strooizout ging. Toen vroeg een van de collega-burgemeesters, de heer Dirk Van Mechelen, waarom er geen strategische zoutvoorraad zou worden aangelegd in de haven van Antwerpen bij Solvay. De aanwezige collegas hier zullen dat zeker en vast ook een goede suggestie vinden.
Ik denk dat dat in de toekomst op eenzelfde manier in verschillende provincies zou moeten worden georganiseerd. Dan hoeft niet elk lokaal bestuur bijkomend te investeren in zoutopslag, maar zou er op deze manier heel efficiënt mee kunnen worden omgesprongen wanneer het daadwerkelijk nodig is. Als we dan toch opnieuw zachte winters zouden hebben, zou deze strategische zoutvoorraad opnieuw in het productieproces verder kunnen worden verwerkt bij zulke bedrijven.
De voorzitter : Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits : Mijnheer van Rouveroij, het heeft effectief vier weken geduurd voordat het zout hier was. Dat was een van de kritische punten. Het zout kon meteen worden besteld. De druk bij de gemeenten was erg groot. Sommige gemeenten hebben een kleine voorraad en andere een grote. De gouverneurs wilden de zekerheid dat er binnen drie à vier weken voldoende capaciteit was. Men wist dus wel degelijk dat het zo lang zou duren, het schip is effectief ginder geladen en heeft alle stappen afgelegd.
Mijnheer Keulen, de drie leveranciers zijn in gebreke gesteld. De verweerprocedure is nog niet afgerond. Op een bepaald moment kreeg ik het verwijt dat ik het Waalse zout aan het afpakken was en dat Wallonië ons zout aan het afpakken was. We zaten bijna in de Battles of the Salt. Wallonië zat namelijk met hetzelfde probleem. De toestand was acuut. We hadden voortdurend zout nodig en bovendien sneller dan gedacht. Er was dus zeker een schaarste. We hadden ons daar niets van kunnen aantrekken en kunnen wachten op een nieuwe levering van onze leveranciers. Maar we hebben als Vlaamse overheid de keuze gemaakt om onze gemeenten te helpen en op een bepaald moment een nieuw contract af te sluiten.
AWV stelt trouwens dat de prijs die werd afgesproken in dat contract, op dat moment een superprijs was. De transportkost was daar natuurlijk ook inbegrepen. We kenden de prijzen van de drie leveranciers en hadden zicht op andere de prijzen in de markt. AWV heeft zich ook geïnformeerd bij de gemeenten om een goed zicht te krijgen op de gangbare prijs van zout. Het contract dat we hebben afgesloten, had de scherpste prijs.
Mijnheer Keulen, ik denk dat we er, samen met de gemeenten, een les uit moeten trekken voor de toekomst. Ik heb zelf al besloten dat de strategische voorraad volgend jaar aan het begin van het seizoen 10.000 ton hoger moet liggen. We hebben daar nog geen opslagcapaciteit voor, maar die ga ik zoeken. Ik heb dat ook meteen zo gecommuniceerd. Toen hebben de gemeenten gesuggereerd dat we beter zouden kunnen samenwerken bij het aanleggen van een voorraad. Ik sta daar zeker voor open, maar we moeten hierbij de regels van de wet op de overheidsdrachten volgen.
Ik zeg dus niet dat we niet hadden kunnen verwachten dat het zo erg zou zijn. Het jaar voordien was het ook erg, maar toen was het gespreid over drie maanden. Dit jaar is het gebeurd op 27 dagen tijd. Ik denk dat we de juiste keuzes hebben gemaakt.
Naast die 10.000 ton extra voorraad voor volgend jaar, kunnen we ook werk maken van de contracten.
De voorzitter : De heer Keulen heeft het woord.
De heer Marino Keulen : Het feit dat u de steden en gemeenten heeft geholpen, is een gezonde reflex. De mensen wonen trouwens in die steden en gemeenten en dus is het logisch dat de nood daar moet worden gelenigd en dat de weggebruikers moeten worden geholpen.
Ik wil toch nog even benadrukken dat, als die zoutleveranciers hun contractuele verplichtingen waren nagekomen, zij eigenlijk dat verschil hadden kunnen aanvullen. Dan waren de steden en gemeenten ook geholpen.
Dat u uw strategische voorraad wilt verruimen, vind ik een goede zaak. De heer van Rouveroij, specialist inzake havens zeker die van Gent, maar ook die van Antwerpen zegt dat die uitermate geschikt zijn om dat zout te stockeren. Laat dat een gratis goede raad zijn.
Wat de drie leveranciers betreft die in gebreke zijn gesteld, zou ik u willen vragen, minister Crevits, ons op de hoogte te houden van de uitkomst van de verweerprocedure. Iedereen verdient het voordeel van de twijfel, maar ik denk dat deze leveranciers het spel niet altijd even proper hebben gespeeld.
De voorzitter : Het incident is gesloten.