Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 15/03/2011
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over controles op dakreiniging en vernieuwing of afbraak van met asbestleien gelegde daken
- 1281 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Voorzitter, minister, collegas, het weekblad Knack brengt in nummer 6 van 9 februari 2011 een reportage over het tegen alle regels schoonspuiten van asbestcementen daken door dakreinigingsfirmas. Asbestcementen namaakleien in Vlaanderen zouden er 160 miljoen vierkante meter daken mee gelegd zijn worden na verloop van jaren vaak geplaagd door moskorstvorming. Het schoonspuiten van asbestleien door bedrijven en particulieren is in Vlaanderen echter verboden en strafbaar aangezien bij deze bewerking zeer schadelijke asbestvezels vrijkomen. De facto blijkt echter dat meerdere bedrijven evenwel nog steeds het schoonspuiten van asbestleien aanbieden en uitvoeren. Blijkbaar wordt er niet of te weinig of inefficiënt gecontroleerd.
Als zon dak volledig wordt vernieuwd of afgebroken, moeten de asbestleien door een gespecialiseerd bedrijf worden verwijderd. Dit blijkt de facto ook vaak op een andere manier te gebeuren. De hoge kostprijs van sanering leidt tot illegale en onveilige ruimingen.
Minister, hoe evalueert u de bewuste reportage in het weekblad Knack? Waren deze feiten u bekend? Hoe evalueert u de controle op dakreiniging, en op de vernieuwing of afbraak van met asbestleien gelegde daken? Welk initiatief neemt u al dan niet in verband met deze problematiek?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : De reportage in het weekblad waar u naar verwijst, geeft een knelpunt weer inzake asbest, en meer bepaald de verboden praktijk van reinigen onder hoge druk van asbestcement. De weergave van mijn reactie dat het procedé van het bedrijf dat wordt genoemd, ook ontoelaatbaar is, is correct.
De feiten die zijn weergegeven in de reportage zijn ons bekend. De controle op de dakreinigingen onder hoge druk van asbestcement, evenals de controle op het ondeskundig verwijderen van asbestcement is gespreid. De bevoegdheid ligt zowel bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) als bij de steden en gemeenten en de politie. De federale overheid is in het kader van de arbeidsbescherming bevoegd voor de bedrijven met werknemers in dienst. Als werknemers op een ontoelaatbare manier reinigen, krijgen ze stoffen binnen die kunnen worden gecontroleerd door de federale overheidsdienst. Op het ogenblik dat er een klacht binnenkomt over het onregelmatig reinigen of afbreken van asbestcement, kunnen ze optreden. Maar vaak is het niet bekend waar en wanneer de verboden praktijk gebeurt, waardoor er ook niet kan worden opgetreden.
De steden en gemeenten en de politie zijn eveneens bevoegd, maar dan in kader van de bescherming van het leefmilieu en het voorkomen van hinder. Ze worden ook geconfronteerd met hetzelfde probleem, met name geen ogenblikkelijke melding van de feiten. Er gebeuren spontane controles op werven, maar men weet niet altijd waar er werken bezig zijn. Dit gebeurt via patrouilles en controles.
Er zijn in het verleden al verschillende initiatieven genomen binnen de Vlaamse bevoegdheden. Die praktijken, het reinigen onder hoge druk en ondeskundig afbreken, zijn verboden in de milieuwetgeving. Dit is opgenomen in 2008. Hierdoor werden ze niet alleen voor de werkgevers verboden, maar ook voor particulieren zonder werknemers. Ook daar moet kunnen worden gecontroleerd.
Hoewel in theorie iedereen de wet moet kennen, is het in de praktijk zeer belangrijk de wetgeving kenbaar te maken, omdat het in je eigen belang is die praktijken niet toe te passen. Vanuit mijn bevoegdheid kan ik dat doen aan de particulieren, de steden en gemeenten en de politie, en de zelfstandigen. De particulieren zijn opdrachtgevers, de steden en gemeenten en de politie moeten de controle uitoefenen, en de zelfstandigen voeren de praktijk uit.
Bij de drie partijen is het van belang dat er voldoende kennis is over welke toepassingen asbesthoudend zijn en wat verboden en toegelaten praktijken zijn. Particulieren worden sinds 2004 gesensibiliseerd via de folder Asbest in en om het huis die regelmatig wordt geactualiseerd en bijgedrukt en op ruime schaal verspreid. In 2004 gebeurde dit via krantenwinkels, gemeentehuizen en infozuilen in openbare ruimten. Ook wordt de folder telkens verspreid via Batibouw, ook in 2011 werd hij aangeboden en uitgedeeld. Er waren zelfs mensen van onze administratie aanwezig die antwoord gaven op vragen. Zij hebben die folder actief uitgedeeld.
De folder kan gratis worden aangevraagd bij de Vlaamse Infolijn. Intussen zijn er 50.000 exemplaren verspreid. Hij kan ook digitaal worden geraadpleegd op de website van het departement Leefmilieu.
Een mogelijkheid tot bijkomende sensibilisering over veilige verwijdering van asbest is de verspreiding van de folder via de bouwvergunning voor de sloop of verbouwing van huizen die dateren van voor 1998. In dat jaar kwam er een verbod op de productie en het gebruik van asbesthoudend materiaal.
Zoals beloofd tijdens de vergadering van de commissie van 1 februari, waarbij de asbestproblematiek uitgebreid aan bod kwam, heb ik deze suggestie overgemaakt aan de minister van Ruimtelijke Ordening.
Voor de verdere bekendmaking van de wetgeving bij de lokale overheden laat ik, zoals in het verleden ook al gebeurde, een ontwerptekst opstellen voor de gemeentebladen waarbij de nadruk wordt gelegd op de plichten en recente verbodsbepalingen.
Wat de uitvoerders betreft van het reinigen onder hoge druk, is het belangrijk dat asbest ook aan bod komt in dag- en avondonderwijs voor dakdekkers en aannemers. Dit valt buiten mijn bevoegdheid, maar ik kan dit aankaarten bij de minister van Onderwijs.
Mijnheer Reekmans, het is verboden en er gebeuren heel wat controles. Het klopt echter dat er niet overal tegelijkertijd controle kan worden gedaan.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het feit dat verschillende ministers bevoegd zijn, maakt het niet gemakkelijker. Ik begrijp ook dat u de kennis over asbest via het onderwijs wil meegeven aan toekomstige dakdekkers.
Tijdens de vorige vraag was ook sprake van folders en campagnes over de roetfilter. De Vlaamse overheid heeft problemen met het sensibiliseren via folders. Ik kan daar ook nog andere voorbeelden van geven.
Het klopt dat de milieuwetgeving in 2008 is aangepast. Ik heb echter nog een andere bezorgdheid dan de versnippering van bevoegdheden tussen het federale en het lokale bestuur en de onderlinge versnippering binnen de Vlaamse overheid inzake sensibilisering, met name de kennis van de milieuambtenaren bij de lokale besturen. Naast parlementslid ben ik ook gemeenteraadslid. Toen ik aan mijn eigen lokale bestuur vroeg wat er mogelijk is inzake asbest, was het antwoord dat ze het zouden opzoeken. Als een milieuambtenaar mij antwoordt dat hij het antwoord zal opzoeken, dan maak ik me zorgen. Ik heb die vraag gesteld toen die reportage half februari verscheen. Ik krijg daar normaal gezien tijdens de gemeenteraad van april een antwoord op. Minister, het lijkt me aangewezen dat u een omzendbrief stuurt naar alle gemeentebesturen en milieuambtenaren waarin duidelijk staat wat de milieuwetgeving bepaalt. Ik stel immers vast dat daar, zelfs bij de lokale besturen, heel veel onduidelijkheid over bestaat. Ik zeg niet dat er geen enkel gemeentebestuur is dat het niet weet, maar mijn test was alvast negatief.
Minister, u zei daarnet dat er regelmatig controles plaatsvinden op werven. Kunt u me eventueel schriftelijk laten weten hoeveel controles er de voorbije periode hebben plaatsgevonden, door wie en wat de gevolgen daarvan waren?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, het klopt dat we die discussie nog niet zo lang geleden hebben gevoerd. De wetgeving is inderdaad duidelijk. We hebben echter geen flauw benul waar al dat asbest zich bevindt. Voor een aantal gebouwen is een asbestinventaris verplicht. Die inventarissen worden echter niet centraal verzameld. De overheid heeft daar dan ook geen zicht op. Het zou ook nuttig zijn om die asbestinventaris uit te breiden.
De controle zit momenteel bij de steden en gemeenten. In de praktijk is er echter geen controle. U had het daarnet over patrouilles. Er zijn helemaal geen asbestpatrouilles. In de praktijk is er gewoon geen enkele controle op werven met asbest.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Sanctorum, ik hoop dat u niet pleit om voor elke verbodsbepaling binnen Leefmilieu aparte patrouilles in te zetten: waterpatrouilles, asbestpatrouilles enzovoort. Dat kan niet de bedoeling zijn. Bovendien is dat onmogelijk tenzij we de lokale besturen honderd mensen bij geven die ze zelf financieren.
In mijn gemeente worden wel degelijk steekproeven gedaan op de werven. Dat gebeurt heel vaak. U doet de waarheid geweld aan als u zegt dat er geen controles zouden gebeuren.
Mijnheer Reekmans, ik kan u die cijfers nu niet geven. Die zitten verspreid bij steden, gemeenten en politie. Ik zal nagaan of we over die gegevens beschikken. Als dat zo is, zal ik u ze laten bezorgen. Er bestaat trouwens ook een handhavingsrapport waarin een en ander is opgelijst.
U gelooft niet in folders. De vraag is dan wat de overheid wel moet doen. Het klopt niet dat er nog niets is gebeurd ten aanzien van de lokale ambtenaren, meer bepaald de milieuambtenaren. Zij nemen daar kennis van in hun opleiding.
De milieudiensten van de gemeenten hebben de folders van de vorige informatiecampagne ontvangen. Ik zal echter rekening houden met uw suggestie om dit nog eens op te frissen, de folder nog eens op te sturen en daar specifiek aandacht voor te vragen.
Mijnheer Sanctorum, we hebben al vaak gediscussieerd over de asbestinventaris. Er bestaat een inventaris van bepaalde gebouwen waar veel mensen komen. Ik betwijfel of dat haalbaar is voor elke particulier. In de folder staat wel heel duidelijk, onder meer aan de hand van fotos, hoe men asbesthoudende materialen kan herkennen.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, ik geloof absoluut in de kracht van folders. Ik houd echter rekening met de laatste antwoorden die ik heb gekregen op parlementaire vragen over het effect van folders van de Vlaamse overheid. Dat effect was niet echt schitterend.
Mijnheer Sanctorum, ik deel uw ecologische bezorgdheid. Ik ga niet zo ver om patrouilles te vragen. Wat ik wel vraag, is dat de milieuambtenaren in elk lokaal bestuur ten minste weten wat wel en wat niet mag. Als zich daar dan overtredingen voordoen, kunnen ze op zijn minst worden vastgesteld. Minister, u zegt dat u de folder nog eens zult opsturen naar de milieuambtenaren. Mag ik u in dat geval vragen om daarvoor niet de folder te gebruiken die blijkbaar geen effect heeft? Ik vraag u om in het belang van de volksgezondheid een omzendbrief op te maken met heel duidelijke richtlijnen voor de milieuambtenaren. Ik vraag u uw heil niet te zoeken in de folder van 2004. Uit de reportage in Knack blijkt duidelijk dat die folder niet werkt, tenzij hij misschien wordt gelezen. Maar blijkbaar wordt hij niet gelezen. Ik vraag u niet gewoon een kopie van de folder op te sturen naar de milieuambtenaren, maar daar een officieel karakter aan te geven.
De voorzitter : Het incident is gesloten.